Blad gemeenschappelijke regeling van Belastingsamenwerking Rivierenland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Belastingsamenwerking Rivierenland | Blad gemeenschappelijke regeling 2022, 561 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Belastingsamenwerking Rivierenland | Blad gemeenschappelijke regeling 2022, 561 | beleidsregel |
Beleidsregels aanwijzing belastingplichtige en WOZ-belanghebbende BSR
Het Dagelijks Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Belastingsamenwerking Rivierenland (hierna: BSR);
gelet op het bepaalde in artikel 4 van bovengenoemde gemeenschappelijke regeling, waarbij de heffing en de invordering van de belastingen (als bedoeld in artikel 1 van bovengenoemde gemeenschappelijke regeling) en de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: Wet WOZ) aan BSR is overgedragen;
overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen voor die gevallen waarin er een keuzemogelijkheid is om een belastingplichtige en een WOZ-belanghebbende aan te wijzen;
vast te stellen de volgende beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige en een WOZ belanghebbende in een keuzesituatie.
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, roerende woon- of bedrijfsruimte, perceel, hond). In de gevallen waarin dat voorkomt, dient de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen worden gesteld. In deze gevallen wordt een voorkeursvolgorde gehanteerd bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt. Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op het zo veel mogelijk combineren van belastingaanslagen en WOZ-beschikkingen op een aanslagbiljet, een zo optimaal mogelijke werking van basisregistraties alsmede veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.
De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming, maar zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.
Met betrekking tot de niet-deelnemende gemeenten van BSR, worden belastingen geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht en wordt de aanslag op basis van de registratie in de Landelijke Voorziening WOZ, te naam gesteld, mits wordt voldaan aan voornoemde voorwaarden. Indien hieraan niet wordt voldaan, is het Kadaster het uitgangspunt voor het eigendom.
Met betrekking tot de deelnemende gemeenten van BSR, worden belastingen geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht en wordt de aanslag, indien er verschillende categorieën zakelijk gerechtigden zijn, op basis van onderstaande volgorde te naam gesteld van:
Met betrekking tot de belastingen die worden geheven ter zake van het gebruik van een niet-woning dan wel bedrijfsruimte, wordt de aanslag gesteld op naam van degene die volgens het Nieuw Handelsregister (NHR)/Kadaster op dat adres als gevestigde staat ingeschreven. Indien meer natuurlijke of niet-natuurlijke personen op het adres staan ingeschreven, wordt de aanslag in de navolgende volgorde op naam van één van hen gesteld:
Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van deze beleidsregel beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.
Indien aanwijzing op basis van de regels in bovenstaande artikelen niet mogelijk is, kiest de heffingsambtenaar de naam op wie de belastingaanslag tenaamgesteld wordt.
Hoofdstuk 2 Wet waardering onroerende zaken
In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich mee dat voor een onroerende zaak meer personen als belanghebbende kunnen worden aangemerkt. In deze gevallen dient de bekendmaking van de WOZ-beschikking aan een van de belanghebbenden plaats te vinden.
In deze gevallen wordt een voorkeursvolgorde gehanteerd bij de aanwijzing van de belanghebbende ten name van wie de WOZ-beschikking bekend wordt gemaakt.
Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op het zo veel mogelijk combineren van belastingaanslagen en WOZ-beschikkingen op een aanslagbiljet, een zo optimaal mogelijke werking van basisregistraties alsmede veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn. De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming van de belanghebbenden, maar zijn richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen, waarbij beoogd is de ontvanger van de WOZ-beschikking gelijk te laten zijn aan de belastingplichtige voor de aanslagen gemeente- en waterschapsbelastingen.
In de gevallen dat er een keuzesituatie bestaat met betrekking tot de tenaamstelling van een beschikking ingevolge hoofdstuk IV van de Wet WOZ zijn de regels van hoofdstuk 1 van deze beleidsregel van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 3 Inwerkingtreding en citeertitel
Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van 16 februari 2022.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2022-561.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.