2022 Rampbestrijdingsplan Chemelot

Dit plan is tot stand gekomen in samenwerking met:

 

• Gemeente Sittard-Geleen

• Gemeente Stein

• Gemeente Beek

• Politie eenheid Limburg

• GHOR Zuid-Limburg

• Openbaar Ministerie

• Rijkswaterstaat

• SITECH Services B.V.

• Veiligheidsregio Limburg-Noord

• Euregionaal samenwerkingsverband EMRIC

 

 

 

 

 

INHOUDSOPGAVE

INLEIDING 5

1. Aanleiding 5

2. Doel 5

3. Reikwijdte 5

4. Inbedding 5

5. Leeswijzer 6

A. BESTUURLIJK DEEL 7

1. Besluit tot vaststelling 7

2. Openbaarheid document 8

3. Leiding en coördinatie 8

3.1. Bedrijfsbrandweer Chemelot 8

3.2. Bevoegdheden van de officier van dienst van Chemelot 8

3.3. Crisisteams en hun focus 8

3.4. Bijstand 9

3.5. Waarschuwen bevolking 10

3.6. Afwijken van het rampbestrijdingsplan 10

4. Beheer van het RBP 11

5. Oefenen 12

B. OPERATIONEEL DEEL 13

1. Scenario’s 13

2. Melding en alarmering 14

3. Opschaling en afschaling 14

3.1. Opschaling in de GRIP-structuur 14

3.2. Samenwerking OvD-B CoPI en OvD-Chemelot 14

3.3. Belangrijke locaties en aandachtspunten opschaling 14

3.4. Bijstand 15

3.5. Afschaling 15

4. Leiding en coördinatie 16

4.1. Organisatieschema hoofdstructuur bij opschaling 16

5. Verkeerscirculatie 16

6. Crisiscommunicatie 17

7. Informatiemanagement 17

7.1. Informatie-uitwisseling 17

7.2. Waarnemen en meten 18

7.3. Ontruiming en evacuatie 19

7.4. Kengetallen effectgebied 19

BIJLAGEN DEEL B 20

Bijlage 1: Kaart terreingrenzen chemelot 21

Bijlage 2: Waarschuwen en alarmeren bevolking 22

Bijlage 3: Effectafstanden grootste scenario’s vr 24

Bijlage 4: Multidisciplinaire informatiekaart chemelot 28

Bijlage 5: Afkortingenlijst 31

C. ONDERLIGGENDE DOCUMENTEN 33

INLEIDING 1. AANLEIDING

 

Het Besluit veiligheidsregio’s verplicht in art. 6.1.1 het bestuur van de veiligheidsregio tot het vaststellen van een rampbestrijdingsplan (RBP) voor de bestrijding van een ramp in een hogedrempelinrichting als bedoeld in artikel 1 van het Besluit risico’s zware ongevallen (Brzo) 2015. Artikel 6.1.3 van het Besluit veiligheidsregio’s geeft vervolgens nadere kwaliteitseisen voor dit rampbestrijdingsplan.

 

De site van Chemelot valt onder artikel 1 van het Brzo 2015 waardoor de Veiligheidsregio Zuid-Limburg (VRZL) verplicht is een RBP voor deze inrichting op te stellen.

 

2. DOEL

 

Het doel van dit RBP is te borgen dat alle overheden, samen met de bedrijfsnoodorganisatie van Chemelot en andere betrokken organisaties, op een doelmatige manier optreden ten tijde van een (dreigende) ramp op het Chemelot-terrein. Echter ook voor kleinere incidenten zijn de afspraken uit dit RBP bruikbaar.

 

Het (gezamenlijke) optreden dient ertoe zo spoedig mogelijk het incident of de ramp te stabiliseren c.q. te bestrijden en weer terug te gaan naar de normale situatie. In het geval van een dreigend incident zal de inzet vooral gericht zijn op voorkomen en voorbereiden.

 

3. REIKWIJDTE

 

Het werkingsgebied van dit RBP omvat het Chemelot-terrein en de gebieden waar de scenario’s uit dit plan effecten naar hebben.

 

4. INBEDDING

 

Dit RBP is gebaseerd op de afspraken die gemaakt zijn in het regionale crisisplan Veiligheidsregio Zuid-Limburg en afgestemd met de betrokken partners. Afspraken die in dit crisisplan of in andere documenten zijn vastgelegd, worden in het RBP niet opnieuw beschreven, tenzij dit voor de leesbaarheid noodzakelijk is.

 

Naast dit RBP heeft Chemelot een eigen intern bedrijfsnoodplan, waarin de interne bedrijfsnoodorganisatie wordt beschreven en hoe deze afgestemd is met de fabrieksnoodplannen. Al deze plannen zijn op elkaar afgestemd.

 

 

5. LEESWIJZER

 

Het plan bestaat uit de volgende onderdelen:

 

Deel A: Bestuurlijk deel

 

Dit deel beschrijft het beleidskader dat van toepassing is op de organisatie van de rampbestrijding;

 

Deel B: Operationele deel

 

Dit deel beschrijft de mogelijke scenario’s en voorwaardenscheppende processen voor de rampbestrijding;

 

Deel C: Onderliggende documenten

 

Dit deel omvat de onder dit plan liggende documenten die betrekking hebben op de operationele voorbereiding op het scenario en het RBP.

 

Omwille van de leesbaarheid wordt in dit plan op diverse plaatsen het woord “hij” gebruikt om te verwijzen naar functionarissen. Vanzelfsprekend worden daarmee niet enkel mannen, maar alle personen werkzaam in die functie bedoeld.

 

A. BESTUURLIJK DEEL 1. BESLUIT TOT VASTSTELLING

 

 

2. OPENBAARHEID DOCUMENT

 

 

Ingevolge artikel 6.1.4 lid 1 van het Besluit veiligheidsregio’s is op de vaststelling van het rampbestrijdingsplan de openbare voorbereidingsprocedure zoals omschreven in afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het plan is derhalve voor de vaststelling ter inzage gelegd voor de bevolking en is een openbaar document. Onderdelen van dit plan die door de politie aangemerkt zijn als risicovolle informatie voor terrorisme, zullen in het openbare document worden weggelaten.

 

3. LEIDING EN COÖRDINATIE

3.1. Bedrijfsbrandweer Chemelot

 

Op grond van artikel 31 lid 1 Wet veiligheidsregio’s heeft het bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg Chemelot aangewezen als bedrijfsbrandweerplichting. De bedrijfsbrandweer Chemelot voert op basis van deze aanwijzing de incidentbestrijding van de bovenmatige risico’s op het eigen terrein (bedrijfsbrandweerscenario’s) uit. De bedrijfsbrandweer is een onderdeel van de bredere bedrijfsnoodorganisatie van Chemelot en heeft een eigen officier van dienst (in dit plan de OvD-Chemelot genoemd).

 

Celanese Emulsions B.V. is een chemisch bedrijf dat net buiten de terreingrens van Chemelot ligt. Op grond van artikel 31 lid 1 Wet veiligheidsregio’s is het ook bedrijfsbrandweer plichtig. Gezien de locatie vervult de bedrijfsbrandweer van Chemelot ook de bedrijfsbrandweeraanwijzing bij Celanese. Het RBP Chemelot is daar echter niet van toepassing.

 

3.2. Bevoegdheden van de officier van dienst van Chemelot

 

 

De OvD-Chemelot is bevoegd om intern te alarmeren en op te schalen. Hij is echter ook bevoegd om externe alarmering in gang te zetten via de gemeenschappelijke meldkamer Limburg (GMKL) en indien nodig direct op te schalen via de reguliere gecoördineerde regionale incidentbestrijdingsprocedure (GRIP), tot maximaal GRIP 2.

 

Tevens is de OvD-Chemelot bevoegd de eerste noodzakelijke maatregelen te nemen om de effecten van het incident te beperken. Bijvoorbeeld door het activeren van het waarschuwings- en alarmeringsstelsel (WAS) en/of NL-alert. Maar ook door het laten stilleggen van spoor-, weg- of vaarverkeer.

 

Indien de OvD-Chemelot van deze bevoegdheid gebruik maakt, doet hij dit onder verantwoording van het openbaar bestuur dat hem en zijn werkgever vrijwaart voor eventuele aansprakelijkheid jegens derden.

 

3.3. Crisisteams en hun focus

 

 

Alle opgeroepen crisisteams binnen de GRIP-structuur worden in de basis uitgebreid met liaisons van Chemelot en andere betrokken partijen. Door het grote belang van communicatie bij incidenten betreffende Chemelot wordt er ook een liaison toegevoegd aan de opgeschaalde sectie crisiscommunicatie.

 

Deze liaison vormt de verbinding tussen sectie crisiscommunicatie van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg (VRZL) en het team communicatie van Chemelot. Bij incidenten is VRZL formeel verantwoordelijk voor de crisiscommunicatie. Chemelot communiceert intern over de situatie, de te verwachten impact en de te nemen maatregelen. Crisiscommunicatieboodschappen worden zoveel mogelijk afgestemd met Chemelot zodat berichtgeving eenduidig is.

 

Het belang van de veiligheid van omwonenden en aanwezigen op het Chemelot-terrein staat altijd voorop. Wanneer het communicatieteam van Chemelot eerder dan VRZL beschikt over gevalideerde informatie over gevaren rondom het incident en/of over een handelingsperspectief, mogen zij dit onmiddellijk communiceren naar de omgeving, ook al berust de formele verantwoordelijkheid hiervoor bij VRZL. De VRZL zal vervolgens zo spoedig mogelijk over deze communicatie in kennis worden gesteld.

 

 

De focus van de multidisciplinaire crisisteams is in beginsel als volgt:

 

- Het commando plaats incident (CoPI) neemt, samen met de OvD-Chemelot en de opgeschaalde bedrijfsnoodorganisatie (het actiecentrum Chemelot), het incident en de effecten op het Chemelot-terrein voor zijn rekening;

- Het regionaal operationeel team (ROT) buigt zich over de effecten buiten de terreingrens;

- Het gemeentelijk of regionaal beleidsteam (GBT / RBT) richt zich op bestuurlijke vraagstukken.

 

 

Wanneer opgeschaald wordt naar GRIP 2 of hoger, maar het ROT nog niet actief is, zal het CoPI tevens de eerste spoedeisende acties buiten de terreingrens voor zijn rekening nemen. Ook wanneer bij grotere incidenten direct een gebied ontstaat buiten de terreingrens waarin zwaartepunten zijn die niet op afstand door een ROT kunnen worden gemanaged (bijvoorbeeld grote aantallen slachtoffers), kan het CoPI ervoor kiezen om af te wijken van de basisafspraak. De leider CoPI kan dan ook besluiten het CoPI te verplaatsen naar buiten de terreingrens. Hij stemt dit af met de regionaal operationeel leider (ROL) en de leider actiecentrum van Chemelot.

 

De Chemelot-site ligt relatief dicht bij de grens met de Veiligheidsregio Limburg-Noord (VRLN). Wanneer een incident bij Chemelot leidt tot GRIP-opschaling in de VRZL, wordt ook de VRLN geïnformeerd. Indien het effectgebied zich verplaatst richting de VRLN, zal deze regio naar eigen inzicht haar crisisstructuur opschalen.

 

3.4. Bijstand

 

 

Chemelot kan altijd, dus ook wanneer er geen sprake is van GRIP opschaling, verzoeken om personele en/of materiële bijstand van de overheidshulpdiensten. Het kan dan gaan om bijzonder of specialistische materieel of om rampbestrijdingspotentieel van de overheidshulpdiensten.

 

1. Bijzonder en specialistisch brandweermaterieel Veiligheidsregio Zuid-Limburg: De OvD-Chemelot kan de veiligheidsregio om bijstand van bijzonder en specialistisch materieel verzoeken. Het gaat dan bijvoorbeeld om verkenningseenheden, duikers, groot watertransport, onsmettingseenheden of een redvoertuig. Deze eenheden vallen dan onder de operationele leiding van de OvD-Chemelot. Indien de algemeen commandant brandweer (AC-B) van de veiligheidsregio nog niet bij het incident betrokken is, wordt deze over de bijstandsaanvraag geïnformeerd door de meldkamer brandweer (MKB). Afhankelijk van de complexiteit van de inzet, beslist de AC-B of een officier van dienst brandweer (OvD-B) van de veiligheidsregio met het materieel meerijdt om inhoudelijke expertise te kunnen bieden aan de OvD-Chemelot.

 

 

2. Bijzonder en specialistisch brandweermaterieel van buiten de Veiligheidsregio Zuid-Limburg: Indien de OvD-Chemelot bijstand van specialistische voertuigen of teams uit andere regio’s of uit buitenland wenst (bijvoorbeeld een hoogtereddingsteam), kan hij dit verzoek via het Operationeel Centrum Chemelot (OCC) de MKB hierover informeren en verzoeken de bijstandsaanvraag aan de AC-B voor te leggen. Indien de AC-B reeds bij het incident betrokken is, kan deze bijstandsaanvraag rechtstreeks bij de AC-B worden gedaan.

 

3. Brandweerbijstand: Indien de OvD-Chemelot verzoekt om bijstand in de vorm van een brandweerpeloton of -compagnie, zal de meldkamer brandweer deze direct alarmeren. De eenheden van Chemelot vormen dan het peloton 100. Overheidseenheden vormen het peloton 200 en verder. Uitgangsstelling voor deze bijstand is het gebied naast het Alert & Care Center (ACC) van Chemelot, tenzij de taakcommandant van de overheidsbrandweer of de OvD-Chemelot hier anders over beslist. De operationele leiding over de brandweerinzet is in dit geval belegd bij de taakcommandant van de overheidsbrandweer.

 

4. Bijstand andere diensten: Wanneer er behoefte is aan bijstand door andere diensten zoals ambulance of politie, kan het OCC of de OvD-Chemelot daar direct om verzoeken bij de GMKL. Wanneer het OCC vraagt om een ambulance van de overheid, dit gaat in overleg met de verpleegkundige bij Chemelot. Chemelot en de regionale ambulance voorziening hebben de samenwerkingsafspraken vastgelegd in de instructie “begeleiding externe ambulance op Chemelot”. Deze instructie maakt inzichtelijk hoe er gehandeld dient te worden voor een soepele maar vooral veilige samenwerking. In deze instructie zijn afspraken vastgelegd over de aankomst van de ambulance en de begeleiding ervan op de Chemelot-site. Aangekomen bij het incident meldt de ambulance zich bij de verpleegkundige van Chemelot, de OvD-Chemelot, of personeel van Sitech Fire Brigade & Security.

 

3.5. Waarschuwen bevolking

 

 

De OvD-Chemelot kan bij een incident op het Chemelot-terrein opdracht geven tot het activeren van het (interne) sirene- of claxonalarm in bepaalde sectoren op de Chemelot-site. Daarnaast is hij, evenals andere in het regionaal crisisplan benoemde functionarissen bevoegd tot het activeren van het waarschuwings- en alarmeringssysteem (WAS) en NL-Alert. Dit gebeurt met een verzoek van de OvD-Chemelot aan de GMKL.

 

De meldkamer brandweer alarmeert (windafhankelijk) één of meerdere WAS-sector(en) zoals die in dit plan zijn bepaald. Deze gebieden zijn gekoppeld aan een groep WAS-palen en een eventuele vervolgalarmering naar andere meldkamers (Duitsland, België of Rijkswaterstaat/wegbeheerder).

De voorbereide sirenegebieden zijn indicatieve gebieden voor een snelle en eerste alarmering en zeggen niets over het daadwerkelijke effectgebied. Dat zal worden vastgesteld op basis van latere informatie. Waar nodig wordt op basis van die informatie het gealarmeerde gebied vergroot of verkleind.

 

Voor het versturen van een NL-alert zijn standaardteksten voorbereid die per scenario en sirenegebied kunnen worden verstuurd in de acute fase. Wanneer meerdere sirenegebieden worden geactiveerd, kunnen deze berichten gecombineerd worden. In alle gevallen zal bij het gebruik van NL-alert het proces crisiscommunicatie worden opgestart.

 

Het geselecteerde gebied waarbinnen een NL-Alert wordt verstuurd is minstens gelijk aan de gealarmeerde WAS-sirenegebieden. In de praktijk zal het gebied waarin het NL-Alert wordt verzonden altijd groter zijn, doordat de daarvoor gebruikte gsm-masten een breder bereik hebben dan de WAS-palen.

 

3.6. Afwijken van het rampbestrijdingsplan

 

 

De afspraken zoals die in dit RBP zijn vastgelegd, hebben tot doel te zorgen voor een effectieve en efficiënte samenwerking tussen de betrokken partijen bij een incident. Het naleven van de afspraken is geen doel op zich. Wanneer de omstandigheden daartoe aanleiding geven kan derhalve gemotiveerd worden afgeweken van hetgeen is vastgelegd in dit RBP.

 

4. BEHEER VAN HET RBP

 

 

Op grond van artikel 6.1.7 van het Besluit veiligheidsregio’s dient het bestuur van een veiligheidsregio er zorg voor te dragen dat een rampbestrijdingsplan (RBP) minstens éénmaal per drie jaren opnieuw wordt bezien, beproefd en zo nodig bijgewerkt. Dat geldt ook voor dit RBP.

 

Gewijzigde omstandigheden kunnen echter ook aanleiding geven om (delen van) het RBP tussentijds te herzien en opnieuw vast te stellen, de mandaten voor dat beheer zijn als volgt:

 

- Deel A (bestuurlijk deel) Dit deel regelt de bevoegdheden van de betrokken functionarissen, de randvoorwaarden voor de operationele afspraken en de borging daarvan. Wijzigingen in dit deel worden vastgesteld door het algemeen bestuur van de veiligheidsregio;

 

- Deel B (operationele deel) Dit deel regelt de operationele afspraken en is onderhevig aan veranderingen ten gevolge van ervaringen in de dagelijkse praktijk. Wijzigingen in dit deel kunnen tussentijds door de directeur veiligheidsregio van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg vastgesteld worden;

 

- Deel C (onderliggende documenten) Dit deel bevat documenten die dienen als ondersteunende informatie bij dit plan. Deze documenten worden beheerd door de verantwoordelijke ketenpartners.

 

 

 

Bestuurlijke vaststelling Rampbestrijdingsplan Chemelot

Het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg;

Overwegende

- dat Chemelot Site Permit b.v. te Sittard-Geleen gelegen is in de Veiligheidsregio Zuid-Limburg;

- dat dit een inrichting is als bedoeld in artikel 1 van het Besluit risico’s zware ongevallen 2015;

- dat voor een ramp in een dergelijke inrichting op grond van artikel 17 Wet veiligheidsregio’s jo. artikel 6.1.1 Besluit veiligheidsregio’s een rampbestrijdingsplan vastgesteld dient te worden;

Voorts overwegende

- dat op 7 juni 2019 een eerdere versie van het Rampbestrijdingsplan Chemelot is vastgesteld;

- dat dit plan op een aantal onderdelen wijziging behoeft;

Besluit:

1. vast te stellen het Rampbestrijdingsplan Chemelot 2022;

2. in te trekken het Rampbestrijdingsplan Chemelot 2019 zoals vastgesteld op 7 juni 2019

3. te bepalen dat dit besluit in werking treedt op 2 december 2022.

Aldus vastgesteld door het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio Zuid-Limburg op 2 december 2022.

mr. J.M. Penn-te Strake (voorzitter)

L.W.M. Houben (secretaris

Raadpleeg de bijlage voor meer informatie.

Naar boven