Blad gemeenschappelijke regeling van Zaffier
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zaffier | Blad gemeenschappelijke regeling 2023, 1296 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zaffier | Blad gemeenschappelijke regeling 2023, 1296 | beleidsregel |
Beleidsregels terug- en invordering Participatiewet, IOAW, IOAZ, Bbz 2004, Tozo en invordering bestuurlijke boete Zaffier
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
bruteren: het verhogen van de vordering met de loonbelasting en premies volksverzekeringen waarvoor de gemeente die de bijstand verstrekt krachtens Wet op de loonbelasting 1964inhoudingplichtig is, voor zover deze belasting en premies niet verrekend kunnen worden met de door Zaffier af te dragen loonbelasting en premies volksverzekeringen;
Artikel 2. Algemene bepaling met betrekking tot gebruikmaking van de wettelijke bevoegdheid
Zaffier maakt gebruik van de bevoegdheid tot:
het verrekenen van de in de voorafgaande 6 maanden ontvangen middelen met de algemene bijstand, zoals dit haar op grond van artikel 58, vierde lid Pw toekomt dan wel de in de voorafgaande 3 maanden ontvangen middelen met de uitkering, zoals dit haar op grond van artikel 25, vierde lid IOAW/IOAZ toekomt.
het bruteren van de vordering, zoals die haar op grond van artikel 58, vijfde lid Pw dan wel op grond van artikel 25, vijfde lid IOAW/IOAZ toekomt voor zover de vordering is ontstaan als gevolg van schending van de inlichtingenplicht en het ontstaan van de vordering niet mede te wijten is aan handelen door Zaffier zelf.
In afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid onder a blijft bij vorderingen, ontstaan als gevolg van schending van de inlichtingenplicht, de herziening of intrekking beperkt tot het verschil tussen het al uitbetaalde bedrag en het nieuwe vastgestelde recht als belanghebbende naar het oordeel van Zaffier aannemelijk maakt dat hij, als hij wel tijdig alle informatie zou hebben verstrekt, recht zou blijven houden op een aanvullende uitkering.
In afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid onder a wordt van herziening of intrekking afgezien, indien de aanleiding voor herziening of intrekking uitsluitend bestaat uit duidelijk aan Zaffier te wijten tekortkomingen, waarbij de belanghebbende geen enkel verwijt treft en hij redelijkerwijs niet kon begrijpen dat hem teveel uitkering is toegekend.
In afwijking van het bepaalde in artikel 2, eerste lid onder b, vordert Zaffier teveel of ten onrechte ontvangen bijstand niet terug, indien na ontvangst van een tijdige melding van belanghebbende, waaruit Zaffier had kunnen afleiden dat deze melding leidt tot wijziging of beëindiging van de uitkering, Zaffier hier niet tijdig en adequaat op reageert en hierdoor onnodig lang of tot een te hoog bedrag aan uitkering wordt verstrekt. In dit geval wordt de terugvorderingsperiode beperkt tot maximaal 6 weken na het moment dat belanghebbende de bedoelde gegevens verstrekte. tenzij belanghebbende in dit kader de inlichtingenplicht heeft geschonden.
Artikel 4. Terugvordering van de geldlening onder verband van krediethypotheek, verpanding of hypothecaire zekerheid
Zaffier gaat direct tot terug- en invordering van de kosten van de uitkering verleend in de vorm van een geldlening onder verband van krediethypotheek of verpanding over indien:
HOOFDSTUK 3 AFZIEN VAN TERUGVORDERING
Artikel 5. Afzien van terugvordering
In afwijking van artikel 2, eerste lid onder b en c, besluit Zaffier af te zien van terugvordering:
als de hoofdsom van de vordering lager is dan € 100,00, tenzij het een voorschot betreft als bedoeld in artikel 52 van de Pw dan wel tenzij het een vordering of een deel van een vordering betreft, welke ontstaan is als gevolg van schending van de inlichtingenplicht, voor zover de schending van de inlichtingenplicht heeft plaats gevonden ná 1 januari 2013;
HOOFDSTUK 4 ALGEMENE BEPALINGEN BIJ INVORDERING
Artikel 6. Algemene bepalingen
Van eventuele spaartegoeden of andere vermogensbestanddelen, waarover direct kan worden beschikt door de belanghebbende en een (totaal) bedrag vertegenwoordigen van meer dan 1 x de toepasselijke uitkeringsnorm, dient het meerdere volledig aangewend te worden voor de terugbetaling van (een deel van) de vordering en/of boete.
HOOFDSTUK 5 INVORDERING BIJ TERUGVORDERING EN BESTUURLIJKE BOETE
Artikel 8. Vaststelling hoogte aflossing bij terugvordering en bestuurlijke boete
Zaffier stemt de aflossingsverplichting onverminderd het gestelde in artikel 6, eerste en tweede lid af met belanghebbende, indien betaling ineens naar het oordeel van Zaffier niet tot de mogelijkheden behoort. In dat geval wordt belanghebbende gevraagd een betalingsregeling in termijnen voor te stellen.
Zaffier gaat akkoord met het voorstel zonder nader onderzoek te doen naar de aflossingsruimte indien met het voorgestelde aflossingsbedrag het totaal van de vorderingen en/of boetes binnen een periode van 60 maanden in zijn geheel kan zijn afgelost. In overige situaties wordt belanghebbende verzocht nader inzicht in de financiële situatie te geven.
Artikel 9. Verrekening bij lopende uitkering
Zaffier gaat over tot verrekening bij een lopende uitkering indien de vordering of boete niet ineens kan worden voldaan.
Artikel 10. Verrekening vakantiegeld
Indien de datum van het terugvorderings- of boetebesluit na de datum van beëindiging van de uitkering ligt, wordt het tegoed aan vakantiegeld verrekend met deze vordering of boete, tenzij sprake is geweest van verrekening of beslag vanaf mei van het jaar voorafgaande aan de datum van dit besluit.
HOOFDSTUK 6 AFZIEN VAN INVORDERING BIJ KREDIETHYPOTHEEK, VERPANDING OF HYPOTHECAIRE ZEKERHEID
Artikel 11. Afzien van invordering bij krediethypotheek, verpanding of hypothecaire zekerheid
Zaffier ziet af van (verdere) invordering van het bedrag van de (restant) vordering dat niet kan worden voldaan uit het bij verkoop van de woning op basis van de waarde in het economisch verkeer bij vrije oplevering voor de afrekening beschikbare bedrag. Dit tenzij het verkoopbedrag lager is door toedoen van de belanghebbende.
HOOFDSTUK 7 HERZIENING AFLOSSINGSBEDRAG ALGEMEEN
Artikel 12. Herziening van het aflossingsbedrag bij vorderingen en boetes.
Het aflossingsbedrag wordt bij vorderingen, die niet ontstaan zijn als gevolg van verwijtbare schending van de inlichtingenplicht of sprake is van een boete, zonder nader onderzoek herzien als de belanghebbende het aflossingsbedrag verzoekt te verlagen en, ongeacht deze verlaging, het totaal van de vorderingen binnen 60 maanden na ingang van de oorspronkelijke betalingsregeling zal zijn afgelost.
Hoofdstuk 8 Uitstel van betaling algemeen
Artikel 14. Afwijzen uitstel van betaling
Een verzoek om uitstel van betaling wordt in ieder geval afgewezen als:
HOOFDSTUK 9 NIET NAKOMEN BETALINGSVERPLICHTING
Artikel 17. Dwanginvordering algemeen
Indien de belanghebbende een minnelijke betalingsregeling of een opgelegde betalingsverplichting dan wel een rechterlijke uitspraak niet of niet meer nakomt, terwijl naar het oordeel van Zaffier geen belemmeringen hiertoe zijn, en verrekening is niet mogelijk, dan wordt het terugvorderings- en invorderingsbesluit, het boetebesluit dan wel de rechterlijke uitspraak tenuitvoergelegd door middel van het uitvaardigen van een dwangbevel. Het dwangbevel levert een executoriale titel op.
Bij vereenvoudigd derdenbeslag maakt Zaffier gebruik van de mogelijkheid het dwangbevel aangetekend per post te betekenen. De betekening van het dwangbevel per post met het bevel tot betaling binnen twee dagen vindt plaats door het aangetekend ter post bezorgen op het in de Basisregistratie personen bekende adres van een afschrift van het dwangbevel met bevel tot betaling.
Onder ter post bezorging wordt verstaan: het door Zaffier aangetekend met bewijs van ontvangst ter verzending aanbieden van het afschrift. Als betekeningsdatum geldt in het algemeen de datum van de ter post bezorging.
Artikel 18. Tenuitvoerlegging dwangbevel
Na betekening aan de betalingsplichtige, zal Zaffier het dwangbevel met toepassing van de voorschriften van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering ten uitvoer leggen, indien niet binnen de gestelde termijn aan het bevel tot betaling van de hoofdsom en de kosten volledig is voldaan.
Indien moet worden overgegaan tot dwanginvordering als bedoeld in artikel 17 dan wordt de vordering, met als ontstaansgrond een bedrijfskrediet ingevolge het Bbz 2004 of de Tozo, verhoogd met de wettelijke rente, de kosten als bedoeld in het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag) en de op de invordering betrekking hebbende kosten zoals bepaald in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten vanaf het moment van indiening van de vordering bij de gerechtsdeurwaarder ingeval de vordering kenbaar is gemaakt vòòr 1 juli 2009 of van het moment van betekening van het dwangbevel ingeval de vordering ontstaan is ná 1 juli 2009.
Indien moet worden overgegaan tot dwanginvordering als bedoeld in artikel 17 dan wordt de vordering, anders zijnde dan de categorieën vorderingen als bedoeld in het eerste lid, en de boete verhoogd met de kosten als bedoeld in het Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders (Btag) en de op de invordering betrekking hebbende kosten zoals bepaald in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten vanaf het moment van indiening van de vordering bij de gerechtsdeurwaarder ingeval de vordering kenbaar is gemaakt vòòr 1 juli 2009 of van het moment van betekening van het dwangbevel ingeval de vordering ontstaan is ná 1 juli 2009.
Artikel 21. Overgangsbepalingen
In overeenstemming met artikel 15, eerste lid Internationaal Verdrag Burgerlijke en Politieke Rechten (IVBPR) blijft artikel XXV, tweede lid van de Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving buiten toepassing.
Artikel 22. Gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien
Inzake de onderwerpen, die vallen onder de discretionaire bevoegdheid van Zaffier, waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist Zaffier.
Aldus vastgesteld op 7 december te Alkmaar
Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Zaffier,
R. te Beest
Voorzitter
J. Mokveld
Secretaris
De gemeente is niet verplicht tot het verrichten van heronderzoeken met betrekking tot de vorderingen op debiteuren. Het belang van het geregeld verrichten van heronderzoeken als controle instrument wordt echter onderkend. De frequentie van en de wijze waarop de heronderzoeken worden gedaan, wordt aan de gemeente overgelaten.
Zaffier past signaal gestuurd werken toe. Met deze werkwijze wisselt Zaffier informatie uit met de Stichting Inlichtingenbureau over debiteuren. Deze informatie gaat over het inkomen en vermogen van debiteuren, die nog een bedrag open hebben staan bij Zaffier aangaande vorderingen en boetes vallende onder deze beleidsregels. Het uitwisselen van deze informatie vergroot de mogelijkheid voor Zaffier om het openstaande bedrag terug te ontvangen. Het gaat erom te achterhalen of de vastgestelde verplichting nog in overeenstemming is met de situatie van de betalingsplichtige.
Zaffier ontvangt een signaal van het Inlichtingenbureau als er sprake is van een wijziging in het inkomen of het vermogen van de debiteur. Hierbij is er wel een marge in de wijziging ingebouwd.
Om te komen tot een sluitende aanpak in het doen van heronderzoeken kan Zaffier naast het signaal gestuurd werken ook zelf een moment vaststellen dat bij een (specifiek) dossier een heronderzoek naar de financiële omstandigheden van de betalingsplichtige plaatsvindt.
Zaffier vindt het daarnaast belangrijk dat er met debiteuren contact is. Dus ook met debiteuren die stipt betalen is contact nodig met name als de terugbetaling langer dan 3 jaar duurt. Hiertoe wordt een contactheronderzoek klaargezet.
Een (financieel) heronderzoek wordt alleen nog in het systeem gezet als de specifieke situatie van de debiteur aanleiding geeft dat er frequenter een (financieel) heronderzoek plaatsvindt.
Op deze manier zullen debiteuren die stipt betalen en waarbij geen wijziging in de omstandigheden is niet belast worden met het invullen van formulieren.
Een aantal van deze specifieke situaties staan onderstaand nader omschreven.
Van de in dit plan genoemde termijnen waarbinnen een financieel heronderzoek wordt verricht, kan in individuele gevallen worden afgeweken als dit naar het oordeel van Zaffier noodzakelijk wordt geacht.
Met het instrument van het financieel heronderzoek en de daaraan gekoppelde termijnen, waarbinnen Zaffier deze heronderzoeken uitvoert, wordt in samenhang met de beleidsregels terug- en invordering invulling gegeven aan de rechtmatige uitvoering van het terugvorderingsbeleid.
Voor heronderzoeken die met een andere reden dan het contactmoment zijn klaargezet wordt voorafgaand aan het heronderzoek een check uitgevoerd in de ons ter beschikking staande systemen. Als uit deze check blijkt dat de omstandigheden rondom de betalingsverplichting ongewijzigd zijn, kan volstaan worden met een administratieve afhandeling van het heronderzoek. Dus een administratieve afhandeling is aan de orde als:
Zaffier kan daarbij gebruikmaken van openbare bronnen van het internet.
Als uit het administratieve vooronderzoek blijkt dat er (mogelijk) wijzigingen zijn in de situatie dan wordt er contact opgenomen met de debiteur en zo nodig een inlichtingenformulier toegestuurd.
Hieronder wordt omschreven welke aspecten in het debiteuren(her)onderzoek in ieder geval onderzocht dienen te worden. In voorkomende gevallen kan, naar aanleiding van gewijzigde (financiële) omstandigheden van de betalingsplichtige, besloten worden tot een gewijzigde betalings- en/of aflossingsverplichting.
In een heronderzoek richten we ons op:
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2023-1296.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.