Wijziging van de Beleidsregel terug- en invordering Bbz 2004

Het dagelijks bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI), in zijn vergadering van 12 januari 2022,

 

gelet op:

de invoering van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) per 1 maart 2020 en de daaruit ontstane bevoegdheden voor terug- en invordering van bijstand en bedrijfskapitaal op grond van de Tozo,

 

besluit:

de Beleidsregel terug- en invordering BBZ 2004 van toepassing te verklaren op de terugvordering en invordering van bedrijfskapitaal op grond van de Tozo en de beleidsregel daarom als volgt te wijzen:

ARTIKEL I  

De Beleidsregel terug- en invordering Bbz 2004 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Aan artikel 1 wordt toegevoegd:

 

  • l.

    Tozo: Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers;

  • m.

    zelfstandige: de rechthebbende volgens artikel 1 van de Tozo of de belanghebbende zoals bedoeld in artikel 1 aanhef, en onder b van het Bbz 2004.

B

Na artikel 1 wordt het volgende artikel ingevoegd:

 

Artikel 1a. Schakelbepaling terug- en invordering Tozo

De bepalingen uit deze beleidsregel zijn ook van toepassing op de terugvordering en invordering van bedrijfskapitaal dat op grond van de Tozo is toegekend.

ARTIKEL II  

Deze regels treden in werking op de dag na publicatie en werken terug tot 1 januari 2022.

ARTIKEL III  

Deze regels worden aangehaald als: Wijziging van de Beleidsregel terug- en invordering Bbz 2004 ten behoeve van de Tozo.

Het dagelijks bestuur van de RDWI, besloten in de vergadering van 12 januari 2022

De directeur,

De voorzitter,

Toelichting

De bijstand in de vorm van bedrijfskapitaal op grond van de Tozo is een lening. Dit bedrag moet terugbetaald worden. Oorspronkelijk gold dat het bedrijfskapitaal Tozo 1, 2 en 3 in maximaal 3 jaar tijd vanaf de datum van verstrekking moest worden terugbetaald. Tot 1 januari 2021 hoefde er voor bedrijfskapitaal dat was uitgekeerd in 2020 niet te worden afgelost. Daarna was uitstel mogelijk op basis van individuele omstandigheden, als de zelfstandige op 1 januari 2021 niet in staat is om aan de rente- of aflossingsverplichting te voldoen (art. 4:94 Awb). Veel zelfstandig ondernemers bleken echter vanaf 1 januari 2021 nog niet in staat om aan hun aflossings- en renteverplichtingen te voldoen. Daarom is er collectief uitstel van de terugbetalingsverplichting geregeld in een ministeriële regeling 1 . Vervolgens zouden zelfstandig ondernemers de aflossing en rente van de Tozo-lening moeten beginnen terug te betalen vanaf 1 juli 2021. Ondanks dat de beperkende maatregelen stapsgewijs opgeheven, waren veel zelfstandig ondernemers ook vanaf 1 juli 2021 nog niet in staat om aan hun aflossings- en renteverplichtingen te voldoen. Om die reden is de terugbetalingsdatum nogmaals collectief met maximaal 6 maanden uitgesteld tot 1 januari 2022.

 

De verplichting om de lening terug te betalen vangt voor bestaande en nieuwe leningen dus aan op 1 januari 2022. De looptijd (de periode vanaf het moment van verstrekking tot het moment waarop deze moet zijn terugbetaald) van bestaande en nieuwe leningen wordt verlengd tot 5 jaar. Gedurende de maanden januari 2021 tot en met december 2021 wordt geen rente opgebouwd op bestaande en nieuwe leningen.

 

Artikel 16 Tozo geeft beleidsruimte om verplichtingen te verbinden aan de lening voor bedrijfskapitaal. In de beschikking (toekenning lening bedrijfskapitaal) wordt in ieder geval opgenomen: • De verplichting om rente en aflossing te betalen plus de betalingstermijnen; • Dat de lening direct kan worden opgeëist als de zelfstandige de betalingsverplichting niet nakomt, als het bedrijf of beroep wordt overgedragen of beëindigd of ingeval van surseance van betaling of faillissement van de zelfstandige, één van de vennoten of leden waarmee het bedrijf of zelfstandig beroep wordt uitgeoefend of van de rechtspersoon.

Daarnaast kunnen er aanvullende regels worden vastgesteld over de wijze waarop de lening moet worden terugbetaald en de overige aspecten die bij de invordering aan de orde zijn, zoals de situaties waarin van verdere terug- en/of invordering wordt afgezien.

 

Gebleken is dat de bepalingen uit de beleidsregel terug- en invordering Bbz 2004 over de terug- en invordering van bedrijfskapitaal in de praktijk voldoen. Daarom is er voor gekozen om deze bepalingen ook van toepassing te laten zijn op de Tozo. Op deze wijze ontstaan er consistente regels voor één uitvoeringspraktijk voor de terug- en invordering van bedrijfskapitaal op grond van de Tozo en het Bbz 2004.

 

Hiertoe wordt de beleidsregel terug- en invordering Bbz 2004 allereerst uitgebreid met twee begrippen uit de Tozo (artikel 1).

Verder komt in een nieuw in te voegen artikel tot uitdrukking dat er voor de terug- en invordering van leningen voor bedrijfskapitaal op grond van de Tozo en het Bbz 2004 hetzelfde wordt gehandeld (artikel 1a).

 

Vanwege het collectief verleende uitstel, vangt de terugbetalingsverplichting aan vanaf 1 januari 2022. Daarom treedt de bepaling met terugwerkende kracht in werking vanaf 1 januari 2022.

 

Naar boven