Wijziging van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente

Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Twente

 

Gelezen het voorstel van 27 november 2023;

 

Besluit vast te stellen de navolgende wijziging van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente.

Artikel I  

A

 

Een nieuw artikel 2:9 toe te voegen aan de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente:

 

Tijdelijke Regeling voor Vervroegd Uittreden (RVU)

 

Artikel 2:9

  • 1

    De ambtenaar die deel wil nemen aan de RVU wordt op zijn verzoek ontslag verleend mits hij

    • a

      voor 1 januari 2029 de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt,

    • b

      op het moment van deelname minimaal 40 dienstjaren heeft als bedoeld in artikel 3:19, waarvan minimaal 10 jaar bij de veiligheidsregio of diens rechtsvoorganger en

    • c

      geen ambtenaar is als bedoeld in hoofdstuk 9b of 9f.

  • 2

    Het bestuur legt de afspraak over deelname aan de RVU uiterlijk op 31 december 2025 vast in een besluit aangevuld met een vaststellingsovereenkomst waarin de ambtenaar verklaart geen WW- of WIA-uitkering aan te vragen.

  • 3

    Deelname aan de RVU kan voor maximaal 24 maanden en gaat in direct voorafgaand aan het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.

  • 4

    De RVU-uitkering stopt op de datum dat de ambtenaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

  • 5

    Tijdens deelname aan de RVU bestaat aanspraak op een maandelijkse uitkering ter hoogte de fiscale drempelvrijstelling voor de RVU. Bij een deeltijd dienstverband wordt de maandelijkse uitkering naar rato vastgesteld.

  • 6

    Indien de ambtenaar overlijdt tijdens deelname aan de RVU stopt de uitkering en wordt aan de nabestaanden een uitkering verstrekt ter hoogte van driemaal de uitkering als genoemd onder lid 5.

B

 

Artikel 3:16 lid 2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 3:16 lid 2 AVT:

 

Artikel 3:16

  • 2

    Het eerste lid is niet van toepassing:

    • -

      op de ambtenaar die gebruik maakt van het bepaalde in de hoofdstukken 9a en 9i, of

    • -

      indien voor de ambtenaar voorzieningen zijn getroffen in een sociaal plan.

C

 

De sub-tekst van artikel 3:25 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te laten vervallen:

 

Recht op tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering

 

Artikel 3:25

  • 1

    De ambtenaar heeft recht op een tegemoetkoming in zijn kosten van de zorgverzekering.

  • 2

    De tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering wordt eenmaal per kalenderjaar in de maand december uitbetaald.

  • 3

    Bij indiensttreding op of na 1 januari van een kalenderjaar heeft de ambtenaar naar evenredigheid recht op een tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering.

D

 

De sub-tekst van artikel 3:26 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te laten vervallen:

 

Hoogte tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering

 

Artikel 3:26

  • 1

    De tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering is € 168,- per jaar.

  • 2

    De tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering is € 296,- per jaar als het salaris van de ambtenaar lager is dan of gelijk is aan het bedrag dat hoort bij de hoogste periodiek van schaal 6.

  • 3

    De ambtenaar die gedurende het jaar in dienst treedt of ontslagen wordt ontvangt een tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering naar rato van de tijd dat hij in dienst is geweest.

  • 4

    De peildatum voor de vergelijking van het tweede lid is de maand december. Voor de ambtenaar die gedurende het jaar uit dienst treedt is de peildatum voor de vergelijking van het tweede lid de laatste maand dat de ambtenaar in dienst is geweest.

E

 

Artikel 3:28 lid 2 en lid 7 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 3:28 lid 2 en lid 7 AVT:

 

Artikel 3:28

  • 2

    Het deel van het IKB waarover pensioen wordt opgebouwd bedraagt:

    • a

      8% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris vermeerderd met de salaristoelagen genoemd in paragraaf 3 van dit hoofdstuk, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 146,65 bij een volledig dienstverband, en

    • b

      8,33% van het voor de ambtenaar in de maand van opbouw geldende salaris, en

    • c

      1,5% van het in de maand van opbouw geldende salaris, voor de ambtenaar die geboren is na 31 december 1949, met dien verstande dat dit ten minste een bedrag is van € 33,33 bij een volledig dienstverband, en

    • d

      indien en voor zolang hoofdstuk 9a van toepassing op de ambtenaar, 1% van het voor de ambtenaar in de maand van de opbouw geldende salaris, met dien verstande dat dit voor maximaal 20 jaar geldt, tenzij artikel 9a:9 lid 1, onderdeel b van toepassing is.

  • 7

    Op de ambtenaar bedoeld in artikel 9i, is lid 2 onderdeel c van dit artikel niet van toepassing.

F

 

De koptekst van artikel 3:37 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door de navolgende koptekst bij artikel 3:37 AVT:

 

Overgangsrecht hoofdstuk 3

 

G

 

Artikel 4:2:1:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te laten vervallen:

 

Artikel 4:2:1:3

(vervallen)

 

H

 

Een nieuw artikel 4:10 en bijbehorende paragraaftekst toe te voegen aan de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente:

 

§ 5 Regeling ontheffing nachtdiensten

 

Werkingssfeer

 

Artikel 4:10

Deze paragraaf is van toepassing op de ambtenaar werkzaam in de functie van brandweercentralist of calamiteitencoördinator (CaCo) binnen het meldkamerdomein, die minimaal 10 jaar heeft gewerkt in een rooster met nachtdiensten binnen het meldkamerdomein van de Veiligheidsregio’s, Ambulance of Politie of in 24 uursdiensten bij een Veiligheidsregio of dienst rechtsvoorganger.

 

I

 

Een nieuw artikel 4:11 toe te voegen aan de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente:

 

Begripsbepaling

 

Artikel 4:11

Deze paragraaf verstaat onder nachtdienst een dienst die uren bevat gelegen tussen 00.00 uur en 06.00 uur.

 

J

 

Een nieuw artikel 4:12 toe te voegen aan de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente:

 

Ontheffing

 

Artikel 4:12

  • 1

    Ontheffing van het werken in nachtdiensten op verzoek van de ambtenaar gaat niet eerder in dan met ingang van de eerste dag van de maand volgend op de dag van het bereiken van de leeftijd als hieronder aangegeven:

    • a

      in 2024 vanaf de leeftijd van 60 jaar;

    • b

      in 2025 vanaf de leeftijd van 59 jaar;

    • c

      in 2026 vanaf de leeftijd van 58 jaar en

    • d

      in 2027 vanaf de leeftijd van 57 jaar.

  • 2

    De ambtenaar dient zijn verzoek tot gehele of gedeeltelijke ontheffing van nachtdiensten in uiterlijk 6 maanden voorafgaand aan de gewenste ingangsdatum

K

 

Artikel 6:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 6:1 AVT:

 

Vakantie, wettelijke vakantie-uren

 

Artikel 6:1

  • 1

    In elk kalenderjaar heeft de ambtenaar recht op vakantie met behoud van salaris en salaristoelage(n).

  • 2

    Dit vakantierecht bestaat uit wettelijke en bovenwettelijke vakantie-uren.

  • 3

    De duur van de wettelijke vakantie-uren is vier maal de formele arbeidsduur per week.

L

 

Artikel 6:1:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te laten vervallen:

 

Artikel 6:1:1

(vervallen)

 

M

 

Een nieuw artikel 6:1a toe te voegen aan de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente:

 

Vervaltermijn wettelijk verlof

 

Artikel 6:1a

  • 1

    Indien in een kalenderjaar de wettelijke vakantie-uren geheel of gedeeltelijk niet zijn opgenomen, vervallen deze uren 12 maanden na het einde van dat kalenderjaar, tenzij de ambtenaar tot aan dat tijdstip om medische redenen redelijkerwijs niet in staat is geweest om deze vakantie-uren op te nemen, of dit vanwege dienstbelang niet mogelijk is geweest.

  • 2

    Een ambtenaar kan een verzoek indienen om zijn wettelijk vakantie-uren gedeeltelijk in te zetten voor een langere verlofperiode. Het bestuur kan daarbij de in lid 1 genoemde termijn verlengen.

N

 

Artikel 6:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 6:2 AVT:

 

Bovenwettelijke vakantie-uren

 

Artikel 6:2

  • 1

    De ambtenaar met een voltijd dienstverband krijgt 43,2 bovenwettelijke vakantie-uren naast de vakantie in artikel 6.1. Dit aantal wordt naar evenredigheid verminderd voor de ambtenaar die is aangesteld voor een formele arbeidsduur van minder dan 36 uur per week.

  • 2

    De werkgever kan met instemming van de OR van deze vakantie-uren maximaal 2 dagen aanwijzen als dagen waarvoor hetzelfde geldt als de feestdagen bedoeld in artikel 4:5 lid 3.

  • 3

    In afwijking van lid 1 behoudt de werknemer die op 31 december 2023 recht had op meer dan 43,2 bovenwettelijke vakantie-uren zijn recht op deze uren tot het einde van het dienstverband.

O

 

Artikel 6:2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 6:2:1 AVT:

 

Artikel 6:2:1

  • 1

    De vakantie-uren, waarop de ambtenaar recht heeft worden verleend, tenzij de belangen van de dienst zich daartegen verzetten en toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in artikel 6:2:4, eerste lid, dan wel toepassing wordt gegeven aan artikel 6:2:6.

  • 2

    De vakantie wordt verleend door het bestuur.

P

 

Artikel 6:2:3 lid 3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 6:2:3 lid 3 AVT:

 

Artikel 6:2:3

  • 3

    Onverminderd het bepaalde in artikel 6:2:1, eerste lid, wordt een vermindering, bedoeld in het tweede lid, niet toegepast:

    • a

      gedurende afwezigheid wegens zwangerschap en bevalling;

    • b

      gedurende afwezigheid wegens ziekte.

Q

 

Artikel 6:2:6 lid 3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 6:2:6 lid 3 AVT:

 

Artikel 6:2:6

  • 3

    Het bepaalde in het eerste en tweede lid geldt met dien verstande, dat de ambtenaar in enig kalenderjaar nimmer meer vakantie-uren kan opnemen dan anderhalf maal het hem bij of krachtens artikel 6:1, lid 3 toekomende aantal uren tenzij op een desbetreffend verzoek van de ambtenaar uitdrukkelijk anders is beslist.

R

 

Artikel 6:2a van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 6:2a AVT:

 

Verjaringstermijn bovenwettelijk verlof

 

Artikel 6:2a

Indien in een kalenderjaar het bovenwettelijk verlof geheel of gedeeltelijk niet is opgenomen, verjaart dit verlof 60 maanden na het einde van dat kalenderjaar

 

S

 

Artikel 6:2b van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te laten vervallen:

 

Artikel 6:2b

(vervallen)

 

T

 

Een nieuw artikel 6:3 toe te voegen aan de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente:

 

Bovenwettelijke vakantie-uren bij onregelmatig werken en beschikbaarheidsdienst

 

Artikel 6:3

De ambtenaar bedoeld in de artikelen 3:11 en 3:13, krijgt 14,4 uren bovenwettelijke vakantie-uren erbij indien regelmatig en in belangrijke mate op onregelmatige uren wordt gewerkt, respectievelijk indien de in artikel 3:13 genoemde verplichting regelmatig en in belangrijke mate op de ambtenaar rust.

 

U

 

Artikel 6:3a lid 3 onder c en lid 5 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 6:3a lid 3 onder c lid 5 AVT:

 

Artikel 6:3a

  • 3

    De bronnen van de verlofspaaruren zijn:

    • a

      het verlof uit de overwerkvergoeding in artikel 3:18, tweede lid;

    • b

      de vakantie-uren gekocht uit het IKB in artikel 3:29, eerste lid, onder a;

    • c

      de vakantie-uren bij onregelmatig werken en beschikbaarheidsdienst in artikel 6:3;

    • d

      overig toegekende niet-wettelijke vakantie-uren.

  • 5

    De ambtenaar met een voltijddienstverband mag op 31 december van een kalenderjaar maximaal 3600 uren verlof hebben. Hieronder vallen de verlofspaaruren, de wettelijke vakantie-uren, de bovenwettelijke vakantie-uren en andere (compensatie)verlofuren.

V

 

Artikel 6:4 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 6:4 AVT:

 

Buitengewoon verlof

 

Artikel 6:4

  • 1

    De ambtenaar die op grond van de Wazo recht heeft op calamiteiten- en ander kort verzuimverlof of kraamverlof heeft gedurende dit verlof aanspraak op doorbetaling van zijn salaris en de toegekende salaristoelage(n).

  • 2

    In de situatie dat er tijdens de non-activiteit elders pensioen wordt opgebouwd, is het verhaal van de premie voor de voorwaardelijke inkoop gelijk aan de bijdrage die voor de ambtenaar is verschuldigd.

W

 

Een nieuw artikel 6:4a toe te voegen aan de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente:

 

Artikel 6:4a

  • 1

    Het bestuur verleent aan de ambtenaar buitengewoon verlof met behoud van salaris en de toegekende salaristoelage(n) op de dag dat het huwelijk of geregistreerd partnerschap van de ambtenaar wordt voltrokken.

  • 2

    De ambtenaar meldt tenminste twee weken tevoren aan het bestuur wanneer het huwelijk of het registeren van het partnerschap zal plaatsvinden.

X

 

Artikel 6:4:1a van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente om te nummeren naar artikel 6:4b AVT:

 

Langdurend zorgverlof

 

Artikel 6:4b

 

Y

 

Artikel 6:4:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente om te nummeren naar artikel 6:4c AVT:

 

Vakbondsverlof

 

Artikel 6:4c

 

Z

 

Artikel 6:4:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente om te nummeren naar artikel 6:4d AVT:

 

Kortdurend zorgverlof

 

Artikel 6:4d

 

AA

 

Artikel 6:4d lid 4 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 6:4d lid 4 AVT:

 

Artikel 6:4d

  • 4

    Het dagelijks bestuur bepaalt in overleg met de ambtenaar nader de wijze waarop de verrekening van het verlof met hem plaatsvindt. Verrekening met de vakantie bedoeld in artikel 6:1 is mogelijk.

AB

 

Artikel 6:4:4 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente om te nummeren naar artikel 6:4e AVT:

 

Non-activiteit

 

Artikel 6:4e

 

AC

 

Artikel 6:4:5a van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente om te nummeren naar artikel 6:4f AVT:

 

Overige redenen buitengewoon verlof

 

Artikel 6:4f

 

AD

 

Artikel 6:4:6 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente om te nummeren naar artikel 6:4g AVT:

 

Buitengewoon verlof is geen vakantie

 

Artikel 6:4g

 

AE

 

Artikel 6:4:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te laten vervallen:

 

Artikel 6:4:1

(vervallen)

 

AF

 

Artikel 6:4:5 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te laten vervallen:

 

Artikel 6:4:5

(vervallen)

 

AG

 

Artikel 6:5 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 6:5 AVT:

 

Artikel 6:5

  • 1

    De ambtenaar met ouderschapsverlof heeft voor maximaal 13 keer de formele arbeidsduur per week aanspraak op doorbetaling van een percentage van zijn salaris en salaristoelage(n). Bij een voltijddienstverband is dit 468 uur. Het percentage is:

    Salaris

    Percentage doorbetaling salaris en salaristoelage(n)

    ≤ het maximum salarisschaal 2

    80%

    ˃ het maximum van salarisschaal 2 en ≤ het maximum van salarisschaal 4

    70%

    ˃ het maximum van salarisschaal 4

    50%

  • 2

    In afwijking van het eerste lid, kan de ambtenaar per kind kiezen voor:

    • a

      een hoger percentage doorbetaling van salaris en salaristoelage(n) met als gevolg dat het aantal uren betaald ouderschapsverlof minder wordt dan 468 uur, of

    • b

      een lager percentage doorbetaling van salaris en salaristoelage(n) met als gevolg dat het aantal uren betaald ouderschapsverlof meer wordt dan 468 uur.

      Salaris

      Uren betaald ouderschapsverlof voor 13 weken

      Keuze percentage van de ambtenaar: 50%

      Keuze percentage van de ambtenaar:

      70%

      Keuze percentage van de ambtenaar: 80%

      Keuze percentage van de ambtenaar:

      100%

       

      ≤ het max. schaal 2

      748,8 uur

      534,9 uur

      468 uur

      374,4 uur

      ˃ het max. van schaal 2 en ≤ het max. van schaal 4

      655,2 uur

      468 uur

      409,5 uur

      327,6 uur

      ˃ het maximum van salarisschaal 4

      468 uur

      334,3 uur

      292,5 uur

      234 uur

  • 3

    (Vervallen)

  • 4

    De ambtenaar mag tijdens het betaald ouderschapsverlof geen betaald werk verrichten. Het bestuur kan hierover aanvullende regels stellen.

  • 5

    (Vervallen)

  • 6

    Als uitgangspunt bij het bepalen van het percentage in het tweede lid geldt het salaris van een voltijddienstverband bij aanvang van de opname van het betaald ouderschapsverlof.

  • 7

    Het recht op betaald ouderschapsverlof is korter dan 13 weken als het betaalde ouderschapsverlof in lid 2 wordt gecombineerd met de Wazo-uitkering geregeld in artikel 6:5b. Dan geldt de volgende rekenformule:

    (x weken recht gedeeld door 13 weken) vermenigvuldigd met het aantal uren als aangegeven in het tweede lid.

AH

 

Artikel 6:13 lid 4 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 6:13 lid 4 AVT:

 

Artikel 6:13

  • 4

    Artikel 6.9 lid 1 t/m lid 13 geldt niet voor onbetaald Wazo-verlof.

AI

 

Hoofdstuk 9b, hoofdstuk 9d, hoofdstuk 9e en hoofdstuk 9f van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te laten vervallen:

 

9b (Vervallen, per 01-10-2023)

 

9d (Vervallen, per 01-10-2023)

 

9e (Vervallen, per 01-10-2023)

 

9f (Vervallen, per 01-10-2023)

 

AJ

 

Artikel 9g:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9g:1 AVT:

 

Artikel 9g:1

Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar bedoeld in hoofdstuk 9i.

 

AK

 

Artikel 9g:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9g:2 AVT:

 

Artikel 9g:2

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a

    transitie levenslooptegoed: de transitie van de bruto levenslooptegoeden bedoeld in artikel 9e:2 zoals dat artikel luidde op 31 december 2021, leden drie, vier en vijf, in de kalenderjaren 2019, 2020 en 2021 van de ambtenaar die het LOGA-pad volgt;

  • b

    versneld sparen levensloop: de extra werkgeversbijdrage levensloop, bedoeld in artikel 9e:14 zoals dat artikel luidde op 31 december 2021;

  • c

    FLO-functie; de functie waaruit de ambtenaar aanspraak ontleent aan het FLO-overgangsrecht, bedoeld in hoofdstuk 9f zoals dat artikel luidde op 30 september 2023;

  • d

    toeslag; de toeslag, bedoeld in artikel 9g:4;

  • e

    toeslagpartner; de persoon of personen waarvan het inkomen meetelt ter bepaling van de hoogte van de toeslag;

  • f

    LOGA-pad; het LOGA-pad, bedoeld in artikel 9e:2 zoals dat artikel luidde op 31 december 2021, tweede lid;

  • g

    nadeel; het financiële nadeel dat de ambtenaar heeft als gevolg van de transitie van de levenslooptegoeden of de betaling van het versneld spaarbedrag levensloop, ongeacht het jaar waarin de ambtenaar dit heeft;

  • h

    voordeel; het financiële voordeel dat de ambtenaar ondervindt als gevolg van de transitie van de levenslooptegoeden of de betaling van het versneld spaarbedrag levensloop;

  • i

    rekentool: het door Deloitte ontwikkelde VNG-rekenmodel inkomstenbelasting;

  • j

    drempelbedrag: 0,5 % van het inkomen;

  • k

    inkomen: het verzamelinkomen aanslag inkomstenbelasting of het toetsingsinkomen op basis waarvan de aanspraak op een toeslag wordt beoordeeld zonder de bedragen transitie levenslooptegoed en het versneld sparen levensloop;

  • l

    neveninkomsten: inkomsten uit of in verband met arbeid niet zijnde de inkomsten uit de FLO-functie.

  • m

    middelen: de regeling van de Belastingdienst om mensen met een wisselend inkomen tegemoet te komen.

AL

 

Artikel 9g:14 lid van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9g:14 lid 2 AVT:

 

Artikel 9g:14

  • 2

    Als middeling leidt tot een teruggave van belastingbedragen die is toe te schrijven aan de transitie levenslooptegoed, het versneld sparen levensloop of de afkoop FLO60 als bedoeld in 9f:4 zoals dit artikel luidde op 30 september 2023, verlaagt deze teruggave het drempelbedrag, toegeschreven aan dat kalenderjaar, met maximaal de hoogte van dat drempelbedrag.

AM

 

Artikel 9h:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9h:1 AVT:

 

Artikel 9h:1

Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar, bedoeld in hoofdstuk 9i.

 

AN

 

Artikel 9h:2 onder 7 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9h:2 onder 7 AVT:

 

Artikel 9h:2

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk verstaan onder:

  • 7

    nettoresultaat: het bedrag dat resteert na een bruto-netto berekening van de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 9i:2 aanhef en onder a, uitgaande van het vigerende fiscaal regime en een pensioengevend inkomen gelijk aan deze berekeningsgrondslag;

AO

 

Artikel 9h:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9h:3 AVT:

 

Artikel 9h:3

De ambtenaar die het LOGA-pad, bedoeld in artikel 9e:2 zoals dat artikel luidde op 31 december 2021, niet of niet meer volgt wordt methodisch gelijk behandeld met de ambtenaar die het LOGA-pad heeft gevolgd en wordt voor de toepassing van dit hoofdstuk uitgegaan van bedragen die hij gehad zou hebben als hij het LOGA-pad wel zou hebben gevolgd.

 

AP

 

Artikel 9h:4 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9h:4 AVT:

 

Artikel 9h:4

De bepalingen van dit hoofdstuk hebben ten doel het treffen van een voorziening in geld ten behoeve van de gedeeltelijke financiering van de periode van volledig buitengewoon verlof, bedoeld in artikel 9i:3, eerste lid.

 

AQ

 

Artikel 9h:5 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9h:5 AVT:

 

Artikel 9h:5

Aan het begin van ieder kalender jaar, ook tijdens de periode van buitengewoon verlof, bedoeld in artikel 9i:3, ontvangt de ambtenaar een opgave van de hoogte van zijn netto FLO-spaartegoed.

 

AR

 

Artikel 9h:7 lid 2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9h:7 lid 2 AVT:

 

Artikel 9h:7

  • 2

    De werkgeversbijdrage Netto FLO-spaartegoed behoort niet tot:

    • a

      (vervallen);

    • b

      het salaris, bedoeld in artikel 3:2;

    • c

      de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 9i:2 aanhef en onder a.

AS

 

Artikel 9h:9 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9h:9 AVT:

 

Artikel 9h:9

Het Netto FLO-spaartegoed wordt ter financiering van de 75% netto aanspraak ingezet in de periode van volledig buitengewoon verlof, bedoeld in artikel 9i:3, onder de voorwaarden als in deze paragraaf bepaald.

 

AT

 

Artikel 9h:10 lid 1 en lid 4 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9h:10 lid 1 en lid 4 AVT:

 

Artikel 9h:10

  • 1

    Ter vaststelling van de hoogte van de maandelijkse inzet van het Netto FLO-spaartegoed bij aanvang van het volledig buitengewoon verlof, bedoeld in artikel 9i:3 eerste lid, wordt het laatst vastgestelde saldo

  • 4

    Het vastgestelde bedrag van de maandelijkse inzet vult werkgever aan tot 75% netto, bedoeld in artikel 9i:3, eerste lid, en maandelijks gebruteerd aan de ambtenaar uitbetaald.

AU

 

Artikel 9h:11 lid 1, lid 2, lid 3 en lid 6 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9h:11 lid 1, lid 2, lid 3 en lid 6 AVT:

 

Artikel 9h:11

  • 1

    In afwijking van het bepaalde in artikel 9h:10 kan de ambtenaar voor aanvang van de periode van buitengewoon verlof de keuze maken het Netto FLO-spaartegoed volledig in te zetten in de periode direct voorafgaande aan het ontslag, bedoeld in artikel 9i:20.

  • 2

    De voorlopige vaststelling van de duur van de periode, bedoeld in het eerste lid, in maanden geschiedt bij aanvang van het volledig buitengewoon verlof door het laatst vastgestelde Netto FLO-spaartegoed te delen door het bedrag van de 75% netto, bedoeld in artikel 9i:3, eerste lid.

  • 3

    Ligt de aanvang van het volledig buitengewoon verlof voor 1 januari 2022 dan geschiedt de voorlopige vaststelling van de duur van de periode in maanden, bedoeld in het eerste lid, door het startsaldo spaartegoed 2022 te delen door het bedrag van de 75% netto, bedoeld in artikel 9i:3, eerste lid.

  • 6

    Het vastgestelde bedrag van de maandelijkse inzet, bedoeld in het vijfde lid, vult werkgever aan tot 75% netto, bedoeld in artikel 9i:3, eerste lid, en betaalt dit maandelijks gebruteerd aan de ambtenaar uit.

AV

 

Artikel 9h:13 lid 3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9h:13 lid 3 AVT:

 

Artikel 9h:13

  • 3

    Het afkoopbedrag behoort niet tot

    • a

      het pensioengevend inkomen, bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, onderdeel f van het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP;

    • b

      tot het salaris, bedoeld in artikel 3:2;

    • c

      de berekeningsgrondslag bedoeld in artikel 9i:2.

AW

 

Artikel 9h:14 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9h:14 AVT:

 

Artikel 9h:14

Tijdens de periode, bedoeld in artikel 9i:3, bouwt de ambtenaar pensioen op over de volledige berekeningsgrondslag.

 

AX

 

Een nieuw hoofdstuk 9i toe te voegen aan de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente:

 

9i OVERGANGSRECHT FUNCTIONEEL LEEFTIJDSONTSLAG VANAF 1 OKTOBER 2023

 

§ 1 Algemene bepalingen

 

Werkingssfeer

 

Artikel 9i:1

  • 1

    Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar die:

    • a

      op 31 december 2005 werkzaam was bij een gemeentelijk beroepsbrandweerkorps of bij een gemeentelijke ambulancedienst; en

    • b

      op 31 december 2005 een betrekking vervulde, waarvoor door het college van de betreffende gemeente krachtens artikel 8:3, zoals dat luidde op 31 december 2005, leeftijdsgrenzen zijn bepaald; en

    • c

      sinds 31 december 2005 onafgebroken de betrekking heeft vervuld, op grond waarvan krachtens artikel 8:3, zoals dat luidde op 31 december 2005, ontslag werd verleend op de leeftijd van 55 jaar of ouder.

  • 2

    Het eerste lid is overeenkomstig van toepassing op de ambtenaar die

    • a

      overstapt naar een andere functie bij dezelfde veiligheidsregio, of

    • b

      overstapt naar een andere veiligheidsregio, tenzij bij de overstap tussen de werkgever en ambtenaar andere afspraken zijn gemaakt.

  • 3

    Als voorwaarde bij de toepassing van het tweede lid geldt dat de functie waarnaar de ambtenaar overstapt ook een bezwarende functie is, op grond waarvan krachtens artikel 8:3, zoals dat luidde op 31 december 2005, ontslag werd verleend op de leeftijd van 55 jaar of ouder.

  • 4

    In afwijking van het bepaalde in lid 1 is dit hoofdstuk, met uitzondering van het bepaalde in de paragrafen 7 en 8, niet van toepassing op de ambtenaar

    • a

      die volledig inactief was op grond van het bepaalde in hoofdstuk 9b zoals dit hoofdstuk luidde op 30 september 2023 of

    • b

      waarvan de leeftijdsgrens was vastgesteld op 60 jaar.

Begripsbepalingen

 

Artikel 9i:2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a

    berekeningsgrondslag:

    • 1

      de optelsom van:

      • 1.1

        het salaris en de toegekende salaristoelage(n), bedoeld in artikel 1:1 onder qq en rr;

      • 1.2

        de IKB-onderdelen, bedoeld in artikel 3:28 lid 2 onder a en b;

      • 1.3

        de TOR, bedoeld in artikel 3:37;

      • 1.4

        de toelagen bedoeld in hoofdstuk 20 en de daarop gebaseerde regelingen, voor zover die aan de ambtenaar zijn toegekend, berekend over de maand onmiddellijk voorafgaande aan de ingangsdatum van de geheel of gedeeltelijke periode van buitengewoon verlof. Als sprake is van toegekende toelagen die in hoogte variëren dan wordt het gemiddelde berekend over de periode van de voorgaande 12 maanden.

    • 2

      Het bedrag van de berekeningsgrondslag wordt opnieuw vastgesteld bij een generieke salarisverhoging, waaronder begrepen de stijging van de IKB-onderdelen, bedoeld in artikel 3:28 lid 2 onder a en b.

    • 3

      Als verlofopname door de ambtenaar in de voorgaande 12 maanden heeft geleid tot een wijziging van de feitelijke uitbetaling van de berekeningsgrondslag dan werkt die wijziging door in de berekeningsgrondslag.

  • b

    bruto uitkeringsbedrag: het bruto bedrag dat met toepassing van de witte loonheffingstabel en loonheffingskorting nodig is voor een berekeningsresultaat van 75% netto als bedoeld in artikel 9i:3 lid 1;

  • c

    bezwarende functie: een betrekking met een hoge belasting door het frequent draaien van piket of het werken in roosterdiensten en deelname aan daaruit voortvloeiende werkzaamheden in de uitruk met als gevolg een verhoogde kans op gezondheidsklachten;

  • d

    tweede loopbaan: iedere functie binnen de organisatie van de veiligheidsregio of buiten de organisatie van de veiligheidsregio die, in het kader van het loopbaanplan, volgt op de bezwarende functie en die past bij de richting zoals afgesproken is in het loopbaanplan.

  • e

    dienstjaren: de jaren in dienst van een gemeentelijk beroepsbrandweerkorps, de jaren werkzaam als buschauffeur of trambestuurder bij het stadsvervoer, mits dit een functie was, die op dat moment recht gaf op functioneel leeftijdsontslag en de jaren als vrijwilliger bij de brandweer, mits het om jaren gaat waarin men daadwerkelijk en regelmatig in de uitruk is ingezet en men niet tegelijkertijd een aanstelling had als beroepsbrandweer. Bij twijfel over het aantal dienstjaren als vrijwilliger dient de ambtenaar aannemelijk te maken hoeveel jaren hij als vrijwilliger is ingezet;

  • f

    AOW-hiaat: de periode waarin de ambtenaar van 65 jaar of ouder geen recht had op een AOW-uitkering met een maximum van 24 maanden;

  • g

    Totaalinkomen: het met de bestanddelen van de berekeningsgrondslag overeenkomende inkomen in een nieuwe functie vermeerderd met uitkeringen die de ambtenaar in verband met arbeidsongeschiktheid ontvangt.

§ 2 Aanspraken

 

Artikel 9i:3

  • 1

    Met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk 9h heeft de ambtenaar vanaf de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin hij de leeftijd, bedoeld in lid 2 bereikt, volledig buitengewoon verlof met een garantie van 75% netto van de voor de hem geldende berekeningsgrondslag volgens de fiscale regels zoals die gelden op de datum van uitbetaling als ware hij in actieve dienst met toepassing van de loonheffingskorting.

  • 2

    De uittredeleeftijd en duur van het toegekende volledig buitengewoon verlof zijn afhankelijk van het aantal dienstjaren in een bezwarende functie op 1 januari 2006 en bedragen bij:

     

     

    Uittredeleeftijd

    Duur buitengewoon verlof

    a

    20 dienstjaren of meer

    56 jaar;

    8 jaar

    b

    15 tot 20 dienstjaren

    57 jaar;

    7 jaar

    c

    10 tot 15 dienstjaren

    58 jaar;  

    6 jaar

    d

    5 tot 10 dienstjaren

    59 jaar;  

    5 jaar

    e

    0 tot 5 dienstjaren

    59 jaar;  

    5 jaar

  • 3

    Voor de ambtenaar bedoeld in lid 2 onder d geldt het volgende:

    • a

      De ambtenaar gaat met ingang van de eerste dag volgend op de maand waarin hij de leeftijd van 58 jaar bereikt 50% van de voor hem geldende formele arbeidsduur werken. Hij heeft dan aanspraak op doorbetaling van 90% bruto van de voor hem geldende berekeningsgrondslag tot de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin hij de leeftijd van 59 jaar bereikt.

    • b

      Gedurende deze periode vindt opbouw van vakantie-uren plaats naar rato van het aantal uren dat de ambtenaar werkt.

    • c

      De ambtenaar, bedoeld in lid a, moet medisch geschikt zijn om 50% in zijn bezwarende functie door te werken. Is hij dat niet dan wordt hij ziek gemeld op de leeftijd van 58 jaar en in ieder geval hersteld gemeld op de leeftijd van 59 jaar.

  • 4

    De jaren dat de ambtenaar op grond van dit artikel volledig buitengewoon verlof is verleend tellen voor de berekening van de ambtsjubileumgratificatie niet mee.

  • 5

    Als gevolg van ziekte vindt geen stopzetting van het toegekende buitengewoon verlof plaats.

  • 6

    Met uitzondering van de periode als bedoeld in lid 3 onder b vindt gedurende de gehele periode van buitengewoon verlof geen opbouw van vakantie-uren plaats.

  • 7

    Tijdens de periode van buitengewoon verlof bouwt de ambtenaar pensioen op over de berekeningsgrondslag.

Voortzetting deelnemerschap ABP

 

Artikel 9i:4

De ambtenaar waarvan de leeftijdsgrens voor uittreden op 31 december 2005 was vastgesteld op 60 jaar en die een afkoopsom van zijn levensloopaanspraken heeft ontvangen, kan vanaf 1 januari 2023 voor een maximale periode van 24 maanden gebruik maken van de vrijwillige voortzetting deelnemerschap ABP voor rekening van de werkgever mits hij:

  • a

    een ontslagverzoek indient,

  • b

    een toekenningsverzoek ‘voortzetting deelnemerschap ABP’ indient,

  • c

    verklaart dat hij de afkoopsom van zijn levensloopaanspraken, bedoeld in artikel 9e:17 zoals dat luidde op 31 december 2021, vermeerderd met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen en het netto spaarverzekeringstegoed bedoeld in artikel 9e:16 zoals dat luidde op 31 december 2021, inzet om te voorzien in zijn inkomen gedurende deze periode,

  • d

    direct voorafgaande aan de ingangsdatum van zijn ontslag belast was met de uitvoering van een bezwarende functie/taken op grond waarvan de levensloopaanspraken zijn afgekocht en

  • e

    eerder dan 3 jaar voor de voor hem geldende vastgestelde AOW-leeftijd start met de vrijwillige voortzetting deelnemerschap ABP.

Overgangsvergoeding

 

Artikel 9i:4a

  • 1

    De ambtenaar die buitengewoon verlof wordt verleend als bedoeld in artikel 9i:3 heeft recht op een overgangsvergoeding van:

    • a

      € 3.500,00 bruto als het om een ambtenaar gaat met 10 tot 20 dienstjaren op 1 januari 2006 als bedoeld in artikel 9i:3 lid 2, mits en voor zover de inkomensafhankelijke ziektekostenpremie volgens de lokale uitvoering van het FLO-overgangsrecht 2006 in de levensloopperiode werd doorbetaald door de werkgever onder toepassing van de groene loonheffingstabel;

    • b

      € 1.500,00 bruto als niet voldaan wordt aan de voorwaarden onder a gesteld.

  • 2

    De overgangsvergoeding, bedoeld in lid 1, wordt betaalbaar gesteld in de laatste maand in actieve dienst.

§ 3 Doorwerken

 

Doorwerken in repressieve functie

 

Artikel 9i:5

  • 1

    De ambtenaar kan de ingangsdatum van het volledige buitengewoon verlof later laten ingaan, telkens met een periode van één jaar. Voorwaarde is dat de ambtenaar geschikt is om door te werken in de bezwarende functie volgens een PPMO als bedoeld in artikel 19a:3.

  • 2

    De ambtenaar die van lid 1 gebruik wil maken, doet de aanvraag een jaar voorafgaand aan het bereiken van zijn uittredeleeftijd. De werkgever wijst de ambtenaar tijdig op de mogelijkheid om de uittredeleeftijd te verschuiven.

  • 3

    Indien de ambtenaar de bezwarende functie door ziekte of gebrek niet kan vervullen voor aanvang van de periode van langer doorwerken of herhaald langer doorwerken en de bedrijfsarts herstel niet binnen zes maanden verwacht, wordt het verzoek om langer door te werken geweigerd.

  • 4

    De ambtenaar stopt uiterlijk met werken in een bezwarende functie met ingang van de dag volgend op de maand waarin hij 59 jaar wordt.

    • a

      Maakt de ambtenaar gebruik van verlof als bedoeld in artikel 6:3a dan verschuift de uittredeleeftijd met de duur van dit spaarverlof ook als dit leidt tot overschrijding van de leeftijd van 59 jaar. De ambtenaar behorende tot het cohort 5 tot 10 dienstjaren kan het spaarverlof niet inzetten direct voorafgaand aan de periode bedoeld in artikel 9i:3, lid 3 (50/90%); dit kan wel na deze periode.

    • b

      De omvang van het spaarverlof en het volledig buitengewoon verlof van de ambtenaar leidt niet tot een periode van buitengewoon verlof gelegen op of na de AOW-leeftijd van de medewerker.

    • c

      Aanpassing van de duur van het vastgestelde spaarverlof of de periode buitengewoon verlof vindt niet plaats bij niet voorziene verlaging van de AOWleeftijd.

  • 5

    De ambtenaar die van de mogelijkheid om langer door te werken gebruik maakt, kan geen gebruik maken van de inkomensaanvulling bedoeld in artikel 9i:7.

  • 6

    Lid 5 geldt vanaf het moment dat de werkgever de mogelijkheid van de inkomensaanvulling bedoeld in artikel 9i:7, aanbiedt.

Eerder uittreden

 

Artikel 9i:6

  • 1

    Met uitzondering van de ambtenaar, bedoeld in artikel 9i:3 lid 2 onder e, kan de ambtenaar verzoeken om één jaar eerder uit te treden dan de uittredeleeftijd bedoeld in dat artikel.

  • 2

    De ambtenaar die van lid 1 gebruik wil maken, doet de aanvraag een jaar voorafgaand aan het bereiken van de gewenste uittredeleeftijd. De werkgever wijst de ambtenaar tijdig op de mogelijkheid om op deze eerdere uittredeleeftijd uit te treden.

§ 4 Bijverdienen en verrekening van neveninkomsten

 

Inkomensaanvulling in een niet-repressieve functie bij de werkgever

 

Artikel 9i:7

  • 1

    Tijdens de periode van buitengewoon verlof als bedoeld in 9i:3 mag de ambtenaar zijn inkomen bij de werkgever aanvullen tot bruto 100% van de berekeningsgrondslag op jaarbasis door niet-repressieve werkzaamheden te verrichten.

  • 2

    De ambtenaar dient jaarlijks een aanvraag in om van de mogelijkheid, bedoeld in lid 1, gebruik te maken.

  • 3

    De vergoeding van deze werkzaamheden wordt bepaald aan de hand van de zwaarte en de waardering van de beschikbare werkzaamheden.

  • 4

    De werkgever bepaalt in overleg met de OR welke mogelijkheden de formatie biedt, welke werkzaamheden beschikbaar zijn alsmede onder welke voorwaarden deze werkzaamheden worden verricht.

Verrekening inkomsten tijdens de periode van buitengewoon verlof

 

Artikel 9i:8

  • 1

    Wanneer de ambtenaar tijdens de periode van buitengewoon verlof, bedoeld in artikel 9i:3 inkomsten geniet of gaat genieten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen met ingang van of tijdens de periode van buitengewoon verlof, vindt een vermindering van zijn bruto uitkeringsbedrag plaats. Deze vermindering is het bedrag waarmee de inkomsten en het bruto uitkeringsbedrag samen de vastgestelde berekeningsgrondslag te boven gaan.

  • 2

    Het eerste lid vindt overeenkomstige toepassing ten aanzien van inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf, ter hand genomen gedurende verlof, vakantie of non-activiteit, onmiddellijk voorafgaande aan de datum waarop artikel 9i:3 van toepassing is geworden.

  • 3

    Wanneer de ambtenaar op of na de datum, bedoeld in het eerste lid, inkomsten of hogere inkomsten verkrijgt uit arbeid of bedrijf ter hand genomen vóór die dag, is ten aanzien van die inkomsten of hogere inkomsten het bepaalde in het eerste lid van overeenkomstige toepassing.

  • 4

    De in het derde lid bedoelde vermindering vindt echter niet plaats indien de inkomsten of hogere inkomsten het gevolg zijn van algemene loonsverhogingen, of indien de ambtenaar aannemelijk maakt dat die inkomsten niet het gevolg zijn van verhoogde werkzaamheid of van andere oorzaken, verband houdende met de toepassing van artikel 9i:3.

  • 5

    Onder inkomsten, bedoeld in de voorgaande leden, worden niet verstaan inkomsten verkregen wegens overwerk of als gratificatie.

  • 6

    De ambtenaar is verplicht tijdig mededeling te doen van het aanvaarden van arbeid of het starten van een bedrijf of het vermeerderen van werkzaamheden uit arbeid of bedrijf.

  • 7

    De ambtenaar is verplicht tijdig mededeling te doen van de inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf die hij ontvangt en van de wijzigingen daarin. Hij is verplicht daarvan de bewijzen te overleggen.

  • 8

    Wanneer de ambtenaar de verplichtingen van het zesde lid niet nakomt, kan het bestuur besluiten een korting op het bruto uitkeringsbedrag toe te passen.

§ 5 Ziekte en arbeidsongeschiktheid

 

Ziekte

 

Artikel 9i:9

  • 1

    Op de ambtenaar wiens eerste ziektedag na de leeftijd van 50 jaar valt en die volledig, maar niet duurzaam, of gedeeltelijk arbeidsongeschikt raakt, is artikel 8:4 respectievelijk artikel 8:5 niet van toepassing.

  • 2

    De ambtenaar, genoemd in het eerste lid, wordt in ieder geval hersteld verklaard vanaf de datum, bedoeld in artikel 9i:3, tweede lid.

  • 3

    De ambtenaar wiens eerste ziektedag ligt na de ingangsdatum van het toegekende volledig buitengewoon verlof wordt niet ziek gemeld.

Arbeidsongeschiktheid

 

Artikel 9i:10

  • 1

    De inkomenskorting als gevolg van ziekte, bedoeld in artikel 7:3, stopt uiterlijk twee maanden na dagtekening van de UWV-beschikking indien:

    • a

      sprake is van gedeeltelijke of volledige maar niet duurzame arbeidsongeschiktheid volgens een beschikking van het UWV en

    • b

      de ambtenaar de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt.

  • 2

    In afwijking van artikel 7:16 lid 1 vindt herplaatsing van de ambtenaar vanaf 55 jaar in een passende functie plaats door middel van detachering met behoud van de arbeidsvoorwaarden uit de bezwarende functie.

  • 3

    Bij ziekte tijdens de periode van het opnemen van spaarverlof voorafgaand aan de buitengewoon verlofperiode stopt de opname van het spaarverlof de dag na de ziekmelding en start op deze datum de periode van volledig buitengewoon verlof (art. 9i:3, lid 2). Uitbetaling van resterend spaarverlof aan de medewerker geschiedt via de loonbetaling voorafgaand aan de periode van buitengewoon verlof.

Salarisgarantie bij definitieve herplaatsing bij ziekte

 

Artikel 9i:11

  • 1

    De ambtenaar die op grond van hoofdstuk 7 binnen de organisatie van de veiligheidsregio definitief herplaatst wordt, heeft recht op een garantietoeslag ter hoogte van het negatieve verschil tussen de berekeningsgrondslag en het nieuwe totaalinkomen van de ambtenaar.

  • 2

    Wanneer de ambtenaar, op grond van hoofdstuk 7 definitief herplaatst wordt in een functie met een lager totaalinkomen buiten de organisatie van de veiligheidsregio, maken het bestuur en de ambtenaar afspraken over een financiële regeling.

§ 6 Tweede loopbaan

 

Artikel 9i:12

  • 1

    Op de ambtenaar zijn tot de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin hij de uittredeleeftijd als bedoeld in artikel 9i:3 bereikt, de artikelen 9a:5 tot en met 9a:8 en 9a:10 van overeenkomstige toepassing met uitzondering van:

    • a

      de periode van 20 jaar als bedoeld in 9a:5 lid 2 en 9a:8 lid 2 en

    • b

      artikel 9a:5 lid 5.

  • 2

    In afwijking van het bepaalde in artikel 9a:5 lid 4 wordt de ambtenaar een tweede loopbaanplan aangeboden op het moment dat is vastgesteld dat de ambtenaar om redenen van medische ongeschiktheid de bezwarende functie niet meer kan of mag vervullen.

  • 3

    In het kader van de tweede loopbaan wordt eerst gezocht naar een functie binnen de organisatie van de veiligheidsregio.

  • 4

    De ambtenaar met geen of onvoldoende diploma's kan via een procedure voor ‘erkenning verworven competenties’ zijn competenties laten erkennen.

  • 5

    Indien dit behulpzaam is bij het vormgeven van de tweede loopbaan heeft de ambtenaar recht op vergoeding van de kosten, voor zover redelijk, van een extern loopbaanadvies.

  • 6

    De ambtenaar die in het kader van de tweede loopbaan een andere functie aanvaardt binnen de organisatie van de veiligheidsregio, ontvangt, in afwijking van het bepaalde in artikel 9a:11, een garantietoeslag ter hoogte van het negatieve verschil tussen de berekeningsgrondslag in de oude en de nieuwe functie.

  • 7

    Het bestuur en de ambtenaar maken in het kader van het loopbaanplan afspraken over een financiële regeling wanneer de ambtenaar in het kader van de tweede loopbaan buiten de organisatie van de veiligheidsregio een functie aanvaardt met een lager totaalinkomen.

§ 7 Compensatie verhoging AOW vóór 1 januari 2013 inactief

 

Werkingssfeer

 

Artikel 9i:13

Deze paragraaf is van toepassing op de ambtenaar of de gewezen ambtenaar die vóór 1 januari 2013 gebruik is

gaan maken van het bepaalde

  • a

    in artikel 9b:4 lid 1 of artikel 9b:26 zoals dat luidde op 30 september 2023, of

  • b

    in artikel 9b:11 lid 2 of 9b:35 lid 2 zoals dat luidde op 30 september 2023

en die op 29 oktober 2016 met volledig buitengewoon verlof of onbetaald volledig verlof was, als bedoeld in de hiervoor genoemde artikelen.

 

Hoogte compensatie

 

Artikel 9i:14

  • 1

    Na ontslag heeft de ambtenaar gedurende zijn AOW-hiaat recht op een maandelijkse compensatie AOW.

  • 2

    De compensatie AOW is gelijk aan de netto AOW-uitkering waarbij geen loonheffingskorting wordt toegepast, die voor de ambtenaar in de betreffende maand zou hebben bestaan, inclusief de inkomensondersteuning AOW en het vakantiegeld. Een korting op grond van artikel 13 AOW wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.

Verlaging compensatie

 

Artikel 9i:15

De compensatie bedoeld in artikel 9i:14 wordt verlaagd met:

  • a

    de door de ambtenaar ontvangen overbruggingsuitkering van de Sociale Verzekeringsbank.

  • b

    de hoogte van het bedrag dat de ambtenaar heeft ontvangen op grond van door de werkgever vanaf 2013 beschikbaar gestelde regelingen met als aantoonbaar doel de gevolgen van de verhoging van de AOW-leeftijd voor de ambtenaar te compenseren.

§ 8 Compensatie verhoging AOW vanaf 1 januari 2013 inactief

 

Werkingssfeer

 

Artikel 9i:16

Deze paragraaf is van toepassing op de ambtenaar of de gewezen ambtenaar die vanaf 1 januari 2013 gebruik is gaan maken van het bepaalde

  • a

    in artikel 9b:4 lid 1 of artikel 9b:26 zoals dat luidde op 30 september 2023, of

  • b

    In artikel 9b:11 lid 2 of artikel 9b:35 lid 2 zoals dat luidde op 30 september 2023

en die op 29 oktober 2016 met volledig buitengewoon verlof of onbetaald volledig verlof was als bedoeld in de hiervoor genoemde artikelen.

Hoogte compensatie

 

Artikel 9i:17

  • 1

    Na ontslag heeft de ambtenaar recht op een maandelijkse compensatie AOW over de periode dat

    • a

      hij op grond van door de werkgever vastgesteld beleid niet langer kon doorwerken bedoeld in artikel 9b:4, lid 5 juncto artikel 9b:26 lid 5 zoals die luidden op 30 september 2023, of

    • b

      hij medisch niet geschikt was om langer door te werken bedoeld onder a, of

    • c

      zijn verzoek om langer door te werken bedoeld onder a is afgewezen.

  • 2

    De periode bedoeld in lid 1 is niet langer dan zijn AOW-hiaat onder vermindering van het aantal maanden dat de ambtenaar sinds 1 januari 2013 langer heeft doorgewerkt vanaf een keuzemoment als bedoeld in artikel 9b:4 lid 5 of artikel 9b:26 lid 5 zoals dat luidde op 30 september 2023.

  • 3

    Artikel 9i:14 lid 2 is van overeenkomstige toepassing.

Landelijke Commissie

 

Artikel 9i:18

  • 1

    De ambtenaar die geen recht heeft op compensatie AOW als bedoeld in deze paragraaf kan bij de Landelijke Commissie Compensatieregeling AOW een verzoek indienen om alsnog in aanmerking te komen voor compensatie AOW.

  • 2

    Het verzoek bedoeld in lid 1 kan de ambtenaar indienen als hij meent dat:

    • a

      medische ongeschiktheid de reden was om geen verzoek te doen om langer door te werken, of

    • b

      zijn verzoek om langer door te werken zou worden geweigerd op grond van disfunctioneren en hij om deze reden heeft afgezien van een verzoek om langer door te werken.

  • 3

    Het verzoek bedoeld in lid 1, wordt niet in behandeling genomen als de ambtenaar een bezwaarschrift als bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht heeft ingediend.

  • 4

    Het bestuur neemt een besluit op grond van het zwaarwegende advies van de Landelijke Commissie Compensatieregeling AOW.

Uitbetaling

 

Artikel 9i:19

De compensatie AOW bedoeld in paragraaf 7 en 8 van dit hoofdstuk wordt vanaf het moment waarop de ambtenaar of de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar bereikt maandelijks aan de ambtenaar uitbetaald.

 

§ 9 Slot- en overgangsbepalingen

 

Ontslag

 

Artikel 9i:20

  • 1

    De ambtenaar wordt eervol ontslag verleend na afloop van de voor hem geldende periode van buitengewoonverlof, bedoeld in artikel 9i:3.

  • 2

    Het ontslag gaat in op de dag die volgt op de laatste dag van dit buitengewoon verlof.

  • 3

    Het bestuur neemt een opzegtermijn van drie maanden in acht.

Als de opzegtermijn, bedoeld in lid 3, niet in acht wordt genomen dan gaat de ontslagdatum later in zonder dat dit gevolgen heeft voor de einddatum van het buitengewoon verlof.

 

AY

 

Hoofdstuk 10c van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente opnieuw toe te voegen aan de AVT:

 

10c Reparatie-uitkering bij werkloosheid

 

Werkingssfeer reparatie-uitkering

 

Artikel 10c:1

  • 1

    Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar die recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet of van wie de uitkering op grond van de Werkloosheidswet is geëindigd, maar die op grond van de Werkloosheidswet zoals die gold op 31 december 2015 nog recht op een uitkering zou hebben gehad.

  • 2

    In afwijking van lid 1 van dit artikel, is artikel 10c:7 van toepassing op de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 lid 1, onderdeel a.

Begripsbepalingen

 

Artikel 10c:2

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a

    arbeidsverleden: arbeidsverleden als bedoeld in de Werkloosheidswet;

  • b

    sector: de veiligheidsregio waarop de CAR(-UWO) Veiligheidsregio’s van toepassing is;

  • c

    herleving: herleving overeenkomstig de Werkloosheidswet;

  • d

    indexatie: de reparatie-uitkering wordt geïndexeerd met de generieke salarisverhoging in de sector;

  • e

    reparatie-uitkering: uitkering die de toegekende WW-uitkering in opbouw en duur aanvult naar het niveau op 31 december 2015;

  • f

    sv-maandloon: sv-maandloon als bedoeld in de Werkloosheidswet met het maximum, bedoeld in de Wet financiering sociale verzekeringen;

  • g

    werkloos: werkloos als bedoeld in de Werkloosheidswet;

  • h

    werkloosheidsuitkering: WW-uitkering en reparatie-uitkering tezamen;

  • i

    WW-uitkering: uitkering op grond van de Werkloosheidswet;

  • j

    WW: Werkloosheidswet.

Recht reparatie-uitkering

 

Artikel 10c:3

  • 1

    De ambtenaar heeft recht op een reparatie-uitkering indien:

    • a

      de werkloosheid aansluitend op de WW-uitkering voortduurt; en

    • b

      de WW-opbouw lager is bij een arbeidsverleden vanaf 10 jaar op grond van de WW, dan zou hebben gegolden op grond van de WW op 31 december 2015; of

    • c

      een WW-uitkering met een kortere duur is toegekend op grond van de WW, dan zou hebben gegolden op grond van de WW op 31 december 2015.

  • 2

    De ambtenaar legt de benodigde gegevens en informatie van het UWV aan de veiligheidsregio over die van invloed kunnen zijn op het recht, de hoogte en de duur van de reparatie-uitkering.

Opbouw en duur reparatie-uitkering

 

Artikel 10c:4

  • 1

    De opbouw van de reparatie-uitkering voor de ambtenaar die werkloos wordt met meer dan 10 jaar arbeidsverleden, bedraagt een halve maand per dienstjaar.

  • 2

    De opbouw van de reparatie-uitkering voor de ambtenaar die werkloos wordt met meer dan 24 jaar arbeidsverleden, bedraagt een maand per verstreken kalenderkwartaal.

  • 3

    De duur van de reparatie-uitkering is gelijk aan het verschil tussen de duur van de WW-uitkering op 31 december 2015 en de duur van de WW-uitkering op of na 1 januari 2016 inclusief de opschuiving van de einddatum door herleving.

Hoogte reparatie-uitkering

 

Artikel 10c:5

  • 1

    De reparatie-uitkering heeft dezelfde hoogte als de WW-uitkering als deze niet zou zijn geëindigd.

  • 2

    De volledige reparatie-uitkering is gebaseerd op 36 uur per week werkloosheid.

    Als sprake is van minder dan 36 uur per week werkloosheid, wordt het bedrag van de reparatie-uitkering berekend naar rato van het aantal uren dat de ambtenaar werkloos is.

Sancties reparatie-uitkering

 

Artikel 10c:6

  • 1

    Het bestuur maakt een sanctieregeling op grond waarvan sancties kunnen worden toegepast op de uitbetaling van de reparatie-uitkering. Onderdeel van de sanctieregeling is de plicht die de ambtenaar heeft om het bestuur te informeren over alles wat van invloed kan zijn op de duur en hoogte van de reparatie-uitkering.

Premie reparatie-uitkering

 

Artikel 10c:7

  • 1

    Het bestuur heft vanaf 1 januari 2018 maandelijks een werknemerspremie op het bruto salaris van de ambtenaar die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.

  • 2

    De hoogte van de premie is vastgesteld 0,1% van het salaris en de toegekende salaristoelage(n). De hoogte van de premie kan jaarlijks worden bijgesteld.

  • 3

    De heffingsgrondslag is gemaximeerd tot het maximum-premieloon bedoeld in artikel 17 van de Wet financiering sociale verzekeringen.

Einde reparatie-uitkering

 

Artikel 10c:8

  • 1

    De reparatie-uitkering eindigt na het verstrijken van de uitkeringsduur.

  • 2

    De reparatie-uitkering eindigt op de dag waarop de werkloosheid eindigt.

  • 3

    De reparatie-uitkering eindigt op de dag waarop de ambtenaar de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

  • 4

    De reparatie-uitkering eindigt na een periode van 13 weken van voortdurende arbeidsongeschiktheid door ziekte.

Herleving reparatie-uitkering

 

Artikel 10c:9

  • 1

    Als het recht op een reparatie-uitkering gedeeltelijk of geheel is geëindigd en vervolgens de (ex)-ambtenaar na aanvaarding van een nieuw dienstverband wederom werkloos is geworden, herleeft op verzoek het recht op een reparatie-uitkering voor zover bij de beëindiging van het nieuwe dienstverband geen nieuw recht op een WW-uitkering op grond van de WW is ontstaan.

  • 2

    De duur en de hoogte van de herleefde reparatie- uitkering zijn gelijk aan de duur en hoogte van de reparatie-uitkering waarop de (ex) ambtenaar nog recht zou hebben gehad indien hij onafgebroken werkloos zou zijn geweest.

  • 3

    De reparatie-uitkering kan niet meer herleven als de maximale uitkeringsduur van de reparatie-uitkering is volgemaakt.

Afkoop reparatie-uitkering

 

Artikel 10c:10

  • 1

    Het bestuur kan eenmalig, aan het begin van de uitkeringsperiode, op verzoek van de ambtenaar, toestemming geven voor afkoop van de reparatie-uitkering.

  • 2

    Het bestuur bepaalt de hoogte van het afkoopbedrag en de voorwaarden waaronder de afkoop verstrekt wordt.

AZ

 

Artikelen 15:1a tot en met 15:1g van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente om te nummeren en te vervangen door de navolgende artikelen 15:1a tot en met 15:1g AVT:

 

Verplichtingen

Artikel 15:1a

 

Persoonlijk gebruik van goederen of diensten

Artikel 15:1b

 

Aannemen van geschenken en gelden

Artikel 15:1c

Artikel 15:1d

 

Nevenwerkzaamheden

Artikel 15:1e

 

Melding financiële belangen

Artikel 15:1f

 

Aanneming en levering ten behoeve van de openbare dienst

Artikel 15:1g

 

AAA

 

Artikel 15:1:31 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 15:1:31 AVT:

 

Artikel 15:1:31

Veiligheidsregio Twente draagt er zorg voor dat degene die als lid of als plaatsvervangend lid door een organisatie is aangewezen voor de commissie bedoeld in artikel 12:1, tweede lid, dan wel activiteiten vervult waarvoor hij krachtens artikel 6:4c buitengewoon verlof kan genieten, niet uit hoofde van zijn lidmaatschap of activiteiten wordt benadeeld in zijn positie in de organisatie.

 

AAB

 

Artikel 19:18 onder a van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 19:18 onder a AVT:

 

Artikel 19:18

De vrijwilliger die zich ter beschikking moet houden om opgeroepen te worden voor werkzaamheden ontvangt een consignatievergoeding. Deze vergoeding bedraagt:

  • a

    per uur 16% van het bedrag genoemd in kolom drie van de bijlagen, genoemd in artikel 19:13 op zondagen, nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd en iedere andere dag die daarnaast door het bestuur wordt aangewezen als feestdag;

AAC

 

Artikel 22:3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 22:3 AVT:

 

Artikel 22:3

De ambtenaar heeft recht op een vergoeding van reiskosten van een dienstreis met bestemming binnen Twente.

  • a

    Bij gebruik van openbaar vervoer worden de volledige kosten vergoed.

  • b

    Bij gebruik van een eigen motorvoertuig wordt per kilometer het maximaal fiscaal vrijgestelde bedrag voor reiskosten vergoed.

AAD

 

Hoofdstuk 45 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te laten vervallen:

 

45 (Vervallen, per 01-09-2023)

 

AAE

 

Bijlagen IIb en IIc onder 2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door de navolgende nieuwe bijlagen IIb en IIc onder 2 AVT:

 

Bijlage IIb Vergoedingentabel betreffende de vrijwilligers bij de veiligheidsregio’s per 2 januari 2023

 

Jaarvergoeding

uurbedrag oefeningen en cursussen e.d.

uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening

uurbedrag voor langdurig aanwezigheid

1. Aspirant manschap

423,00

13,06

24,43

16,27

2. Manschap met maximaal 1 specialisatie

423,00

15,01

28,23

18,80

(Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker of Verkenner / Verkenner gevaarlijke stoffen)

3. Duikploegleider, of Manschap met 2 of meer specialisaties uit categorie 2, of langer dan 5 jaar Manschap in categorie 2

423,00

16,65

31,23

20,82

4. Bevelvoerder

634,00

20,88

39,23

26,14

5. Officier van dienst

4.998,00

0,00

49,98

0,00

6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen

7.179,00

0,00

71,79

0,00

7. Commandant van dienst

10.678,00

0,00

80,11

0,00

 

Bijlage IIc Gebruteerde vergoedingentabel betreffende de vrijwilligers bij veiligheidsregio’s per 2 januari 2023

 

Jaarvergoeding

uurbedrag oefeningen en cursussen e.d.

uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening

uurbedrag voor langdurig aanwezigheid

1. Aspirant manschap

427,00

13,24

24,84

16,53

2. Manschap met maximaal 1 specialisatie

(Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker of Verkenner / Verkenner gevaarlijke stoffen)

427,00

15,08

28,79

19,18

3. Duikploegleider, of Manschap met 2 of meer specialisaties uit categorie 2, of langer dan 5 jaar Manschap in categorie 2

427,00

16,72

31,73

21,16

4. Bevelvoerder

646,00

20,92

39,82

26,54

5. Officier van dienst

5.093,00

0,00

50,93

0,00

6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen

7.308,00

0,00

73,08

0,00

7. Commandant van dienst

10.880,00

0,00

81,54

0,00

 

De wijzigingen treden in werking op 1 januari 2024.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Twente,

Enschede, 27 november 2023

H.G.W. Meuleman

(secretaris)

R.W. Bleker

(voorzitter)

Naar boven