Bekrachtingsbesluit van wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitvoeringsovereenkomst (UWO)

Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht,

 

gelet op:

- de Ambtenarenwet 2017;

- het gestelde in artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

- de LOAV-brief d.d. 18 april 2023 met kenmerk LOAV 23/01 (Lbr 23/03).

 

besluit:

de LOAV-brieven d.d. 18 april 2023 met kenmerk LOAV 23/01 (Lbr 23/03) vast te stellen en de arbeidsvoorwaardenregeling van de VRU als volgt te wijzigen:

 

Artikel A

De CAR-UWO wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    Artikel 6:5 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

 

Artikel 6:5 Betaald ouderschapsverlof

  • 1.

    De ambtenaar met ouderschapsverlof heeft voor maximaal 13 keer de formele arbeidsduur per week aanspraak op doorbetaling van een percentage van zijn salaris en salaristoelage(n). Bij een voltijdsdienstverband is dit 468 uur. Het percentage is:

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, kan de ambtenaar per kind kiezen voor:

    a. een hoger percentage doorbetaling van salaris en salaristoelage(n) met als gevolg dat het aantal uren betaald ouderschapsverlof minder wordt dan 468 uur, of

    b. een lager percentage doorbetaling van het salaris en salaristoelage(n) met als gevolg dat het aantal uren betaald ouderschapsverlof meer wordt dan 468 uur.

  • 3.

    Vervallen per 1 januari 2024.

  • 4.

    De ambtenaar mag tijdens het betaald ouderschapsverlof geen betaald werk verrichten. Het bestuur kan hierover aanvullende regels stellen.

  • 5.

    Vervallen per 1 januari 2024.

  • 6.

    Als uitgangspunt bij het bepalen van het percentage in het tweede lid geldt het salaris van een voltijdsdienstverband bij aanvang van de opname van het betaald ouderschapsverlof.

  • 7.

    Het recht op betaald ouderschapsverlof is korter dan 13 weken als het betaalde ouderschapsverlof in lid 2 wordt gecombineerd met de Wazo-uitkering geregeld in artikel 6:5b. Dan geldt de volgende rekenformule:

    (x weken recht gedeeld door 13 weken) vermenigvuldigd met het aantal uren als aangegeven in het tweede lid.

  •  

  • B.

    Een nieuw artikel 6:5b wordt opgenomen en komt als volgt te luiden:

  •  

  • Artikel 6:5b Betaald ouderschapsverlof gecombineerd met Wazo-uitkering

  • 1.

    De ambtenaar die tijdens het eerste levensjaar van het kind het betaald ouderschapsverlof in artikel 6:5 combineert met het wettelijk betaald ouderschapsverlof heeft aanspraak op maximaal 9 weken van de doorbetaling van zijn salaris en salaristoelage(n) voor 100%. Voor de resterende periode betaald ouderschapsverlof geldt het bepaalde in artikel 6:5.

  • 2.

    De lengte van de resterende periode betaald ouderschapsverlof, als in het eerste lid bedoeld, hangt af van het aantal opgenomen weken 100% betaald ouderschapsverlof dat de ambtenaar heeft opgenomen in het eerste levensjaar van het kind. De volgende combinaties zijn mogelijk:

  • 3.

    De ambtenaar kan in afwijking van het eerste en het tweede lid kiezen om in het eerste levensjaar van het kind alleen gebruik te maken van het wettelijk betaald ouderschapsverlof zonder de doorbetaling van 100% van zijn salaris en salaristoelage(n). De ambtenaar heeft dan aanspraak op de wettelijke uitkering voor maximaal 9 weken en behoudt aanspraak op betaald ouderschapsverlof voor maximaal 13 weken als bedoeld in artikel 6.5.

  • 4.

    Bij twee- of meerlingen bestaat voor één kind aanspraak op 100% betaald ouderschapsverlof als bedoeld in het eerste lid.

  •  

  • C.

    Bijlage 2 wordt opgenomen en komt als volgt te luiden:

Artikel B

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

 

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur,

Utrecht, 19 juni 2023,

S.A.M. Dijksma

voorzitter

J.R. Donker

secretaris

Naar boven