Wijziging Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Groningen

[Dit wijzigingsbesluit zal vanwege de verschillende data van inwerkingtreding in vier verschillende publicaties verwerkt worden. In dit Blad gemeenschappelijke regeling zullen de wijzigingen per 1 april 2022 van bijlage IIa, IIb en IIc verwerkt worden.]

 

Het Dagelijks Bestuur besluit: De LOAV circulaires WVSV, regeling dienstreizen vast te stellen.

 

Bijlage bij LOAV-circulaire 22/01

 

Bijlage 1 CAR-tekst per 1 januari 2022

A. Artikel 1:2c lid 2 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 2.

    Het college kan voor de ambtenaar die onder een doelgroep in het doelgroepenregister van de Wet banenafspraak valt en niet zelfstandig het wettelijk minimumloon kan verdienen, in afwijking van artikel 3:3, een salaris vaststellen met toepassing van salarisschaal A. Als het salaris in de salarisschaal A omgerekend naar het salaris per uur lager is dan € 14,-, heeft de ambtenaar minimaal recht op een salaris per uur van €14,-. Het op dit lid gebaseerde bedrag van € 14,- wordt niet geïndexeerd met de salarisverhogingen.

B. Artikel 3:3 lid 1 wordt gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 1.

    Het college stelt het salaris van een ambtenaar vast aan de hand van zijn functieschaal zoals opgenomen in de salaristabel in bijlage IIa, op grond van zijn ervaring, geschiktheid en bekwaamheid. Het salaris wordt vastgesteld met aanduiding van een periodiek in de functieschaal. Als het salaris in de salaristabel in bijlage IIa omgerekend naar het salaris per uur lager is dan € 14,-, heeft de ambtenaar minimaal recht op een salaris per uur van

    € 14,-. Het op dit lid gebaseerde bedrag van

    € 14,- wordt niet geïndexeerd met de salarisverhogingen.

C. Aan artikel 3:3 wordt een nieuw derde en vierde lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Voor de ambtenaar in artikel 1:2c, lid 2 geldt een aparte salarisschaal A. De salaristabel salarisschaal A is:

     

    Schaal A

    Percentages van het WML

    0

    100%

    1

    101,8%

    2

    103,6%

    3

    105,5%

    4

    107,3%

    5

    109,1%

    6

    110,9%

    7

    112,7%

    8

    114,5%

    9

    116,4%

    10

    118,2%

    11

    120%

  • 4.

    Als het salaris in de salaristabel in lid 1 of lid 3 omgerekend naar het salaris per uur lager is dan € 14,--, heeft de ambtenaar minimaal recht op een salaris per uur van € 14,--. Het op dit lid gebaseerde bedrag van € 14,-- wordt niet geïndexeerd met de algemene salariswijzigingen.

Bijlage 2 CAR: bijlage IIa

Salaristabel per 1 december 2021, nieuwe structuur.

 

periodiek

Schaal

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

0

1658

1696

1739

1789

1841

1963

2203

2521

2798

3017

1

1696

1753

1811

1869

1929

2052

2295

2623

2917

3158

2

1738

1810

1883

1949

2016

2142

2388

2725

3036

3298

3

1779

1867

1955

2028

2104

2231

2481

2827

3155

3438

4

1821

1924

2026

2108

2192

2321

2574

2929

3274

3579

5

1862

1981

2098

2188

2280

2411

2667

3031

3393

3720

6

1904

2038

2170

2268

2368

2499

2760

3134

3513

3860

7

1945

2095

2242

2348

2455

2589

2852

3236

3632

4000

8

1987

2152

2314

2428

2543

2678

2946

3339

3752

4141

9

2028

2209

2385

2507

2631

2768

3038

3441

3871

4281

10

2069

2266

2457

2587

2718

2858

3131

3543

3990

4421

11

2111

2322

2529

2667

2806

2947

3224

3645

4109

4562

 

periodiek

Schaal

10A

11

11A

12

13

14

15

16

17

18

0

3326

3615

3979

4343

4849

5151

5539

5931

6563

7274

1

3470

3764

4128

4492

4995

5328

5743

6169

6820

7551

2

3614

3914

4278

4640

5142

5505

5948

6407

7077

7827

3

3758

4063

4426

4787

5288

5682

6152

6646

7334

8104

4

3902

4213

4576

4934

5435

5859

6357

6884

7591

8380

5

4046

4362

4722

5080

5581

6036

6562

7122

7848

8656

6

4190

4512

4869

5226

5728

6213

6767

7361

8105

8932

7

4334

4660

5016

5373

5875

6390

6971

7599

8362

9209

8

4477

4806

5162

5520

6021

6568

7176

7837

8619

9485

9

4621

4953

5308

5666

6167

6744

7380

8076

8876

9762

10

4761

5100

5455

5813

6314

6921

7585

8314

9133

10038

11

4903

5247

5602

5960

6461

7098

7790

8552

9390

10314

 

Bijlage 3 CAR: bijlage IIa

Salaristabel per 1 januari 2022, nieuwe structuur.

 

periodiek

Schaal

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

0

1658

1696

1739

1789

1841

1963

2203

2521

2798

3017

1

1696

1753

1811

1869

1929

2052

2295

2623

2917

3158

2

1738

1810

1883

1949

2016

2142

2388

2725

3036

3298

3

1779

1867

1955

2028

2104

2231

2481

2827

3155

3438

4

1821

1924

2026

2108

2192

2321

2574

2929

3274

3579

5

1862

1981

2098

2188

2280

2411

2667

3031

3393

3720

6

1904

2038

2170

2268

2368

2499

2760

3134

3513

3860

7

1945

2095

2242

2348

2455

2589

2852

3236

3632

4000

8

1987

2152

2314

2428

2543

2678

2946

3339

3752

4141

9

2028

2209

2385

2507

2631

2768

3038

3441

3871

4281

10

2069

2266

2457

2587

2718

2858

3131

3543

3990

4421

11

2111

2322

2529

2667

2806

2947

3224

3645

4109

4562

 

periodiek

Schaal

10A

11

11A

12

13

14

15

16

17

18

0

3326

3615

3979

4343

4849

5151

5539

5931

6563

7274

1

3470

3764

4128

4492

4995

5328

5743

6169

6820

7551

2

3614

3914

4278

4640

5142

5505

5948

6407

7077

7827

3

3758

4063

4426

4787

5288

5682

6152

6646

7334

8104

4

3902

4213

4576

4934

5435

5859

6357

6884

7591

8380

5

4046

4362

4722

5080

5581

6036

6562

7122

7848

8656

6

4190

4512

4869

5226

5728

6213

6767

7361

8105

8932

7

4334

4660

5016

5373

5875

6390

6971

7599

8362

9209

8

4477

4806

5162

5520

6021

6568

7176

7837

8619

9485

9

4621

4953

5308

5666

6167

6744

7380

8076

8876

9762

10

4761

5100

5455

5813

6314

6921

7585

8314

9133

10038

11

4903

5247

5602

5960

6461

7098

7790

8552

9390

10314

 

Bijlage 4 CAR: bijlage IIa

Salaristabel per 1 april 2022, nieuwe structuur.

 

periodiek

Schaal

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

0

1698

1737

1781

1832

1885

2010

2255

2581

2865

3090

1

1737

1795

1855

1914

1975

2102

2350

2686

2987

3234

2

1780

1854

1928

1996

2065

2193

2446

2790

3109

3377

3

1822

1912

2002

2077

2155

2285

2540

2895

3231

3521

4

1864

1971

2075

2158

2245

2377

2636

3000

3353

3665

5

1907

2029

2149

2240

2334

2468

2731

3104

3475

3809

6

1949

2086

2222

2322

2424

2559

2826

3210

3598

3952

7

1992

2145

2296

2404

2514

2651

2921

3314

3720

4096

8

2034

2203

2369

2486

2604

2743

3016

3419

3842

4240

9

2077

2262

2443

2567

2694

2834

3111

3523

3964

4384

10

2119

2320

2516

2649

2784

2926

3207

3628

4086

4527

11

2162

2378

2590

2731

2874

3018

3301

3732

4208

4671

 

periodiek

Schaal

10A

11

11A

12

13

14

15

16

17

18

0

3406

3701

4074

4447

4965

5274

5671

6073

6720

7449

1

3554

3854

4227

4600

5115

5456

5881

6317

6983

7732

2

3701

4007

4380

4752

5265

5637

6091

6561

7247

8015

3

3848

4161

4533

4902

5415

5818

6300

6806

7510

8298

4

3995

4314

4685

5052

5565

5999

6510

7049

7773

8581

5

4143

4467

4836

5202

5715

6181

6719

7293

8036

8864

6

4290

4621

4986

5352

5866

6362

6929

7537

8300

9147

7

4438

4772

5136

5502

6016

6544

7139

7781

8563

9430

8

4585

4922

5286

5652

6166

6725

7348

8025

8826

9713

9

4731

5072

5436

5802

6315

6906

7557

8270

9089

9996

10

4876

5222

5586

5953

6466

7087

7767

8514

9353

10278

11

5021

5372

5736

6103

6616

7269

7977

8758

9616

10562

 

Bijlage 5 CAR: bijlage IIb

Vergoedingentabel betreffende de vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 december 2021.

 

jaar vergoeding

uurbedrag oefeningen en cursussen e.d.

uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening

uurbedrag voor langdurig 

aanwezigheid

1. Aspirant manschap

378

11,67

21,83

14,54

2. Manschap met maximaal 1 specialisatie Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker of Verkenner gevaarlijke stoffen)

378

13,41

25,22

16,80

3. Duikploegleider, of Manschap met 2 of meer specialisaties uit categorie 2, of langer dan 5 jaar Manschap in categorie 2

378

14,87

27,90

18,60

4. Bevelvoerder

566

18,65

35,05

23,36

5. Officier van dienst

4466

0,00

44,66

0,00

6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen

6414

0,00

64,14

0,00

7. Commandant van dienst

9540

0,00

71,57

0,00

 

Bijlage 6 CAR: bijlage IIb

Vergoedingentabel betreffende de vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 april 2022.

 

jaar vergoeding

uurbedrag oefeningen en cursussen e.d.

uurbedrag voor brandbestrijding en hulpverlening

uurbedrag voor langdurig aanwezigheid

1. Aspirant manschap

387

11,95

22,35

14,89

2. Manschap met maximaal 1 specialisatie

(Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brand- weerduiker of Verkenner gevaarlijke stoffen)

387

13,73

25,83

17,20

3. Duikploegleider, of Manschap met 2 of meer specialisaties uit categorie 2, of langer dan 5 jaar Manschap in categorie 2

387

15,23

28,57

19,05

4. Bevelvoerder

580

19,10

35,89

23,92

5. Officier van dienst

4573

0,00

45,73

0,00

6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen

6568

0,00

65,68

0,00

7. Commandant van dienst

9769

0,00

73,29

0,00

 

Bijlage 7 CAR: bijlage IIc

Gebruteerde Vergoedingsbedragen betreffende vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 december 2021.

 

jaar ver-goe ding

uurbedrag oefeningen en cursus sen e.d.

uurbedrag voor brandbestrijding en hulpver lening

uurbedrag voor langdurig aanwe zigheid

1. Aspirant manschap

382

11,83

22,20

14,77

2. Manschap met maximaal 1 specialisatie (Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker of Ver- kenner gevaarlijke stoffen)

382

13,66

25,72

17,14

3. Duikploegleider, of Manschap met 2 of meer specialisaties uit categorie 2, of langer dan 5 jaar Manschap in categorie 2

382

15,15

28,35

18,91

4. Bevelvoerder

577

18,95

35,58

23,71

5. Officier van dienst

4551

0,00

45,51

0,00

6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke

stoffen

6529

0,00

65,29

0,00

7. Commandant van dienst

9721

0,00

72,85

0,00

 

Bijlage 8 CAR: bijlage IIc

Gebruteerde Vergoedingsbedragen betreffende vrijwilligers bij de gemeentelijke brandweer per 1 april 2022.

 

jaar vergoe ding

uurbedrag oefeningen en cursus sen e.d.

uurbedrag voor brandbestrijding en hulpver lening

uurbedrag voor langdurig aanwe zigheid

1. Aspirant manschap

391

12,11

22,73

15,12

2. Manschap met maximaal 1 speci- alisatie (Chauffeur, Voertuigbediener, Gaspakdrager, Brandweerduiker of Verkenner gevaarlijke stoffen)

391

13,80

26,34

17,55

3. Duikploegleider, of Manschap met 2 of meer specialisaties uit categorie 2, of langer dan 5 jaar Manschap in categorie 2

391

15,30

29,03

19,36

4. Bevelvoerder

591

19,14

36,43

24,28

5. Officier van dienst

4660

0,00

46,60

0,00

6. Hoofdofficier van dienst, adviseur gevaarlijke stoffen

6686

0,00

66,86

0,00

7. Commandant van dienst

9954

0,00

74,60

0,00

 

Bijlage bij LOAV-circulaire 22/02

 

A.

In artikel 9g:2 wordt een sub m toegevoegd, luidende:

“m. middelen: de regeling van de Belastingdienst om mensen met een wisselend inkomen tegemoet te komen.”.

 

B.

Aan artikel 9g:11 wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:

“Wanneer het berekend nadeel als bedoeld in artikel 9g:8 na middelen lager is dan het toegekende compensatiebedrag, vindt herrekening van het compensatiebedrag plaats zonder daarbij het drempelbedrag toe te passen.”.

 

C.

Onder vernummering van de artikelen 9g:14 en 9g:15 in de artikelen 9g:15 en 9g:16 wordt een nieuw artikel 9g:14 ingevoegd, luidende:

 

Artikel 9g:14 Toepassen middelen na toekenning compensatiebedrag

  • 1.

    De medewerker die in aanmerking is gekomen voor een compensatieregeling stelt de werkgever terstond in kennis van een nadien gehonoreerd verzoek tot middelen door de Belastingdienst, door het overleggen van een afschrift van de uitspraak op het verzoek.

  • 2.

    Als middeling leidt tot een teruggave van belastingbedragen die is toe te schrijven aan de transitie levenslooptegoed, het versneld sparen levensloop of de afkoop FLO60 als bedoeld in 9f:4, verlaagt deze teruggave het drempelbedrag, toegeschre- ven aan dat kalenderjaar, met maximaal de hoogte van dat drempelbedrag.

  • 3.

    Na ontvangst van uitspraak van de Belastingdienst op het verzoek tot middelen be- ziet de commissie als bedoeld in 9g:15 of en in hoeverre deze uitspraak aanleiding geeft te komen tot een herziening van het eerder uitgebrachte advies.

  • 4.

    Als de herziening van het eerder uitgebrachte advies leidt tot een lager toe te kennen compensatiebedrag, voegt de werkgever het verschil tussen de twee compensatiebe- dragen toe aan het virtueel Netto FLO Spaartegoed (NFST).

  • 5.

    Herrekening na middelen geeft geen aanspraak op een hoger vast te stellen compen- satiebedrag.

  • 6.

    Voor de toepassing van dit artikel wordt het resultaat van de middeling in gelijke de- len verdeeld over de kalenderjaren waar de middeling op is toegepast en zijn toe te rekenen tot de kalenderjaren 2019, 2020 of 2021.

Bijlage bij LOAV-circulaire 22/03

 

Bijlage 1 CAR-tekst per 1 januari 2022 (artikel 6:5 met ingang van 2 augustus 2022)

 

A. Artikel 3:22a wordt ingevoegd en komt te luiden:

 

Artikel 3:22a Thuiswerkvergoeding 2022

  • 1.

    Iedere dag dat de ambtenaar thuis werkt bestaat aanspraak op een thuiswerkver- goeding van € 2,- netto, ongeacht de omvang van de aanstelling.

  • 2.

    Aanspraak op de thuiswerkvergoeding bestaat alleen op dagen waarop met de ambtenaar is afgesproken om thuis te werken.

  • 3.

    De ambtenaar die op een dag in overwegende mate thuiswerkt, krijgt voor die dag geen reiskostenvergoeding woon-werk. Het bestuur kan hiervan afwijken.

  • 4.

    De ambtenaar die op een dag in overwegende mate op een werklocatie werkt, krijgt voor die dag geen thuiswerkvergoeding.

  • 5.

    De ambtenaar die op een dag thuiswerkt en een dienstreis maakt waarvoor de me- dewerker een vergoeding krijgt op basis van artikel 3:21, krijgt voor deze dag ook een thuiswerkvergoeding.

  • 6.

    Het bestuur kan aanvullende regels vaststellen voor de uitvoering van de thuis- werkvergoeding.

  • 7.

    Dit artikel geldt van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022.

B. Artikel 3:31 wijzigt in:

Als de medewerker kiest voor het kopen van vakantie-uren dan wordt het IKB per vakantie-uur verlaagd met het voor de medewerker geldende uurloon vermeerderd met het IKB per uur van de maand waarin hij de uren verkoopt.

 

C. Artikel 6:2, tweede en derde lid vervallen.

 

D. Artikel 6:3a wordt toegevoegd, luidende:

 

Artikel 6:3a Verlofsparen

  • 1.

    De ambtenaar kan verlofsparen.

  • 2.

    De verlofspaaruren verjaren niet.

  • 3.

    De bronnen van de verlofspaaruren zijn:

    • a.

      het verlof uit de overwerkvergoeding in artikel 3:18, tweede lid;

    • b.

      de vakantie-uren gekocht uit het IKB in artikel 3:29, eerste lid, onder a;

    • c.

      de vakantie-uren bij onregelmatig werken en beschikbaarheidsdienst in artikel 6:2:1, vierde lid;

    • d.

      overig toegekende niet-wettelijke vakantie-uren.

  • 4.

    De ambtenaar kiest uit het derde lid welke uren hij spaart. Een combinatie van bronnen uit het derde lid is mogelijk.

  • 5.

    De ambtenaar met een voltijdsdienstverband mag op 31 december van een kalen- derjaar maximaal 3600 uren verlof hebben. Hieronder vallen de verlofspaaruren, de wettelijke vakantie-uren, de bovenwettelijke vakantie-uren en andere (compensatie)verlofuren.

  • 6.

    Als de ambtenaar verlofspaaruren opneemt voor een periode van een maand of langer, geldt artikel 6:9, tweede tot en met negende lid.

  • 7.

    Als de ambtenaar arbeidsongeschikt is, geldt artikel 6:11.

  • 8.

    De ambtenaar neemt voor het einde van zijn dienstverband zijn verlofspaaruren zoveel mogelijk op in overleg met het bestuur.

E. Artikel 6:5 wijzigt met ingang van 2 augustus 2022 in:

 

Artikel 6:5 Ouderschapsverlof

  • 1.

    De ambtenaar met ouderschapsverlof krijgt gedurende maximaal 13 keer de for-mele arbeidsduur per week een percentage van zijn salaris en salaristoelage(n) doorbetaald.

    Het percentage is bij:

     

    Salarisschaal

    Percentage doorbetaling salaris en salaristoelage(n)

    Schaal 1

    90%

    Schaal 2

    85%

    Schaal 3

    80%

    Schaal 4

    70%

    Schaal 5

    60%

    Schaal 6 en hoger

    50%

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid, kan de ambtenaar met ouderschapsverlof naar wens 100% doorbetaling van zijn salaris en salaristoelage(n) krijgen. De duur van het be- taalde ouderschapsverlof in het eerste lid wordt dan evenredig verlaagd. De volgende rekenformule is van toepassing:

  • 13 maal de formele arbeidsduur per week, vermenigvuldigd met het op de ambte- naar toepasselijke percentage in het eerste lid.

  • Het aantal uren dat uit deze berekening komt, zijn de uren waarop de ambtenaar recht heeft op 100% doorbetaling van zijn salaris en salaristoelage(n) tijdens ou- derschapsverlof.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid, kan de ambtenaar zelf een percentage doorbetaling van zijn salaris en salaristoelage(n) kiezen. Bij een verlaging van het percentage doorbetaling van het salaris en de salaristoelage(n), neemt het aantal uren gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof toe. De gewenste balans tussen het aantal uren gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof en het percentage van de doorbetaling van zijn salaris en salaristoelage(n) kan als volgt worden berekend:

  • 100% gedeeld door het gewenste percentage doorbetaling van zijn salaris en salaristoelage(n), vermenigvuldigd met het aantal uren berekend in het tweede lid.

  • Het aantal uren dat uit deze berekening volgt, zijn de uren waarop de ambtenaar recht heeft op het door hem gewenste percentage doorbetaling van zijn salaris en salaristoelage(n) tijdens ouderschapsverlof.

  • 4.

    De ambtenaar mag tijdens het betaald ouderschapsverlof geen betaald werk ver- richten. Het bestuur kan hierover aanvullende regels stellen.

  • 5.

    Het bedrag dat op grond van dit artikel aan de ambtenaar wordt doorbetaald, opge- teld bij zijn wettelijke uitkering tijdens ouderschapsverlof, mag per maand niet meer bedragen dan 100% van zijn salaris en salaristoelage(n).

Bijlage bij LOAV-circulaire 22/04

 

Bijlage 1 CAR-tekst

 

A. Artikel 3:18 lid 4 wijzigt in:

Kan geen verlof worden verleend in overeenstemming met het derde lid dan kan de amb- tenaar kiezen voor:

  • a.

    een vergoeding uitsluitend bestaande uit een bedrag dat bestaat uit het uurloon ver- meerderd met het percentage van het uurloon conform het tweede lid onder b, of

  • b.

    het inzetten van het verlof voor verlofsparen als bedoeld in artikel 6.3a.

B. Artikel 3:31 wijzigt in:

Als de ambtenaar kiest voor het kopen van vakantie-uren dan wordt het IKB per vakantie- uur verlaagd met het voor de medewerker geldende uurloon vermeerderd met het IKB per uur van de maand waarin hij de uren koopt.

Naar boven