Blad gemeenschappelijke regeling van Samenwerking De Bevelanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Samenwerking De Bevelanden | Blad gemeenschappelijke regeling 2022, 721 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Samenwerking De Bevelanden | Blad gemeenschappelijke regeling 2022, 721 | beleidsregel |
Beleidsregels Marginale Zelfstandigen GR De Bevelanden
Beleidsregels marginale zelfstandigen GR De Bevelanden
Het Dagelijks bestuur van Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking De Bevelanden;
vast te stellen de 'Beleidsregels Marginale Zelfstandigen GR De Bevelanden'.
Artikel 1 Reikwijdte beleidsregels
Artikel 2 Definitie marginaal zelfstandige
1 . Een marginale zelfstandige is een bijstandsgerechtigde die freelance werkzaamheden of nevenactiviteiten van geringe omvang verricht die bescheiden inkomsten opleveren en die voor zijn eigen rekening en risico worden uitgevoerd.
Bij gebleken levensvatbaarheid bestaat de mogelijkheid als startende ondernemer een beroep te doen op het Bbz 2004.
Artikel 3 Voorwaarden marginaal zelfstandige
1 . Er mag maximaal 20 uur per week worden besteed aan de zelfstandige activiteiten.
Belanghebbende moet blijven voldoen aan de voorwaarden die aan de uitkering zijn gesteld en moet volledig beschikbaar zijn en blijven voor de arbeidsmarkt. De zelfstandige activiteiten mogen geen belemmering vormen voor het aanvaarden van arbeid in loondienst en de belanghebbende moet actief blijven solliciteren.
Artikel 4 Wijze van verrekening inkomsten gedurende het kalenderjaar
Deze kosten kunnen direct aan een product worden toegerekend en zijn daarom acceptabel.
Deze kosten zullen in de regel niet voorkomen. Gelet op het begrip parttime zelfstandige activiteiten en de relatie naar zelfstandigen, zijn personeelskosten ook niet acceptabel.
Alleen de zakelijke vervoerskosten zijn acceptabel. Gezien het karakter van de activiteiten op kleine schaal, moet een auto als privé worden aangemerkt. Een auto kan daarom nooit als bedrijfsactief worden opgevoerd. Bij het vaststellen van de kosten kan worden aangesloten bij het bedrag dat voor de belastingwetgeving geldt, € 0.19 p/km. Wel zal gekeken moeten worden naar de acceptabele vervoerskilometers waarvoor men verantwoording aflegt middels een zogenaamde kilometerstaat.
Gezien de aard en de omvang van de activiteiten, zijn deze kosten in principe niet acceptabel. Indien dit in een bepaalde branche gebruikelijk is, kan bij uitzondering hiervan worden afgeweken. Hierbij valt te denken aan een pakhuis of een opslagruimte, een atelier naast de eigen woonruimte of woon/bedrijfspand waarvoor geen huurtoeslag kan worden ontvangen.
Om rechtsongelijkheid te voorkomen, kan het bedrag dat als kostenpost wordt geaccepteerd nooit hoger zijn dan het verschil tussen de woonkostencomponent in de uitkering en werkelijke huur. Winkelvestigingen zijn in beginsel uitgesloten, omdat men dan niet meer beschikbaar is voor arbeid.
Boetes die tijdens de uitoefening van de zelfstandige activiteiten worden opgelopen, zoals CJIBboetes of milieuboetes kunnen niet als bedrijfskosten worden opgevoerd.
Reclamekosten zijn eerder aan de orde geweest in relatie tot oneerlijke concurrentie. Dit geeft echter nog geen normering voor acceptabele kosten.
Hiervoor kan aansluiting worden gezocht bij de norm zoals die doorgaans gehanteerd wordt bij startende ondernemers, namelijk 5% van de te verwachten bruto winst. Blijkt uit de omzetspecificatie dat een lager bedrag verantwoord wordt, dan geldt uiteraard dat lagere bedrag.
Voor de uitvoering van de zelfstandige activiteiten kan iemand materialen nodig hebben welke doorberekend worden aan de opdrachtnemer. De bruto aanschafprijs kan op de omzetspecificatie worden opgevoerd.
Het is moeilijk om hiervoor een algemene normering te geven, per branche zal dit nader worden bekeken. Wel dient een gespecificeerde opgave van de kosten overgelegd te worden, zodat beoordeeld kan worden of hierin investeringen of privé-uitgaven zijn opgenomen. Deze mogen niet als bedrijfskosten aanvaard worden.
Indien bijvoorbeeld sprake is van telefoonkosten, dient de scheiding van zakelijke telefoonkosten en privé telefoonkosten duidelijk te worden weergegeven in de opgave. Indien sprake is van aanmerkelijke telefoonkosten, kan de verplichting worden opgelegd een zakelijk nummer aan te schaffen.
Artikel 5 Verplichtingen m.b.t. vaststellen recht op uitkering en verplichtingen
Aan de hand hiervan wordt het recht op bijstand definitief vastgesteld.
1 . De in dit artikel genoemde voorwaarden worden opgelegd als extra verplichtingen in de zin van artikel 55 van de PW en deze worden ook in de beschikking als bedoeld in artikel 6 tweede lid, opgenomen.
Artikel 6 Overige verplichtingen
1 . Indien een belanghebbende zelfstandige activiteiten wil verrichten met behoud van een uitkering, dient hij dit te melden op grond van artikel 17 van de Participatiewet
Deze beleidsregels treden de dag na publicatie in werking.
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: "Beleidsregels marginale zelfstandigen GR De Bevelanden'
Vastgesteld door het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Samenwerking De Bevelanden in de vergadering van 22 januari 2018
Het uitgangspunt van de Beleidsregels marginale zelfstandigen is mensen in de bijstand met een grote afstand tot de arbeidsmarkt de mogelijkheid te bieden om gedeeltelijk in hun levensonderhoud te voorzien door het verrichten van zelfstandige activiteiten van bescheiden omvang.
Met grote afstand tot de arbeidsmarkt wordt in deze beleidsregels bedoeld trede 1 tot en met 3 op de Participatieladder. Met bescheiden omvang wordt bedoeld maximaal 20 uur per week.
De beleidsregels zijn noodzakelijk om helderheid te scheppen voor mensen die naast hun uitkering zelfstandige activiteiten verrichten. Er wordt een kader geboden voor de mogelijkheden op het gebied van zelfstandige activiteiten.
Daarnaast zorgen deze beleidsregels voor een afbakening met het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (Bbz) 2004. De beleidsregels gelden niet voor de gevestigde of startende zelfstandigen, voor hen gelden de regels van het Bbz 2004.
Het toestaan van het ondernemen op kleine schaal, biedt zowel de gemeente als de klant perspectief. Het maakt inkomsten uit zelfstandige arbeid mogelijk, waardoor geen volledige uitkering meer hoeft te worden betaald. Het biedt tevens een gedeeltelijke uitstroom (naar vermogen) voor mensen die een grotere afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Bovendien leert de praktijk dat parttime uitstroom kan leiden tot volledige uitstroom.
De klant krijgt de mogelijkheid om activiteiten te verrichten welke aansluiten bij zijn wensen en zijn vaardigheden, met de garantie dat hij een inkomen op bijstandsniveau behoudt. Er zijn hierbij geen financiële risico's voor de klant. Klanten mogen geen grote investeringen doen en slechts kleine zaken aanschaffen, waardoor het risico op bedrijfsschulden nihil is. De belangrijkste voorwaarde voor deze kleine marginale zelfstandigen is dat de activiteiten als parttime zelfstandige het verkrijgen van een baan in loondienst of een traject hier naartoe niet in de weg mogen staan. De beoordeling of iemand toestemming kan worden verleend voor het verrichten van activiteiten als marginaal zelfstandige zal daarom altijd in overleg met de klantmanager activering moeten plaatsvinden.
Indien een klant zelfstandige activiteiten wil verrichten met behoud van een uitkering, dient hij dit te melden op grond van artikel 17 van de Participatiewet (inlichtingenplicht).
Als toestemming wordt verleend om parttime zelfstandige activiteiten te verrichten, zal dit door middel van een beschikking aan de klant meegedeeld worden. De voorwaarden waaraan de klant moet voldoen, worden opgelegd als extra verplichtingen in de zin van artikel 55 van de PW en deze worden ook in de beschikking opgenomen.
Bij het niet of niet volledig naleven van deze verplichtingen, wordt de toestemming ingetrokken en moeten de zelfstandige activiteiten beëindigd worden.
Indien de zelfstandige activiteiten niet meer kunnen worden aangemerkt als zijnde van bescheiden omvang dient de belanghebbende een keuze te maken tussen:
Bij gebleken levensvatbaarheid bestaat de mogelijkheid als startende ondernemer een beroep te doen op het Bbz 2004.
Door de controle van de inkomsten en de bedrijfsvoering, kan getoetst worden of nog sprake is van parttime zelfstandige activiteiten. In de beleidsregels is benoemd met welke kosten rekening wordt gehouden. Nadrukkelijk is vermeld dat de kosten niet hoger mogen zijn dan de inkomsten en dat een negatief resultaat niet wordt gecompenseerd.
Als blijkt dat men niet meer aan de criteria voldoet, moet men stoppen met de activiteiten (en kan de uitkering doorlopen), dan wel doorstarten naar een commercieel bedrijf. Dat laatste is uiteraard alleen het geval als het bedrijf kan doorgroeien naar een levensvatbaar bedrijf. In dat geval staan de mogelijkheden van bijstandsverlening aan zelfstandigen open. Als men als zelfstandige actief is, zal eerst bekeken worden of men zelfstandige is als bedoeld in het Bbz 2004.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2022-721.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.