Mandaatregeling GGD Drenthe 2021

Het Dagelijks Bestuur van GGD Drenthe (hierna GGD),

 

 

Gelet op:

het bepaalde in de Gemeenschappelijke Regeling GGD Drenthe en het bepaalde in hoofdstuk 10 van

de Algemene Wet Bestuursrecht

 

Besluit:

dat de Mandaatregeling GGD Drenthe wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

 

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

 

Artikel 1  

  • a.

    Mandaatgever: degene die het mandaat verleend heeft;

  • b.

    Gemandateerde: degene die het mandaat heeft gekregen;

  • c.

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van het bestuur van de GGD besluiten te nemen;

  • d.

    Onder mandaat dient tevens gelezen te worden volmacht en machtiging;

  • e.

    Volmacht: het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen namens het bestuur van de GGD;

  • f.

    Machtiging: het verrichten van alle overige handelingen die geen besluit of privaatrechtelijke handelingen zijn, bijvoorbeeld feitelijke handelingen;

  • g.

    Dagelijks Bestuur: het Dagelijks Bestuur van de GGD;

  • h.

    Algemeen Bestuur: het Algemeen Bestuur van de GGD.

Paragraaf 2 Mandaat

 

Artikel 2  

Aan de directeur van de GGD wordt, onder de voorwaarden genoemd in artikel 7, mandaat verleend tot het afdoen van alle zaken die verband houden met en voortvloeien uit de verantwoordelijkheid voor het beheer van de organisatie.

Artikel 3  

Aan de directeur wordt, onder de voorwaarden genoemd in artikel 7, tevens mandaat verleend tot het afdoen van alle zaken die verband houden met en voortvloeien uit de uitoefening van bestuursbevoegdheden voor zover liggend op het vlak van de doelstelling en hoofdtaken van de GGD.

Artikel 4  

In een door de directeur vast te stellen Budgethoudersregeling wordt de overdracht van bevoegdheden op het gebied van budgetten en de daarvoor aangewezen functionarissen vastgelegd.

 

Paragraaf 3 Ondermandaat

 

Artikel 5  

  • 1.

    Aan de directeur wordt toegestaan ter zake van de onder de artikelen 2 en 3 van de Mandaatregeling GGD Drenthe verleende mandaten ondermandaat te verlenen aan medewerkers van de GGD, voor zover noodzakelijk ter uitoefening van hun functie en voor zover toegestaan door de bepalingen in de Mandaatregeling GGD Drenthe.

  • 2.

    Het in lid 1 bedoelde ondermandaat wordt door de directeur verleend bij een schriftelijk vastgelegd besluit, waarbij de ondergemandateerde hetzij met naam, hetzij met functievermelding wordt aangeduid. De directeur kan bij het besluit nadere regels stellen.

  • 3.

    De directeur brengt het besluit ter kennis van het Dagelijks Bestuur.

Artikel 6  

Op het verleende ondermandaat zijn de voorwaarden genoemd onder artikel 7 eveneens van toepassing.

 

Paragraaf 4 Voorwaarden waaronder het mandaat wordt verleend

 

Artikel 7  

Het ingevolge de artikelen 2 en 3 verleende mandaat is niet van toepassing op zaken:

  • a.

    die ter beoordeling aan het Dagelijks Bestuur, politiek of bestuurlijk gevoelig liggen;

  • b.

    die door het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur kenbaar zijn gemaakt;

  • c.

    die een beslissing vergen die zou afwijken van het tot dan toe door het bestuur gevoerde beleid;

  • d.

    die een beslissing vergen die zou afwijken van een advies waarvan het inwinnen ingevolge wettelijk voorschrift verplicht is;

  • e.

    die een beslissing vergen die leidt tot overschrijding van het voor deze beslissing(en) aan de gemandateerde beschikbaar staande budget als afgeleide van de door het bestuur vastgestelde begroting;

  • f.

    waarvan het Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur op grond van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Drenthe expliciet bevoegd is.

Paragraaf 5 Terugkoppeling naar bestuurlijk niveau

 

Artikel 8  

In zaken waarop één of meer van de uitzonderingen bedoeld in artikel 7 van toepassing is, dan wel indien de gemandateerde enige twijfel koestert of dat het geval is, legt hij die zaak voor aan de voorzitter van het Dagelijks Bestuur van de GGD. Onder vermelding van:

  • enerzijds de voorwaarde(n) als bedoeld in artikel 7 welke zich naar het oordeel van de gemandateerde zou (kunnen) verzetten tegen toepassing van de mandaatbevoegdheid;

  • anderzijds een advies houdende het oordeel van de gemandateerde welke van de twee beslissingsmogelijkheden bedoeld onder artikel 9 door de voorzitter gekozen zou moeten worden.

Paragraaf 6 Beslissing na afronding van het overleg

 

Artikel 9  

Na het overleg, bedoeld in artikel 8, beslist de voorzitter van het Dagelijks Bestuur:

  • dat geen van de in artikel 7 genoemde voorwaarden zich voordoet en dat de gemandateerde derhalve in de voorgelegde zaak een beslissing kan nemen, ofwel;

  • dat er gronden zijn die vereisen dat de zaak ter beslissing wordt voorgelegd aan het bestuur.

Paragraaf 7 Vervanging

 

Artikel 10  

In geval van afwezigheid van de directeur en/of een manager, aan wie bij of krachtens deze regeling bevoegdheden zijn toegekend worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de plaatsvervangers die in de 'Vervangingsregeling GGD Drenthe' (bijlage 1) zijn aangewezen.

 

Paragraaf 8 Ondertekening

 

Artikel 11  

In de gevallen dat gebruik wordt gemaakt van het op grond van deze regeling verleende mandaat of ondermandaat, wordt dit zichtbaar gemaakt door de desbetreffende stukken te voorzien van de volgende ondertekeningsformule:

 

'Namens het Dagelijks Bestuur van GGD Drenthe',

(functie, ondertekening en naam gemandateerde of onder gemandateerde functionaris)

 

Paragraaf 9 Slotbepalingen

 

Artikel 12  

Deze regeling treedt in werking op 17 mei 2021 en vervangt de Mandaatregeling GGD Drenthe uit 2015.

Artikel 13  

Deze regeling kan worden aangehaald als Mandaatregeling GGD Drenthe 2021.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het Dagelijks Bestuur d.d. 17 mei 2021,

H.A. Vlieg-Kempe

Voorzitter Dagelijks Bestuur

H. Kox

Secretaris Dagelijks Bestuur a.i.

Bijlage 1: Vervangingsregeling GGD Drenthe

Artikel 1 Vervanging directeur Publieke Gezondheid (DPG) van GGD Drenthe

Bij een schriftelijk vastgelegd besluit van de directeur wijst de directeur voor zijn/haar reguliere vervanging een eerste en tweede vervanger aan.

 

Artikel 2 Vervanging operationeel directeur GGD en GHOR (Publieke Gezondheid)

Bij een schriftelijk vastgelegd besluit van de directeur wijst de directeur voor zijn/haar vervanging als operationeel directeur een eerste en tweede vervanger aan.

 

Artikel 3 Vervanging secretaris GGD Drenthe

Bij een schriftelijk vastgelegd besluit van de directeur wijst de directeur in zijn/haar rol als secretaris van het Dagelijks- en Algemeen Bestuur de directiesecretaris aan als zijn/haar vervanger.

 

Artikel 4 Vervanging manager

De manager regelt in afstemming met de directeur, ten behoeve van zijn/haar eigen vervanging, één van de leden van het managementteam.

Naar boven