Ondermandaat uitvoering Wet BAG (2018)

De directeur van Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie, Heffing en Waardebepaling (SVHW);

 

Overwegende dat:

 

In artikel 2 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (Wet bag) het houden van een geautomatiseerde basisregistratie adressen en gebouwen wordt opgedragen aan de colleges van Burgemeester en Wethouders;

Het beheer van deze registratie door sommige aan de gemeenschappelijke regeling SVHW deelnemende colleges is ingebracht binnen deze gemeenschappelijke regeling

Het Dagelijks Bestuur van SVHW deze taak gemandateerd heeft aan de directeur van SVHW;

Het wenselijk is voor de uitoefening van deze taak een ambtelijk beheerder en plaatsvervanger(s) aan te wijzen;

Het voorts wenselijk is ambtenaren aan te wijzen die belast zijn met het opmaken van specifieke brondocumenten respectievelijk het vaststellen van geometrie in het kader van de uitvoering van de Wet BAG;

 

 

 

 

gelet op de artikelen 10:1, 10:3, 10:9 en 10:12 van de Algemene Wet Bestuursrecht;

 

BESLUIT:

 

  • A.

    De beheerder van de basisregistratie adressen en gebouwen

 

  • 1.

    Als beheerder van de basisregistratie adressen en gebouwen aan te wijzen: BAG coördinator BAG bij het Domein Productie;

  • 2.

    Als plaatsvervangend beheerder(s) van de basisregistratie adressen en gebouwen aan te wijzen: Specialist Bestandsbeheer/Proceseigenaar Gegevensbeheer bij het Domein Productie;

  • 3.

    De beheerder van de basisregistratie adressen en gebouwen ondermandaat te verlenen de navolgende taken en bevoegdheden namens burgemeester en wethouders uit te voeren:

  • a.

    het opstellen van de ‘ambtelijke verklaringen’;

  • b.

    het toetsen van (overige) brondocumenten aan de vereisten voor inschrijving ingevolge artikel 11 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

  • c.

    het uitgeven van inschrijfnummers en identificatienummers;

  • d.

    het, op grond van het bepaalde in artikel 10 aanhef en onder b van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, inschrijven van de in of op grond van artikel 10 aanhef en onder a van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen aangewezen brondocumenten in het adressenregister dan wel het gebouwenregister;

  • e.

    het ingevolge artikel 13 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen verzorgen van een zodanige opzet van het adressenregister en het gebouwenregister, dat de inhoud daarvan duurzaam kan worden bewaard en te allen tijde binnen een redelijke termijn raadpleegbaar en beschikbaar is;

  • f.

    het, ingevolge artikel 14 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, zorg dragen voor een goede beschikbaarheid, werking en beveiliging van de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie;

  • g.

    het ontvangen, doorgeleiden en afhandelen van meldingen zoals bedoeld in artikel 37 en verzoeken zoals bedoeld in artikel 38 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, inclusief de verwerking daarvan zoals bedoeld in de artikelen 31, 39, 40 en 41 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

  • h.

    het onderhouden dan wel doen onderhouden van het berichtenverkeer met de Landelijke Voorziening basisregistratie adressen en gebouwen zoals bedoeld in artikel 31 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

  • i.

    het op verzoek aan eenieder verlenen van inzage in het adressenregister, het gebouwenregister, de adressenregistratie en de gebouwenregistratie, alsmede het aan eenieder verstrekken van de in de adressenregistratie respectievelijk de gebouwenregistratie opgenomen gegevens zoals bedoeld in artikel 32, eerste lid onder a van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen;

  • j.

    het bevorderen van de nakoming van de gemeentelijke verplichtingen in het kader van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, met inbegrip van de inrichting van de processen, de conformiteit van het gebruikte informatiesysteem en de beveiligingsmaatregelen alsmede het rapporteren over die nakoming daarvan aan burgemeester en wethouders;

 

  • B.

    Ambtenaren bevoegd tot het opmaken van een proces-verbaal van constatering zoals bedoeld in art. 10 aanhef en onder b van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

 

Als ambtenaren bevoegd tot het opmaken en ondertekenen van processen-verbaal van constatering, zoals bedoeld in artikel 10 aanhef en onder b van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, aan te wijzen:

 

  • a.

    De medewerkers BAG, in dienst van SVHW;

  • b.

    De Bestandscontroleurs in dienst van SVHW;

  • c.

    De medewerkers Bestanden-A, in dienst van SVHW;

  • d.

    De medewerkers Bestanden-B, in dienst van SVHW;

  • e.

    De medewerkers WOZ-A, in dienst van SVHW;

  • f.

    De medewerkers WOZ-B, in dienst van SVHW.

 

  • C.

    Ambtenaren bevoegd tot het opmaken van schriftelijke verklaringen strekkende tot het signaleren van wijzigingen in de feitelijke situatie die van invloed zijn op de gebouwenregistratie en die niet in een ander krachtens de Wet basisregistratie adressen en gebouwen aangewezen brondocument zijn opgenomen.

 

Als ambtenaren bevoegd tot het opmaken en ondertekenen van schriftelijke verklaringen, strekkende tot het signaleren van een wijziging in de feitelijke situatie die van invloed is op een of meer in de gebouwenregistratie opgenomen gegevens en die niet voortvloeit uit een krachtens de Wet basisregistratie adressen en gebouwen aangewezen brondocument, aan te wijzen:

 

  • a.

    De medewerkers BAG, in dienst van SVHW;

  • b.

    De Bestandscontroleurs in dienst van SVHW;

  • c.

    De medewerkers Bestanden-A, in dienst van SVHW;

  • d.

    De medewerkers Bestanden-B, in dienst van SVHW;

  • e.

    De medewerkers WOZ-A, in dienst van SVHW;

  • f.

    De medewerkers WOZ-B, in dienst van SVHW.

 

  • D.

    Ambtenaren belast met het opvoeren van panden en verblijfsobjecten en het vaststellen van definitieve geometrie van panden en verblijfsobjecten in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen.

 

Als ambtenaren bevoegd voor het opvoeren van panden en verblijfsobjecten en het vaststellen van de definitieve geometrie van panden en verblijfsobjecten, zoals bedoeld in artikel 8 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, aan te wijzen:

 

  • a.

    De medewerkers BAG, in dienst van SVHW;

  • b.

    De Bestandscontroleurs in dienst van SVHW;

  • c.

    De medewerkers Bestanden-A, in dienst van SVHW;

  • d.

    De medewerkers Bestanden-B, in dienst van SVHW;

  • e.

    De medewerkers WOZ-A, in dienst van SVHW;

  • f.

    De medewerkers WOZ-B, in dienst van SVHW.

 

  • E.

    Overige bepalingen

 

Te bepalen, dat:

 

  • de hiervoor onder A tot en met D verstrekte ondermandaten en aanwijzingen gelden onder de voorwaarden, dat geschillen omtrent de toepassing van deze mandaten aan de directeur van SVHW worden voorgelegd;

  • het verstrekken van een verder ondermandaat door de genoemden onder A tot en met D niet is toegestaan;

  • het Directiebesluit ondermandaat uitvoering wet BAG (2018) versie 2.0 d.d. 1 oktober 2021 per 1 oktober 2021 in werking treedt onder gelijktijdige intrekking van het Directiebesluit ondermandaat uitvoering wet BAG (2018) versie 1.0 d.d. 24 januari 2020.

 

Aldus vastgesteld op 1oktober 2021

 

De directeur van SVHW,

R. S. Heij MBA

 

 

Naar boven