Blad gemeenschappelijke regeling van Ferm Werk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ferm Werk | Blad gemeenschappelijke regeling 2023, 542 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ferm Werk | Blad gemeenschappelijke regeling 2023, 542 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Inburgering GR Ferm Werk 2021
Artikel 3. Informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen
Het dagelijks bestuur neemt bij de inburgeringsplichtige een brede intake af. Met de informatie uit deze brede intake verkrijgt het dagelijks bestuur een beeld van de startpositie en de ontwikkelingsmogelijkheden van de inburgeringsplichtige. Het dagelijks bestuur geeft in samenspraak met de inburgeringsplichtige en betrokken lokale ketenpartners, en op basis van de uitkomsten van de brede intake, invulling aan het inburgeringstraject.
De brede intake wordt zo vroeg mogelijk afgenomen, bij voorkeur zodra de inburgeringsplichtige bekend is bij het dagelijks bestuur. Voor asielstatushouders is dit het moment van koppeling aan een van de Ferm Werk-gemeenten, voor gezinsmigranten en overige migranten is dit het moment van inschrijving in de gemeente.
De brede intake bestaat in ieder geval uit:
een leerbaarheidstoets. DUO is verantwoordelijk voor de inhoud van deze toets. Het dagelijks bestuur zorgt voor het inplannen van de afname van de leerbaarheidstoets, het beschikbaar stellen van de afnamelocaties en de begeleiding bij de afname van de leerbaarheidstoets door gecertificeerde toetsbegeleiders. De uitvoering van de leerbaarheidstoets voor inwoners van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk is belegd bij het Leerwerkloket Midden Holland, voor inwoners van de overige gemeenten bij Ferm Werk.
Artikel 5. Werkwijze brede intake
Wanneer de inburgeringsplichtige – ook na drie oproepen – niet bij de brede intake verschijnt of onvoldoende medewerking verleent, voltooit het dagelijks bestuur de intake zonder de inburgeringsplichtige. In dat geval onderzoekt het dagelijks bestuur de omstandigheden van de inburgeringsplichtige aan de hand van de gegevens die wel bekend zijn, zoals:
Artikel 6. Persoonlijk plan Inburgering en Participatie
Het dagelijks bestuur stelt na afronding van de brede intake en op basis van de hieruit verkregen informatie het Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP) op. Dit gebeurt zoveel mogelijk in samenspraak met de inburgeringsplichtige. Het dagelijks bestuur nodigt de inburgeringsplichtige binnen 10 werkdagen na afronding van de brede intake uit voor een gesprek hierover. In ieder geval worden in dat gesprek de volgende onderwerpen besproken:
In het PIP staat wat de inburgeringsplichtige moet doen om aan de inburgeringsplicht te voldoen. Het PIP geeft een compleet beeld van de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige gedurende het inburgeringstraject. Het dagelijks bestuur stemt het plan af op de persoonlijke situatie, ontwikkelbehoeften en capaciteiten van de inburgeringsplichtige.
Het PIP heeft de vorm van een officieel besluit (beschikking). Hierin staat vermeld:
wanneer de inburgeringsplichtige in aanmerking komt voor een bijstandsuitkering: een verwijzing naar de relevante beschikking(en) op grond van de Participatiewet. Het gaat met name om een verwijzing naar de toekenningsbeschikking van de uitkering voor levensonderhoud en het financieel ontzorgen (voor asielstatushouders) en om de verwijzing naar de beschikking waarin de arbeids- en re-integratieverplichtingen van de inburgeringsplichtige staan vermeld.
De beschikkingen op grond van de Participatiewet, genoemd in artikel 6 derde lid onder g, worden bijgevoegd bij de beschikking waarmee het PIP wordt vastgesteld. Als het dagelijks bestuur op een later moment (nog) een besluit neemt op grond van de Participatiewet, voegt het dagelijks bestuur ook deze beschikking bij.
Het dagelijks bestuur stelt het PIP vast uiterlijk binnen tien weken na inschrijving van de inburgeringsplichtige in de basisregistratie personen (BRP) van de gemeente waar hij of zij is gehuisvest of wordt gehuisvest na verblijf in het azc. Het dagelijks bestuur stuurt de inburgeringsplichtige het PIP daarna zo snel mogelijk per post en/of digitaal toe.
Wanneer de inburgeringsplichtige voor wie de leerroute al door een andere gemeente / openbaar lichaam is vastgesteld, verhuist naar een gemeente die behoort tot het werkingsgebied van Ferm Werk, stelt het dagelijks bestuur het PIP opnieuw vast binnen tien weken na de inschrijving van de inburgeringsplichtige in het BRP. De leerroute die daarbij wordt vastgesteld, is gelijk aan de leerroute zoals die door het dagelijks bestuur van vertrek is vastgesteld.
Artikel 9. Participatieverklaringstraject
De inburgeringsplichtige doet in het onderdeel inleiding in de Nederlandse kernwaarden kennis op van de belangrijkste waarden, sociale regels en grondrechten in Nederland. Het doel hiervan is het krijgen van een beter beeld van en begrip voor de Nederlandse samenleving. Het dagelijks bestuur bepaalt de manier waarop deze kennis wordt overgedragen.
Artikel 10. Module Arbeidsmarkt en Participatie
Artikel 12. Kwaliteit van het inburgeringsaanbod en de leerroutes
Artikel 13. Voortgang inburgering
Het dagelijks bestuur volgt de vorderingen van de inburgeringsplichtige tijdens het inburgeringstraject en houdt in de gaten of het traject nog passend is. Het dagelijks bestuur voert hiervoor periodiek voortgangsgesprekken met de inburgeringsplichtige zolang het inburgeringstraject loopt. Het aantal gesprekken gedurende het inburgeringstraject wordt afgestemd op het niveau van de inburgeringsplichtige (maatwerk).
Het dagelijks bestuur kan een andere leerroute vaststellen als sinds de start van de inburgeringstermijn, zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid van de wet, nog geen anderhalf jaar verstreken is. In bijzondere omstandigheden die de inburgeringsplichtige betreffen kan van deze termijn worden afgeweken.
Op basis van de uitkomst van een voortgangsgesprek kan het dagelijks bestuur voor de inburgeringsplichtige die de B1-route volgt, bepalen dat de mondelinge en schriftelijke vaardigheden in de Nederlandse taal geheel of gedeeltelijk op het niveau A2 worden geëxamineerd. Dit kan alleen wanneer de inburgeringsplichtige:
Artikel 14. Maatschappelijke begeleiding van de asielstatushouder
Artikel 16. Handhaving verplichtingen bij de brede intake
Wanneer de inburgeringsplichtige na de eerste oproep voor de brede intake niet verschijnt of onvoldoende meewerkt, geeft het dagelijks bestuur een schriftelijke waarschuwing. Het dagelijks bestuur wijst daarbij op de gevolgen voor de inburgeringsplichtige als hij of zij opnieuw niet verschijnt na een oproep of als hij of zij op een andere manier onvoldoende meewerkt aan de brede intake. Het dagelijks bestuur nodigt de inburgeringsplichtige opnieuw uit om te verschijnen binnen 5 werkdagen.
Voordat het dagelijks bestuur een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de inburgeringsplichtige niet komt of onvoldoende meewerkt. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, biedt het dagelijks bestuur hem of haar de gelegenheid zijn of haar zienswijze binnen 5 werkdagen per brief en/of digitaal kenbaar te maken.
In de brief (beschikking) waarmee de boete wordt opgelegd, nodigt het dagelijks bestuur de inburgeringsplichtige opnieuw uit om binnen 5 werkdagen alsnog te verschijnen of mee te werken. Wanneer de inburgeringsplichtige hieraan niet voldoet, legt het dagelijks bestuur weer een boete op met inachtneming van artikel 7.1.1 van het Besluit.
Artikel 17. Handhaving tijdens het inburgeringstraject
Voordat het dagelijks bestuur een boete oplegt, wordt onderzocht waarom de afspraken in het PIP of de afspraken over de activiteiten bij de gekozen leerroute niet zijn nagekomen. De inburgeringsplichtige krijgt in een gesprek hierover de gelegenheid een verklaring te geven. Wanneer de inburgeringsplichtige niet verschijnt bij dit gesprek, biedt het dagelijks bestuur hem of haar de gelegenheid zijn of haar zienswijze binnen 5 werkdagen per brief en/of digitaal kenbaar te maken.
Op basis van het gesprek met de inburgeringsplichtige dan wel zijn of haar schriftelijke zienswijze bepaalt het dagelijks bestuur de mate van verwijtbaarheid. Als er sprake is van opzet, van grove schuld, van normale verwijtbaarheid of van verminderde verwijtbaarheid stemt het dagelijks bestuur de hoogte van de boete daarop af met inachtneming van artikel 7.1 van het Besluit.
Artikel 18. Samenhang met handhaving op grond van de Participatiewet
Wanneer een inburgeringsplichtige een bijstandsuitkering (Participatiewet) ontvangt en zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken uit het PIP, waarin de nadruk ligt op het bevorderen van participatie en het verkleinen van de afstand tot de arbeidsmarkt, vindt bij voorkeur verlaging van de uitkering plaats op grond van artikel 18 Participatiewet en de verordening zoals bedoeld in artikel 8 eerste lid onder a Participatiewet. Het gaat hierbij om verplichtingen en afspraken anders dan in het aanbod in de MAP. Het dagelijks bestuur legt voor dezelfde gedraging dan geen bestuurlijke boete op grond van de wet op.
Wanneer een inburgeringsplichtige die een bijstandsuitkering ontvangt zich niet houdt aan verplichtingen en afspraken in het PIP, waarin de nadruk ligt op het vergroten van de taalbeheersing en aan overige afspraken en verplichtingen in het PIP, legt het dagelijks bestuur bij voorkeur een boete op grond van de wet op. Het dagelijks bestuur verlaagt in dat geval voor dezelfde gedraging de bijstandsuitkering niet.
Bij de keuze tussen i) handhaving op grond van de Participatiewet door een verlaging van de uitkering en ii) handhaving op grond van de wet via een boete weegt het dagelijks bestuur ook af welke wijze van handhaving, rekening houdend met de gevolgen hiervan voor de inburgeringsplichtige, naar haar oordeel het best bijdraagt aan het beoogde effect, te weten het succesvol voltooien van het inburgeringstraject.
Artikel 19. Verrekening boete met bijstandsuitkering
Het dagelijks bestuur kan de bestuurlijke boete die op grond van de wet aan de inburgeringsplichtige is opgelegd, verrekenen met de algemene bijstandsuitkering. Onder verrekenen wordt in dit artikel verstaan verrekenen zoals geregeld in artikel 4.93 van de Awb. Het dagelijks bestuur houdt hierbij rekening met een fictieve draagkracht van 5 procent van de bijstandsnorm die van toepassing is, inclusief vakantietoeslag.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2023-542.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.