Toelichting
Het beleid eenmalige energietoeslag 2023-2 staat niet op zich zelf, maar is gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden.
In artikel 3 wordt de doelgroep nader omschreven. Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de ISD Bollenstreek geldt in de eigen beleidsregels bijzondere bijstand. Daar voorziet artikel 1 in.
Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. Dit kan worden aangenomen bij huishoudens die algemene bijstand ontvangen of een uitkering IOAW of IOAZ.
Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. In dergelijke situaties kan een toets op hardheid van de voorgenomen afwijzing worden uitgevoerd(zie artikel 7). Bijzondere omstandigheden kunnen bijvoorbeeld zijn dat vanwege een hoge energierekening schulden ontstaan, of een energie afsluiting dreigt.
Toelichting bij enkele artikelen
Artikel 1
Ondernemers en berekening inkomen
Ook ondernemers kunnen in aanmerking komen voor de energietoeslag 2023. De beleidsvrijheid die de gemeente heeft houdt in dat die ook de vrijheid heeft om te beslissen hoe het inkomen van een ondernemer voor de energietoeslag berekend kan worden en welke periode daarbij als referteperiode geldt. In het geval van ondernemers is dat: welk boekjaar. Hiervoor bestaan in de praktijk verschillende berekeningswijzen. Wel moet altijd berekend worden of de ondernemer met zijn netto-huishoudinkomen in de referteperiode valt onder de voor zijn situatie van toepassing zijnde bijstandsnorm, verhoogd met het binnen de gemeente geldende percentage daarvan.
Hiervoor zijn de volgende stappen van belang:
- 1.
Bereken de voor de ondernemer geldende toepasselijke bijstandsnorm, vermenigvuldigd met het binnen de gemeente geldende percentage voor de energietoeslag (130%);
- 2.
Bereken het netto-huishoudinkomen van de ondernemer (over een jaar).
Een mogelijke berekeningswijze om tot het netto-huishoudinkomen van de ondernemer te komen is aan de hand van de omzet minus de kosten (rekening houdend met de aftrekposten en de inkomstenbelasting). Dat is het netto-inkomen van de ondernemer. Daar moet het eventuele inkomen van de partner bij opgeteld worden. De uitkomst is dan het huishoudinkomen van dat jaar van de ondernemer. Dit inkomen moet vergeleken worden met het eerder berekende bedrag (stap 1, 130%). Als het netto-huishoudinkomen onder dat bedrag ligt, kan de ondernemer aanspraak maken op de energietoeslag.
Wisselende inkomsten
Is er sprake van wisselende inkomsten, dan gaan we uit van het gemiddelde inkomen over de afgelopen 3 maanden.
Artikel 4
In de wet worden bewoners van een instelling (inrichting conform artikel 1 aanhef en sub f Pw) niet uitgesloten van de energietoeslag. Bewoners van zorg-, revalidatie- en verpleeginstellingen en van instellingen voor beschermd of begeleid wonen worden in principe uitgesloten van de energietoeslag, als de instelling voorziet in de energiekosten.
Wanneer de bewoner zelf voorziet in de energiekosten en dit uit een energiecontract, een specificatie van de servicekosten of van de huurcomponenten blijkt, kan er wel recht bestaan op de energietoeslag. Indien er sprake is van apart betaalde energiekosten, wordt maatwerk toegepast.
Partners van wie een studeert
Studenten zijn op grond van artikel 35, vijfde lid, onderdeel b van de Participatiewet uitgesloten van het recht op de energietoeslag 2023. Wanneer een student samenwoont of gehuwd is, wordt de partner voor de energietoeslag als een alleenstaande beschouwd omdat de studerende partner niet-rechthebbend is.
De ISD beoordeelt de aanvraag energietoeslag dan op basis van het inkomen van de niet-studerende partner en op basis van het van toepassing zijnde percentage voor de energietoeslag (130%) van de van toepassing zijnde bijstandsnorm (artikel 24 Pw). Ontvangt de studerende partner een aanvullende beurs? Dan kan er sprake zijn van een recht op de tegemoetkoming energiekosten (DUO) voor de studerende partner en recht op de energietoeslag 2023 voor de niet-studerende partner.