Toelichting
PRIVACYREGLEMENT VERWERKING LEERPLICHT- EN RMC-GEGEVENS HOLLAND RIJNLAND
Het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland verwerkt ten behoeve van zijn werkzaamheden in het kader van Leerplichtwet 1969 en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig school verlaten persoonsgegevens van leerlingen.
Algemene normen
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) vereist dat deze gegevens worden verwerkt:
- -
op behoorlijke en zorgvuldige wijze; en
- -
in overeenstemming met de wet.
De verwerking van persoonsgegevens wordt vastgelegd in een verwerkingsregister.
Indien het samenwerkingsorgaan gegevens van personen niet behoorlijk en zorgvuldig worden verwerkt, wordt in strijd met de AVG en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur gehandeld.
Van belang bij de verwerking van persoonsgegevens is dat:
- -
de persoonlijke levenssfeer van leerlingen wordt beschermd tegen misbruik en onjuistheden;
- -
de persoonsgegevens niet voor een ander doel wordt gebruikt;
- -
de rechten van leerlingen zijn gewaarborgd;
- -
deze noodzakelijk is voor de uitvoering van de Leerplichtwet 1969 en de RMC-functie. Anders gezegd, het moet redelijkerwijs niet goed mogelijk zijn deze taken uit te voeren zonder het verwerken van persoonsgegevens.
Het samenwerkingsorgaan hanteert een privacyreglement, te weten het "Privacyreglement verwerking leerplicht- en RMC-gegevens Holland Rijnland". Hierin wordt nader ingegaan op het doel van de gegevensverwerking (artikel 2), de vraag welke persoonsgegevens worden verwerkt (artikel 4) en de verstrekking van en toegang tot persoonsgegevens (artikel 8 en 9). Voorts bevat het reglement richtlijnen ten aanzien van de beveiliging en geheimhouding (artikel 11), de informatievoorziening (artikel 12), de rechten van betrokkenen (artikel 13), alsmede de bewaartermijn (artikel 7) en de mogelijkheid een klacht of bezwaar in te dienen (artikel 14).
Voor welke doelen worden de persoonsgegevens verwerkt? (artikel 2) De verwerking van persoonsgegevens heeft drie doelen:
- -
de uitvoering van de in de Leerplichtwet 1969 genoemde taken;
- -
de uitvoering van de RMC-functie.
- -
Het voorkomen van schooluitval. Hiertoe worden gegevens verwerkt van langdurig zieke kinderen (langer dan 4 weken vrijwel aaneengesloten). Het betreft hier geoorloofd verzuim, waarbij in principe geen wettelijke grondslag te vinden is (zoals artikel 2a of 2b). Langdurig ziekteverzuim leidt in de praktijk soms tot schooluitval. Het RBL heeft een belangrijke rol, en werkt samen met ketenpartners, om dit te voorkomen. Vanuit de grondslag ‘algemeen belang’ verwerkt en deelt leerplicht gegevens. Hierbij wordt nauwlettend toegezien op proportionaliteit en subsidiariteit.
Elke handeling met betrekking tot persoonsgegevens is een verwerking van persoonsgegevens.
Hieronder valt onder andere: verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekking door middel van doorzending, verspreiden/ter beschikking stellen, samenbrengen, afschermen. Het is op grond artikel 2 van het reglement en op grond van de AVG en de Wpg niet toegestaan persoonsgegevens voor andere doelen dan hiervoor vermeld te verwerken. Anders gezegd, er mogen alleen persoonsgegevens worden verwerkt indien dat noodzakelijk is voor de uitoefening van de in de Leerplichtwet 1969 bedoelde taken, bevoegdheden en de RMC-functie en het voorkomen van schooluitval bij langdurig zieke kinderen.
Welke persoonsgegevens worden verwerkt? (artikel 4)
Het samenwerkingsorgaan kan op grond van de AVG, de Wpg en artikel 3 van het reglement alleen persoonsgegevens verwerken van personen die in het bevolkingsregister van één van de gemeenten van de deelnemende gemeenten in de regio Holland Rijnland zijn opgenomen. Hierbij geldt dat alleen de volgende persoonsgegevens mogen worden verzameld, verwerkt en gebruikt:
- -
gegevens ter identificatie van de leerlingen of jongeren die geen leerling meer zijn en hun ouders, voogden of verzorgers;
- -
godsdienst of levensovertuiging, voor zover noodzakelijk;
- -
gegevens die noodzakelijk zijn met het oog op de gezondheid of het welzijn van de leerling;
- -
aard en verloop onderwijs, alsmede studieresultaten;
- -
gegevens met het oog op de organisatie van het onderwijs en het verstrekken van studie-en arbeidsmarktadviezen;
- -
andere gegevens waarvan de verwerking wordt vereist voor de goede invulling van de publiekrechtelijke taak.
Hoewel de laatste soort gegevens vrij ruim is geformuleerd, is het van belang ook daarbij zorgvuldigheid te betrachten en alleen dergelijke gegevens te verwerken indien dat noodzakelijk is voor de uitoefening van de in de Leerplichtwet 1969 bedoelde taken en bevoegdheden en de
RMC-functie.
Ten aanzien van gegevens met betrekking tot godsdienst, levensovertuiging en gezondheid stellen de AVG en de Wpg zware eisen in welke gevallen deze gegevens mogen worden opgenomen in een persoonsregistratie.
Door wie worden de persoonsgegevens gebruikt en aan wie verstrekt het samenwerkingsorgaan deze gegevens? (artikel 8 en 9)
De vraag wie toegang hebben tot persoonsgegevens is nader uitgewerkt in artikel 9. Toegang tot persoonsgegevens hebben in de eerste plaats consulenten leerplicht en de personen werkzaam bij het samenwerkingsorgaan die hen ondersteunen of aan hen leiding geven c.q. belast zijn met of noodzakelijk betrokken zijn bij de verwerking van persoonsgegevens (artikel 9 onder a)
Gegevens die in het kader van de Wpg worden verwerkt vallen onder de richtlijnen van de Wpg waarbij de autorisatiematrix van RBL van toepassing is. Dit conform de artikelen 31d, 32 en 32a van de Wpg
Het samenwerkingsorgaan kan persoonsgegevens aan derden verstrekken, indien de persoon wiens persoonsgegevens het betreft hiervoor (i) vrijelijk, goed geïnformeerd en ondubbelzinnig toestemming heeft verleend, (ii) het noodzakelijk is ter vrijwaring van het vitaal belang (b.v. dringende medische noodzaak van de betrokkene, (iii) het samenwerkingsorgaan dit moet doen op grond van een wettelijke verplichting of (iv) de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak op basis van het algemeen belang
De gegevens mogen niet worden gebruikt voor een ander doel dan waarvoor ze zijn verzameld.
Een bijzondere regeling geldt voor de verdere verwerking voor historische, statistische of wetenschappelijke doeleinden Een dergelijke verwerking wordt niet als onverenigbaar beschouwd.
In het kader van historisch, statistisch of wetenschappelijk onderzoek is het ook zonder specifieke toestemming van de betrokkenen mogelijk hun persoonsgegevens aan derden te verstrekken. Wel geldt dan dat die gegevens geanonimiseerd en dus niet tot specifieke personen herleidbaar mogen zijn en het samenwerkingsorgaan de nodige voorzieningen heeft getroffen om te kunnen waarborgen dat een verdere verwerking door die personen uitsluitend geschiedt ten behoeve van het desbetreffende onderzoek.
Persoonsgegevens mogen ook aan anderen worden verstrekt in het geval dit noodzakelijk is voor de behartiging van het algemeen belang, tenzij de belangen of de fundamentele rechten van de betrokkene (bijvoorbeeld bescherming van persoonlijke levenssfeer) prevaleren. Het voornemen daartoe zal aan de betrokkene medegedeeld moeten zijn en de betrokkene dient in de gelegenheid zijn gesteld het recht van verzet (artikel 13) uit te oefenen.
Draagt het samenwerkingsorgaan zorg voor beveiliging en geheimhouding? (artikel11)
Het samenwerkingsorgaan draagt er zorg voor dat hij alle passende adequate technische en organisatorische maatregelen neemt die verlies of onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens voorkomen en die een onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens tegengaan. Elke medewerker van het samenwerkingsorgaan die persoonsgegevens verwerkt dient het vertrouwelijke karakter ervan te onderkennen en is in beginsel verplicht tot geheimhouding daarvan.
Informatieverplichtingen (art. 12)
De AVG schrijft voor dat indien persoonsgegevens van een derde worden verkregen, betrokkene onmiddellijk dient te worden geïnformeerd. Het informeren van betrokkene hoeft niet plaats te vinden als de gegevens worden vastgelegd of verwerkt op grond van een wettelijke plicht . In dat geval dient de betrokkene op diens verzoek te worden geïnformeerd over het wettelijk voorschrift dat tot de vastlegging of verstrekking van de gegevens heeft geleid.
Heeft een leerling en zijn ouder of degene die het wettelijk gezag over de leerling heeft recht op inzage in zijn gegevens? (artikel13)
Op verzoek van een betrokkene informeert het samenwerkingsorgaan hem over (de inhoud van) de persoonsgegevens die worden verwerkt, met welk doel dat gebeurt, op welke wettelijke grondslag de verwerking is gebaseerd en aan wie zijn/haar gegevens worden verstrekt. Een verzoek om inzage moet binnen 4 weken schriftelijk worden beantwoord.
Indien de gegevens feitelijk onjuist zijn, onvolledig of niet ter zake dienend zijn voor het doel waarvoor ze worden verwerkt of op andere wijze in strijd zijn met de AVG of het reglement zijn verwerkt, dan kan betrokkene om correctie verzoeken. Correctie houdt in verbeteren, aanvullen, verwijderen, afschermen of op een andere manier er voor zorgen dat de onjuiste gegevens niet langer worden gebruikt. Het samenwerkingsorgaan dient binnen 4 weken schriftelijk aan te geven of, en in hoeverre aan het correctieverzoek zal worden voldaan. Conform de wet kan onder omstandigheden de termijn van vier weken verlengd worden.
Ingeval van correctie dienen derden aan wie de (onjuiste) gegevens van de betrokkene in een eerder stadium zijn verstrekt, van de wijzigingen op de hoogte te worden gesteld.
Betrokkene heeft recht op dataportabiliteit en vergetelheid. Holland Rijnland zal conform het bepaalde in dit reglement in artikel 13 meewerken aan het porteren van de door betrokkene aangegeven data dan wel het volledig wissen van de gegevens
Kan een betrokkene klagen, bezwaar aantekenen, dan wel zich verzetten tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens? (artikel14)
Indien een betrokkene van mening is dat het samenwerkingsorgaan niet handelt conform de AVG, de Wpg of dit reglement, kan deze zich tot het samenwerkingsorgaan wenden en een klacht en/of bezwaar indienen dan wel zich wenden tot de Functionaris voor de Gegevensbescherming (FG) van Holland Rijnland. Als de afhandeling van de klacht en/of bezwaar niet leidt tot een voor betrokkenen acceptabel resultaat, kan de betrokkene zich wenden tot de Autoriteit Persoonsgegevens. Tegen een beslissing op bezwaar staat conform de Algemene wet bestuursrecht beroep open.
Een betrokkene heeft ook het recht van verzet als het verwerken van zijn persoonsgegevens plaatsvindt op de grondslag dat de verwerking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publieksrechtelijke taak of noodzakelijk is voor een gerechtvaardigd belang vaneen derde. De betrokkene kan tegen een verwerking op basis van deze grondslagen verzet aantekenen in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden Het samenwerkingsorgaan moet binnen vier weken het verzet beoordelen of het terecht is. Is dit het geval dan moet de verwerking onmiddellijk worden beëindigd. Voor het in behandeling nemen van het verzet kan een vergoeding worden gevraagd die niet hoger mag zijn dan een door de regering vast te stellen bedrag. Het samenwerkingsorgaan moet de vergoeding teruggeven als het verzet gegrond is.