Beleidsregels Participatie ISD Kompas 2022

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet (Pw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers (Ioaw), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet.

  • 2.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      de wet: de Participatiewet, onderscheidenlijk de Ioaw en de Ioaz;

    • b.

      Dagelijks Bestuur; het Dagelijks Bestuur van van ISD Kompas;

    • c.

      de doelgroep: de doelgroep als bedoeld in artikel 7 Pw, artikel 34 Ioaw en artikel 34 Ioaz.

Hoofdstuk 2. Voorzieningen

Paragraaf 1. Algemene bepalingen over voorzieningen

Artikel 2. Weigeren en beëindigen van voorzieningen

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur weigert een voorziening in het kader van deze beleidsregels in ieder geval, indien:

    • a.

      de aanvrager een niet-uitkeringsgerechtigde betreft, behalve indien de niet-uitkeringsgerechtigde een aanvraag indient conform artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels;

    • b.

      de niet-uitkeringsgerechtigde die een aanvraag indient conform artikel 3 lid 2 van deze beleidsregels of de Anw-er, eerder een voorziening krachtens de Participatiewet dan wel de Wet werk en bijstand verwijtbaar heeft beëindigd;

    • c.

      de persoon niet langer tot de doelgroep van de Participatiewet, dan wel de Participatieverordening behoort.

  • 2.

    Het Dagelijks Bestuur kan een voorziening beëindigen, indien:

    • a.

      de persoon die aan de voorziening deelneemt zijn verplichtingen dienaangaande niet nakomt;

    • b.

      de persoon die deelneemt niet meer behoort tot de doelgroep van de Participatieverordening;

    • c.

      de persoon algemeen geaccepteerde arbeid aanvaardt, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van deze voorziening;

    • d.

      naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur de voorziening onvoldoende bijdraagt aan een snelle arbeidsinschakeling;

    • e.

      de persoon niet naar behoren gebruik maakt van de aangeboden voorziening.

 

Paragraaf 2. Voorzieningen

Artikel 3. Re-integratietraject

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan aan personen uit de doelgroep een re-integratietraject aanbieden. Een dergelijk traject kan bestaan uit activiteiten en uit één of meer voorzieningen als bedoeld in de volgende paragraaf, dan wel uit een combinatie hiervan. Tevoren dient in een plan te worden beschreven welke stappen naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur dienen te worden gezet. Het plan komt in samenwerking met de belanghebbende tot stand, maar behoeft niet noodzakelijkerwijs diens instemming.

  • 2.

    Aan niet-uitkeringsgerechtigden kan door het Dagelijks Bestuur –op aanvraag van de niet-uitkeringsgerechtigde - deelname aan door ISD-Kompas georganiseerde groepsbijeenkomsten worden aangeboden, zij het dat dit uitsluitend de groepsgerichte activiteiten betreft. Individuele coaching is van dit aanbod uitgesloten. In een plan wordt beschreven welk aanbod de niet-uitkeringsgerechtigde heeft geaccepteerd en wat de afspraken hieromtrent zijn.

Artikel 4. Werkervaringsplaats

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan personen uit de doelgroep, een werkervaringsplaats aanbieden. De werkervaringsplaats bestaat uit het werken met behoud van uitkering, gedurende een bepaalde periode.

  • 2.

    Het doel van de werkervaringsplaats kan bijvoorbeeld zijn het leren functioneren in een arbeidsrelatie, het opdoen van werkervaring, en is steeds gericht op reguliere uitstroom.

  • 3.

    De werkervaringsplaats mag maximaal drie maanden worden ingezet, op individuele gronden bij dezelfde werkgever eenmalig te verlengen tot een totaal van maximaal zes maanden.

  • 4.

    In bijzondere situaties is het toegestaan om nogmaals een werkervaringsplaats aan te bieden bij een andere werkgever, waarbij het bepaalde in het derde lid van overeenkomstige toepassing is.

  • 5.

    Het Dagelijks Bestuur plaatst de persoon alleen, indien door zijn plaatsing de concurrentieverhoudingen niet onverantwoord worden beïnvloed en daardoor evenmin verdringing plaatsvindt.

  • 6.

    In een plan wordt tenminste vastgelegd het doel van de werkervaringsplaats, alsmede de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt.

  • 7.

    In de schriftelijke overeenkomst tussen de werkgever en de persoon, bedoeld in het eerste lid, worden zaken vastgelegd als het doel van de werkervaringsplaats, duur van de werkervaringsplaats, de werkzaamheden die uitgevoerd worden, de wijze van begeleiding en feit dat de werkgever ten behoeve van de persoon noodzakelijke verzekeringen afsluit.

Artikel 5 Werkstage

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan personen die behoren tot de doelgroep een werkstage gericht op arbeidsinschakeling aanbieden.

  • 2.

    Het doel van de werkstage is het leren functioneren in een arbeidsrelatie.

  • 3.

    De werkstage duurt maximaal zes maanden, op individuele gronden bij dezelfde werkgever eenmalig te verlengen tot een totaal van maximaal 12 maanden.

  • 4.

    Het Dagelijks Bestuur plaatst de persoon alleen indien door zijn plaatsing de concurrentieverhouding niet onverantwoord worden beïnvloed en indien door zijn plaatsing geen verdringing plaatsvindt.

  • 5.

    In een plan wordt tenminste vastgelegd het doel van de werkstage, alsmede de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt.

  • 6.

    In een stage-overeenkomst tussen werkgever en de persoon bedoeld in lid 1 wordt vastgelegd het doel van de werkstage, duur van de werkstage, de werkzaamheden die uitgevoerd worden, de wijze van begeleiding en feit dat de werkgever ten behoeve van de persoon noodzakelijke verzekeringen afsluit.

Artikel 6. Sociale activering

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan aan personen die behoren tot de doelgroep activiteiten aanbieden in het kader van sociale activering.

  • 2.

    Onder sociale activering wordt verstaan het verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten of vrijwilligerswerk ter voorbereiding op de start van een traject gericht op arbeidsinschakeling of gericht op het voorkomen van een sociaal isolement.

Artikel 7. Scholing

Aan een persoon die behoort tot de doelgroep kan scholing worden aangeboden. Geen scholing of opleiding wordt aangeboden als dit naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur de krachten of bekwaamheden van de belanghebbende te boven gaat of niet bijdraagt aan vergroting van de kans op inschakeling in het arbeidsproces.

Artikel 8. Werk ontwikkelplek

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan personen uit de doelgroep, een werk ontwikkelplek aanbieden.

  • 2.

    Het doel van de werk ontwikkelplek kan bijvoorbeeld zijn wennen aan het werkritme, werken in een team, werkinstructies volgen en daarbij werken aan andere leerdoelen noodzakelijk om de stap kleiner te maken naar een zelfstandige baan.

  • 3.

    De werk ontwikkelplek is qua duur mede afhankelijk van de voortgang naar het maximaal haalbaar gestelde doel (zelfstandige baan) of hetgeen maximaal haalbaar blijkt gedurende de ontwikkeling. De maximale termijn is gesteld op 1 jaar. Indien lopende het traject een zelfstandige baan niet haalbaar blijkt, stopt de ontwikkelplek.

  • 4.

    In een plan wordt tenminste vastgelegd wat de doelen van de werk ontwikkelplek zijn om doorstroom naar een zelfstandige baan mogelijk te maken.

  • 5.

    Er is wekelijks begeleiding van een jobcoach, die de gestelde doelen en voortgang bewaakt.

  • 6.

    Er worden duidelijke afspraken gemaakt op welke tijdstippen en dagen klant aanwezig dient te zijn.

Artikel 9. Persoonlijke ondersteuning

  • 1.

    Persoonlijke ondersteuning heeft tot doel dat een persoon die behoort tot de doelgroep wordt begeleid naar een situatie dat hij uiteindelijk zonder begeleiding via een dergelijke voorziening bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn, dan wel dat de loonwaarde stijgt.

  • 2.

    Er worden twee vormen van persoonlijke ondersteuning onderscheiden:

    • a.

      Jobcoaching: bij deze vorm van ondersteuning gaat het primair om systematische ondersteuning waarbij het van belang is dat de persoon die behoort tot de doelgroep zonder die ondersteuning zijn werkzaamheden niet kan verrichten.

    • b.

      Overige ondersteuning: Bij deze vorm van ondersteuning gaat het om kortdurende en in omvang beperkte ondersteuning gericht op arbeidsinschakeling, waaronder werkplekaanpassing.

  • 3.

    Voor de inzet van jobcoaching zoals genoemd in lid 2, onder a gelden de volgende voorwaarden:

    • a.

      Jobcoaching kan alleen worden ingezet als de persoon behorende tot de doelgroep arbeid verricht op een werkervaringsplaats of in een dienstbetrekking

    • b.

      Er dient door de werkgever een plan ten aanzien van jobcoaching te worden opgesteld waarin het doel wordt gesteld waartoe de jobcoaching moet leiden.

    • c.

      Het aantal uren job coaching is maximaal 5% van de arbeidsduur per week. Hiervan kan worden afgeweken wanneer er een advies door een deskundige aan ten grondslag ligt.

    • d.

      Er wordt een maximum uurtarief gehanteerd welke gelijk is aan het normbedrag zoals gesteld in besluit beleidsregel UWV normbedragen voorzieningen.

    • e.

      Minimaal 1 keer per jaar wordt geëvalueerd of jobcoaching nog langer noodzakelijk is. De inzet van een jobcoach is maximaal 2 jaar. In specifieke gevallen is het mogelijk jobcoaching na 2 jaar met 1 jaar te verlengen.

  • 4.

    Voor de inzet van een werkplekaanpassing zoals genoemd in lid 2, onder b geldt dat de noodzakelijkheid dient te worden beoordeeld en vastgesteld door een arbeidsdeskundige.

Artikel 10. Het persoonsgebonden stimuleringsbudget (PSB)

  • 1.

    In afwijking van artikel 1 lid 2 sub c van deze beleidsregels behoren tot de doelgroep van het persoonsgebonden stimuleringsbudget (PSB) alle belanghebbenden van 18 jaar of ouder die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, die een uitkering levensonderhoud ontvangen van ISD Kompas op grond van de wet en die een traject volgen bij ISD Kompas.

  • 2.

    Het persoonsgebonden stimuleringsbudget is een premie die door het Dagelijks Bestuur kan worden toegekend aan personen bedoeld in het eerste lid. Het PSB bedraagt maximaal € 1.500.

  • 3.

    Voorwaarde voor de toekenning is:

    • a.

      dat een persoon bedoeld in het eerste lid actief aan een traject van ISD Kompas meewerkt dat gericht is op het stimuleren en realiseren van kansvergroting op uitstroom naar regulier werk;

    • b.

      dat de meest adequate en goedkoopste voorziening wordt ingezet om het doel onder sub a te bereiken;

    • c.

      een positief advies van de Participatiecoach van ISD Kompas.

  • 4.

    Voorwaarde voor een positief advies is dat de Participatiecoach overtuigd is van de getoonde inzet en gebleken motivatie van belanghebbende als deelnemer aan het traject.

  • 5.

    Door de persoon bedoeld in het eerste lid wordt in overleg met zijn Participatiecoach een beknopt voorstel gemaakt over de interventies die bekostigd zullen worden door middel van inzet van het PSB en over de termijn waarbinnen de interventie plaats zal vinden.

  • 6.

    Het voorstel, bedoeld in het vorige lid, bestaat uit alle denkbare interventies die de kans op uitstroom of de kans op werk vergroten.

  • 7.

    Indien één of meer geaccordeerde interventies om welke reden dan ook niet zijn ingezet binnen de afgesproken termijn en het geaccordeerde PSB dus niet volledig is besteed, kan er door de persoon bedoel in het eerste lid geen aanspraak, in welke zin dan ook, worden gemaakt op deze niet bestede middelen.

Artikel 11. Verwervingskosten

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan in het kader van arbeidsinschakeling kosten vergoeden die verband houden met deelname aan een door het Dagelijks Bestuur aangeboden voorziening in het kader van deze beleidsregels en die buiten het bereik van de andere voorzieningen liggen. Er dient daarbij sprake te zijn van kosten die naar het oordeel van het college in redelijkheid niet voor rekening van betrokkene behoren te komen.

  • 2.

    Geen aanspraak op de in het eerste lid genoemde voorzieningen bestaat indien een beroep gedaan kan worden op een voorliggende voorziening die gezien haar aard en doel wordt geacht voor de persoon toereikend en passend te zijn.

Artikel 12. Reiskostenvergoeding

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan op aanvraag een vergoeding van reiskosten verstrekken aan een rechthebbende als bedoeld in artikel 11 lid 2 van deze beleidsregels indien de reisafstand tussen de kern van zijn woonplaats en de onderwijsinstelling/re-integratie-activiteit 5 km of meer enkele reis bedraagt en conform artikel 11 lid 1 van deze beleidsregels de kosten buiten bereik van andere voorzieningen liggen.

  • 2.

    Bij een reisafstand van het adres van klant tot het adres van bestemming in het kader van de re-integratie of inburgering van minder dan 5 km voor een enkele reis wordt geen reiskostenvergoeding verstrekt.

  • 3.

    Bij een reisafstand van het adres van klant tot het adres van bestemming in het kader van de re-integratie of inburgering van 5 km of meer enkele reis, worden de reiskosten vergoed met een OV-kaart gekoppeld aan klant.

  • 4.

    Indien de kosten van het openbaar vervoer met een OV-kaart hoger zijn dan de kosten van een sterrenabonnement, dit na verwachting langdurig het geval zal zijn en er sprake is van een verschil hoger dan € 50,00 aan kosten, kan een sterrenabonnement bezien worden.

  • 5.

    Wanneer een persoon voldoende onderbouwd kan aantonen om (medische) redenen niet in staat te zijn om gebruik te maken van een fiets of openbaar vervoer, kan afgeweken worden van het tweede en/of derde lid. In geval wij geen uitvoering (meer) kunnen geven aan het derde lid, kan afgeweken worden van het derde lid.

  • 6.

    In deze gevallen wordt een reiskostenvergoeding vooraf verstrekt van € 0,19 per kilometer (of het op dat moment geldende fiscaal vrijgelaten bedrag)

Artikel 13. Aanschaf van een fiets

  • 1.

    Indien de afstand tussen het woonadres en het werk/trajectadres meer dan 5 kilometer is, wordt de aanschaf van een (tweedehands) fiets, vergoed, en wel als:

    • a.

      reizen met het openbaar vervoer niet mogelijk is, of

    • b.

      een fiets een betere optie is qua reisduur,

    • c.

      geen gebruik gemaakt kan worden van de andere vervoersmiddelen, en

    • d.

      redelijkerwijs hierin niet zelfstandig kan worden voorzien, en

    • e.

      als belanghebbende zelf vervoer per fiets verkiest boven andere vervoersmiddelen

  • 2.

    De maximale vergoeding voor een (tweedehandse) fiets is, inclusief slot en verlichting, 50 % van de NIBUD norm voor de kosten van een fiets.

  • 3.

    Belanghebbende kan slechts éénmaal in aanmerking komen voor een vergoeding voor de aanschaf

  • 4.

    In een periode van twee jaar na het verschaffen van vergoeding voor een fiets worden er geen reiskosten conform artikel 12 vergoed, tenzij belanghebbende voldoende onderbouwd kan aantonen om (medische) redenen niet in staat te zijn om nog gebruik te kunnen maken van een fiets of de reisafstand buiten het gebied ligt van de gemeenten Beekdaelen, Simpelveld, Voerendaal en dit gelijk is aan meer dan 15 Kilometer fietsen vanaf het woonadres. Hiervoor hanteren wij de kortste route.

Hoofdstuk 3. Slotbepalingen

Artikel 14. Budgetplafond

  • 1.

    Het Dagelijks Bestuur kan jaarlijks een budgetplafond vaststellen voor de financiering van de aanspraak op de in deze beleidsregels genoemde voorzieningen. Een dergelijk plafond dient uiterlijk in de eerste maand van het desbetreffende kalenderjaar te worden vastgesteld en gepubliceerd.

  • 2.

    Indien het plafond is bereikt, dan wel dreigt te worden bereikt in geval van toekenning dan wel continuering van voorzieningen kunnen deze worden geweigerd, dan wel beëindigd.

Artikel 15. Hardheidsclausule

Het Dagelijks Bestuur kan, indien de toepassing van bepalingen in deze verordening in de individuele situatie tot onbillijkheden van overwegende aard leidt, voor zover het de bevoegdheid betreft die voortvloeit uit deze verordening, afwijken van deze verordening.

Artikel 16. Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2023;

  • 2.

    Met ingang van 1 januari 2023 komen de Beleidsregels Participatie ISD Kompas 2021 te vervallen.

Artikel 17. Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels Participatie ISD Kompas 2022.

Aldus besloten tijdens de vergadering van het Dagelijks Bestuur van ISD Kompas,

gehouden d.d. 19 september 2022

De voorzitter,

De secretaris,

Naar boven