Blad gemeenschappelijke regeling van Samenwerkingsverband Noord-Nederland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Samenwerkingsverband Noord-Nederland | Blad gemeenschappelijke regeling 2021, 979 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Samenwerkingsverband Noord-Nederland | Blad gemeenschappelijke regeling 2021, 979 | beleidsregel |
Uitvoeringsregling OP EFRO Valorisatie en Kennisontwikkeling 2021, ronde 2
Het dagelijks bestuur van het Samenwerkingsverband Noord-Nederland zijnde Management Autoriteit Noord-Nederland;
gelet op de Verordening (EU) nr. 1301/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en specifieke bepalingen met betrekking tot de doelstelling “investeren in groei en werkgelegenheid”, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1080/2006 (PbEU L 347);
gelet op de Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (PbEU L 347);
gelet op de Verordening (EU) 2020/451 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft uitzonderlijke extra middelen en uitvoeringsregelingen in het kader van de doelstelling “investeren in groei en werkgelegenheid” om bijstand te verlenen ter bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en ter voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de economie (REACT-EU);
gelet op de uitvoeringsverordening (EU) nr. 215/2014 van de commissie van 7 maart 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij met betrekking tot methoden voor steun op het gebied van klimaatverandering, het vaststellen van mijlpalen en streefdoelen in het prestatiekader en de nomenclatuur van de categorieën steunverlening voor de Europese structuur- en investeringsfondsen;
gelet op de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij;
gelet op de Verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (de Algemene groepsvrijstellingsverordening);
gelet op de Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun;
gelet op de Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 821/2014 van de Commissie van 28 juli 2014 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft gedetailleerde regelingen voor de overdracht en het beheer van programmabijdragen, de verslaglegging over financieringsinstrumenten, de technische kenmerken van voorlichtings- en communicatiemaatregelen voor concrete acties, en het systeem voor de vastlegging en opslag van gegevens;
gelet op het Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Noord-Nederland;
gelet op de Uitvoeringswet EFRO;
gelet op de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies;
gelet op de Algemene wet bestuursrecht;
de volgende uitvoeringsregeling vast te stellen ter afbakening van een deel van het Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Noord-Nederland: OP EFRO Valorisatie en Kennisontwikkeling 2021, ronde 2
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze uitvoeringsregeling wordt verstaan onder:
Verordening (EU) nr. 1303/2013: Verordening (EU) Nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad, van 17 december 2013, houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad;
Onderneming: een onderneming is een organisatie die erop is gericht met behulp van kapitaal en arbeid deel te nemen aan het maatschappelijk productie- en of handelsproces met het oogmerk om winst te behalen, waarbij het behalen van winst ook redelijkerwijs verwacht kan worden. Een onderneming kan verschillende juridische vormen aannemen, mits deze geen publiekrechtelijk lichaam is en niet voor meer dan tien procent structureel wordt gefinancierd door overheidsbijdragen;
als doel de algemene wetenschappelijke en technische kennis uit te
onderzoeksorganisatie zonder winstoogmerk met eigen medewerkers in loondienst, die tot doel heeft om via het structureel doen van eigen onderzoek en het ontwikkelen en testen van technische toepassingen door haar medewerkers, de technologische kennis op een specifiek terrein te bevorderen, die geen instelling is als bedoeld onder a tot en met d;
In aanvulling op deze secties geldt dat aanvragen alleen voor subsidie in aanmerking komen als zij betrekking hebben op één van de volgende typen projecten:
(artikel 70 Verordening (EU) nr. 1303/2013);
- voor zover er geen sprake is van staatssteun;
- of voor zover de steun op grond van artikel 107, lid 3 VWEU als verenigbaar met de
interne markt wordt beschouwd;
- of voor zover het project valt binnen de categorieën steun zoals bedoeld en gedefinieerd
in de Algemene Groepsvrijstellingsverordening, waaronder:
Artikel 3 Hoogte en doelgroep van de subsidie
1. Subsidie wordt verstrekt aan:
a. Natuurlijke ondernemingsvormen;
a. 40% van de totale subsidiabele kosten van valorisatieprojecten, of;
b. 50% van de totale subsidiabele kosten van kennisontwikkelingsprojecten.
a. een samenwerkingsverband opgericht ten behoeve van de uitvoering van dit project, tussen twee of meer niet in een groep verbonden aanvragers, waarbij geen van de individuele aanvragers meer dan 70% van de in aanmerking komende kosten voor haar rekening neemt, of;
b. een samenwerkingsverband tussen een onderneming en één of meer organisaties voor onderzoek en kennisverspreiding, waarbij deze organisaties ten minste 10 % van de in aanmerking komende kosten dragen en het recht hebben hun eigen onderzoeksresultaten te publiceren.
De subsidie wordt alleen verstrekt indien de berekening van het subsidiebedrag op grond van de leden 2 en 3, minimaal € 100.000,- per project bedraagt én de projectkosten minimaal € 200.000,- bedragen. Op grond van artikel 5.2.5 lid 3 van de REES is artikel 5.2.5 lid 1 sub a van de REES niet van toepassing, daarmee is het voor mkb mogelijk dat de projectkosten lager zijn dan € 200.000,-.
Artikel 4 Indienen van een subsidieaanvraag
Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van een door SNN opgesteld volledig ingevuld aanvraagformulier, vergezeld van de in het aanvraagformulier genoemde documenten. Hiervoor dienen door het SNN verstrekte vaste formats te worden gebruikt inclusief daaraan verbonden voorschriften. Voor het format ten aanzien van het projectplan geldt onder meer het voorschrift van een maximum aantal pagina’s. Indien hieraan niet wordt voldaan zal dit tot gevolg hebben dat de subsidieaanvraag wordt afgewezen.
Artikel 5 Afwijzen van een subsidieaanvraag
Op grond van artikel 5.2.5 lid 1 sub c van de REES wordt een aanvraag afgewezen indien het project niet voldoende bijdraagt aan de verwezenlijking van het gedeelte van het programma waarvoor het deelplafond beschikbaar is gesteld. Indien niet minimaal 70 van de 100 punten worden gehaald, waarbij de verdeling van de punten is opgenomen in artikel 8, draagt het project in ieder geval niet voldoende bij aan de specifieke doelstelling binnen het programma zoals opgenomen in deze uitvoeringsregeling.
Een subsidieaanvraag wordt op grond van artikel 5.2.5 lid 1 sub e van de REES afgewezen indien de managementautoriteit door toewijzing niet zou voldoen aan één van de verplichtingen gesteld in artikel 125 van verordening 1303/2013. Dit houdt onder andere in dat een aanvraag in ieder geval wordt afgewezen indien:
er geen gebruik is gemaakt van een door SNN opgesteld volledig ingevuld aanvraagformulier, vergezeld van de in het aanvraagformulier genoemde documenten, gebruikmakend van de door het SNN verstrekte vaste formats inclusief daaraan verbonden voorschriften (zoals een maximum aantal pagina’s in het geval van het model projectplan);
niet aannemelijk is dat het project fysiek kan zijn voltooid of dat alle projectactiviteiten volledig ten uitvoer kunnen worden gebracht vóór 1 oktober 2023. De projectactiviteiten zijn volledig ten uitvoer gebracht als alle activiteiten die leiden tot outputs en resultaten volledig zijn uitgevoerd;
Artikel 7 Projectperiode en kosten
Projectkosten zijn subsidiabel voor zover de verplichtingen die leiden tot werkzaamheden zijn aangegaan na de datum van ontvangst van de subsidieaanvraag door het SNN en de werkzaamheden die tot de kosten leiden zijn verricht op uiterlijk de einddatum van het project. Daarbij dienen de projectkosten betaald te zijn binnen 4 weken na de einddatum van de projectperiode. Dit met uitzondering van eventuele accountantswerkzaamheden die verricht worden ten behoeve van het verzoek tot definitieve vaststelling.
Artikel 8 Rankschikking en beoordelingscriteria
Hierbij wordt met name gelet op de elementen:
In hoeverre de fase(n) van de innovatieketen waarin de projectactiviteiten van valorisatieprojecten zich bevinden zitten in de TRL-levels 5, 6 en 7. Of in hoeverre de fase(n) van de innovatieketen waarin de projectactiviteiten van kennisontwikkelingsprojecten zich bevinden zitten in de TRL-levels 3 en 4. Dit naar analogie van het Technology Readiness Level (TRL) model, zoals beschreven in sectie 1.1 van het OP EFRO.
Hierbij wordt bij valorisatieprojecten met name gelet op de elementen:
Hierbij wordt bij kennisontwikkelingsprojecten met name gelet op de elementen:
Hierbij wordt bij valorisatieprojecten met name gelet op de elementen:
Hierbij wordt bij kennisontwikkelingsprojecten met name gelet op de elementen:
Hierbij wordt getoetst of het project voldoet aan de waarborging van gelijke kansen en voorkoming van discriminatie en of het project geen negatieve effecten op het milieu kent.
Verder wordt gelet op de mate waarin het project een onderscheidende bijdrage levert op het gebied van duurzaamheid. Elementen die een project onderscheidend kunnen maken op het gebied van duurzaamheid kunnen zijn:
Ten aanzien van het aspect ‘people’:
Ten aanzien van het aspect ‘planet’:
Ten aanzien van het aspect ‘profit’:
valorisatieprojecten worden behaald met de volgende verdeling:
en voor kennisontwikkelingsprojecten kunnen maximaal 35 punten worden behaald met de volgende verdeling:
b. Voor de criterium b zoals genoemd in lid 1 van dit artikel kunnen voor valorisatieprojecten maximaal 20 punten worden behaald met de volgende verdeling:
en voor kennisontwikkelingsprojecten kunnen maximaal 25 punten worden behaald met de volgende verdeling:
c. Voor de criterium c zoals genoemd in lid 1 van dit artikel kunnen voor valorisatieprojecten maximaal 35 punten worden behaald met de volgende verdeling:
en voor kennisontwikkelingsprojecten kunnen maximaal 25 punten worden behaald met de volgende verdeling:
d. Voor criterium d zoals genoemd in lid 1 van dit artikel kunnen maximaal 0 punten worden
e. Voor criterium e zoals genoemd in lid 1 van dit artikel kunnen maximaal 15 punten worden
behaald met de volgende verdeling:
Artikel 9 Penvoerderschap en administratie
Artikel 10 Rapportage en bevoorschotting
Het in lid 4 bedoelde voorschot wordt evenredig bepaald op basis van de gemaakte en betaalde kosten waarop de voortgangsrapportage betrekking heeft. Om de hoogte van het voorschot te berekenen wordt dit bedrag vermenigvuldigd met het percentage dat volgt uit het delen van de maximaal toegekende subsidie door de totale subsidiabele kosten van het project.
In afwijking van de eerste zin in het zesde lid kan een voorschot tot een maximum van 100% van de maximaal verleende subsidie worden verstrekt, indien:
- Het zeer aannemelijk is dat het project conform de subsidievoorwaarden op afzienbare termijn kan worden afgerond,
- het zeer aannemelijk is dat de kosten die nog gemaakt worden subsidiabel gesteld zullen worden en
- het niet toekennen van het voorschot onredelijke gevolgen voor de cashflow van de aanvragende onderneming heeft.
Artikel 11 Realisatie indicatoren
Over de realisatiewaarden van de outputindicatoren dient door de aanvrager gedurende de uitvoering van het project in voortgangsrapportages, en na afloop van het project in het eindverslag te worden gerapporteerd. Rapportage dient plaats te vinden in een door het SNN beschikbaar gesteld format. De aanvrager dient op aanvraag bewijsstukken te overleggen.
Artikel 12 Vaststelling subsidie
1. Deze uitvoeringsregeling wordt gepubliceerd en treedt in werking op 1 november 2021.
2. Deze uitvoeringsregeling werkt terug tot en met 4 januari 2021 voor zover de bekendmaking plaatsvindt na 1 november 2021.
Deze uitvoeringsregeling wordt aangehaald als OP EFRO Valorisatie en Kennisontwikkeling 2021, ronde 2.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2021-979.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.