Blad gemeenschappelijke regeling van Waddenfonds
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waddenfonds | Blad gemeenschappelijke regeling 2022, 1332 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waddenfonds | Blad gemeenschappelijke regeling 2022, 1332 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Subsidieregeling Budget Lokale Innovaties Waddenfonds 2023 (BLI 2023)
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze subsidieregeling wordt verstaan onder Subsidieverordening: de Algemene subsidieverordening Waddenfonds 2017.
Artikel 1.3 Subsidiabele activiteiten
Subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten die de vitaliteit en de sociaaleconomische duurzaamheid van lokale gemeenschappen verbeteren, en die bijdragen aan nieuwe netwerken of versterking van bestaande netwerken in het werkingsgebied van het Waddenfonds zoals beschreven in hoofdstuk 1 en 4 van het Uitvoeringsprogramma.
Om voor subsidie in aanmerking te komen wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2.6 van de Subsidieverordening, voldaan aan de volgende criteria:
Artikel 1.9 Niet-subsidiabele kosten
Onverminderd het bepaalde in artikel 1.7 van de Subsidieverordening komen de volgende kosten in ieder geval niet voor subsidie in aanmerking:
Artikel 1.10 Verantwoording van de subsidie
Het eerste lid is niet van toepassing als het dagelijks bestuur, met toepassing van artikel 3.6 van de Subsidieverordening, in de subsidieverleningsbeschikking bepaalt dat de subsidieontvanger bij de aanvraag tot subsidievaststelling, op basis van een verklaring inzake werkelijke kosten en opbrengsten verantwoordt dat de activiteiten zijn verricht.
Bijlage 1: Kaart Werkingsgebied Waddenfonds
Via onderstaande link kan de inzoombare kaart van het werkingsgebied ook worden bezocht.
https://waddenfonds.nl/wp-content/uploads/2021/03/04-03-2021-Werkingsbebied-Waddenfonds-algemeen-met-energietransitiegrens.pdf
Toelichting bij de subsidieregeling budget lokale innovaties
In deze toelichting zijn de hoofdzaken uit dit openstellingsbesluit, de Algemene subsidieverordening Waddenfonds en het Uitvoeringsprogramma Waddenfonds 2021-2027 samengevat. Deze documenten zijn te vinden op de website van het Waddenfonds (www.waddenfonds.nl) onder het kopje documenten.
Het Budget Lokale Innovaties is bedoeld voor activiteiten vanuit de lokale gemeenschappen. Deze activiteiten moeten waddenspecifiek zijn en de vitaliteit en de sociaaleconomische duurzaamheid van de gemeenschappen op een vernieuwende manier verbeteren. Daarnaast moeten die activiteiten bijdragen aan nieuwe netwerken in het werkingsgebied van het Waddenfonds of bestaande netwerken versterken. Met name (semi-) publieke en collectieve voorzieningen dragen hieraan bij.
Deze doelstelling ligt veelal in het verlengde van regionale programma’s op het gebied van wonen, plattelandsbeleid en leefbaarheid. Indien het goed binnen de regeling past, is het mogelijk om BLI-middelen aan te vragen terwijl ook al in de regio of anderszins subsidie wordt aangevraagd of is verkregen voor vergelijkbare initiatieven. In dat kader vervullen de regio’s de loketfunctie wat betreft voorlichting en informatieverstrekking. Aanvragen worden daarna ingediend bij het Waddenfonds, waar tevens de verdere beoordeling plaatsvindt. In bijlage 1 zijn de regio’s weergegeven, ook in relatie tot het werkingsgebied van het Waddenfonds.
De regionale adviesloketten verzorgen de voorlichting en informatieverstrekking rondom de regeling. Dit kan via bijeenkomsten, maar ook in gesprekken met geïnteresseerden. Vanuit de adviesloketten kan met name bekeken worden of synergie met de regionale programma’s mogelijk en gewenst is. Ook kunnen zij het beste inschatten hoe lokaal en lokaal vernieuwend een initiatief is. Een gesprek met een regionaal adviesloket is ook in het belang van potentiële aanvragers omdat bij toetsing wordt gekeken of een initiatief niet strijdig is met het provinciale beleid en waar door het Waddenfonds aan wordt getoetst.
Onder “lokaal vernieuwend” verstaan wij projecten die op een nieuwe of innovatieve wijze zorgen voor sociale binding in. Onder lokaal verstaan wij plaatselijk en dus van beperkte omvang, zoals een dorp. Hieronder valt ook het combineren van bestaande activiteiten/functies onder één dak die nu nog niet onder één dak plaatsvinden. Dit vanuit de gedachte dat hierdoor gemakkelijker cross-overs ontstaan. Voor meer informatie over lokaal vernieuwende projecten die bijdragen aan de sociale cohesie/binding raden wij aan om onze website te bezoeken.
Aanvragen worden ingediend bij en beoordeeld door het Waddenfonds. Eerst volgt een toets op volledigheid, waarmee tevens de behandelvolgorde van de aanvragen wordt bepaald. Vervolgens wordt van de volledige aanvragen bekeken of voldaan wordt aan de vereisten zoals gesteld in de regeling.
Hierover wordt een advies uitgebracht aan het dagelijks bestuur van het Waddenfonds. Als het dagelijks bestuur positief over de aanvraag besluit, wordt de beschikking tot subsidieverlening afgegeven en kan het project afhankelijk van de voorwaarden in de beschikking starten.
Het uitgangspunt is dat het verantwoordingsregime dat geldt voor subsidies tot € 25.000,- voor alle projecten binnen BLI wordt gehanteerd. Hiermee worden de administratieve lasten geminimaliseerd.
Artikel 1.2 Subsidieverstrekking
Op subsidieverstrekking door het Waddenfonds is de Algemene subsidieverordening Waddenfonds 2017 van toepassing. Door het opnemen van dit artikel wordt het belang van deze verordening benadrukt. Eisen en voorwaarden uit de Algemene subsidieverordening Waddenfonds 2017 zijn van toepassing en gelden naast de vereisten van deze subsidieregeling.
U dient er rekening mee te houden dat een subsidieaanvraag aan meer regelgeving en (beleids)kaders wordt getoetst dan alleen aan de Algemene subsidieverordening Waddenfonds. Welke dit zijn vindt u onder het kopje toetsing van uw aanvraag bij BLI-aanvragen Subsidieregeling Budget Lokale Innovaties – Waddenfonds.
Artikel 1.3 Subsidiabele activiteiten
De subsidiabele activiteiten volgen direct uit het Uitvoeringsprogramma Waddenfonds 2021-2027. Hier is geen nadere focus in aangebracht, om zo goed mogelijk aan te kunnen sluiten op regionale programma’s. De genoemde netwerken kunnen worden uitgelegd als samenwerkingsvormen die bijdragen aan (beheer en onderhoud van) de vitaliteit en sociaaleconomische duurzaamheid van de lokale gemeenschap en de kwaliteit van de leefomgeving.
Artikel 1.4 Verdeelsystematiek en subsidieplafond
Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst, waarbij de datum waarop een aanvraag volledig is, telt.
Een aanvraag wordt binnen de openstellingsperiode digitaal ingediend bij het Waddenfonds. Dit doet u via het digitale platform dat te bereiken is via de website van het Waddenfonds Subsidieregeling Budget Lokale Innovaties – Waddenfonds. Wanneer meer wordt aangevraagd dan in totaal beschikbaar is, dan is het subsidieplafond bereikt. Aanvragen die zijn ontvangen nadat het subsidieplafond is bereikt, moeten worden afgewezen. Voor het bepalen van de volgorde waarin aanvragen zijn binnengekomen, worden alleen volledige aanvragen meegenomen.
De aanvraag moet volledig zijn en omvat naast het volledig ingevulde format voor aanvragen, ten minste het projectplan, de begroting en financieringsplan en indien van toepassing het exploitatieplan en/of de businesscase.
Het is belangrijk dat de aanvraag volledig is. Voeg alle vereiste documenten bij. Lees daarom het aanvraagformulier zeer zorgvuldig!
Artikel 1.6 Kring van subsidieontvangers
De eisen voor de kring van subsidieontvangers gelden voor alle partijen die als aanvrager in een aanvraag participeren. De kring is ruim opgesteld, zodat veel initiatieven mogelijk worden gemaakt. Aangezien de insteek van deze regeling is dat projecten een bottom-up en lokaal karakter hebben, waarbij de sociale cohesie van plaatselijke gemeenschappen vooraf staan, zijn Rijk(sdiensten), waterschappen en provincies geen gewenste aanvragers bij BLI en derhalve uitgesloten..
Artikel 1.7 Hoogte van de subsidie
Het uitgangspunt van BLI is om 50% van de subsidiabele kosten te subsidiëren. Mocht vanwege overige financiering in dat geval sprake zijn van overfinanciering, of dit in strijd zijn met de staatssteunregelgeving, wordt de bijdrage naar beneden bijgesteld. Indien de bijdrage van het Waddenfonds lager uit zou komen dan € 5.000,- wordt geen subsidie verstrekt. Tevens is de bijdrage vanuit BLI nooit hoger dan € 50.000,-.
Verder is van belang artikel 1.6 van de Algemene subsidieverordening, dat ook gaat over de hoogte van de subsidie.
Wij wijzen u in het bijzonder op lid 3 van dat artikel waaruit naar voren komt dat Europese staatssteunregels bepalend kunnen zijn voor de hoogte van de subsidie. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat op grond van de subsidieregels van het Waddenfonds een subsidie van 50% voor bepaalde activiteiten mogelijk is, maar dat de staatssteunregels voor die activiteiten een maximum stellen van 35%. Omdat die regels voorgaan, betekent dat in dit voorbeeld dat u maximaal 35% subsidie kunt krijgen voor die activiteiten.
In dit artikel zijn enkele inhoudelijke criteria opgesteld. In het aanvraagformulier en projectplan kunt u motiveren op welke wijze u voldoet aan deze criteria.
Dat een project een eigenstandig karakter moet hebben, betekent dat het eindresultaat van het subsidieproject op zichzelf moet staan en geen onlosmakelijk onderdeel mag zijn van een groter, meeromvattend project. Het is dus niet de bedoeling dat grotere projecten in fases worden opgeknipt die elk subsidie op grond van een openstelling ontvangen.
Daarnaast is van belang dat het Waddenfonds een algemeen beoordelingskader heeft waaraan alle aanvragen dienen te voldoen, ook de aanvragen in het kader van BLI.
Dit beoordelingskader is weergegeven in artikel 2.6 van de Algemene subsidieverordening Waddenfonds, waarin ook een vertaling is gemaakt van de in het Uitvoeringsprogramma (en het Uitvoeringskader) neergelegde eisen dat een project duurzaam van karakter moet zijn en waddenspecifiek.
Artikel 2.6 van de Algemene subsidieverordening Waddenfonds bepaalt dat geen subsidie wordt verstrekt als naar het oordeel van het dagelijks bestuur:
De onder c bedoelde kernwaarden zijn:
Voor deze kernwaarden is aangesloten bij de Agenda voor het Waddengebied 2050.
In het Uitvoeringsprogramma wordt het begrip “waddenspecifiek” genoemd en geconcretiseerd door het opnemen van vier criteria. Het is bijvoorbeeld niet voldoende dat een project plaatsvindt in het waddengebied, er moet voldaan zijn aan meer eisen, wil het project passend zijn voor het Waddenfonds. Deze vier criteria uit het Uitvoeringsprogramma zijn daarom vastgelegd in onze Algemene subsidieverordening.
maatregelen en activiteiten/investeringen van een project dragen bij aan het oplossen van problemen en/of het benutten van kansen. Bij problemen en kansen gaat het om voor het Waddengebied kenmerkende kansen en bedreigingen. Veelal zijn die verbonden met de gebiedsspecifieke kwaliteiten en cultuurhistorische en landschappelijke waarden van het Waddengebied. Bij economische activiteiten gaat het om activiteiten die gericht zijn op een duurzame economische ontwikkeling en/of energietransitie.
Onder de doelstelling van energietransitie zijn rendabele energiemaatregelen niet subsidiabel, zoals zonnepanelen (zie artikel 1.9)
Het Waddenfonds beoordeelt een aanvraag als (voldoende) waddenspecifiek als de aanvraag voldoet aan minimaal drie van bovenstaande bepalingen. De aanvraag moet altijd aan de eerste bepaling voldoen.
Deze algemene gronden voor weigering van de subsidie geven een eerste houvast bij de vraag of uw project voor subsidie in aanmerking kan komen. U kunt de Algemene subsidieverordening Waddenfonds 2017 vinden op de website van het Waddenfonds.
Voor evenementen kan maar één keer subsidie aangevraagd worden. Voor bestaande evenementen kan geen subsidie aangevraagd worden.
Artikel 1.9 Niet-subsidiabele kosten
Enkele kosten zijn niet subsidiabel gesteld, omdat deze niet mogen worden gesubsidieerd of omdat het subsidiëren ervan onwenselijk is in relatie tot de doelstellingen van het Waddenfonds.
Voor het BLI is in dit artikel een maximum gesteld aan het subsidiëren van personeelskosten met uitzondering van vrijwilligersuren (tarief € 22,--). Verder zijn exploitatiekosten, kosten voor aanleg of herinrichting van speeltuinen/groene schoolpleinen en daarmee vergelijkbare activiteiten en kosten van fondsenwerving en kosten ter voorbereiding van fondsenwerving uitgesloten. Voorts zijn onder e de aanschaf en plaatsing van rendabele energiemaatregelen, waaronder in ieder geval zonnepanelen en individuele warmtepompen, uitgesloten.
Daarnaast zijn er niet-subsidiabele kosten die voor alle Waddenfondsprojecten gelden. Deze staan vermeld in artikel 1.7 van de Algemene subsidieverordening. Zo zijn reguliere kosten volgend uit wettelijke verplichtingen en reguliere onderhoudskosten zoals normaal onderhoud van bijvoorbeeld een gebouw en de inrichting daarvan niet-subsidiabel.
Artikel 1.10 Verantwoording van de subsidie
Om de administratieve lasten te minimaliseren, is het uitgangspunt om het lichtste verantwoordingsregime zoals omschreven in de Algemene subsidieverordening, op alle BLI-projecten van toepassing te verklaren. Het dagelijks bestuur heeft de mogelijkheid om extra verantwoordingseisen op te leggen in de verleningsbeschikking.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2022-1332.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.