Blad gemeenschappelijke regeling van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond | Blad gemeenschappelijke regeling 2022, 240 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond | Blad gemeenschappelijke regeling 2022, 240 | beleidsregel |
Beleidsnota Investeringen, Waarderingen & Afschrijvingen Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Met ingang van 1 januari 2022 wordt deze beleidsnota Investeringen, Waarderingen & Afschrijvingen 2022 toegepast.
Deze nota is de uitwerking van artikel 7 lid 2 onder a van de financiële verordening Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2018 en vastgesteld door het Algemeen Bestuur op 16 februari 2022.
Artikel 3 Investeringsvoorstellen en einde boekjaar
Uit nieuw beleid kunnen nieuwe investeringswensen ontstaan. Indien het nieuwe beleid wordt vastgesteld dan worden deze nieuwe investeringswensen toegevoegd aan het (meerjaren) investeringsplan. Deze nieuwe investeringswensen worden expliciet toegelicht bij begrotingswijzigingen met de daarbij behorende financiële consequenties.
Om een voorgenomen investering opgenomen te krijgen in het investeringsoverzicht, zoals genoemd in artikel 2 lid 1, moet een investeringsomschrijving opgesteld worden. In bijlage 2 bevindt zich een overzicht waaraan een investeringsomschrijving moet voldoen. De uitgewerkte investeringsomschrijving wordt ter beoordeling ingediend bij de directieraad.
In de staat van restantinvesteringsbudgetten die in de jaarrekening wordt opgenomen, worden budgetten opgenomen die in het jaar van raming nog niet geheel zijn besteed. Door de restantinvesteringsbudgetten in deze staat op te nemen, blijven de budgetten beschikbaar om uit te geven in het volgend jaar.
Artikel 4 Voorbereidingsbudget
Soms staat het niet op voorhand vast dat een geplande investering meerjarig nut zal hebben. In dat geval zal een onderzoek ter voorbereiding van de voorgenomen omvangrijke investering worden gestart. Deze voorbereidende projectwerkzaamheden zijn te zien als een bijzondere investeringsvorm. Het is mogelijk om daarvoor een voorbereidingsbudget aan te vragen bij het AB.
Als is vastgesteld dat de investering meerjarig nut heeft en het project tot stand komt, worden de uitgaven (die ten laste van het voorbereidingsbudget zijn gemaakt) in maximaal vijf jaren afgeschreven. Als besloten wordt om het project niet uit te voeren, dan worden de uitgaven als kosten ten laste van de exploitatie afgeboekt (en dus niet geactiveerd).
Artikel 8 Criteria voor activeren van (vaste) activa
Voor het activeren van (vaste) activa moet voldaan worden aan de volgende criteria:
Bijdragen van derden, die in directe relatie staan met de investering moeten wel in mindering worden gebracht op de investering. De (investering)waarde is het verschil tussen de investeringsuitgaven en deze bijdrage. Het investeringsbudget is bruto, namelijk het totaal van de geraamde investeringsuitgaven.
Artikel 10 In gebruik name (vervangings-)investering
In geval van in gebruik name van een vervangingsinvestering wordt gelijktijdig de procedure “afstoting van goederen” opgestart t.b.v. het actief dat vervangen wordt. Dit is om te voorkomen dat het vervangen actief onbedoeld (en ten onrechte) langer in roulatie blijft, waardoor additionele kosten (energie, verzekering etc.) onbedoeld blijven doorlopen.
Artikel 12 Vrijval kapitaallasten
Het vervallen van een bestaand actief of het verlagen van een geraamd investeringsbudget leidt tot het vrijvallen van rente en afschrijvingskosten. Deze vrijval mag niet zonder voorafgaand besluit van de Algemeen Directeur benut worden als dekkingsmiddel voor een ander investeringsvoorstel of –investeringsbudget. De Algemeen Directeur houdt hiermee rekening met het gestelde onder artikel 5.3.
Artikel 16 Uitgangspunten bij afschrijvingen
Bij gecompliceerde investeringsprojecten (projecten die uit meerdere met elkaar samenhangende onderdelen bestaan), worden in de investeringsaanvraag en in de financiële administratie de verschillende onderdelen apart berekend en vastgelegd (Componentenmethode). Over de toepassing en mate van uitsplitsing wordt altijd expliciet besloten.
Deze nota is door het Algemeen Bestuur op 16 februari 2022 vastgesteld en geldt voor alle nieuw te activeren investeringen vanaf januari 2022. Tenminste eenmaal in de 4 jaar zal deze nota worden beoordeeld op actualiteit en toepasbaarheid, of zoveel vaker als gewijzigde wet- en regelgeving of omstandigheden dit vereisen.
Er kunnen zich omstandigheden voordoen, die een gegronde reden vormen om af te wijken van deze beleidsnota IWA. Bijvoorbeeld omdat voldaan moet worden aan bepaalde rijksvoorschriften. Indien het voornemen bestaat om af te wijken van de in deze nota vermelde richtlijnen, wordt dit in een voorstel aan het Algemeen bestuur gemotiveerd toegelicht. Daarbij dient uiteraard rekening te worden gehouden met de mogelijkheden en beperkingen die het BBV en overige relevante wet- en regelgeving bieden.
Bijlage 1 Overzicht economische levensduur of afschrijvingstermijn
De vermelde economische levensduur is een richtlijn. Over het algemeen zal om reden van een bestendige gedragslijn bij vervanging van een actief dezelfde economische levensduur worden aangehouden als de levensduur van het te vervangen actief. Hierop kan gemotiveerd worden afgeweken, bijvoorbeeld indien het vorige actief niet nieuw werd aangeschaft, de gebruikservaring anders aangeeft of dat het nieuwe actief door nieuwe technieken duurzamer is en langer mee gaat.
Voor nieuwe investeringen raadpleegt men deze tabel en de leveranciersinformatie. Te allen tijde geldt dat de economische levensduur niet langer is dan de technische levensduur.
Bijlage 2 Overzicht criteria investeringsomschrijving
In dit overzicht staan de criteria aangegeven waaraan voldoen moet worden om tot een investeringsomschrijving te komen.
In ieder voorstel tot investeren worden in ieder geval de volgende gegevens opgenomen:
Toelichting op de gevraagde gegevens.
Ad 1. Bedrag van de (bruto)investering. Dit is het volledige bedrag van de investering. Eventuele bijdragen van derden, subsidies en/of onttrekkingen uit reserves en/of voorzieningen worden apart aangegeven.
Ad 2. Afschrijvingstermijn (levensduur). Dit is de termijn zoals die is opgenomen in bijlage 1 bij deze nota. Het is mogelijk af te wijken van deze tabel. Als het een aanschaffing betreft, die niet op de lijst voorkomt, wordt een reële termijn op basis van de verwachte gebruiksduur voorgesteld.
Uren/salarislasten die direct aan het activum zijn toe te rekenen moeten worden geactiveerd.
Ad 3. Voor het afschrijven wordt uitsluitend de lineaire methode toegepast. Bij de lineaire methode schrijven we af op basis van een vast percentage van de aanschafwaarde.
Ad 4. Een opgave van de kapitaallasten voor minimaal de komende vier jaar. Met behulp van beschikbare rekenmodellen voor verschillende soorten investeringen kunnen de kapitaallasten (rente en afschrijving) voor de komende periode worden bepaald.
Ad 5. De aan de investering verbonden risico's. Aan een aantal, vooral gecompliceerde, investeringen kunnen risico's verbonden zijn. Bij het voorstel om deze investeringen aan te gaan moeten deze risico’s expliciet vermeld worden inclusief de daarbij behorende mogelijke beheersmaatregelen.
Ad 6. De verwachte datum van ingebruikname. De kapitaallasten worden geraamd vanaf het moment van verwachte ingebruikname. Daarbij wordt de rentelast berekend over de boekwaarde per de 1e van het jaar.
Ad 7. De meerjarige lasten en baten van de exploitatiekosten. Voor een aantal investeringen geldt dat deze na ingebruikname leiden tot andere lasten dan kapitaallasten (bijv. verzekeringen, energiekosten), door te belasten kosten en mogelijk ook baten (bijv. huuropbrengsten). Voor het complete beeld van de investeringsaanvraag (en eventuele scenario’s ter vergelijking) is het nodig deze lasten en baten naast de kapitaallasten te tonen.
Ad 8. De gedurende de looptijd benodigde levensduur verlengende investeringen. Voor enkele investeringen kan het nodig zijn dat een deel van de investering tussentijds vernieuwd moet worden. Deze levensduur verlengende investering wordt – voor zover deze bekend zijn – eveneens met consequenties voor de kapitaal- en overige lasten (en baten) vermeld als onderdeel van de totale investeringsaanvraag.
Ad 9. Bij gecompliceerde investeringsprojecten (projecten die uit meerdere met elkaar samenhangende onderdelen bestaan), worden in de investeringsaanvraag en in de financiële administratie de verschillende onderdelen apart berekend en vastgelegd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2022-240.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.