TOELICHTING
Algemeen
Bij het opstellen van het concept van de gemeenschappelijke regeling zijn de kaders van de Wet gemeenschappelijke regelingen, zoals die luidt per 1-1-2015, als uitgangspunt genomen. Bepalingen in de regeling die een relatie hebben met dit wettelijk kader worden dan ook in het hierna volgende niet nader toegelicht. Daarnaast worden bepalingen die, gelet op hun inhoud, geen toelichting behoeven ook niet nader toegelicht.
Artikel 3 Belang
In lid 1 wordt geformuleerd dat de regeling wordt getroffen voor de behartiging van de belangen van de deelnemers, de gemeenten Maasdriel en Zaltbommel.
Artikel 4 Taken
De taken in lid 1 zijn abstract en zoveel mogelijk eenduidig geformuleerd. In de nabije toekomst kunnen nieuwe taken worden toegevoegd. Daarvoor moet de regeling dan worden gewijzigd. De details van de over te dragen taken zijn verwoord in de Businesscases van juni 2015 en de Ontwerp-documenten van november 2015.
Omdat de bedrijfsvoeringseenheid een uitvoeringsorganisatie is kunnen niet alle taken in volle omvang worden overgedragen. Het vaststellen van regelgeving is beperkt tot het vaststellen van regelgeving voor de GR zelf. Dit geldt ook voor beleid. Het voorbereiden en uitvoeren van beleid en regelgeving behoort wel tot de taak van de GR. Het uitvoeren van feitelijke handelingen (advisering en beheertaken) ligt ook bij de GR.
Artikel 5 Verdeling van bevoegdheden
Het gaat om een regeling van de colleges gezamenlijk. De GR wordt een organisatie die, net als de Omgevingsdienst Rivierenland, in mandaat werkt voor de deelnemers. Die deelnemers moeten de bedrijfsvoeringsorganisatie wel van toereikende mandaten e.d. voorzien om de opgelegde taken adequaat te kunnen vervullen.
Het bestuur van de GR maakt ook een interne mandaatregeling.
Artikel 6 Samenstelling van het bestuur
Elke deelnemer wijst twee leden aan. Op grond van de WGR wordt een bestuurslid aangewezen door en uit het bestuursorgaan dat deelneemt aan deze regeling.
Artikel 11 Besluitvorming
Artikel 11 lid 5 is conform artikel 28 lid 3 van de Gemeentewet. Besluitvorming vindt plaats bij unanimiteit.
Artikel 13 Commissies
Gelet op de taken die worden uitgevoerd is geoordeeld dat aan de mogelijkheid voor het instellen van een bestuurscommissie geen behoefte bestaat. Uitsluitend adviescommissies zijn dus mogelijk. Voorbeeld: bezwaarschriftencommissie.
Artikel 14 De voorzitter
Wettelijk is de voorzitter geen apart orgaan met eigen bevoegdheden. Die worden in dit artikel vastgelegd.
Artikel 15 De directieur
De instructie voor de directeur wordt opgenomen in de door het bestuur vast te stellen organisatieregeling. De directeur zorgt zelf voor opstelling van een directiestatuut.
Artikel 18 Kaderbrief
Dit is conform artikel 34b WGR.
Artikel 19 Begroting
Lid 1 is conform artikel 35, eerste lid, WGR.
Lid 3 is conform artikel 34, tweede lid, WGR.
Lid 5 is conform artikel 35, vijfde lid, WGR.
Artikel 20 Jaarrekening
Lid 1 is conform artikel 34b WGR.
Lid 2 is conform artikel 34, vierde lid, WGR.
In lid 3 is beschreven op welke wijze wordt omgegaan met een batig of nadelig saldo van de jaarrekening. Dit zal worden verrekend naar rato van de financiële inbreng van de deelnemers in de regeling.
In lid 4 is een gemaximeerde risicoreserve opgenomen.
Artikel 22 Archief
De Archiefwet geldt, op dezelfde wijze als voor de deelnemers, voor gemeenschappelijke regelingen. De regeling moet daarvoor bepalingen bevatten. Gelet op de relatie met het Regionaal Archief Rivierenland is hier gekozen voor aansluiting bij de archiefregelingen van de gemeente Zaltbommel.
Artikel 23 Klachten en geschillenregeling
Op grond van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht moet worden voorzien in een regeling voor klachten en een ombudsfunctie.
Het artikel gaat er verder van uit dat, vóórdat de wettelijke geschillenregeling wordt toegepast (GS beslechten het geschil) er eerst onderling wordt geprobeerd om tot een oplossing te komen.
Artikel 24 Toetreding
Lid 4 bepaalt een toetredingsvergoeding voor nieuwe deelnemers. De gemeenten Maasdriel en Zaltbommel hebben voor gezamenlijke rekening tijd en geld geïnvesteerd in de totstandkoming van de bedrijfsvoeringseenheid. Het is dan reëel dat nieuwe deelnemers naar rato een deel van deze investering compenseren. Dit wordt door het bestuur bij de toetredingsprocedure verder financieel uitgewerkt.
Artikel 25 Uittreding
Om de continuïteit van de GR te waarborgen is het de eerste 5 jaar niet mogelijk om uit te treden. De opzegtermijn voor uittreding is in lid 3 bepaald op 2 jaar, om op een verantwoorde manier rekening te kunnen houden met de gevolgen van een uittredende deelnemer. De financiële gevolgen van de uittreding worden afgehandeld conform het bepaalde in lid 6 tot en met 8.
Artikel 29 Inwerkingtreding
De bedrijfsvoeringseenheid gaat formeel van start per 1 januari 2017. De GR treedt eerder in werking zodat de bedrijfsvoeringseenheid alvast bevoegd is om (juridische) werkzaamheden uit te voeren ter voorbereiding op deze start.
Artikel 30 Overgang rechten en verplichtingen
Dit artikel waarborgt in samenhang met artikel 29 een naadloze overgang van de rechten en verplichtingen van de deelnemers naar de GR.