Wijziging van de Verordening Cliëntenparticipatie RDWI 2020

Het Algemeen Bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug (RDWI), in zijn vergadering van 7 april 2022,

 

gelet op:

de mogelijkheid van de Regionale Cliëntenraad om te adviseren over beleidswijzigingen die impact hebben vanuit het perspectief van de inwoners die een uitkering Participatiewet ontvangen,

 

besluit:

de Verordening Cliëntenparticipatie RDWI 2020 te wijzigen:

ARTIKEL I

De Verordening Cliëntenparticipatie RDWI 2020 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 2, tweede lid komt te luiden:

 

De RCR:

  • a.

    behartigt de collectieve belangen van de inwoners van de bij de RDWI aangesloten gemeenten, die aanspraak kunnen maken op een uitkering op grond van de Participatiewet, IOAW, IOAZ of die een indicatie hebben op grond van de Wet sociale werkvoorziening;

  • b.

    adviseert gevraagd en ongevraagd aan het Algemeen Bestuur over het beleid en uitvoering van de aan de RDWI opgedragen wetten en regelingen in het kader van de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening;

  • c.

    adviseert gevraagd en ongevraagd aan het Dagelijks Bestuur over de nadere regelgeving met betrekking tot de Participatiewet;

  • d.

    wordt betrokken worden bij beleidsontwikkeling en beleidsuitvoering en de evaluatie van het beleid.

  • e.

    treedt niet op namens individuele cliënten.

B

 

Artikel 3 komt te luiden:

 

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur vraagt de RCR tijdig om advies op een zodanig tijdstip, dat het van wezenlijke invloed kan zijn op het te vormen beleid en het te nemen besluit. De RCR wordt hiervoor een redelijke termijn geboden, waarbij een termijn van zes weken het uitgangspunt is.

  • 2.

    Als het Dagelijks of Algemeen Bestuur bij zijn besluitvorming afwijkt van het advies van de RCR wordt dit bij het voorstel vermeld, waarbij ook wordt aangegeven op welke gronden van het advies van de RCR is afgeweken. De RCR wordt hierover achteraf geïnformeerd.

  • 3.

    De RDWI stelt op eigen initiatief tijdig en zorgvuldig de RCR in kennis van de informatie, zodat de RCR zijn taken goed kan uitvoeren. Het betreft hier alle informatie die noodzakelijk is om beleid en uitvoering te begrijpen en om ontwikkelingen en wijzigingen te kunnen volgen.

  • 4.

    Het Dagelijks en Algemeen Bestuur voorzien de RCR van de gewenste informatie, binnen de kaders van het vervullen van de taken.

ARTIKEL II

Deze regels treden in werking op de dag na publicatie en werken terug tot en met 10 februari 2022.

ARTIKEL III

Deze regels worden aangehaald als: Wijziging van de Verordening Cliëntenparticipatie RDWI 2020.

Aldus vastgesteld door het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling “Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug” in zijn openbare vergadering van 7 april 2022.

De directeur,

De voorzitter,

Toelichting

De Regionale Cliëntenraad KRH (RCR) heeft een adviserende rol aan het Algemeen Bestuur van de RDWI, conform artikel 47 van de Participatiewet. Binnen de GR RDWI is het Algemeen Bestuur het hoogste orgaan dat het beleid vaststelt. Daarnaast stelt het Dagelijks Bestuur beleidsregels vast die een invulling zijn van een bevoegdheid die in de wet of een verordening vastligt. Omdat deze beleidsregels ook impact hebben op inwoners die een uitkering Participatiewet ontvangen, is het wenselijk dat de RCR ook daarbij de gelegenheid krijgt om vooraf te adviseren. Dit heeft geleid tot twee aanpassingen in de Verordening Cliëntenparticipatie RDWI 2020:

 

Artikel 2, lid 2

Aan dit artikel is een passage toegevoegd (sub c), waarin tot uitdrukking wordt gebracht dat de RCR ook adviseert over beleidsregels die door het Dagelijks Bestuur worden vastgesteld. De overige onderdelen zijn ongewijzigd.

 

Artikel 3

In de werkwijze is afgesproken dat de RCR vroegtijdig advies wordt gevraagd. In dit artikel is in het eerste lid daarom ‘Algemeen Bestuur’ vervangen door ‘Dagelijks Bestuur’. Dit betekent dat een advies van de RCR integraal door het Dagelijks Bestuur zal worden meegewogen in het geval van beleidsregels en door het Algemeen Bestuur in het geval van alle andere beleidswijzigingen.

In het tweede en vierde lid is de rol van het Dagelijks Bestuur toegevoegd, met het oog op de besluitvorming die in het Dagelijks Bestuur plaatsvindt over beleidsregels. Het derde lid is ongewijzigd.

Naar boven