Toelichting
Algemeen
Eind 2015 is door het Algemeen Bestuur de Inhoudelijke Agenda 2016 – 2020 vastgesteld en op 30 oktober 2019 de Regionale Agenda 2019-2023 als opvolger daarvan. In deze agenda’s zijn de ambities en speerpunten op het gebied van Maatschappij, Economie en Leefomgeving door de 14 (en door de fusie van Noordwijk en Noordwijkerhout later 13) samenwerkende gemeenten vastgesteld. Daarbij is geconstateerd dat ten behoeve van het faciliteren en versnellen van projecten die bijdragen aan het realiseren van de opgaven uit deze Inhoudelijke Agenda het wenselijk is om financiële middelen beschikbaar te hebben. Daarbij is het de wens om extra middelen van andere partijen dan Holland Rijnland of de inliggende gemeenten aan deze regio te binden. In het verleden is bijvoorbeeld via het Regionaal Investeringsfonds veel succes geboekt.
Het Dagelijks Bestuur vindt het belangrijk om financiële middelen beschikbaar te hebben voor cofinanciering. De ervaring is dat bij een aanvraag voor cofinanciering het als gevolg van besluitvormingstrajecten en begrotingswijzigingen lang duurt om deze beschikbaar te krijgen. Dit vraagt van het Dagelijks Bestuur vaak creatieve oplossingen om toch snel financiële middelen beschikbaar te hebben, of het risico te lopen kansen te missen. Als de regio een cofinancieringsbudget beschikbaar heeft kan zij snel op kansen inspringen, zonder daarvoor een extra bijdrage aan gemeenten te hoeven vragen in de vorm van begrotingswijzigingen.
Hierbij is flexibiliteit nodig om te kunnen inspringen op innovaties en/of kansen die zich voordoen uit bijvoorbeeld de markt en/of onderwijs. Een voorbeeld hiervan is een publiek-privaat initiatief om te komen tot een toegepaste vakopleiding gericht op scholing van personeel voor topsectoren (Greenports, Health- and Lifesciences, Space) in de regio. Hiermee wordt niet alleen het vestigingsklimaat verbeterd, maar worden ook ontwikkelkansen aan jongeren geboden. Verder kan worden gedacht aan projecten op het gebied van energietransitie, maar ook vernieuwing van de zorg. Initiatieven dienen passend te zijn binnen de Inhoudelijke Agenda/ Regionale Agenda, waarbij aan de voorkant geen harde omschrijving kan worden gegeven waaraan dient te worden voldaan. Innovatie kan natuurlijk niet worden voorspeld.
Artikelsgewijze toelichting
Hoofdstuk 2 Fonds Cofinanciering
Art. 2.1 t/m art. 2.8
Met ingang van 1 januari 2017 is er een door het AB ingesteld Fonds Cofinanciering.
Er komt jaarlijks een financiële voeding van het Fonds uit de begroting. Eventueel kan het Algemeen Bestuur bij de vaststelling van de jaarrekening besluiten tot het bestemmen van een positief rekeningresultaat ten behoeve van het Fonds. Het DB kan een bijdrage uit het Fonds toekennen aan een initiatief uit de regio dat bijdraagt aan het realiseren van de ambities uit de Inhoudelijke Agenda/ Regionale Agenda of een initiatief dat aansluit op de actualiteit en innovatief van aard is en van belang voor de regio. Per initiatief kan maximaal € 100.000 worden toegekend. Werken met een Fonds en het in vooroverleg met de initiatiefnemer(s) voorbereiden van de aanvraag om een bijdrage maakt een korte behandel- en besluittermijn mogelijk.
Hoofdstuk 3 Beschikbaarheid middelen uit het Fonds
Er kunnen middelen uit het Fonds beschikbaar worden gesteld als aan voorwaarden is voldaan. In het vooroverleg wordt het initiatief besproken. Het initiatief moet een bijdrage leveren aan de ambities uit de Inhoudelijke Agenda 2016 – 2020 en de Regionale Agenda 2019 - 2023 op de onderwerpen Maatschappij, Economie en Leefomgeving en/of een initiatief zijn uit de actualiteit dat innovatief van aard is en van belang voor de regio. De beschrijving van het initiatief en de wijze waarop deze voldoet aan de voorwaarden vindt plaats in een ontwikkelplan, plan van aanpak of business case. Hierin wordt ingegaan op de doelstelling, beoogd resultaat en de werkwijze van de uitvoering. Hierbij wordt een onderbouwing van de kosten gegeven. Ook komt aan de orde de door initiatiefnemer(s) te leveren bijdragen, inzet en de tijdsplanning. Het initiatief dient bovengemeentelijk zijn; dat wil zeggen dat er een bovenlokaal belang dient te zijn of een effect dat een bovengemeentelijke uitstraling heeft.
Hoofdstuk 4 Behandelen verzoek om bijdrage uit het Fonds
Omschreven zijn de minimale voorwaarden waaraan een verzoek dient te voldoen. Gekozen is voor een informeel vooroverleg. Op deze wijze wordt de kansrijkheid van de daadwerkelijke aanvragen voor cofinanciering vergroot.
Hoofdstuk 5. Besluit toekennen bijdrage uit het Fonds
In verband met rechtszekerheid belangen van partijen, en de noodzaak om rekening en verantwoording af te leggen, is de behandeling van het verzoek om bijdrage en het besluit daarover onder de werking van de Algemene subsidieverordening gebracht.