Verordening van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord houdende regels omtrent de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie (Financiële verordening MGR SDLN)

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  • 1.

    Artikel 35 lid 6 Wet gemeenschappelijke regelingen jo. artikel 212 Gemeentewet;

  • 2.

    Besluit accountantscontrole decentrale overheden

Het algemeen bestuur van de Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden besluit vast te stellen de:

 

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

 

  • Samenwerkingsverband:

  • De modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord als organisatorische eenheid

  • Administratie:

  • Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van het samenwerkingsverband ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • Administratieve organisatie:

  • Het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding.

  • Doelmatigheid:

  • De mate waarin de gewenste prestaties en beoogde maatschappelijke effecten worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen.

  • Doeltreffendheid:

  • De mate waarin het samenwerkingsverband erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk te bereiken.

  • Financieel beheer:

  • Het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten door het samenwerkingsverband.

  • Financiële administratie:

  • Het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van (onderdelen van) de organisatie van het samenwerkingsverband teneinde te komen tot een goed inzicht in:

    • »

      de financieel-economische positie;

    • »

      het financiële beheer;

    • »

      de uitvoering van de begroting;

    • »

      het afwikkelen van vorderingen en schulden;

    • »

      alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover.

  • Rechtmatigheid:

  • Het in overeenstemming zijn met geldende wet- en regelgeving van de door het algemeen en dagelijks bestuur genomen besluiten en het vastgestelde beleid.

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Programma-indeling

  • 1.

    Het algemeen bestuur stelt de programma-indeling vast.

  • 2.

    Het algemeen bestuur stelt op voorstel van het dagelijks bestuur de taakvelden per programma vast.

  • 3.

    Het algemeen bestuur stelt op voorstel van het dagelijks bestuur per programma relevante indicatoren vast voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het beleid/de doelstellingen. Het voorstel bevat ten minste de verplichte beleidsindicatoren zoals aangegeven in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

  • 4.

    Het algemeen bestuur stelt vast over welke onderwerpen hij in extra paragrafen, naast de verplichte paragrafen in de begroting en rekening, kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de begroting en de jaarstukken worden onder elk van de programma’s en het overzicht van de overhead, de lasten en baten per taakveld weergegeven.

  • 2.

    Voor zover van toepassing wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.

  • 3.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie in begroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, voor zover van toepassing inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de begroting, de meerjarenraming en de investeringen.

  • 4.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen en meerjarige projecten de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven voor zover van toepassing.

  • 5.

    In de begroting en jaarstukken wordt een overzicht opgenomen van de gemeentelijke bijdragen van de afzonderlijke gemeenten. De verdeling van de kosten vindt plaats op de wijze zoals in de Modulaire gemeenschappelijke regeling is vermeld.

Artikel 4. Kaders Begroting

  • 1.

    In de begroting wordt een post onvoorzien opgenomen van € 50.000,00.

  • 2.

    Voordat een beroep wordt gedaan op de post onvoorziene uitgaven wordt eerst beoordeeld of:

    • a.

      er ruimte is binnen andere budgetten;

    • b.

      het voorstel voldoet aan de 3 O’s; Onvoorzienbaar, Onontkoombaar en Onuitstelbaar. Aan minimaal twee O’s dient te worden voldaan.

Artikel 5. Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1.

    Het algemeen bestuur autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten per taakveld.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur vooraf als het verwacht dat de lasten van een taakveld de geautoriseerde lasten, de investeringsuitgaven de geautoriseerde investeringskredieten dreigen te overschrijden, of de baten van een taakveld de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden.

  • 3.

    Bij de behandeling van de tussenrapportage(s) doet het dagelijks bestuur voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde budgetten en de investeringskredieten en het bijstellen van het beleid.

  • 4.

    Bij het opstellen en vaststellen van de begroting gelden de genoemde termijnen zoals opgenomen in de Modulaire gemeenschappelijke regeling, in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en in de Wet op de Gemeenschappelijke Regelingen.

Artikel 7. Informatieplicht

Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur actief en voortvarend over nieuwe ontwikkelingen met eventuele financiële consequenties.

Hoofdstuk 3. Financieel beleid

Artikel 8. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Activa met een verkrijgingprijs van minder dan € 10.000,00 worden niet geactiveerd.

  • 2.

    Afschrijving vindt plaats op basis van lineaire afschrijving.

  • 3.

    De termijn van afschrijving van vaste activa wordt vastgesteld bij het besluit tot verwerving van de betreffende activa.

  • 4.

    Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden lineair in 5 jaar afgeschreven.

  • 5.

    Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

Artikel 9. Reserves en voorzieningen

Het dagelijks bestuur biedt, indien gevraagd door het algemeen bestuur, een nota reserves en voorzieningen ter vaststelling aan het algemeen bestuur aan.

Artikel 10. Kostprijsberekening

Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van het samenwerkingsverband, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten betrokken die rechtstreeks samenhangen met de door het samenwerkingsverband verleende diensten.

Artikel 11. Financieringsfunctie

  • 1.

    Het dagelijks bestuur neemt bij het uitzetten en het aantrekken van middelen de volgende kaders in acht:

    • a.

      voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan één jaar worden tenminste twee prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd;

      en

    • b.

      er wordt geen gebruik gemaakt van financiële derivaten als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet financiering decentrale overheden.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur informeert het algemeen bestuur vooraf als de wettelijke kasgeldlimiet, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet financiering decentrale overheden, of de wettelijke renterisiconorm, bedoeld in artikel 1, onder h, van de Wet financiering decentrale overheden, dreigt te worden overschreden.

  • 3.

    Bij het verstrekken van leningen, het verstrekken van garanties en het verstrekken van risicodragend kapitaal bedingt het dagelijks bestuur indien mogelijk zekerheden.

Hoofdstuk 4. Paragrafen

Artikel 12. Financiering

In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het dagelijks bestuur naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 13 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, indien van toepassing, in ieder geval op:

  • a.

    de schulden met een looptijd korter dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;

  • b.

    de schulden met een looptijd langer dan een jaar en het verschuldigde rentepercentage;

Artikel 13. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het dagelijks bestuur de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op. De kengetallen zoals opgenomen in artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording worden meerjarig gepresenteerd.

Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer.

Artikel 14. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in het samenwerkingsverband;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa,vorderingen, schulden, enzovoorts;

  • c.

    het verschaffen van informatie ten behoeve van indicatoren met betrekking tot de productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het beleid;

  • d.

    het bevorderen van de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en ter zake geldende wet- en regelgeving;

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen.

  • g.

    de inrichting en de werking van de financiële administratie voldoet aan het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten en andere relevante wet- en regelgeving;

  • h.

    het verstrekken van de vereiste informatie aan de in de dienst participerende gemeenten, het rijk en de provincie, alsmede aan andere instellingen die specifieke verantwoordingsverplichtingen opleggen aan het samenwerkingsverband.

Artikel 15. Financiële organisatie

Het dagelijks bestuur draagt, voor zover van toepassing, zorg voor:

  • 1.

    een eenduidige indeling van de organisatie en een eenduidige toewijzing van de taken en verantwoordelijkheden aan de functionarissen;

  • 2.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden;

  • 3.

    de verlening van volmachten en machtigen voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • 4.

    tenminste eens per 4 jaar wordt beoordeeld of deze regelingen moeten worden geactualiseerd,

opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 16. Interne controle

  • 1.

    Het dagelijks bestuur draagt ten behoeve van het getrouwe beeld en de rechtmatigheid van de jaarrekening zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking, en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het dagelijks bestuur maatregelen tot herstel.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het actualiseren van een intern controleplan, waarin de te controleren processen voor het begrotingsjaar worden vastgesteld. Dit interne controleplan wordt afgestemd met de accountant. Tevens wordt het normenkader geactualiseerd.

Artikel 17 Aanbesteding en inkoop

Het dagelijks bestuur draagt zorg voor het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten. Deze regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de aanbestedingsregels van de Europese Unie en Aanbestedingswet.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 18. Intrekken oude verordening

De ‘Financiële verordening Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord’ vastgesteld bij besluit van 17 december 2015, wordt ingetrokken.

Artikel 19. Inwerkingtreding en Citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van bekendmaking

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als Financiële verordening MGR SDLN .

     

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord van 2 december 2020

de secretaris,

A.M.G. Beurskens

de voorzitter,

A. Thielen

Algemene toelichting  

De verordening ex artikel 212 Gemeentewet van Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord is gebaseerd op de modelverordening van de VNG.

 

De verordening is bedoeld om op hoofdlijnen de spelregels voor het financiële beleid, de financiële organisatie en het financieel beheer te regelen. Met de financiële verordening creëert het algemeen bestuur waarborgen voor de kwaliteit van de financiële functie van de dienst en wordt een nadere invulling gegeven aan de verantwoording van het dagelijks bestuur aan de algemeen bestuur. Er is gekozen voor een verordening op hoofdlijnen waarin alleen de noodzakelijke kaders worden opgenomen. Op deze wijze wordt voorkomen dat het algemeen bestuur ondersneeuwt in de details.

 

Geldende wettelijke kaders zijn het uitgangspunt geweest voor het opstellen van de verordening.

Zaken die in de Gemeentewet, de Wet Fido , het Besluit Begroting en verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV), het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten (BAPG) en overige regelgeving worden voorgeschreven, worden in de verordening ex artikel 212 niet herhaald.

Naar boven