Toelichting
Het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek wil met deze uitvoeringsregels overzichtelijk weergeven wat de regels omtrent het traject schuldhulpverlening inhouden. Via dit (gepubliceerde) besluit kan de inwoner op een eenvoudige wijze kennis nemen van de toelatings-en uitsluitingsgronden voor de schuldhulpverlening, het aanbod, de werkwijze en wat de aanvrager mag verwachten.
Deze uitvoeringsregels vallen binnen de kaders van het Beleidsplan Schuldhulpverlening ISD Bollenstreek 2022 – 2025 “Gezamenlijk naar een financieel gezonde toekomst”, de Verordening beslistermijn schulddienstverlening ISD Bollenstreek 2021, de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Algemene Wet bestuursrecht (Awb) en de NVVK richtlijnen.
In het nieuwe beleidsplan staat maatwerk, stress sensitieve en integrale dienstverlening voorop. Deze boodschap willen we ook uitdragen in de uitvoeringsregels. Deze uitvoeringsregels bevatten regels omtrent de toelating, afwijzing en beëindiging van de schuldhulpverlening door het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek. Hiernaast bevatten deze uitvoeringsregels ook de regels omtrent het opleggen van verplichtingen voor de inwoner, of voor de ISD Bollenstreek. Daarmee is de rechtszekerheid voor de inwoner gewaarborgd. De inwoner heeft immers de mogelijkheid om bezwaar en beroep aan te tekenen.
Artikel 1
Begripsbepalingen
Artikel spreekt voor zich.
Artikel 2
Doelgroep schuldhulpverlening
Lid 1 - Schuldhulpverlening staat in beginsel open voor alle inwoners van 18 jaar en ouder van de gemeenten Hillegom, Lisse, Teylingen of Noordwijk.
Lid 2 - Iedere zelfstandig ondernemer kan zich melden bij de ISD Bollenstreek voor hulp bij schulden, zowel persoonlijke als zakelijke schulden. Indien de zelfstandige voldoet aan de voorwaarden voor de Bbz en de zelfstandige onderneming levensvatbaar wordt beoordeeld, kan besloten worden via de Bbz over te gaan tot hulp bij schulden. Dit is voorliggend op de schuldhulpverlening.
Lid 3 - Op zich worden ex gedetineerden niet anders behandeld dan niet gedetineerden, al preekt het dat een goede terugkeer naar de maatschappij van ex gedetineerden van groot belang is. Als een persoon gedurende het schuldhulpverleningstraject detentie moet ondergaan en dit is het gevolg van een gedraging uit het verleden dan wordt de schuldhulpverlening voorgezet mits de ondergane detentie niet langer duurt dan 3 maanden. Wel moeten schuldeisers hieraan willen meewerken. Voor zover de gedetineerde gedurende die drie maanden niet beschikt over enig inkomen, wordt de schuldhulpverlening tijdelijk opgeschort.
Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening
Lid 1 – Het dagelijks bestuur van de ISD Bollenstreek voert binnen 4 weken na een hulpvraag een eerste gesprek met de inwoner. In crisissituaties zal binnen 3 dagen een gesprek worden gevoerd.
Lid 2 - Binnen 8 weken na het eerste gesprek wordt een beschikking afgegeven omtrent de toelating tot schuldhulpverlening. Dit is conform de Verordening beslistermijn schuldhulpverlening ISD Bollenstreek 2021 en art. 4a lid 3 Wgs.
Lid 3 en lid 4 - Er staat opgesomd wat concreet in een beschikking wordt opgenomen. De grondslag ligt in het Beleidsplan Schuldhulpverlening ISD Bollenstreek 2022 – 2025 “ Gezamenlijk naar een financieel gezonde toekomst ” en art. 4a lid 1 sub a Wgs en art. 4a lid 5 Wgs.
Lid 5 – Lid 5 laat factoren zien die worden meegewogen om een passend aanbod van schuldhulpverlening te kunnen vaststellen. Maatwerk en stress sensitieve dienstverlening wordt hierbij toegepast. Als tijdens de intake blijkt dat er in het schuldenpakket van de aanvrager schulden zitten die niet door schuldregeling op te lossen zijn, kan dit reden om geen aanbod tot schuldregeling te doen (lid 7). Als schuldregeling niet mogelijk is zal indien mogelijk een ander schulddienst worden aangeboden.
Lid 8 – De ISD Bollenstreek kan schulddienstverlening in de vorm van schuldbemiddeling of een saneringskrediet aanbieden. Hierbij heeft het aanbieden van een saneringskrediet de voorkeur, tenzij er sprake is van de bepalingen genoemd onder lid 9 van dit artikel.
Lid 9 – Een saneringskrediet is niet in alle situaties de beste oplossing voor de inwoner en de schuldeiser. De grens van € 5000,- hangt samen met de risico’s die kleven aan het te verstrekken krediet. Wanneer de verwachting bestaat dat de inkomsten van de klant en daarmee de gereserveerde bedragen in de periode van 18 maanden substantieel zullen stijgen of dalen heeft een schuldbemiddeling de voorkeur. De vraag hierbij is wat substantieel is. De meeste klanten die nu bijvoorbeeld een uitkering hebben en een baan vinden tijdens het traject gaan wel in inkomen vooruit, maar dit is geen substantiële stijging die een contra-indicatie is voor het inzetten van een saneringskrediet. Om te beoordelen of een inkomen substantieel stijgt is het dus van belang om te kijken naar de financiële gevolgen voor de individuele schuldeisers. Dezelfde afweging moet worden gemaakt als het inkomen niet stabiel genoeg is.
Artikel 4
Geen aanbod tot schuldhulpverlening
Bij de beoordeling aanbod tot schuldhulpverlening wordt altijd maatwerk geleverd. Het is van groot belang om aan te sluiten bij de hulpvraag van de inwoner, juist omdat dit in vele situaties om een kwetsbare doelgroep gaat. Het uitgangspunt bij de ISD Bollenstreek is daarom ook dat maatwerk wordt toegepast binnen het gehele traject, ook bij de beoordeling tot aanbod van schuldhulpverlening. Informatie, advies dan wel doorverwijzing wordt altijd aangeboden om de kans te verkleinen dat anders belanghebbende eventueel in een problematische schuldensituatie terecht komt. De criteria van lid 2 zijn in wezen de nadere uitwerking van het beleidsmatige uitgangspunt dat de burger in beginsel zelf verantwoordelijk is voor (het oplossen van) zijn schulden.
Fraude
Er is sprake van fraude als een aanvrager binnen 36 maanden voorafgaande aan de aanvraag schuldhulpverlening een fraude schuld heeft en daarvoor strafrechtelijk is veroordeeld of een bestuurlijke boete opgelegd heeft gekregen die onherroepelijk is (de termijn van bezwaar is verlopen en daardoor staat de boete formeel vast)1. In deze gevallen wordt de aanvraag in principe afgewezen, tenzij iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. De bevoegdheid om hulp te weigeren aan diegenen met fraudeschulden, wordt als mogelijkheid geboden door artikel 3 Wgs. Met de termijn van 36 maanden wordt aangesloten bij de termijn die wordt toegepast bij de “goede trouw-toets2” door de rechtbank voor een toelating Wsnp. Maatwerk blijft mogelijk op grond van de voornoemde hardheidsclausule.
Lid 3 - Op grond van lid 3 (en artikel 8) kan het dagelijks bestuur in zeer bijzondere gevallen hiervan gemotiveerd afwijken, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden tot disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid. Bijvoorbeeld als er duidelijk sprake is van een schrijnende (gezins)situatie en aantoonbare negatieve effecten als schuldhulpverlening niet wordt geboden. Bijvoorbeeld als het gaat om kleine bedragen of een klein deel van de totale schuldenlast aan fraudeschuld, en/of als iedere vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. Deze beoordeling wordt overgelaten aan de schulddienstverlener.
Artikel 5
Verplichtingen
Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van de belanghebbende voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject.
Lid 2 noemt een aantal verplichtingen, dit is geen limitatieve opsomming.
In lid 3 staan bepalingen die er op gericht zijn dat belanghebbende, en indien van toepassing zijn gezin, een zo groot mogelijke financiële ruimte dient te verkrijgen. Dit past in de uitgangspunten van een gemotiveerde schuldenaar die zoveel mogelijk probeert zelfredzaam te zijn.
In de beschikking en/of het plan van aanpak worden verplichtingen en voorwaarden opgenomen. De wijze van schuldhulpverlening wordt in een plan van aanpak weergegeven. Belanghebbende kan worden verplicht mee te werken aan bijvoorbeeld budgetbeheer en aan begeleiding door flankerende hulpverlening bij de aanpak van de oorzaak van de schulden. Om schuldhulpverlening te doen slagen is de (volledige) medewerking en de inzet van de belanghebbende nodig.
Bij een schuldregeling worden de verplichtingen van de schuldenaar en de schuldregelende instelling (ISD) vastgelegd in een schuldregelingsovereenkomst. Voor de ISD heeft deze overeenkomst het karakter van een inspanningsverplichting en niet van een resultaatsverplichting. De ISD is immers afhankelijk van de medewerking van de schuldeisers en kan derhalve geen resultaat (medewerking van de schuldeisers aan een schuldregeling) garanderen.
Artikel 6
Beëindiginggronden schuldhulpverlening
In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Dit kan betekenen dat schuldhulpverlening wordt beëindigd indien de vorm van hulpverlening niet langer aansluit bij de persoonlijke omstandigheden van belanghebbende. In dat verband is er een duidelijke link met de bepalingen in artikel 3 en 5 waarbij het gaat om eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en motivatie. De beoordeling van de persoonlijke omstandigheden is maatwerk. Het spreekt voor zich dat bij beëindiging van de schuldhulpverlening de motivatie hiervan en de gronden waarop dit plaatsvindt duidelijk vermeld staan in de beschikking.
Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 5, leden 1 en 2, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt de verzoeker een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet benoemd. De termijn dient een redelijke te zijn conform de Algemene wet bestuursrecht. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting. Komt verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet na, dan kan het dagelijks bestuur besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening. In het kader van eigen verantwoordelijkheid wordt deze hersteltermijn voldoende geacht. Als schuldeisers weigeren mee te werken, dan geldt de hersteltermijn niet.
Artikel 7
Berekening vrij te laten bedrag
Lid 1 - Onderdeel van het traject schuldhulpverlening kan een schuldregeling zijn. Daarbij dient vastgesteld te worden wat de aflossingsmogelijkheden zijn en wat voor belanghebbende overblijft: het vrij te laten bedrag. Hiervoor zijn er landelijke richtlijnen (afkomstig van de rekencommissie van de Recofa) die ook binnen de WSNP gehanteerd worden en waar ook de NVVK zich aan heeft geconformeerd. De ISD is lid van de NVVK en past derhalve deze richtlijnen zoveel mogelijk toe.
Lid 2 - De wetswijziging binnen de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet (Wvbvv) per 1 januari 2021 bepaalt dat er altijd een afloscapaciteit is van 5%3. Er is dus altijd een minimale afloscapaciteit, wat belangrijk is voor een te treffen schuldregeling. Hiernaast heeft de berekening van de beslagvrije voet als doel om een bestaansminimum te garanderen voor de inwoner.
Artikel 8
Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Dit artikel geeft ruimte aan het dagelijks bestuur om in bijzondere en/of onvoorziene omstandigheden af te wijken van de regels, zoals neergelegd in deze beleidsegels.
De ISD Bollenstreek heeft als uitvoerder de verplichting om af te wijken van deze uitvoeringsregels als er een onevenredige situatie ontstaat ten nadele van de inwoner (hardheidsclausule). Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een dreigende huisuitzetting van een gezin met jonge kinderen (zie ook het crisisprotocol, vastgesteld door het dagelijks bestuur van de ISD). De mate van verwijtbaarheid, naast de ernst van het feit en de omstandigheden van de aanvrager, zijn factoren zijn die moeten worden meegewogen of de uitsluiting van een zekere duur niet disproportioneel is. Ook de maatschappelijke kosten spelen bij de afwegingen een rol.
Artikel 9
Aanduiding en inwerkingtreding
Artikel spreekt voor zich.