Financiële verordening Werkorganisatie Druten Wijchen 2023

Het bestuur van de Werkorganisatie Druten Wijchen;

 

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet;

 

gezien het advies van de auditcommissie;

 

besluit vast te stellen de Financiële verordening beheer en organisatie Werkorganisatie Druten Wijchen 2023.

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • a.

    administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de organisatie en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • b.

    BBV: de geldende verslaggevingsvoorschriften “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten”;

  • c.

    doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met zo weinig mogelijk inzet van menskracht en middelen;

  • d.

    doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald;

  • e.

    domein: iedere organisatorische eenheid van een groep medewerkers binnen de organisatie die een gezamenlijk doel nastreeft;

  • f.

    krediet: een bedrag dat bestemd is voor het vastleggen van vermogen in een object waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt;

  • g.

    paragrafen: in een paragraaf wordt integraal over een bepaald thema dat dwars door de begroting loopt, geïnformeerd;

  • h.

    programma: een samenhangend geheel van activiteiten van de werkorganisatie;

  • i.

    rechtmatigheid: geeft aan dat een (voorgenomen) handelwijze in overeenstemming is met de geldende regels en besluiten;

  • j.

    taakvelden: een eenheid waarin het programma wordt onderverdeeld;

  • k.

    verantwoording: jaarstukken (jaarverslag en jaarrekening);

  • l.

    rechtmatigheidsverantwoording: de rapportage van de directie waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving.

Artikel 2. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    De begroting en jaarrekening worden opgesteld conform de richtlijnen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV);

  • 2.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen het benodigde investeringskrediet weergegeven.

Artikel 3. Begroting

Het bestuur neemt in de begroting een voorstel op voor het beleid en de financiële kaders voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. Het bestuur biedt de concept begroting aan de gemeenteraden aan voor de door de Wet gemeenschappelijke regelingen vastgestelde datum en stelt deze nota vóór de door de Wet gemeenschappelijke regelingen vastgestelde datum vast.

Artikel 4. Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1.

    Het bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten van de eerste jaarschijf.

  • 2.

    Bij de behandeling van de tussenrapportage in het bestuur bedoeld in artikel 6, lid 1, kan de directie voorstellen aan het bestuur voorleggen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van het beleid. Wanneer dit leidt tot uitzettingen in de gemeentelijke bijdrage, dan wordt dat voorgelegd aan de beide gemeenteraden.

  • 3.

    Voor een investering waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de begroting is geautoriseerd, legt de directie aan het bestuur, voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel voor, ter vaststelling van het betreffende investeringskrediet. Bij investeringen groter dan € 500.000 informeert de directie het bestuur in het voorstel ook over het effect van de investering op de schuldpositie van de Werkorganisatie.

Artikel 5. Interne controle

De directie draagt zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteert de directie in de rechtmatigheidsverantwoording en neemt maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.

Artikel 6. Tussentijdse rapportages

  • 1.

    De directie informeert het bestuur door middel van rapportages over de realisatie van de begroting in het lopende boekjaar.

  • 2.

    De rapportage bevat onder andere:

    • a)

      inzicht in de verwachte baten en lasten afgezet tegen de geactualiseerde begroting;

    • b)

      inzicht in de voortgang van de realisatie van het in de begroting vastgestelde beleid;

    • c)

      inzicht in het verloop van grote projecten, waarbij de financiën worden aangegeven voor de duur van het project;

  • 3.

    In de rapportage worden, waar nodig, afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten (>€ 10.000) en investeringskredieten in de begroting toegelicht.

  • 4.

    Het bestuur verspreidt een samenvatting van de rapportage aan de deelnemende gemeenten.

Artikel 7. Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording

  • 1.

    Het bestuur stelt vast op welke wijze hij door middel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken, naast de verplichte onderdelen van deze paragraaf, de deelnemende gemeenten wil informeren over rechtmatigheid.

  • 2.

    In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening rapporteert de directie aan het bestuur over afwijkingen met een verantwoordingsgrens van 1% van de totale lasten van de gemeenschappelijke regeling, inclusief de dotaties aan de reserves.

  • 3.

    In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan 5% van de verantwoordingsgrens nader toegelicht.

Artikel 8. Voorwaardencriterium

  • 1.

    Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

  • 2.

    Het bestuur stelt jaarlijks een normenkader rechtmatigheid vast. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien.

Artikel 9. Begrotingscriterium

  • 1.

    Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door het bestuur geautoriseerde begroting, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;

  • 2.

    De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door het bestuur is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 4.

  • 3.

    Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaalbedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.

  • 4.

    Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd. Afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:

    • a)

      Er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren.

    • b)

      Er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling.

    • c)

      De overschrijding is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een tussentijdse rapportage.

  • 5.

    Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

Artikel 10. Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium

  • 1.

    Het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen.

  • 2.

    De directie zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Artikel 11. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Investeringen boven een bedrag van € 20.000 worden geactiveerd.

  • 2.

    De door de deelnemende gemeenten ingebrachte activa volgen de afschrijvingstermijnen zoals bepaald bij aanschaf door de desbetreffende gemeenten.

  • 3.

    Nieuwe investeringen worden afgeschreven conform onderstaand overzicht, dan wel de economische levensduur:

    • a)

      Transportmiddelen >3.500kg – 6 tot 10 jaar

    • b)

      Transportmiddelen < 3.500kg – 7 jaar

    • c)

      Aanhangers – 15 jaar

    • d)

      Ondersteunende middelen openbare werken – 6 tot 20 jaar

    • e)

      ICT software - 5 jaar

Artikel 12. Reserves en voorzieningen

  • 1.

    In de begroting en de jaarrekening vindt geen toerekening van rente over de reserves en voorzieningen aan de taakvelden plaats.

  • 2.

    het bestuur beslist bij instelling van reserves over:

    • a)

      de vorming en besteding van reserves;

    • b)

      het specifieke doel van de reserve;

    • c)

      de voeding van de reserve;

    • d)

      de maximale hoogte van de reserve; en

    • e)

      de maximale looptijd.

  • 3.

    Als een bestemmingsreserve binnen de aangegeven maximale looptijd niet heeft geleid tot uitputting, valt deze reserve vrij.

Artikel 13. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de werkorganisatie, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten (inclusief de directe personeelskosten) de overheadkosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de werkorganisatie verleende diensten.

  • 2.

    Bij de kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van reserves en voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa.

  • 3.

    Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen, waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, worden de structurele overheadkosten extracomptabel evenredig, op basis van de verdeling directe fte’s over taakvelden en projecten, doorberekend als opslag over de directe (formatie)kosten.

Artikel 14. Financieringsfunctie

Het bestuur neemt bij het uitzetten en het aantrekken van middelen de kaders in acht zoals vastgelegd in de treasury statuten van de gemeenten Druten en Wijchen.

Artikel 15. Weerstandsvermogen en risicomanagement

In de paragraaf weerstandsvermogen bij de programmabegroting en de programmarekening neemt het bestuur de verplichte onderdelen op grond van het BBV op.

Artikel 16. Financiering

Bij de begroting en de jaarstukken doet het bestuur in de paragraaf financiering in ieder geval verslag van de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer van de financiering.

Artikel 17. Bedrijfsvoering

In de paragraaf betreffende de bedrijfsvoering geeft het bestuur inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Daarnaast licht het bestuur in de paragraaf bedrijfsvoering alle afwijkingen in rechtmatigheid toe, die in de rechtmatigheidsverantwoording zijn opgenomen en eventueel welke maatregelen worden genomen om deze in de toekomst te voorkomen.

Artikel 18. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a)

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de werkorganisatie als geheel en in de domeinen;

  • b)

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden, contracten.

  • c)

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d)

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 19. Financiële organisatie

Het bestuur draagt zorg voor:

  • a)

    een eenduidige indeling van de organisatie en een eenduidig toewijzing van de taken aan de domeinen;

  • b)

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;

  • c)

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d)

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e)

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten.

Artikel 20. Inwerkingtreding, citeertitel en overgangsrecht

  • 1.

    Deze verordening treedt daags na bekendmaking in werking en werkt vervolgens terug tot en met 1 januari 2023.

  • 2.

    De Financiële verordening Werkorganisatie Druten-Wijchen, vastgesteld op 15 april 2019, wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als: “Financiële verordening Werkorganisatie Druten Wijchen 2023”.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Bestuur van de Werkorganisatie Druten Wijchen van 15 november 2023

Secretaris

B. Janssen

Voorzitter

R. Helmer - Englebert

Naar boven