JAARSTUKKEN 2022 GELDERS ARCHIEF

BATEN EN LASTEN

 

 

 

 

BALANS NA RESULTAATBESTEMMING

 

 

 

 

GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING

 

 

 

1. Algemeen

 

Algemene waarderingsgrondslag

De algemene grondslag voor de waardering van de activa en passiva, alsmede voor de bepaling van het resultaat, is de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen voor de nominale waarde.

 

Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Deze jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).

De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische

kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde.

Voor zover het BBV niet anders voorschrijft, zijn de baten en lasten toegerekend aan de periode waarop deze betrekking hebben. Baten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Lasten en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.

 

 

2. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva

 

Materiële vaste activa

Investeringen met een economisch nut zijn investeringen in zaken die verhandelbaar zijn en/of kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. Op grondbezit met economisch nut wordt niet afgeschreven.

De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingsprijs verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. Ontvangen investerings-

subsidies worden in mindering gebracht op de geïnvesteerde bedragen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming.

 

Voorraden

De voorraden worden gewaardeerd tegen inkoopprijs of lagere marktwaarde.

 

Uitzettingen en overlopende activa

De uitzettingen en overlopende activa worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid. De posten hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar.

 

Liquide middelen

De liquide middelen (bestaande uit kas-en banksaldi) worden gewaardeerd op de nominale waarde en staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van de organisatie.

 

Algemene reserve

De algemene reserve dient als algehele buffer om toekomstige tegenvallers te kunnen opvangen.

 

Bestemmingsreserves

Onder een bestemmingsreserve wordt verstaan een reserve waaraan door het bestuur een bepaalde

bestemming is gegeven. Het bedrag van de bestemmingsreserve ultimo het jaar dient onderbouwd te zijn

met bestuursbesluiten van het algemeen bestuur dan wel opgenomen te zijn in het voorliggende voorstel

tot resultaatbestemming.

 

Voorzieningen

Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de

balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en

waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd

tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum

af te wikkelen. De voorzieningen worden opgenomen voor de nominale waarde.

 

Vaste schulden

Onder de vaste schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één

jaar. De schulden worden gewaardeerd op de geamortiseerde kostprijs.

 

Netto vlottende schulden en overlopende passiva

De netto vlottende schulden en overlopende passiva worden opgenomen tegen geamortiseerde kostprijs en

hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar.

 

Langlopende niet uit de balans blijkende verplichtingen

Langlopende verplichtingen die niet blijken uit de balans, worden vermeld in de toelichting op de

balans onder "Niet uit de balans blijkende informatie".

 

 

3. Grondslagen voor de resultaatbepaling

 

Algemeen

Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de bedrijfsopbrengsten en alle hiermee verbonden,

aan het verslagjaar toe te rekenen kosten. De kosten worden bepaald met inachtneming van de hier-

voor vermelde waarderingsgrondslagen. Baten worden verantwoord in het jaar waarin de opbrengst

is gerealiseerd. Lasten worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn.

De overige bedrijfskosten worden opgenomen tegen uitgaafprijs.

 

Pensioenpremies

De organisatie heeft voor zijn werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat afhankelijk is van leeftijd, salaris en dienstjaren. De regeling is ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP.

De organisatie heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het ABP, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. De pensioenregeling is daarom verwerkt als een toegezegde-bijdrage-regeling en heeft alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord.

 

Afschrijvingen

De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de verkrijgingsprijs van de desbetreffende immateriële en materiële vaste activa. De volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd:

 

Soort actief Afschrijvingstermijn

Grond geen afschrijving

Gebouw 30 jaar (annuïtair)

Inventaris 10 jaar

Apparatuur 5 jaar

ICT-Server en Software 5 jaar

ICT-Kantoor en Mobiel 3 jaar

 

Financiële baten en lasten

De financiële baten en lasten betreffen betaalde en ontvangen rente.

 

 

 

 

 

 

 

 

Naar boven