Artikel 1. Begripsomschrijving
De Participatiewet:
|
In deze verordening wordt onder de Participatiewet tevens verstaan de Wet Sociale Werkvoorziening, de IOAW en de IOAZ
|
Baanbrekers:
|
uitvoeringsorganisatie, belast met het uitvoeren van de Participatiewet
|
DB:
|
dagelijks bestuur van Baanbrekers
|
AB:
|
algemeen bestuur van Baanbrekers
|
WSW:
|
Wet Sociale Werkvoorziening
|
Directeur:
|
directeur van Baanbrekers
|
Belanghebbenden:
|
personen die vallen onder de werkingssfeer van de Participatiewet
|
Participatieraad:
|
raad waarmee invulling wordt gegeven aan de cliëntenparticipatie van de doelgroep van de Participatiewet
|
Artikel 2. Participatieraad
- 1.
De belanghebbenden worden bij de uitvoering van de Participatiewet betrokken door middel van een participatieraad. Ook personen met een WSW-indicatie worden tot de belanghebbenden gerekend. De leden van de participatieraad worden benoemd door het DB. De participatieraad kan kandidaten voordragen.
- 2.
Het DB bevordert dat de belanghebbenden evenwichtig vertegenwoordigd zijn in de participatieraad. Hierbij is ook oog voor een evenwichtige vertegenwoordiging vanuit Heusden, Loon op Zand en Waalwijk.
- 3.
De participatieraad bestaat uit een onafhankelijk voorzitter en ten minste zeven en ten hoogste negen personen, waarvan maximaal twee personen namens belangenorganisaties.
- 4.
Een lid van de participatieraad mag geen lid zijn van een ander gremium waardoor de schijn van belangenverstrengeling kan worden gewekt. Het DB benoemt een onafhankelijke voorzitter. Ook heeft zij de mogelijkheid de voorzitter te ontslaan.
- 5.
De participatieraad komt ten minste zes maal per kalenderjaar in vergadering bij elkaar.
Artikel 3. Ambtelijk secretaris
Baanbrekers stelt een ambtelijk secretaris aan om te waarborgen dat de participatieraad in staat is zijn taken naar behoren te vervullen.
Artikel 4. Taken van het DB
Het DB vraagt over beleidsvoornemens van het DB en AB via de ambtelijk secretaris advies aan de participatieraad op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.
Artikel 5. Taken en bevoegdheden van de participatieraad
- 1.
De participatieraad brengt gevraagd en ongevraagd advies uit aan het DB over:
- a.
informatie over nieuwe regelingen dan wel voornemens daartoe ingevolge de Participatiewet of op het terrein van de sociale zekerheid;
- b.
het beleid zoals vastgelegd in verordeningen en
- c.
beleidsplan en -verslag van Baanbrekers.
- 2.
De participatieraad heeft geen bevoegdheden in zaken betreffende individuele belangenbehartiging, klachten en bezwaarschriften en met betrekking tot het uitvoeren van dwingende wettelijke voorschriften.
- 3.
Tot de taken van de Participatieraad behoren niet de aangelegenheden die op grond van de Wet op de ondernemingsraden zijn voorbehouden aan de ondernemingsraad.
- 4.
De Participatieraad zorgt voor de verbinding met de relevante lokale adviesraden in de Langstraat en bevordert daarmee de afstemming van de cliëntenparticipatie in het sociale domein en de cliëntenparticipatie Baanbrekers.
- 5.
De Participatieraad zorgt voor de verbinding met de cliëntenparticipatie Participatiewet in de arbeidsmarktregio Midden-Brabant voor zover ontwikkelingen in deze arbeidsmarktregio daartoe aanleiding geven.
Artikel 6. Taken van de ambtelijk secretaris
De ambtelijk secretaris:
- a.
draagt in overleg met de participatieraad zorg voor een vergaderreglement en ziet toe op de naleving ervan;
- b.
stelt voor aanvang van het kalenderjaar in overleg met de voorzitter van de participatieraad een vergaderkalender samen;
- c.
stelt in overleg met de voorzitter van de participatieraad voorafgaand aan iedere vergadering de agenda samen;
- d.
maakt een verslag van de vergaderingen.
Artikel 7. Faciliteiten
- 1.
Het DB zorgt voor adequate ondersteuning van de participatieraad en stelt de hiervoor benodigde faciliteiten beschikbaar.
- 2.
Ten behoeve van de participatieraad wordt jaarlijks een budget beschikbaar gesteld.
- 3.
Ten laste hiervan kunnen, in overleg met Baanbrekers, onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten.
- 4.
De participatieraad maakt jaarlijks voor het DB een overzicht van de gemaakte kosten.
- 5.
De leden en voorzitter van de participatieraad ontvangen per vergadering een persoonlijke onkostenvergoeding.
Artikel 8. Evaluatie
Jaarlijks wordt tussen de participatieraad en de directeur geëvalueerd of de gekozen opzet van de participatieraad voldoet. De participatieraad brengt verslag uit van deze evaluatie aan het AB.
Artikel 9. Intrekken oude verordening
De Verordening Klantenraad gemeente Heusden, de Verordening Klantenraad Loon op Zand en de Verordening Klantenraad Waalwijk evenals de Verordening Klantenraad gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk zijn ingetrokken.
Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking van deze verordening.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening cliëntenparticipatie Participatiewet Baanbrekers 2016.
Toelichting
Algemeen
Met deze verordening wordt uitvoering gegeven aan artikel 47 van de Participatiewet en vergelijkbare artikelen uit de overige wetten waarvoor Baanbrekers uitvoeringsverantwoordelijke is.
Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels vast te stellen over de wijze waarop personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet of hun vertegenwoordigers betrokken worden bij de ontwikkeling van het beleid van Baanbrekers. Personen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Participatiewet zijn personen:
- •
die algemene bijstand ontvangen;
- •
als bedoeld in artikel 34a, vijfde lid onderdelen b en c, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (hierna: WIA), artikel 35, vierde lid, onderdelen b en c, van de WIA en artikel 36, derde lid, onderdelen b en c, van de WIA tot het moment dat het inkomen uit arbeid in dienstbetrekking gedurende twee aaneengesloten jaren ten minste het minimumloon bedraagt en ten behoeve van die persoon in die twee jaren geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet is verleend;
- •
personen als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van de Participatiewet;
- •
personen met een nabestaanden- of wezenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet;
- •
personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers;
- •
personen met een uitkering ingevolge de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
- •
personen zonder uitkering;
- •
en, die voor de arbeidsinschakeling zijn aangewezen op een door het DB aangeboden voorziening.
Met deze verordening wordt ook uitvoering gegeven aan artikel 2 lid 3 van de Wet Sociale Werkvoorziening. Dit artikel draagt de gemeenteraad op bij verordening regels over de wijze waarop de ingezetenen die geïndiceerd zijn of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet. De WSW-geïndiceerde worden betrokken bij WSW-aangelegenheden als ook bij de uitvoering van de Participatiewet.
De verordenende bevoegdheid voor de cliëntenparticipatie is door de gemeenteraden van Heusden, Loon op Zand en Heusden overgedragen aan Baanbrekers door middel van de Gemeenschappelijke Regeling Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers. Moet voor de cliëntenparticipatie WSW nog worden bekrachtigd via besluit gemeenteraden, maar is vooruitlopend op een aanpassing van de Gemeenschappelijke Regeling in 2015 al overgedragen aan Baanbrekers.
Om een goede werking van de participatieraad te waarborgen worden de leden van de participatieraad ondersteund en gefaciliteerd door Baanbrekers. De regering hecht sterk aan actieve betrokkenheid van burgers die met de Participatiewet te maken krijgen.
Artikelsgewijze toelichting
Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hier behandeld.
Artikel 2. Participatieraad
Dit artikel bepaalt hoe de cliëntenparticipatie concreet wordt vorm gegeven.
Eerste lid
Omdat het niet mogelijk is om alle personen persoonlijk te betrekken bij het beleid ligt het voor de hand een participatieraad samen te stellen die bestaat uit vertegenwoordigers van de doelgroepen zelf of vertegenwoordigers uit belangenorganisaties. De leden van de participatieraad worden benoemd door het DB. Het DB zal een afgewezen voordracht moeten motiveren.
Tweede lid
Om de actieve betrokkenheid van alle personen goed tot zijn recht te kunnen laten komen, is het van belang dat de participatieraad een afspiegeling is van alle in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet genoemde doelgroepen en de doelgroep WSW. Een evenredige vertegenwoordiging van bovengenoemde groepen in de participatieraad is daarom het uitgangspunt van deze verordening. Dit voor zover dat redelijkerwijs mogelijk is. Dit uitgangspunt is in overeenstemming met het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. De doelstelling van dit verdrag is het bevorderen, beschermen en waarborgen van het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid en het bevorderen van de eerbiediging van hun inherente waardigheid (zie het Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, 2007, nummer 169).
Ook is aandacht voor vertegenwoordiging uit de drie Langstraatgemeenten.
Derde lid
De leden zijn bij voorkeur belanghebbenden in de zin van de Participatieraad. Het streven is dat twee leden vertegenwoordiger uit een belangenorganisatie zijn.
Vierde lid
Bij een lid van de participatieraad mag geen sprake zijn van onverenigbaarheid in functies. B.v. raadsleden en OR-leden van de deelnemende gemeenten/Baanbrekers hebben geen zitting in de participatieraad.
Redenen voor ontslag van de voorzitter kunnen zijn:
- •
- •
geen draagvlak bij een meerderheid van de participatieraad.
De zittingsduur van de leden komt ten einde als de persoon geen belanghebbende meer is. Een lid blijft belanghebbende tot het moment dat in zijn opvolging is voorzien.
De zittingsduur van de voorzitter is vier jaar met de mogelijkheid tot verlenging met dezelfde periode.
Artikel 3. Ambtelijk secretaris
Op grond van artikel 47, onderdeel b, van de Participatiewet moet worden voorzien in ondersteuning om de cliëntenraad zijn rol effectief te kunnen laten vervullen. Om hierin te kunnen voorzien wordt een ambtelijk secretaris aan de cliëntenraad toegevoegd. Deze kan de communicatie tussen het DB enerzijds en de participatieraad anderzijds stroomlijnen.
Artikel 4. Taken van het DB
Het DB zal over beleidsvoornemens via de ambtelijk secretaris advies vragen aan de participatieraad op een dusdanig tijdstip dat dit advies van wezenlijke invloed kan zijn op het te nemen besluit.
Artikel 5. Taken en bevoegdheden van de participatieraad
Eerste en tweede lid
De participatieraad is bevoegd gevraagd en ongevraagd advies te geven over het te ontwikkelen beleid. Dit artikel regelt tevens uitdrukkelijk dat de participatieraad geen bevoegdheid heeft in individuele- en uitvoeringsvraagstukken.
Ieder lid van de participatieraad is bevoegd agendapunten aan te dragen.
Vierde lid
De gemeenten Heusden, Loon op Zand en Waalwijk zorgen zelf voor de invulling van de advisering over strategisch beleid op het vlak van de Participatiewet en het brede sociale domein. De werkwijze kan per gemeente verschillen.
Artikel 6. Taken van de ambtelijk secretaris
De ambtelijk secretaris vormt de ambtelijke schakel tussen het DB en de participatieraad. Hij zal erop moeten toezien dat alle partijen informatie tijdig ontvangen of verstrekken, zodat alle partijen hun taak effectief kunnen vervullen. Doordat de ambtelijk secretaris (mede) is belast met de agendering en verslaglegging kan hij ervoor waken dat alle partijen naar evenredigheid aan bod komen.
Artikel 7. Faciliteiten
De participatieraad heeft de benodigde faciliteiten zoals vergaderruimte en kantoorbenodigdheden ter beschikking. Daarnaast heeft de participatieraad een budget.
Het budget is ter vrije besteding van de participatieraad. Ten laste hiervan kunnen onder meer kosten worden gebracht die verband houden met deskundigheidsbevordering, het inwinnen van advies, achterbanraadpleging en organisatiekosten (tweede lid). Hierover vindt vooraf overleg plaats met Baanbrekers.
De participatieraad geeft jaarlijks een overzicht van de besteding van de middelen, zoals vastgelegd in het vierde lid.