Uitvoeringsregels schuldhulpverlening ISD Bollenstreek

Het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek,

 

Gelet op de artikelen 4:81, eerste lid, 4:83 en 1:3, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) en art. 5 van de Gemeenschappelijke Regeling ISD Bollenstreek;

 

Overwegende dat:

  • op grond van artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening tot taak heeft het bieden van schuldhulpverlening aan haar inwoners en;

  • het gewenst is ter uitvoering van het beleidsplan uitvoeringsregels vast te stellen over de toegang tot schuldhulpverlening en de te bieden dienstverlening;

Besluiten vast te stellen de volgende Uitvoeringsregels schuldhulpverlening ISD Bollenstreek.

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek.

    • b.

      inwoner: de ingezetene van 18 jaar of ouder die op grond van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) bij de gemeente Hillegom, Lisse, Teylingen of Noordwijk is ingeschreven.

    • c.

      verzoek: de aanvraag van de inwoner om schuldhulpverlening.

    • d.

      belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

    • e.

      zelfstandige: de persoon als bedoeld in artikel 1 lid b van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004).

    • f.

      schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een integrale oplossing voor financiële problemen of het voorkomen daarvan.

    • g.

      intakegesprek: een gesprek met belanghebbende om te bepalen welke (financiële) ondersteuning nodig is.

    • h.

      plan van aanpak: aanbod schuldhulpverlening dat wordt voorgelegd aan belanghebbende.

    • i.

      informatie en advies: tijdens een of meerdere gesprekken wordt advies gegeven over het opzetten van een overzichtelijke registratie, maken van begrotingen, betalen van rekeningen, zelf onderhandelen met schuldeisers etc. zonder beroep te doen op stabilisatie of schuldregeling. Onder informatie en advies wordt ook verstaan het doorverwijzen naar derden.

    • j.

      doorlooptijd: het aantal weken dat verstrijkt tussen het moment dat de dienstverlening start (intake) en het bereiken van een resultaat.

    • k.

      stabilisatietraject: dit traject wordt gebruikt om de inkomsten en uitgaven in balans te krijgen en te zorgen dat er geen nieuwe schulden meer ontstaan (stabiliseren).

    • l.

      schuldregeling: het bemiddelen met schuldeisers en het komen tot een afbetalingsvoorstel gericht op het aflossen van schulden.

    • m.

      recidive: een herhaalde aanvraag.

    • n.

      fraude: fraude die financiële benadeling van een bestuursorgaan tot gevolg heeft en die inwoner in verband daarmee onherroepelijk strafrechtelijk is veroordeeld of een onherroepelijke bestuurlijke sanctie, die beoogt leed toe te voegen, is opgelegd.

    • o.

      Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen.

    • p.

      Wgs: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening.

    • q.

      NVVK: vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren.

    • r.

      Recofa-methodiek: methodiek voor het berekenen van het Vrij Te laten Bedrag, vastgesteld door het landelijk overleg van rechters-commissarissen in faillissementen en surseances van betaling.

    • s.

      saneringskrediet: een schuldregelingsvorm waarbij (een percentage) van de totale schuld van de schuldenaar wordt afgekocht.

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

  • 1.

    Alle inwoners van de gemeenten Hillegom, Lisse, Teylingen of Noordwijk van 18 jaar en ouder kunnen zich voor schuldhulpverlening wenden tot het dagelijks bestuur.

  • 2.

    Een zelfstandig ondernemer kan ook een beroep doen op schuldhulpverlening, mits er geen beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening (Bbz 2004).

  • 3.

    In afwijking van lid 1 kunnen gedetineerden, afkomstig uit de gemeente Hillegom, Lisse, Teylingen of Noordwijk een beroep doen op de schuldhulpverlening mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      De ondergane detentie mag niet langer duren dan 3 maanden; en

    • b.

      De detentie is het gevolg van een gedraging uit het verleden.

Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening

  • 1.

    Het dagelijks bestuur voert binnen 4 weken na een hulpvraag een eerste gesprek met de inwoner. In crisissituaties wordt binnen maximaal 3 dagen met de inwoner een gesprek gevoerd.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur geeft binnen 8 weken na het eerste gesprek een beschikking af in het kader van de Wgs.

  • 3.

    De noodzaak en de toegang tot schuldhulpverlening worden in een beschikking vastgelegd. In de beschikking wordt in ieder geval opgenomen:

    • a.

      de al dan niet toelating tot de schuldhulpverlening; en

    • b.

      de te verlenen dienst(en) en de voorwaarden waaronder deze verleend worden; en

    • c.

      de te verwachten doorlooptijd van die dienst(en), waarbij aangesloten wordt bij de richtlijnen van de NVVK (120 dagen model); en

    • d.

      de verwachte rol(len) van belanghebbende hierbij en die van de ISD; en

    • e.

      een plan van aanpak (als bijlage bij de beschikking); en

    • f.

      berekening beslagvrije voet (als bijlage bij de beschikking).

  • 4.

    In het plan van aanpak wordt het aanbod uitgewerkt in concrete stappen en bevat ook de berekening van de van toepassing zijnde beslagvrije voet. Aan de hand van het screeningsinstrument Mesis opgestelde klantprofiel, de ontvangen gegevens en andere informatie uit het intakegesprek wordt in overleg met belanghebbende ten tijde van het intakegesprek een individueel plan van aanpak opgesteld.

  • 5.

    De vorm waarin de ISD Bollenstreek schuldhulpverlening aanbiedt is gebaseerd op een analyse van de hulpvraag, de schulden en de onderliggende problematiek, is van meerdere factoren afhankelijk en kan per geval verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn (niet limitatief):

    • a.

      zwaarte en/of omvang schulden;

    • b.

      sprake van een crisissituatie;

    • c.

      psychosociale omstandigheden;

    • d.

      houding gedrag (motivatie) en vaardigheden van belanghebbende;

    • e.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

  • 6.

    Het schuldhulpverleningsaanbod zal geen schuldregeling bevatten indien:

    • a.

      vooraf duidelijk is dat één of meerdere schulden van belanghebbende niet door bemiddeling van het dagelijks bestuur op te lossen zijn en/of

    • b.

      de financiële situatie van belanghebbende te instabiel is en/of er geen sprake is van een problematische schuldsituatie zoals omschreven in de gedragscode van de NVVK

  • 7.

    De schuldhulpverlening kan bestaan uit een of meer producten. Bij de uitvoering ervan conformeert de ISD zich zoveel mogelijk aan de Gedragscode van de NVVK.

  • 8.

    De schuldregeling kan worden aangeboden in de vorm van:

    • a.

      schuldbemiddeling, of;

    • b.

      een saneringskrediet.

  • 9.

    Een saneringskrediet wordt niet aangeboden in situaties waarbij:

    • a.

      het benodigde krediet hoger is dan € 5000,-;

    • b.

      er sprake is van een (verwachte) substantiële stijging van het inkomen;

    • c.

      de inkomsten sterk wisselen en/of niet vaststaan.

Artikel 4 Geen aanbod tot schuldhulpverlening

  • 1.

    Met uitzondering van het product informatie, advies en doorverwijzing kan het dagelijks bestuur besluiten geen aanbod tot schuldhulpverlening te doen en kan het verzoek tot schuldhulpverlening worden afgewezen indien de noodzaak tot schuldhulpverlening niet aanwezig wordt geacht.

  • 2.

    De noodzaak tot het doen van een aanbod wordt in ieder geval niet aanwezig geacht indien:

    • a.

      belanghebbende niet (voldoende) gemotiveerd is om zich te houden aan de verplichtingen; en/of

    • b.

      er sprake is van openstaande fraudeschulden bij een bestuursorgaan die zijn geconstateerd binnen 36 maanden voorafgaand aan het verzoek om schuldhulpverlening, tenzij iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt.

  • 3.

    In afwijking van de in lid 2 genoemde bepalingen, kan het dagelijks bestuur op grond van individuele omstandigheden besluiten om toch een aanbod tot schuldhulpverlening aan een belanghebbende te doen.

Artikel 5 Verplichtingen

  • 1.

    Belanghebbende doet aan het dagelijks bestuur op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en of omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het traject.

  • 2.

    Belanghebbende is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldhulpverleningstraject. De medewerking bestaat onder andere uit:

    • a.

      het tijdig nakomen van afspraken

    • b.

      geen nieuwe schulden aangaan

    • c.

      het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst, voorwaarden van de beschikking en of de bepalingen van het plan van aanpak schuldhulpverlening.

  • 3.

    Belanghebbende spant zich maximaal in om het inkomen te verhogen dan wel de lasten te verminderen. Dit geldt ook, indien van toepassing, voor de partner. Te denken valt hierbij aan (niet limitatief):

    • a.

      het meewerken aan re-integratie en/of inburgering.

    • b.

      het zoeken naar en aanvaarden van werk of meer uren te gaan werken.

    • c.

      het leveren van een financiële bijdrage aan de huishouding door meerderjarige kinderen.

    • d.

      indien autobezit niet noodzakelijk is, het verkopen van de auto of (indien de noodzaak is vastgesteld) in te ruilen tegen een goedkopere auto.

    • e.

      overige acties om de financiële ruimte te vergroten, zoals een beroep doen op voorliggende voorzieningen.

Artikel 6 Beëindiging schuldhulpverlening

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

    • a.

      er sprake is van een zogenaamd adresloze (artikel 40 Participatiewet);

    • b.

      belanghebbende niet of onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt, zoals neergelegd in artikel 6 en 7 van de Wgs, artikel 4 en 5 van deze uitvoeringsregels, de beschikking, de schuldregelingsovereenkomst en/of plan van aanpak. Er zal niet eerder tot beëindiging worden overgegaan dan nadat belanghebbende een redelijke hersteltermijn is geboden om alsnog aan zijn verplichtingen te

    • c.

      het schulddiensttraject succesvol is afgerond dan wel door uitspraak van de rechtbank inzake toelating dan wel afwijzing WSNP;

    • d.

      de schuldenaar zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken ter delging van zijn schulden;

    • e.

      op grond van onjuiste gegevens schuldhulpverlening is toegekend;

    • f.

      de schuldenaar zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schulddiensttraject, misdraagt;

    • g.

      de schuldenaar in staat is om zijn schulden zelf te regelen dan wel in staat is de schulden zelfstandig te beheren;

    • h.

      de geboden dienstverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar niet (langer) passend is.

Artikel 7 Berekening vrij te laten bedrag

  • 1.

    Voor het berekenen van het Vrij Te laten bedrag (VTLB) wordt volgens de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK gehandeld (NVVK tabel), gebaseerd op de Recofa-methodiek.

  • 2.

    Bij de berekening van het VTLB wordt rekening gehouden met de beslagvrije voet als bedoeld in het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering.

  • 3.

    Het is aan de belanghebbende om te bepalen of hij al dan niet meer wil aflossen dan de beslagvrije voet toestaat.

Artikel 8 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1.

    Het dagelijks bestuur kan gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze uitvoeringsregels indien sprake is van bijzondere omstandigheden.

  • 2.

    In gevallen waarin deze uitvoeringsregels niet voorzien beslist het dagelijks bestuur.

Artikel 9 Aanduiding en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze uitvoeringsregels worden aangehaald als “Uitvoeringsregels schuldhulpverlening ISD Bollenstreek 2024” en worden gepubliceerd op www.isdbollenstreek.nl.

  • 2.

    Deze uitvoeringsregels treden in werking de dag volgend op publicatie en worden toegepast per 1 januari 2024.

  • 3.

    Bij het in werking treden van dit besluit vervallen de “Uitvoeringsregels schuldhulpverlening ISD Bollenstreek juli 2023”

Het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek heeft op 21 december 2023 de Uitvoeringsregels Schuldhulpverlening 2024 vastgesteld.

D.T.C. Salman

voorzitter

mr. R.J. ‘t Jong

secretaris

Toelichting

Het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek wil met deze uitvoeringsregels overzichtelijk weergeven wat de regels omtrent het traject schuldhulpverlening inhouden. Via dit (gepubliceerde) besluit kan de inwoner op een eenvoudige wijze kennis nemen van de toelatings-en uitsluitingsgronden voor de schuldhulpverlening, het aanbod, de werkwijze en wat de aanvrager mag verwachten.

 

Deze uitvoeringsregels vallen binnen de kaders van het Beleidsplan Schuldhulpverlening ISD Bollenstreek 2022 – 2025 “Gezamenlijk naar een financieel gezonde toekomst”, de Verordening beslistermijn schulddienstverlening ISD Bollenstreek 2021, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Algemene Wet bestuursrecht (Awb) en de NVVK richtlijnen.

 

In het nieuwe beleidsplan staat maatwerk, stress sensitieve en integrale dienstverlening voorop. Deze boodschap willen we ook uitdragen in de uitvoeringsregels. Deze uitvoeringsregels bevatten regels omtrent de toelating, afwijzing en beëindiging van de schuldhulpverlening door het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek. Hiernaast bevatten deze uitvoeringsregels ook de regels omtrent het opleggen van verplichtingen voor de inwoner, of voor de ISD Bollenstreek. Daarmee is de rechtszekerheid voor de inwoner gewaarborgd. De inwoner heeft immers de mogelijkheid om bezwaar en beroep aan te tekenen.

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

Artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 2 Doelgroep schuldhulpverlening

 

Lid 1 - Schuldhulpverlening staat in beginsel open voor alle inwoners van 18 jaar en ouder van de gemeenten Hillegom, Lisse, Teylingen of Noordwijk.

 

Lid 2 - Iedere zelfstandig ondernemer kan zich melden bij de ISD Bollenstreek voor hulp bij schulden, zowel persoonlijke als zakelijke schulden. Indien de zelfstandige voldoet aan de voorwaarden voor de Bbz en de zelfstandige onderneming levensvatbaar wordt beoordeeld, kan besloten worden via de Bbz over te gaan tot hulp bij schulden. Dit is voorliggend op de schuldhulpverlening.

 

Lid 3 - Op zich worden ex gedetineerden niet anders behandeld dan niet gedetineerden, al preekt het dat een goede terugkeer naar de maatschappij van ex gedetineerden van groot belang is. Als een persoon gedurende het schuldhulpverleningstraject detentie moet ondergaan en dit is het gevolg van een gedraging uit het verleden dan wordt de schuldhulpverlening voorgezet mits de ondergane detentie niet langer duurt dan 3 maanden. Wel moeten schuldeisers hieraan willen meewerken. Voor zover de gedetineerde gedurende die drie maanden niet beschikt over enig inkomen, wordt de schuldhulpverlening tijdelijk opgeschort.

 

Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening

 

Lid 1 – Het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek voert binnen 4 weken na een hulpvraag een eerste gesprek met de inwoner. In crisissituaties zal binnen 3 dagen een gesprek worden gevoerd.

 

Lid 2 - Binnen 8 weken na het eerste gesprek wordt een beschikking afgegeven omtrent de toelating tot schuldhulpverlening. Dit is conform de Verordening beslistermijn schuldhulpverlening ISD Bollenstreek 2021 en art. 4a lid 3 Wgs.

 

Lid 3 en lid 4 - Er staat opgesomd wat concreet in een beschikking wordt opgenomen. De grondslag ligt in het Beleidsplan Schuldhulpverlening ISD Bollenstreek 2022 – 2025 “ Gezamenlijk naar een financieel gezonde toekomst ” en art. 4a lid 1 sub a Wgs en art. 4a lid 5 Wgs.

 

Lid 5 – Lid 5 laat factoren zien die worden meegewogen om een passend aanbod van schuldhulpverlening te kunnen vaststellen. Maatwerk en stress sensitieve dienstverlening wordt hierbij toegepast. Als tijdens de intake blijkt dat er in het schuldenpakket van de aanvrager schulden zitten die niet door schuldregeling op te lossen zijn, kan dit reden om geen aanbod tot schuldregeling te doen (lid 7). Als schuldregeling niet mogelijk is zal indien mogelijk een ander schulddienst worden aangeboden.

 

Lid 8 – De ISD Bollenstreek kan schulddienstverlening in de vorm van schuldbemiddeling of een saneringskrediet aanbieden. Hierbij heeft het aanbieden van een saneringskrediet de voorkeur, tenzij er sprake is van de bepalingen genoemd onder lid 9 van dit artikel.

 

Lid 9 – Een saneringskrediet is niet in alle situaties de beste oplossing voor de inwoner en de schuldeiser. De grens van € 5000,- hangt samen met de risico’s die kleven aan het te verstrekken krediet. Wanneer de verwachting bestaat dat de inkomsten van de klant en daarmee de gereserveerde bedragen in de periode van 18 maanden substantieel zullen stijgen of dalen heeft een schuldbemiddeling de voorkeur. De vraag hierbij is wat substantieel is. De meeste klanten die nu bijvoorbeeld een uitkering hebben en een baan vinden tijdens het traject gaan wel in inkomen vooruit, maar dit is geen substantiële stijging die een contra-indicatie is voor het inzetten van een saneringskrediet. Om te beoordelen of een inkomen substantieel stijgt is het dus van belang om te kijken naar de financiële gevolgen voor de individuele schuldeisers. Dezelfde afweging moet worden gemaakt als het inkomen niet stabiel genoeg is.

 

Artikel 4 Geen aanbod tot schuldhulpverlening

 

Bij de beoordeling aanbod tot schuldhulpverlening wordt altijd maatwerk geleverd. Het is van groot belang om aan te sluiten bij de hulpvraag van de inwoner, juist omdat dit in vele situaties om een kwetsbare doelgroep gaat. Het uitgangspunt bij de ISD Bollenstreek is daarom ook dat maatwerk wordt toegepast binnen het gehele traject, ook bij de beoordeling tot aanbod van schuldhulpverlening. Informatie, advies dan wel doorverwijzing wordt altijd aangeboden om de kans te verkleinen dat anders belanghebbende eventueel in een problematische schuldensituatie terecht komt. De criteria van lid 2 zijn in wezen de nadere uitwerking van het beleidsmatige uitgangspunt dat de burger in beginsel zelf verantwoordelijk is voor (het oplossen van) zijn schulden.

 

Fraude

Er is sprake van fraude als een aanvrager binnen 36 maanden voorafgaande aan de aanvraag schuldhulpverlening een fraude schuld heeft en daarvoor strafrechtelijk is veroordeeld of een bestuurlijke boete opgelegd heeft gekregen die onherroepelijk is (de termijn van bezwaar is verlopen en daardoor staat de boete formeel vast)1. In deze gevallen wordt de aanvraag in principe afgewezen, tenzij iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. De bevoegdheid om hulp te weigeren aan diegenen met fraudeschulden, wordt als mogelijkheid geboden door artikel 3 Wgs. Met de termijn van 36 maanden wordt aangesloten bij de termijn die wordt toegepast bij de “goede trouw-toets2” door de rechtbank voor een toelating Wsnp. Maatwerk blijft mogelijk op grond van de voornoemde hardheidsclausule.

 

Lid 3 - Op grond van lid 3 (en artikel 8) kan het dagelijks bestuur in zeer bijzondere gevallen hiervan gemotiveerd afwijken, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid. Bijvoorbeeld als er duidelijk sprake is van een schrijnende (gezins)situatie en aantoonbare negatieve effecten als schuldhulpverlening niet wordt geboden. Bijvoorbeeld als het gaat om kleine bedragen of een klein deel van de totale schuldenlast aan fraudeschuld, en/of als iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. Deze beoordeling wordt overgelaten aan de schulddienstverlener.

 

Artikel 5 Verplichtingen

 

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de belanghebbende voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.

 

Lid 2 noemt een aantal verplichtingen, dit is geen limitatieve opsomming.

 

In lid 3 staan bepalingen die er op gericht zijn dat belanghebbende, en indien van toepassing zijn gezin, een zo groot mogelijke financiële ruimte dient te verkrijgen. Dit past in de uitgangspunten van een gemotiveerde schuldenaar die zoveel mogelijk probeert zelfredzaam te zijn.

 

In de beschikking en/of het plan van aanpak worden verplichtingen en voorwaarden opgenomen. De wijze van schuldhulpverlening wordt in een plan van aanpak weergegeven. Belanghebbende kan worden verplicht mee te werken aan bijvoorbeeld budgetbeheer en aan begeleiding door flankerende hulpverlening bij de aanpak van de oorzaak van de schulden. Om schuldhulpverlening te doen slagen is de (volledige) medewerking en de inzet van de belanghebbende nodig.

 

Bij een schuldregeling worden de verplichtingen van de schuldenaar en de schuldregelende instelling (ISD) vastgelegd in een schuldregelingsovereenkomst. Voor de ISD heeft deze overeenkomst het karakter van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverplichting. De ISD is immers afhankelijk van de medewerking van de schuldeisers en kan derhalve geen resultaat (medewerking van de schuldeisers aan een schuldregeling) garanderen.

 

Artikel 6 Beëindiginggronden schuldhulpverlening

 

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Dit kan betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van belanghebbende. In dat verband is er een duidelijke link met de bepalingen in artikel 3 en 5 waarbij het gaat om eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en motivatie. De beoordeling van de persoonlijke omstandigheden is maatwerk. Het spreekt voor zich dat bij beëindiging van de schuldhulpverlening de motivatie hiervan en de gronden waarop dit plaatsvindt duidelijk vermeld staan in de beschikking.

 

Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 5, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt de verzoeker een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting. Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het dagelijks bestuur besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt deze hersteltermijn voldoende geacht. Als schuldeisers weigeren mee te werken, dan geldt de hersteltermijn niet.

 

Artikel 7 Berekening vrij te laten bedrag

 

Lid 1 - Onderdeel van het traject schuldhulpverlening kan een schuldregeling zijn. Daarbij dient vastgesteld te worden wat de aflossingsmogelijkheden zijn en wat voor belanghebbende overblijft: het vrij te laten bedrag. Hiervoor zijn er landelijke richtlijnen (afkomstig van de rekencommissie van de Recofa) die ook binnen de WSNP gehanteerd worden en waar ook de NVVK zich aan heeft geconformeerd. De ISD is lid van de NVVK en past derhalve deze richtlijnen zoveel mogelijk toe.

 

Lid 2 - De wetswijziging binnen de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (Wvbvv) per 1 januari 2021 bepaalt dat er altijd een afloscapaciteit is van 5%3. Er is dus altijd een minimale afloscapaciteit, wat belangrijk is voor een te treffen schuldregeling. Hiernaast heeft de berekening van de beslagvrije voet als doel om een bestaansminimum te garanderen voor de inwoner.

 

Artikel 8 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

 

Dit artikel geeft ruimte aan het dagelijks bestuur om in bijzondere en/of onvoorziene omstandigheden af te wijken van de regels, zoals neergelegd in deze beleidsegels.

 

De ISD Bollenstreek heeft als uitvoerder de verplichting om af te wijken van deze uitvoeringsregels als er een onevenredige situatie ontstaat ten nadele van de inwoner (hardheidsclausule). Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een dreigende huisuitzetting van een gezin met jonge kinderen (zie ook het crisisprotocol, vastgesteld door het dagelijks bestuur van de ISD). De mate van verwijtbaarheid, naast de ernst van het feit en de omstandigheden van de aanvrager, zijn factoren zijn die moeten worden meegewogen of de uitsluiting van een zekere duur niet disproportioneel is. Ook de maatschappelijke kosten spelen bij de afwegingen een rol.

 

Artikel 9 Aanduiding en inwerkingtreding

Artikel spreekt voor zich.

Naar boven