Blad gemeenschappelijke regeling van WerkSaam Westfriesland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
WerkSaam Westfriesland | Blad gemeenschappelijke regeling 2023, 182 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
WerkSaam Westfriesland | Blad gemeenschappelijke regeling 2023, 182 | beleidsregel |
Beleidsregel Inkomstenvrijlating WerkSaam Westfriesland
WerkSaam bemiddelt cliënten naar werk. Waar mogelijk fulltime, zodat de cliënt geen uitkering meer nodig heeft. Voor een deel van onze cliënten is fulltime werken (nog) niet mogelijk vanwege een ziekte, gebrek of de persoonlijke situatie. Dan is deeltijd werken een goed alternatief. De cliënt doet hiermee weer arbeidservaring op en zorgt weer voor een deel voor zijn/haar eigen inkomen.
De wet verplicht WerkSaam om inkomsten te korten op de uitkering. Om werken te stimuleren kan WerkSaam een deel van de inkomsten uit arbeid ’vrijlaten’. Dat betekent dat niet alle inkomsten worden gekort, maar de cliënt een deel van de inkomsten mag houden.
Er zijn 4 situaties mogelijk vanuit de wet:
De wet geeft de mogelijkheid om inkomsten van cliëntenvrij te laten, als het werk bijdraagt aan de re-integratie van de cliënt. In deze beleidsregel staat wanneer WerkSaam de inkomstenvrijlatingen toepast.
Het dagelijks bestuur van WerkSaam Westfriesland
gezien het advies van de cliëntenraad van 30 januari 2023;
gelet op artikel 15 van de Re-integratieverordening WerkSaam Westfriesland;
Artikel 4. Geen recht op inkomstenvrijlating
Geen recht op een inkomstenvrijlating bestaat als een cliënt:
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 9 februari 2023,
De voorzitter,
S.C.F. Visser-Botman
De directeur,
M.J. Dölle
Toelichting beleidsregel Inkomstenvrijlating 2022 WerkSaam Westfriesland
Er zijn 4 soorten inkomstenvrijlating die WerkSaam kan toepassen. Dat is geen eigen keuze, maar dit staat in de wet. In onderstaande tabel staan de 4 soorten kort toegelicht:
De wet geeft de mogelijkheid om inkomsten van cliëntenvrij te laten, als het werk bijdraagt aan de re-integratie van de cliënt. WerkSaam vindt dat (deeltijd) werk altijd bijdraagt aan de re-integratie van de cliënt. Wanneer recht op de inkomstenvrijlating bestaat, passen wij deze daarom altijd toe, behalve als de cliënt aangeeft hiervan geen gebruik te willen maken. De cliënt moet dit dan zelf aangeven. Ook kan het zo zijn dat een cliënt halverwege (of nog later) een maand start met werken en de inkomstenvrijlating daarom liever in de volgende maand (bij een volledige maand werken) wil laten ingaan.
Voor de medische urenbeperking is een document van het UWV nodig waarin staat dat het UWV heeft vastgesteld dat de cliënt een medische urenbeperking heeft.
Artikel 1 heeft geen nadere toelichting nodig.
Artikel 2 . Recht op inkomstenvrijlating
Nadat een cliënt heeft gemeld dat er inkomsten uit arbeid zijn wordt door ons beoordeeld of er recht bestaat op inkomstenvrijlating. Als dit het geval is passen we de inkomstenvrijlating toe vanaf de eerste dag van de maand waarin is gestart met werken. We delen dit aan cliënt mee in een beschikking. De cliënt kan hierop reageren als hij/zij (nog) geen gebruik wil maken van de inkomstenvrijlating.
Gehuwden of samenwonenden kunnen ieder afzonderlijk voor een inkomstenvrijlating in aanmerking komen, als zij afzonderlijk inkomsten uit arbeid in deeltijd hebben en die samen niet hoger zijn dan de bijstandsnorm plus de maximale inkomstenvrijlating.
Artikel 3. Eénmalige toekenning inkomstenvrijlating
Wij nemen als uitgangspunt dat het recht op de inkomstenvrijlating eenmaal per uitkeringsperiode bestaat.
Een uitkeringsperiode stopt wanneer het recht op uitkering van een cliënt is gestopt. Een nieuwe uitkeringsperiode start wanneer die cliënt tenminste 30 dagen daarna geen algemene bijstand heeft ontvangen en vervolgens weer recht op bijstand heeft. Voor het stoppen van het recht op uitkering is het niet noodzakelijk dat de uitkering formeel is beëindigd.
Als een cliënt de bijstandsuitkering die hij vanuit een andere gemeente/organisatie ontving bij ons voortzet, dan zien we dat voor deze regeling niet als een nieuwe uitkeringsperiode. Ook is geen sprake van een nieuwe uitkeringsperiode als het gaat om voortzetting van een al lopende uitkering met een andere bijstandsnorm, na wijziging van bijvoorbeeld de woon- of gezinssituatie.
Artikel 4. Geen recht op inkomstenvrijlating
Als een cliënt inkomsten heeft uit niet-legale activiteiten, dan bestaat geen recht op een inkomstenvrijlating. Dit is ook het geval als cliënt heeft verzwegen dat hij inkomsten uit arbeid heeft en achteraf blijkt (bijvoorbeeld uit een IB-signaal) dat dit het geval is. Over de verstreken periode en de verzwegen inkomsten bestaat dan in beginsel geen recht op een inkomstenvrijlating. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt als bij de beoordeling van de boete blijkt dat er geen sprake is van verwijtbaarheid of sprake is van een verminderde verwijtbaarheid. Dan kan alsnog de inkomstenvrijlating worden toegepast.
Vanaf de datum dat de inkomsten ‘in beeld zijn’ en worden gemeld door cliënt, kan wel een inkomstenvrijlating worden toegepast.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2023-182.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.