Wijziging van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente

Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Twente

 

Besluit:

 

Vast te stellen de navolgende wijziging van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente.

Artikel I

 

A

 

Artikel 3a:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 3a:2 AVT:

 

Artikel 3a:2

  • 1

    De maximale periodiek in een salarisschaal is 11. Het salaris van de ambtenaar die nog niet in de maximale periodiek van zijn salarisschaal zit, wordt jaarlijks per 1 januari naar de volgende periodiek verhoogd conform artikel 3:4. Het dagelijks bestuur kan besluiten de ambtenaar in enig jaar per 1 januari geen volgende periodiek toe te kennen als over het voorgaande periode van maximaal 2 jaar een beoordeling is opgemaakt met als eindoordeel “onvoldoende” of “matig”.

  • 2

    Op basis van een beoordeling over de voorgaande periode van maximaal 2 jaar kan het dagelijks bestuur besluiten aan een ambtenaar extra periodieke verhogingen toe te kennen, als voldaan wordt aan de onderstaande criteria.

    • a

      Aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaar die nog niet in de maximale periodiek van zijn salarisschaal zit, kunnen één of twee extra periodieken worden toegekend als het eindoordeel “zeer goed” of “uitmuntend” is en de grondslag van het eindoordeel ligt in de ontwikkeling op inhoud van en competenties behorende bij de functie.

    • b

      Aan de ambtenaar die in de maximale periodiek van zijn salarisschaal zit, kan een prestatieperiodiek P1 (periodiek 12) of P2 (periodiek 13) worden toegekend als het eindoordeel “zeer goed” of “uitmuntend” is, wanneer de grondslag van het eindoordeel is gelegen in naar het oordeel van de leidinggevende en de kolomdirecteur zichtbare meerwaarde in de doelen van het betreffende organisatieonderdeel.

    • c

      De prestatieperiodieken P3 (periodiek 14) en P4 (periodiek 15) van de salarisschaal worden slechts toegekend wanneer aan de beoordeling het eindoordeel “zeer goed “ of “uitmuntend” is verbonden én uit de beoordeling blijkt, dat de ambtenaar een voorbeeldfunctie vervult in de kerncompetenties van de organisatie. Deze periodieken worden voor de duur van maximaal een jaar toegekend. Herhaalde toekenning van genoemde periodieken is mogelijk, indien opnieuw is voldaan aan genoemde voorwaarden.

  • 3

    De ambtenaar die van oordeel is voor een extra periodiek als bedoeld in lid 2 in aanmerking te komen kan schriftelijk om een beoordeling verzoeken als het dagelijks bestuur daartoe niet zelf het initiatief neemt. Een dergelijk schriftelijke verzoek wordt door het dagelijks bestuur ingewilligd.

B

 

Artikel 9b:77 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9b:77 AVT:

 

Artikel 9b:77

  • 1

    Na ontslag heeft de ambtenaar gedurende zijn AOW-hiaat recht op een maandelijkse compensatie AOW.

  • 2

    De compensatie AOW is gelijk aan de netto AOW-uitkering waarbij geen loonheffingskorting wordt toegepast, die voor de ambtenaar in de betreffende maand zou hebben bestaan, inclusief de inkomensondersteuning AOW en het vakantiegeld. Een korting op grond van artikel 13 AOW wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.

C

 

Artikel 9b:80 lid 1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9b:80 lid 1 AVT:

 

Artikel 9b:80

  • 1

    Na ontslag heeft de ambtenaar recht op compensatie AOW over de periode dat

    • a

      hij op grond van door de werkgever vastgesteld beleid niet langer kon doorwerken bedoeld in

    • b

      artikel 9b:4, lid 5 juncto artikel 9b:26, lid 5, of

    • c

      hij medisch niet geschikt was om langer door te werken bedoeld onder a, of zijn verzoek om langer door te werken bedoeld onder a is afgewezen.

D

 

Artikel 9b:82 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9b:82 AVT:

 

Artikel 9b:82

De compensatie AOW bedoeld in paragraaf 8 en 9 van dit hoofdstuk wordt vanaf het moment waarop de ambtenaar of de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar bereikt maandelijks aan de ambtenaar uitbetaald.

 

E

 

Artikel 9e:8 lid 1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9e:8 lid 1 AVT:

 

Artikel 9e:8

  • 1

    De ambtenaar op wie paragraaf 2 of 3 van hoofdstuk 9b van toepassing is, heeft recht op een levensloopbijdrage van de gemeente tot de datum van ingang van het onbetaald volledig verlof doch uiterlijk tot 1 juni 2021.

F

 

Artikel 9e:9a lid 1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9e:9a lid 1 AVT:

 

Artikel 9e:9a

  • 1

    De ambtenaar op wie hoofdstuk 9f van toepassing is, heeft recht op een levensloopbijdrage van de gemeente tot de datum van ingang van het volledig buitengewoon verlof als bedoeld in artikel 9f:3 doch uiterlijk tot 1 juni 2021.

G

 

Artikel 9e:14 lid 5 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9e:14 lid 5 AVT:

 

Artikel 9e:14

  • 5

    Het versneld spaarbedrag 2021, berekend medio 2021 wordt aan de ambtenaar in 2021 als extra levensloopbijdrage bedoeld in artikel 9e:8 eerste lid uitbetaald.

H

 

Artikel 9e:16 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9e:16 AVT:

 

Artikel 9e:16

  • 1

    Het bruto levenslooptegoed van de ambtenaar bedoeld in 9f:4, derde en vijfde lid wordt in twee tranches aan het eind van het fiscaal jaar 2020 en in het fiscaal jaar 2021 overgebracht naar de salarisrekening van de ambtenaar.

  • 2

    Voor de toepassing van artikel het eerste lid wordt ten aanzien van de ambtenaar die het LOGA-pad als bedoeld in artikel 9e:2 niet volgt, uitgegaan van het tegoed dat hij gehad zou hebben als hij het LOGA-pad wel zou hebben gevolgd (virtuele levenslooptegoed).

I

 

Artikel 9e:17 lid 1 en lid 2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9e:17 lid 1 en lid 2 AVT:

 

Artikel 9e:17

  • 1

    De hoogte van de afkoopsom van de levensloopaanspraken van de ambtenaar bedoeld in artikel 9f:4, lid 3 en lid 5 wordt berekend door 24 maal 70% van het nettoresultaat van de berekeningsgrondslag zoals deze geldt in augustus 2021 te verminderen met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in artikel 9e:16, lid 1 en het netto spaarverzekeringstegoed. Dit bedrag wordt als extra werkgeversbijdrage levensloop uitbetaald.

  • 2

    De hoogte van de afkoopsom van de levensloopaanspraken van de ambtenaar bedoeld in artikel 9f:4, lid 6, betreft alleen de maanden van de periode van 24 maanden onbetaald verlof, gelegen vanaf 1 januari 2022. De afkoop wordt berekend door dit aantal maanden maal 70% van het nettoresultaat van de berekeningsgrondslag zoals deze geldt in augustus 2021 te verminderen met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in lid 1 en het netto spaarverzekeringstegoed. Dit bedrag wordt als extra werkgeversbijdrage levensloop uitbetaald.

J

 

Artikel 9f:4 lid 3 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe artikel 9f:4 lid 3 AVT:

 

Artikel 9f:4

  • 3

    De levensloopaanspraken van de ambtenaar die op 31 december 2021 jonger dan 60 jaar is, worden in de maand september 2021 afgekocht zoals bepaald in artikel 9e:17, lid 1.

K

 

Artikel 9f:4 lid 7 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te laten vervallen:

 

Artikel 9f:4

7 (vervallen)

 

L

 

Een nieuw artikel 9f:4a toe te voegen na artikel 9f:4 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente:

 

Artikel 9f:4a

  • 1

    Maakt de ambtenaar die aanspraak heeft op afkoop levenslooptegoed bedoeld in artikel 9f:4 op 31 augustus 2021 gebruik van onbezoldigd volledig verlof bedoeld in artikel 9b:11 of 9b:35 dan wordt dit verlof voortgezet voor een periode van maximaal 24 maanden na aanvang onbezoldigd volledig verlof en uiterlijk tot 1 januari 2023 onder de voorwaarden dat hij zijn afkoopsom van de levensloopaanspraken vermeerderd met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in artikel 9e:16, eerste lid en het netto spaarverzekeringstegoed wordt ingezet om te voorzien in het inkomen gedurende deze periode.

  • 2

    Ligt de aanvang van de periode van inactiviteit van de ambtenaar in de periode 1 september 2021 tot en met 1 december 2022 dan wordt de ambtenaar onbezoldigd volledig verlof bedoeld in artikel 9b:11 of 9b:35 toegekend tot 1 januari 2023 onder de voorwaarden

    • a

      dat zijn afkoopsom van de levensloopaanspraken vermeerderd met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in artikel 9e:16 en het netto spaarverzekeringstegoed wordt ingezet om te voorzien in het inkomen gedurende deze periode, en

    • b

      direct voorafgaande aan de ingangsdatum onbezoldigd verlof de ambtenaar belast was met de uitvoering van de bezwarende functie/taken op grond waarvan de levensloopaanspraken zijn afgekocht.

  • 3

    De ambtenaar die vanaf 1 januari 2023 voor een maximale periode van 24 maanden gebruik wil maken van de vrijwillige voortzetting deelnemerschap ABP dient

    • a

      een ontslagverzoek in,

    • b

      een toekenningsverzoek voortzetting deelnemerschap ABP in,

    • c

      te verklaren dat hij zijn afkoopsom van de levensloopaanspraken vermeerderd met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in artikel 9e:16 en het netto spaarverzekeringstegoed inzet om te voorzien in het inkomen gedurende deze periode,

    • d

      direct voorafgaande aan de ingangsdatum van zijn ontslag belast te zijn met de uitvoering van de bezwarende functie/taken op grond waarvan de levensloopaanspraken zijn afgekocht, enonder de voorwaarde dat de ambtenaar eerder dan 3 jaar voor de voor hem geldende vastgestelde AOW-leeftijd start met de vrijwillige voortzetting deelnemerschap ABP. De kosten van deze voortzetting komen voor rekening van de werkgever.

  • 4

    De periode van maximaal 24 maanden vrijwillige voortzetting deelnemerschap ABP voor rekening van de werkgever wordt voor de ambtenaar bedoeld in het eerste en tweede lid verminderd met de duur van de periode van het onbezoldigd verlof.

  • 5

    Voor de ambtenaar die niet het LOGA-pad als bedoeld in artikel 9e:2, tweede lid volgt, wordt voor dit artikel uitgegaan van een levenslooptegoed dat de ambtenaar gehad zou hebben als hij het LOGA-pad niet zou hebben verlaten (virtuele levenslooptegoed).

M

 

Een nieuw hoofdstuk 9g toe te voegen aan hoofdstuk 9 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente:

 

9g Compensatieregeling

 

§ 1 Algemeen

 

Werkingssfeer

 

Artikel 9g:1

Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar bedoeld in hoofdstuk 9f.

 

Begripsomschrijvingen

 

Artikel 9g:2

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

  • a

    transitie levenslooptegoed: de transitie van de bruto levenslooptegoeden bedoeld in artikel 9e:2, leden drie, vier en vijf, in de kalenderjaren 2019, 2020 en 2021 van de ambtenaar die het LOGA-pad volgt;

  • b

    versneld sparen levensloop: de extra werkgeversbijdrage levensloop, bedoeld in artikel 9e:14;

  • c

    FLO-functie; de functie waaruit de ambtenaar aanspraak ontleent aan het FLO-overgangsrecht, bedoeld in hoofdstuk 9f;

  • d

    toeslag; de toeslag, bedoeld in artikel 9g:4;

  • e

    toeslagpartner; de persoon of personen waarvan het inkomen meetelt ter bepaling van de hoogte van de toeslag;

  • f

    LOGA-pad; het LOGA-pad, bedoeld in artikel 9e:2, tweede lid;

  • g

    nadeel; het financiële nadeel dat de ambtenaar heeft als gevolg van de transitie van de levenslooptegoeden of de betaling van het versneld spaarbedrag levensloop, ongeacht het jaar waarin de ambtenaar dit heeft;

  • h

    voordeel; het financiële voordeel dat de ambtenaar ondervindt als gevolg van de transitie van de levenslooptegoeden of de betaling van het versneld spaarbedrag levensloop;

  • i

    rekentool: het door Deloitte ontwikkelde VNG-rekenmodel inkomstenbelasting;

  • j

    drempelbedrag: 0,5 % van het inkomen;

  • k

    inkomen: het verzamelinkomen aanslag inkomstenbelasting of het toetsingsinkomen op basis waarvan de aanspraak op een toeslag wordt beoordeeld zonder de bedragen transitie levenslooptegoed en het versneld sparen levensloop;

  • l

    neveninkomsten: inkomsten uit of in verband met arbeid niet zijnde de inkomsten uit de FLO-functie.

Doel

 

Artikel 9g:3

  • 1

    Het doel van dit hoofdstuk is het bieden van compensatie van nadeel blijkende uit een hogere aanslag inkomstenbelasting of het geheel of gedeeltelijk wegvallen van toeslagen hieronder begrepen het niet of slechts gedeeltelijk in aanmerking komen voor toeslagen als aangegeven in en onder de voorwaarden van dit hoofdstuk.

  • 2

    Voor compensatie komt in ieder geval niet in aanmerking een verhoging van alimentatie of contributie.

Limitatieve opsomming toeslagen

 

Artikel 9g:4

De toeslagen of vergelijkbare toeslagen die voor compensatie in aanmerking kunnen komen zijn:

  • o

    huurtoeslag als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag;

  • o

    kindgebonden budget als bedoeld in de Wet op het kindgebonden budget;

  • o

    kinderopvangtoeslag als bedoeld in het Besluit Kinderopvang;

  • o

    zorgtoeslag als bedoeld in de Wet op de zorgtoeslag;

  • o

    scheef wonen/-huur als bedoeld in de Wet Huurverhoging;

  • o

    studiefinanciering kinderen van de ambtenaar als bedoeld in de Wet Studiefinanciering 2000, of

  • o

    reiskostenvergoeding studerende kinderen (Dans- en muziekopleiding) als bedoeld in de Subsidieregeling reiskosten DAMU-leerlingen.

Nadeel toerekenen en vaststellen

 

Artikel 9g:5

  • 1

    Het nadeel wordt toegerekend aan het kalenderjaar waarin de transitie levenslooptegoed of de betaling van het bedrag versneld sparen levensloop dat het nadeel veroorzaakt, heeft plaatsgevonden.

  • 2

    Voor ieder kalenderjaar 2019, 2020 en 2021 wordt afzonderlijk het nadeel respectievelijk het voordeel als bedoeld in artikel 9g:9 en 9g:10 vastgesteld. Is sprake van een nadeel dan kan een drempelbedrag van toepassing zijn als bedoeld in artikel 9g:12.

§ 2 Voorwaarden

 

Aanleveren gegevens - algemeen

 

Artikel 9g:6

  • 1

    De ambtenaar die voor compensatie van een nadeel over de kalenderjaren 2019, 2020 en 2021 in aanmerking wil komen overlegt daartoe alle gevraagde noodzakelijk geachte gegevens zijnde in ieder geval,

    • a

      de ingediende aangiftes en de definitief opgelegde aanslagen inkomstenbelasting 2019, 2020 en 2021, en

    • b

      de gesimuleerde aangiftes inkomstenbelasting 2019, 2020 en 2021 uitgaande van de aangiftes en aanslagen bedoeld onder a zonder de uitbetaalde bedragen transitie levenslooptegoed of versneld sparen levensloop op basis van de door de werkgever beschikbaar gestelde alternatieve jaaropgaves.

  • 2

    In afwijking van het bepaalde in het eerste lid onder b overlegt de ambtenaar die neveninkomsten heeft van meer dan € 9000 bruto of een vermogen groter dan het heffingsvrij vermogen

    • a

      gesimuleerde aangiftes inkomstenbelasting 2019, 2020 en 2021 uitgaande van de aangiftes en aanslagen bedoeld in artikel 9g:6, lid 1, onder a met maximaal € 9000 bruto aan neveninkomsten of het vermogen verminderd met de toename van het vermogen door de uitbetaalde bedragen transitie levenslooptegoed of het versneld sparen levensloop, en

    • b

      gesimuleerde aangiftes inkomstenbelasting als bedoeld in artikel 9g:6, lid 2, onder a zonder de uitbetaalde bedragen transitie levenslooptegoed of versneld sparen levensloop op basis van de door de werkgever beschikbaar gestelde alternatieve jaaropgaves.

Aanleveren gegevens - toeslagen

 

Artikel 9g:7

  • 1

    De ambtenaar die voor compensatie van een nadeel, veroorzaakt door het geheel of gedeeltelijk wegvallen van een of meerdere toeslagen hieronder begrepen het niet of slechts gedeeltelijk in aanmerking komen voor toeslagen, in aanmerking wil komen overlegt aanvullend aan de gegevens bedoeld in artikel 9g:6 in ieder geval

    • a

      de beschikking waaruit blijkt dat de toeslag is ingetrokken, verminderd of niet wordt toegekend, en

    • b

      de berekening waaruit de hoogte van een toeslag blijkt als geen sprake zou zijn geweest van de transitie levenslooptegoed of versneld sparen levensloop.

  • 2

    Kan geen beschikking of berekening bedoeld in artikel 9g:7, eerste lid overlegd worden, dan maakt de ambtenaar op andere wijze het door hem geleden nadeel aannemelijk.

§ 3 Berekening nadeel/voordeel per kalenderjaar

 

Berekening nadeel/voordeel inkomstenbelasting

 

Artikel 9g:8

Het nadeel of voordeel inkomstenbelasting in een kalenderjaar is het verschil tussen

  • a

    de aanslag en de gesimuleerde aangifte, bedoeld in artikel 9g:6, eerste lid, onder a en artikel 9g:6, eerste lid, onder b, of

  • b

    de gesimuleerde aangiftes, bedoeld in artikel 9g:6, tweede lid, onder a en b.

Berekening nadeel toeslagen

 

Artikel 9g:9

Het nadeel wordt per toeslag vastgesteld en bedraagt het verschil tussen de beschikking en de berekening in een kalenderjaar als bedoeld in artikel 9g:7.

 

Berekening nadeel/voordeel per kalenderjaar

 

Artikel 9g:10

Het nadeel of voordeel wordt per kalenderjaar vastgesteld en betreft per kalenderjaar de som van

  • a

    het voordeel of nadeel blijkend uit artikel 9g:8, en

  • b

    het nadeel blijkend uit artikel 9g:9 per toeslag.

§ 4 Drempelbedrag

 

Drempelbedrag

 

Artikel 9g:11

  • 1

    Een drempelbedrag is van toepassing als de berekening van artikel 9g:10 een nadeel oplevert.

  • 2

    Het drempelbedrag bedoeld in artikel 9g:11, eerste lid wordt voor ieder vastgesteld nadeel bedoeld in artikel 9g:8 of 9g:9 bepaald per kalenderjaar.

  • 3

    In afwijking van artikel 9g:11, tweede lid is geen drempelbedrag aan de orde als sprake is van een nadeel inkomstenbelasting, als bedoeld in artikel 9g:8, waarin neveninkomsten zijn opgenomen.

  • 4

    Bij samenloop van vastgestelde nadelen bedoeld in artikel 9g:8 of 9g:9 wordt het drempelbedrag voor ieder nadeel berekend naar rato van het vastgestelde totale nadeel in dat kalenderjaar. De som van deze drempelbedragen is het drempelbedrag voor dat kalenderjaar.

§ 5 Compensatie

 

Compensatiebedrag

 

Artikel 9g:12

Het toe te kennen compensatiebedrag bedraagt de som van het vastgestelde nadeel of voordeel per kalenderjaar 2019, 2020 en 2021, bedoeld in 9g:10, verminderd met het drempelbedrag, bedoeld in artikel 9g:11 voor dat kalenderjaar.

 

Uitbetaling compensatiebedrag

 

Artikel 9g:13

  • 1

    De netto compensatie wordt eenmalig aan de ambtenaar uitbetaald.

  • 2

    Een maatwerkoplossing wordt geboden als de ambtenaar blijvend financiële schade lijdt als gevolg van de transitie levenslooptegoed of versneld sparen levensloop.

  • 3

    Indien de uitbetaling van het compensatiebedrag leidt tot een nadeel dan wordt dit nadeel niet gecompenseerd.

§ 6 Overige en slotbepalingen

 

Toetsing

 

Artikel 9g:14

  • 1

    Een centraal ingestelde paritair samengestelde commissie toetst de door de ambtenaar aangeleverde gegevens om in aanmerking te komen voor compensatie en brengt een zwaarwegend advies uit.

  • 2

    Steekproefsgewijs toetst een externe onafhankelijke partij deze adviezen.

Hardheidsclausule

 

Artikel 9g:15

In individuele gevallen kan van deze regeling worden afgeweken als toepassing ervan uit oogpunt van behoorlijk bestuur tot een voor de ambtenaar onevenredig nadelig besluit zou leiden.

 

N

 

Hoofdstuk 25 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe hoofdstuk 25 AVT:

 

25 Beoordelingsregeling

Deze regeling is gebaseerd op artikel 15:1:15 lid 1

 

§ 1 Algemeen

 

Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

functie: de functie als bedoeld in artikel 1:1 eerste lid, sub b waarmee de ambtenaar gedurende de beoordelingsperiode feitelijk was belast;

direct leidinggevende: de hiërarchische leidinggevende die namens het dagelijks bestuur in eerste aanleg belast is met het leidinggeven aan de ambtenaar;

naasthogere leidinggevende: de hiërarchische leidinggevende van de direct leidinggevende;

beoordeling: het oordeel van de direct leidinggevende over de prestaties van de ambtenaar in de afgelopen beoordelingsperiode en de wijze waarop de ambtenaar deze prestaties heeft geleverd, aan welk oordeel rechtspositionele gevolgen kunnen worden verbonden; de beoordeling wordt vastgelegd op een beoordelingsformulier.

beoordelingsgesprek: het gesprek waarin de direct leidinggevende met de ambtenaar zijn beoordeling bespreekt;

beoordelingsperiode: de periode van maximaal twee jaar, direct voorafgaand aan het tijdstip van beoordeling, waarover de beoordeling zich uitstrekt;

beoordelingsformulier: een door Veiligheidsregio Twente ontwikkeld formulier waarop de beoordeling wordt vastgelegd, welk formulier in overleg met de ondernemingsraad tot stand is gekomen.

 

§ 2 Beoordeling

 

Beoordeling

 

Artikel 25:2

  • 1

    Met beoordeling van de ambtenaar wordt beoogd periodiek een uitspraak te doen over de prestaties van de ambtenaar in de afgelopen beoordelingsperiode en de wijze waarop de ambtenaar deze prestaties heeft geleverd.

  • 2

    Aan de beoordeling kunnen rechtspositionele gevolgen voor de ambtenaar worden verbonden.

  • 3

    Aan de beoordeling wordt steeds één van de volgende vijf eindoordelen verbonden:

    • a

      onvoldoende

    • b

      matig;

    • c

      goed;

    • d

      zeer goed;

    • e

      uitmuntend.

Beoordelingsperiode en -frequentie

 

Artikel 25:3

  • 1

    De beoordelingsperiode omvat een periode van maximaal twee jaar.

  • 2

    Tussen twee opeenvolgende beoordelingen dient steeds een periode van ten minste drie maanden te liggen.

Procedure beoordeling

 

Artikel 25:4

  • 1

    De direct leidinggevende maakt de conceptbeoordeling met gebruikmaking van het beoordelingsformulier. De direct leidinggevende bespreekt de conceptbeoordeling met de naasthogere leidinggevende. Na bespreking past de direct leidinggevende de conceptbeoordeling zo nodig aan. Bij verschil van mening beslist de naasthogere leidinggevende. De direct leidinggevende en de naasthogere leidinggevende ondertekenen het beoordelingsformulier en stellen daarmee namens het dagelijks bestuur de beoordeling vast. Deze beoordeling is de definitieve beoordeling als de ambtenaar geen gebruik maakt van de hem in het vijfde lid geboden zienswijzemogelijkheid.

  • 2

    De direct leidinggevende doet de ambtenaar de beoordeling een week voor de vastgestelde datum van het beoordelingsgesprek toekomen.

  • 3

    In het beoordelingsgesprek geeft de direct leidinggevende een toelichting op de beoordeling. De ambtenaar kan vragen stellen over de beoordeling en krijgt de gelegenheid opmerkingen op het formulier toe te voegen. Als de ambtenaar dat wenst krijgt hij hiervoor twee werkdagen uitstel c.q. bedenktijd.

  • 4

    De ambtenaar ondertekent het formulier voor gezien en voor wat betreft de weergave van zijn eventuele opmerkingen voor akkoord. De ambtenaar ontvangt een afschrift van het getekende beoordelingsformulier.

  • 5

    De ambtenaar kan binnen twee weken na verzending van het getekende beoordelingsformulier zijn bedenkingen tegen de beoordeling schriftelijk en gemotiveerd kenbaar maken aan de direct leidinggevende en de naasthogere leidinggevende. De naasthogere leidinggevende houdt binnen twee weken na ontvangst van de bedenkingen van de ambtenaar een gesprek met de ambtenaar over de beoordeling. De naasthogere leidinggevende kan op grond van het gesprek de beoordeling wijzigen. Bij wijziging van de beoordeling maakt de naasthogere leidinggevende een nieuw beoordelingsformulier. De ambtenaar krijgt de gelegenheid opmerkingen op het formulier toe te voegen, ook als geen nieuw formulier is opgemaakt. De naasthogere leidinggevende stelt namens het dagelijks bestuur de beoordeling vast door ondertekening van het beoordelingsformulier. De ambtenaar ondertekent het formulier voor gezien en voor wat betreft de weergave van zijn eventuele opmerkingen voor akkoord. De ambtenaar ontvangt een afschrift van het getekende beoordelingsformulier (de definitieve beoordeling).

  • 6

    Als de ambtenaar twee functies heeft (bijvoorbeeld een beheersmatige en een repressieve functie), en als gevolg daarvan twee direct leidinggevenden heeft, stelt de op grond van artikel 25:8 aangewezen direct leidinggevenden de (concept) beoordeling op. De tweede direct leidinggevende wordt in bovenstaande procedure betrokken doordat de inhoud van de beoordeling met deze tweede direct leidinggevende wordt afgestemd en doordat de tweede direct leidinggevende bij het beoordelingsgesprek aanwezig is. Aanwezigheid van de tweede direct leidinggevende bij het beoordelingsgesprek is niet vereist als zowel deze leidinggevende als de ambtenaar dat niet nodig vinden.

Bezwaar

 

Artikel 25:5

  • 1

    Als de ambtenaar niet instemt met de in artikel 25:4, vijfde lid bedoelde definitieve beoordeling kan hij daartegen volgens de daarvoor geldende regels bezwaar maken bij het dagelijks bestuur.

  • 2

    Alvorens te beslissen op het bezwaar laat het dagelijks bestuur zich adviseren door bezwarenadviescommissie voor personele aangelegenheden.

Informanten

 

Artikel 25:6

  • 1

    In situaties waarin de te beoordelen ambtenaar een belangrijk deel van zijn werkzaamheden buiten het toezicht van de direct leidinggevende verricht, kan bij de beoordeling gebruik worden gemaakt van informanten. Voor de rol van informant komen slechts diegenen in aanmerking die in een directe functionele relatie tot de ambtenaar staan.

  • 2

    In geval van detachering en andere situaties waarin de te beoordelen ambtenaar duurzaam buiten het toezicht van de direct leidinggevende werkzaam is, wordt in ieder geval de operationele leidinggevende van de ambtenaar als informant bij de beoordeling betrokken.

  • 3

    De ambtenaar kan ook zelf een informant voordragen die voldoet aan de eisen gesteld in lid 1 en/of 2.

  • 4

    Wanneer bij een beoordeling van één of meer informanten gebruik wordt gemaakt, wordt dat op het beoordelingsformulier aangegeven, onder vermelding van de naam en functie van de informant(en).

Vaststelling beoordelingscriteria

 

Artikel 25:7

  • 1

    De criteria aan de hand waarvan de ambtenaar kan worden beoordeeld worden door het dagelijks bestuur vastgesteld en puntsgewijs weergegeven op het beoordelingsformulier.

  • 2

    De mate waarin de verschillende criteria meewegen bij de beoordeling dient te zijn gerelateerd aan de aard van de functie.

  • 3

    Als de aard van de functie daartoe aanleiding geeft, kunnen één of meer criteria buiten beschouwing worden gelaten. De beslissing daaromtrent berust bij de direct leidinggevende, in overleg met de naasthogere leidinggevende. In voorkomend geval wordt op het beoordelingsformulier bij de betreffende criteria aangegeven dat zij niet van toepassing zijn.

Aanwijzing direct leidinggevende

 

Artikel 25:8

  • 1

    De bevoegdheid om namens het dagelijks bestuur een beoordeling vast te stellen komt als regel toe aan de directe hiërarchische leidinggevende van de te beoordelen ambtenaar. Als er meerdere personen in aanmerking komen voor direct leidinggevende wijst de kolomdirecteur één van hen als zodanig aan.

  • De positie van de tweede leidinggevende is vastgelegd in artikel 25:4 lid 6.

  • 2

    De bevoegdheid van de naasthogere leidinggevende is rechtstreeks verbonden aan zijn positie als hiërarchische leidinggevende van de direct leidinggevende.

  • 3

    In bepaalde situaties kan van de regeling in het eerste lid worden afgeweken in die zin dat de naasthogere leidinggevende als direct leidinggevende wordt aangewezen en diens leidinggevende als naasthogere leidinggevende.

§ 3 Administratieve bepalingen

 

Uitnodiging gesprek

 

Artikel 25:9

De direct-leidinggevende bepaalt de datum waarop het beoordelingsgesprek zal plaatsvinden en informeert de ambtenaar ten minste twee weken van tevoren over die datum.

 

Administratie beoordelingsformulier

 

Artikel 25:10

  • 1

    Het beoordelingsformulier wordt na ondertekening ter kennisneming toegezonden aan de kolomdirecteur; daarna wordt het formulier opgeborgen in het persoonsdossier van de ambtenaar.

  • 2

    Het beoordelingsformulier wordt gedurende vijf jaren bewaard. Na het verstrijken van die termijn wordt het formulier uit het persoonsdossier verwijderd en vernietigd.

  • 3

    Het beoordelingsformulier heeft een vertrouwelijk karakter en dient in overeenstemming daarmee te worden verwerkt en behandeld.

O

 

Hoofdstuk 30 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Veiligheidsregio Twente te vervangen door het navolgende nieuwe hoofdstuk 30 AVT:

 

30 Regeling duiktoelage Brandweer Twente

 

Deze regeling is voor de beroepsbrandweermedewerker gebaseerd op artikel 3:14.

 

Begripsomschrijvingen

 

Artikel 30:1

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

 

beroepsbrandweermedewerker: de medewerker van Veiligheidsregio Twente met een aanstelling als ambtenaar in de zin van artikel 1:1, sub a, werkzaam bij Brandweer Twente en niet zijnde vrijwilliger;

 

vrijwilliger: de medewerker van Veiligheidsregio Twente met een aanstelling als ambtenaar in de zin van artikel 1:1, sub a, zijnde vrijwilliger bij Brandweer Twente als bedoeld in artikel 1:2, derde lid;

 

duiktoelage: een toelage voor het uitoefenen van werkzaamheden als duiker, ter compensatie van de fysieke en mentale belasting die het duiken met zich meebrengt.

 

Duiktoelage

 

Artikel 30:2

  • 1

    Een beroepsbrandweermedewerker of vrijwilliger die bij Brandweer Twente werkzaamheden als duiker uitoefent, ontvangt hiervoor een duiktoelage ter hoogte van € 100,-- bruto per maand.

  • 2

    Een beroepsbrandweermedewerker of vrijwilliger die bij Brandweer Twente duikploegleider is, ontvangt hiervoor een duiktoelage ter hoogte van € 100,-- bruto per maand.

  • 3

    Een beroepsbrandweermedewerker of vrijwilliger die bij Brandweer Twente werkzaamheden als duiker uitoefent en tevens duikploegleider is, ontvangt hiervoor eenmaal de duiktoelage uit het eerste en tweede lid, dat wil zeggen € 100,-- bruto per maand.

Verval duiktoelage

 

Artikel 30:3

  • 1

    Behoudens tijdens ziekte, vakantie en betaald verlof, vervalt de duiktoelage gedurende de tijd dat de beroepsbrandweermedewerker geen werkzaamheden als duiker uitoefent c.q. als duikploegleider functioneert.

  • 2

    Behoudens tijdens ziekte en vakantie, vervalt de duiktoelage gedurende de tijd dat de vrijwilliger geen werkzaamheden als duiker uitoefent c.q. als duikploegleider functioneert.

De wijzigingen treden in werking op de dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Twente,

Enschede, 22 september ,

De secretaris,

De voorzitter,

Naar boven