Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015, gewijzigd in 2021

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn, na verkregen toestemming van de raden van deze gemeenten;

overwegende dat:

  • a.

    deze gemeenten een gemeenschappelijke regeling zijn aangegaan onder de titel ‘Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2008’;

  • b.

    de Wet veiligheidsregio’s op 1 oktober 2010 in werking is getreden onder gelijktijdige intrekking van de Brandweerwet 1985, de Wet rampen en zware ongevallen en de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen;

  • c.

    de Wijzigingswet veiligheidsregio’s per 1 januari 2014 is ingegaan;

  • d.

    de Wet veiligheidsregio’s een slagvaardige organisatie beoogt tot stand te brengen op het terrein van de rampenbestrijding en crisisbeheersing;

  • e.

    de artikelen 8 en 9 van de Wet veiligheidsregio’s bepalen, dat de colleges van burgemeester en wethouders in de regio Amsterdam-Amstelland een gemeenschappelijke regeling treffen waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: Veiligheidsregio;

  • f.

    artikel 76 van de Wet veiligheidsregio’s bepaalt, dat deze gemeenschappelijke regeling wordt getroffen uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding van deze wet;

  • g.

    de ‘Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2008’, na toestemming van de gemeenteraden van Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Uithoorn en Ouderkerk aan de Amstel aan de colleges van burgemeester en wethouders van deze gemeenten, zoals bedoeld in artikel 1, tweede en derde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, op 1 januari 2015 voor de eerste keer is gewijzigd;

  • h.

    de colleges van burgemeester en wethouders op voorstel van het bestuur van de Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland. na toestemming van de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten, besloten hebben om de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam Amstelland 2015 op een aantal punten te wijzigen;

  • i.

    de gemeentelijke herindeling van de gemeenten Amsterdam en Weesp gevolgen heeft voor de wettelijke indeling van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, en deze gemeentelijke herindeling leidt tot toetreding van de gemeente Weesp tot de gemeenschappelijke regeling van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland met ingang van 1 januari 2022 tot en met 24 maart 2022.

gelet op:

de Wet veiligheidsregio’s, Tijdelijke wet ambulancezorg, de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet:

besluiten

de ‘Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015’ te wijzigen en als volgt vast te stellen:

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Definities

  • 1.

    In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    het algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio, ook wel genoemd het bestuur van de Veiligheidsregio;

  • b.

    de brandweer: het onderdeel van de Veiligheidsregio dat zich bezig houdt met de uitvoering van brandweerzorg zoals genoemd in artikel 3, eerste lid en de taken zoals genoemd in artikel 25 van de Wet;

  • c.

    de burgemeester(s): de burgemeester(s) van de Gemeenten;

  • d.

    de colleges: de colleges van burgemeester en wethouders van de Gemeenten;

  • e.

    het dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio;

  • f.

    de directeur Veiligheidsregio: de directeur Veiligheidsregio als bedoeld in artikel 17, eerste lid van deze regeling;

  • g.

    Gedeputeerde Staten: het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Holland;

  • h.

    de Gemeente(n): de aan deze regeling deelnemende gemeente(n);

  • i.

    geneeskundige hulpverlening: geneeskundige hulpverlening in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing door daartoe aangesteld personeel, als onderdeel van een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines, door tussenkomst van een meldkamer;

  • j.

    GHOR: de geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio, belast met de coördinatie, aansturing en regie van de geneeskundige hulpverlening en met de advisering van andere overheden en organisaties op dat gebied;

  • k.

    Hoofdofficier van Justitie: de Hoofdofficier van Justitie in het Arrondissement Amsterdam;

  • l.

    meldkamer: de gemeenschappelijke meldkamer zoals bedoeld in artikel 35 van de Wet veiligheidsregio’s;

  • m.

    de raden: de gemeenteraden van de Gemeenten;

  • n.

    de regeling: deze gemeenschappelijke regeling;

  • o.

    de Veiligheidsregio: het openbaar lichaam als bedoeld in artikel 3 van deze regeling;

  • p.

    de Voorzitter: de voorzitter van de Veiligheidsregio;

  • q.

    de Veiligheidsdirectie: een ambtelijk orgaan dat het bestuur van de Veiligheidsregio adviseert over multidisciplinaire samenwerking op crisisbeheersing;

  • r.

    de Wet: de Wet veiligheidsregio's.

 

Artikel 2. Gemeentewet

Waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, het college en de burgemeester onderscheidenlijk de Veiligheidsregio, het bestuur van de Veiligheidsregio en de Voorzitter.

 

Artikel 3. Openbaar lichaam

  • 1.

    Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend openbaar lichaam genaamd: Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland.

  • 2.

    Het openbaar lichaam is gevestigd te Amsterdam.

 

Artikel 4. Verzorgingsgebied

Het Verzorgingsgebied van deze regeling omvat het grondgebied van de Gemeenten.

 

HOOFDSTUK 2. DOELSTELLING, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 5. Doelstelling

De Veiligheidsregio heeft tot doel om ter behartiging van de belangen van de Gemeenten:

  • a.

    uitvoering te geven aan de Wet;

  • b.

    uitvoering te geven aan de Tijdelijke wet ambulancezorg;

  • c.

    uitvoering te geven aan de Wet Publieke Gezondheid;

  • d.

    de organisatie van de regionale taken crisisbeheersing, brandweerzorg en alarmering in stand te houden.

     

Artikel 6. Taken

  • 1.

    Ter behartiging van de in artikel 5 van de regeling genoemde doelstelling is de Veiligheidsregio belast met de uitvoering van de taken en bevoegdheden, zoals genoemd in artikel 10, 25, 32, 35 en 36 van de Wet en de overige taken en bevoegdheden die bij of krachtens wet en regelgeving aan de Veiligheidsregio worden opgedragen.

  • 2.

    De Veiligheidsregio is tevens belast met het organiseren van de regionale coördinatie van de gemeentelijke processen op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding, crisisbeheersing en de geneeskundige hulpverlening.

  • 3.

    De Veiligheidsregio draagt zorg voor het bijstaan en/of verzorgen van de ambtelijke ondersteuning voor het gezag van de burgemeester in geval van een calamiteit.

     

Artikel 7. Verplichtingen van de Gemeenten

De Gemeenten zijn in ieder geval verplicht om kosteloos de volgende faciliteiten ter beschikking te stellen aan de Veiligheidsregio:

  • a.

    bereikbare en bruikbare bluswatervoorzieningen;

  • b.

    toegang tot geografische en bouwkundige informatie;

  • c.

    informatie over wegomleggingen en -afsluitingen etc.;

  • d.

    informatie over relevante vergunningen;

  • e.

    voor de Veiligheidsregio relevante informatie nodig voor een behoorlijke uitvoering van artikel 5 en artikel 6 van deze regeling, voortvloeiende uit handhaving en toezicht door de Gemeenten.

 

HOOFDSTUK 3. HET BESTUUR VAN DE VEILIGHEIDSREGIO

Artikel 8. Organen

De Veiligheidsregio kent de volgende organisatiestructuur:

  • a.

    het algemeen bestuur, tevens genoemd het bestuur van de Veiligheidsregio;

  • b.

    het dagelijks bestuur; en

  • c.

    de Voorzitter.

 

3.1 HET BESTUUR VAN DE VEILIGHEIDSREGIO

Artikel 9. Samenstelling

  • 1.

    De leden van het bestuur van de Veiligheidsregio zijn de burgemeesters van de Gemeenten.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur bestaat uit de Voorzitter en twee andere leden, door en uit het bestuur van de Veiligheidsregio aan te wijzen. De leden van het dagelijks bestuur mogen niet de meerderheid uitmaken van het bestuur van de Veiligheidsregio.

  • 3.

    Het lidmaatschap van het bestuur van de Veiligheidsregio en het dagelijks bestuur eindigt zodra een lid ophoudt burgemeester te zijn van de gemeente die hem heeft aangewezen.

  • 4.

    De leden van het bestuur van de Veiligheidsregio worden bij verhindering vertegenwoordigd overeenkomstig artikel 77 van de Gemeentewet.

  • 5.

    De Voorzitter van het bestuur van de Veiligheidsregio wordt bij koninklijk besluit benoemd uit de burgemeesters.

  • 6.

    Bij verhindering of ontstentenis van de Voorzitter wordt deze vervangen door een door het bestuur van de Veiligheidsregio aan te wijzen lid van het bestuur van de Veiligheidsregio.

     

Artikel 10. Werkwijze

  • 1.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio vergadert ten minste 4 keer per jaar en voorts zo dikwijls als de Voorzitter het nodig acht of ten minste twee leden dit de Voorzitter schriftelijk en met redenen omkleed verzoeken. In het laatste geval wordt de vergadering binnen veertien dagen na een zodanig verzoek gehouden.

  • 2.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio stelt een reglement van orde vast.

  • 3.

    De Hoofdofficier van Justitie, de Dijkgraaf van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de Commissaris van de Koning worden uitgenodigd om deel te nemen aan de vergaderingen van het bestuur van de Veiligheidsregio.

  • 4.

    Bij de vergaderingen van het bestuur van de Veiligheidsregio worden de commandant van de Brandweer/Directeur Veiligheidsregio, de Directeur Publieke Gezondheid, de Politiechef Regionale Eenheid Amsterdam, de coördinerend gemeentesecretaris evenals andere functionarissen wier aanwezigheid in verband met de te behandelen onderwerpen van belang is, uitgenodigd.

  • 5.

    De vergaderingen van het bestuur van de Veiligheidsregio zijn openbaar, tenzij met inachtneming van artikel 22 van de Wet gemeenschappelijke regelingen wordt besloten de deuren te sluiten.

  • 6.

    In een besloten vergadering kan niet worden beraadslaagd of besloten over:

    • a.

      Het vaststellen van het regionaal beleidsplan;

    • b.

      Het vaststellen of wijzigen van de begroting;

    • c.

      Het vaststellen van de jaarrekening;

    • d.

      Het wijzigen van deze regeling;

    • e.

      Het vaststellen van het liquidatieplan.

 

Artikel 11. Besluitvorming

  • 1.

    Elk lid van het bestuur van de Veiligheidsregio heeft in de vergadering één stem.

  • 2.

    De besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen. Staken de stemmen, dan beslist de stem van de Voorzitter.

  • 3.

    In de gevallen waarin de burgemeester van de gemeente Amsterdam overwegende bezwaren heeft tegen een besluit en met het oog daarop tegenstemt, leidt die tegenstem tot verwerping van het besluit.

     

Artikel 12. Taken en bevoegdheden

  • 1.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio heeft tot taak:

    • a.

      toezien op de uitvoering van de doelstelling, taken en bevoegdheden als bedoeld in artikelen 5 en 6 van de regeling:

    • b.

      organiseren van voorbereiding en uitvoering van eigen besluitvorming;

    • c.

      beheer van de organisatie van de Veiligheidsregio;

  • 2.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio is bevoegd te besluiten tot:

    • a.

      het nemen van alle beslissingen op het gebied van personeel en organisatie van de Veiligheidsregio;

    • b.

      het vaststellen van een mandaatregeling voor nader door haar aan te geven onderwerpen en/of taken en bevoegdheden;

    • c.

      de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, vennootschappen, verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen, dan wel het ontbinden daarvan of het beëindigen van de deelname daaraan, als omschreven in artikel 31a van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

       

Artikel 13. Informatie en verantwoording

  • 1.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio kan de raden en de colleges ongevraagd informatie verschaffen die voor een juiste beoordeling van het door hen gevoerde en te voeren beleid nodig is.

  • 2.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio verstrekt de raden en/of de colleges de door een of meer leden van die raden en/of colleges verzochte informatie ten aanzien van het door het bestuur van de Veiligheidsregio gevoerde beleid met in achtneming van artikel 16, vijfde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Op de voet van deze bepaling zal geen informatie worden verstrekt indien dat, gelet op de door de Veiligheidsregio te behartigen belangen, naar het oordeel van het bestuur van de Veiligheidsregio noodzakelijk is.

  • 3.

    De leden van het bestuur van de Veiligheidsregio leggen jegens hun raad en college verantwoording af over het door de Veiligheidsregio gevoerde beleid op de voor hen als burgemeester gebruikelijke wijze.

     

Artikel 14. Advies

  • 1.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio is bevoegd ongevraagd aan een of meer colleges advies te geven of voorstellen te doen, die in verband met deze regeling nodig worden geacht.

  • 2.

    De desbetreffende colleges delen op zo kort mogelijke termijn aan het bestuur van de Veiligheidsregio mee of een advies of voorstel aanleiding is geweest tot het treffen van maatregelen.

 

3.2 DE VOORZITTER EN SECRETARIS

Artikel 15. Taken en bevoegdheden

  • 1.

    De Voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het bestuur van de Veiligheidsregio.

  • 2.

    De Voorzitter vertegenwoordigt de Veiligheidsregio in en buiten rechte. De Voorzitter kan de in het eerste lid bedoelde leiding opdragen aan een door hem aan te wijzen persoon.

     

Artikel 16. De secretaris

  • 1.

    De directeur Veiligheidsregio als bedoeld in artikel 17, eerste lid van deze regeling fungeert als ambtelijk secretaris van het bestuur van de Veiligheidsregio.

  • 2.

    De secretaris is in de vergaderingen van het algemeen bestuur en van het dagelijks bestuur aanwezig.

  • 3.

    De stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan, worden door de secretaris mede-ondertekend.

  • 4.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio stelt in een instructie nadere regels over de taak en bevoegdheden van de ambtelijk secretaris en de eindverantwoordelijken van de organisaties als bedoeld in artikel 17 van deze regeling.

 

HOOFDSTUK 4. DE AMBTELIJKE ORGANISATIE

Artikel 17. De organisaties

  • 1.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio benoemt de directeur Veiligheidsregio. De directeur Veiligheidsregio is verantwoordelijk voor het beheer en het secretariaat van de Veiligheidsregio en de coördinatie op de multidisciplinaire crisisbeheersing.

  • 2.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio benoemt de commandant van de Brandweer Amsterdam-Amstelland. De commandant Brandweer is belast met de operationele leiding van de brandweer

  • 3.

    De Brandweer Amsterdam-Amstelland is belast met de uitvoering van de brandweerzorg als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet en de taken als bedoeld in artikel 25 van de Wet.

  • 4.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio stelt een GHOR in en houdt deze in stand. De GHOR staat onder leiding van de Directeur Publieke Gezondheid Amsterdam.

  • 5.

    De Directeur Publieke Gezondheid Amsterdam is belast met de operationele leiding van de geneeskundige hulpverlening.

  • 6.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio wijst een coördinerend gemeentesecretaris aan op voordracht van de gemeentesecretarissen van de Gemeenten en met instemming van het betrokken College van Burgemeester en Wethouders.

  • 7.

    De coördinerend gemeentesecretaris is belast met de coördinatie van de maatregelen en voorzieningen die de gemeenten treffen met het oog op een ramp of crisis.

  • 8.

    Er is een Veiligheidsdirectie die het bestuur van de Veiligheidsregio adviseert over crisisbeheersing. Deze Veiligheidsdirectie bestaat uit de directeur Veiligheidsregio, de Politiechef Regionale eenheid Amsterdam, de Directeur Publieke Gezondheid, de Hoofdofficier van Justitie, de coördinerend gemeentesecretaris, een vertegenwoordiger van Defensie en een vertegenwoordiger namens de zes gemeenten voor de afdeling Openbare Orde en Veiligheid. De directeur Veiligheidsregio is de voorzitter van de Veiligheidsdirectie.

  • 9.

    Bij de vergaderingen van de Veiligheidsdirectie worden vertegenwoordigers van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, Havenbedrijf Amsterdam, Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied evenals andere functionarissen wier aanwezigheid in verband met de te behandelen onderwerpen van belang is, uitgenodigd.

 

Artikel 18. De inrichting van de ambtelijke organisatie en rechtspositieregeling

Het bestuur van de Veiligheidsregio is verantwoordelijk voor de inrichting van de ambtelijke organisatie die valt onder de Veiligheidsregio en stelt de rechtspositieregeling(en) van het personeel vast.

 

HOOFDSTUK 5. FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 19. Administratie en controle

  • 1.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio stelt regels vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het beheer van de geldmiddelen met inachtneming van de toepasselijke wettelijke bepalingen.

     

Artikel 20. Programmabegroting

  • 1.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio streeft ernaar iedere 4 jaar een programma-indeling te stellen met de mogelijkheid om deze jaarlijks te herijken.

  • 2.

    De programmabegroting bevat op hoofdlijnen de beleidsdoelstellingen en maatschappelijke effecten die worden nagestreefd, evenals de financiële middelen die daarvoor beschikbaar zijn, één en ander zo mogelijk uitgedrukt in relevante prestatiecijfers en kengetallen.

  • 3.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio draagt zorg voor het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde goederen en diensten, opdat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid zoals vastgesteld door het bestuur van de Veiligheidsregio kunnen worden getoetst.

     

Artikel 21. Begrotingsprocedure

  • 1.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio of het dagelijks bestuur zendt jaarlijks vóór 1 april een ontwerpprogrammabegroting van de Veiligheidsregio voor het komende kalenderjaar, vergezeld van een behoorlijke toelichting, toe aan de raden.

  • 2.

    Deze ontwerpprogrammabegroting wordt door de zorg van de besturen van de Gemeenten voor een ieder ter inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld. Artikel 190, tweede en derde lid, van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De raden kunnen binnen twee maanden na toezending bij het dagelijks bestuur hun zienswijze over de ontwerpprogrammabegroting naar voren brengen. Het dagelijks bestuur voegt de commentaren, waarin deze zienswijzen zijn vervat, bij de ontwerpprogrammabegroting, zoals deze aan het bestuur van de Veiligheidsregio wordt aangeboden.

  • 4.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio stelt de programmabegroting vast vóór 1 juli van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting moet dienen.

  • 5.

    Na de vaststelling van de programmabegroting zendt het bestuur van de Veiligheidsregio deze zo nodig aan de raden.

  • 6.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio of het dagelijks bestuur zendt de programmabegroting binnen twee weken na de vaststelling doch in ieder geval vóór 15 juli aan Gedeputeerde Staten.

  • 7.

    Het bepaalde in dit artikel is van overeenkomstige toepassing op besluiten tot wijziging van de begroting.

     

Artikel 22. Bijdragen aan de Veiligheidsregio

  • 1.

    De bijdrage van elke Gemeente bestaat uit de kosten voor crisisbeheersing, brandweerzorg eventueel met maatwerktaken per gemeente en alarmering opgenomen in de programmabegroting.

  • 2.

    De toerekening van de kosten van de brandweerzorg vindt plaats op basis van een door het bestuur van de Veiligheidsregio vastgestelde financiële verdeelsleutel.

  • 3.

    Indien afzonderlijke Gemeenten besluiten tot het inkopen van aanvullende maatwerktaken brandweerzorg, dan worden de feitelijke kosten per gemeente in rekening gebracht. Afspraken dienaangaande worden vastgelegd in de programmabegroting.

  • 4.

    De toerekening van de kosten voor de programma’s crisisbeheersing en alarmering vindt plaats naar evenredigheid van het aantal inwoners van iedere Gemeente per 1 januari van het jaar voorafgaande aan het desbetreffende begrotingsjaar. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek openbaar gemaakte bevolkingscijfers aangehouden.

  • 5.

    Met de Gemeenten worden afspraken gemaakt over bevoorschotting.

  • 6.

    De Gemeenten dragen er zorg voor dat de Veiligheidsregio te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen.

 

Artikel 23. Indexering

De Veiligheidsregio volgt de indexering van de gemeente Amsterdam.

 

Artikel 24. Jaarrekeningprocedure

  • 1.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio of het dagelijks bestuur zendt jaarlijks vóór 1 april van het jaar volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft de voorlopige jaarrekening van de Veiligheidsregio, vergezeld van een behoorlijke toelichting, toe aan de raden.

  • 2.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio stelt de jaarrekening vast vóór 1 juli in het jaar volgend op het jaar waarop deze betrekking heeft.

  • 3.

    Het dagelijks bestuur zendt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling, doch uiterlijk vóór 15 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de jaarrekening betrekking heeft, aan Gedeputeerde Staten.

  • 4.

    In de jaarrekening wordt de door elk van de Gemeenten en de door derden over het desbetreffende dienstjaar werkelijk verschuldigde bijdrage opgenomen. Verrekening van het verschil tussen het op grond van artikel 22 van deze regeling betaalde voorschot en het werkelijk verschuldigde bedrag vindt plaats onmiddellijk na de kennisgeving aan de Gemeenten van de vaststelling van de jaarrekening.

  • 5.

    Onverminderd het voorgaande lid kan het dagelijks bestuur een voorstel doen voor het bestemmen van het resultaat.

  • 6.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio bepaalt op welke wijze de resultaten van de jaarrekening over de Gemeenten zullen worden verdeeld met in achtneming van artikel 21. zevende lid van deze regeling.

     

Artikel 25. Kostendekkendheid

De geldmiddelen van de Veiligheidsregio bestaan uit:

  • a.

    de bijdragen van de Gemeenten, ingevolge artikel 22 van deze regeling;

  • b.

    de bijdragen van derden, ingevolge op verzoek of volgens overeenkomst geleverde diensten;

  • c.

    subsidies en rijksbijdragen;

  • d.

    renten en opbrengsten van bezittingen;

  • e.

    onvoorziene ontvangsten;

  • f.

    bestemmingsreserve;

  • g.

    geldleningen.

 

HOOFDSTUK 6. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN

Artikel 26. Archivering

  • 1.

    Ten aanzien van de zorg en het beheer van de archiefbescheiden van de Veiligheidsregio alsmede ten aanzien van het toezicht op het beheer, zijn de voorschriften van de gemeente Amsterdam van overeenkomstige toepassing, tenzij het bestuur van de Veiligheidsregio anders besluit met in achtneming van de Archiefwet.

  • 2.

    De ambtelijk secretaris van het bestuur van de Veiligheidsregio is belast met het beheer van de archiefbescheiden, bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    De aan de uitvoering van het eerste lid verbonden kosten komen ten laste van de Veiligheidsregio.

 

HOOFDSTUK 7. BIJZONDERE BEPALINGEN

Artikel 27. Toe- en uittreding

  • 1.

    Toe- en uittreding van gemeenten tot deze regeling is slechts mogelijk na wijziging van de indeling van gemeenten in regio’s als bedoeld in de Wet.

  • 2.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio regelt de gevolgen van de toetreding en kan voorwaarden verbinden aan de toetreding.

  • 3.

    Uittreding door een of meer van de Gemeenten uit deze regeling is slechts mogelijk na voldoening aan door het bestuur van de Veiligheidsregio nader te stellen voorwaarden.

  • 4.

    De toe- of uittreding treedt in werking met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin het besluit tot toetreding of tot uittreden door de Veiligheidsregio bekend is gemaakt.

     

Artikel 28. Wijziging

  • 1.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio en de Gemeenten kunnen voorstellen tot wijziging van de regeling doen, onverminderd de van toepassing zijnde bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Wet.

  • 2.

    De wijziging treedt in werking op de in de wijziging bepaalde datum en anders met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die waarin het besluit tot wijziging door de Veiligheidsregio bekend is gemaakt.

     

Artikel 29. Opheffing

  • 1.

    De gemeenschappelijke regeling kan slechts worden opgeheven voor zover dit op grond van artikel 8 en artikel 9 van de Wet mogelijk is. Een besluit tot opheffing van deze gemeenschappelijke regeling wordt niet genomen voordat de bevoegde bestuursorganen van de Gemeenten daarmee hebben ingestemd.

  • 2.

    In geval van opheffing van de regeling besluit het bestuur van de Veiligheidsregio tot liquidatie en stelt daarvoor de nodige regels, waaronder het tijdstip van opheffing.

  • 3.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio stelt, gehoord hebbende de bevoegde bestuursorganen van de Gemeenten, tenminste zes maanden voor het tijdstip van opheffing, een liquidatieplan en een sociaal plan voor het personeel vast. Het liquidatieplan voorziet in de financiële gevolgen van de opheffing.

  • 4.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio is belast met de uitvoering van de liquidatie.

  • 5.

    Zonodig blijven de organen van het samenwerkingsverband ook na het tijdstip van opheffing in functie, totdat de liquidatie is voltooid.

 

HOOFDSTUK 8. GESCHILLEN, KLACHTEN EN BEZWAREN

Artikel 30. Geschillen

  • 1.

    Voordat over een geschil als bedoeld in artikel 28 van de Wgr de beslissing van Gedeputeerde Staten wordt ingeroepen, legt het bestuur van de Veiligheidsregio het geschil voor aan een daartoe door partijen in te stellen geschillencommissie.

  • 2.

    De geschillencommissie bestaat uit vertegenwoordigers, aangewezen door elk der bij het geschil betrokken partijen, alsmede een door deze vertegenwoordigers aangewezen onafhankelijke voorzitter.

  • 3.

    De geschillencommissie hoort de bij het geschil betrokken besturen.

  • 4.

    De geschillencommissie brengt aan het bestuur van de Veiligheidsregio advies uit over de mogelijkheden partijen tot overeenstemming te brengen.

     

Artikel 31. Klachten

Voor de afhandeling van klachten zal een klachtenregeling worden opgesteld.

 

Artikel 32. Behandeling bezwaarschriften

Bij de afhandeling van bezwaarschriften op grond van de Algemene wet bestuursrecht zal toepassing worden gegeven aan artikel 7:13 Algemene wet bestuursrecht en zal voor het horen van belanghebbenden gebruik worden gemaakt van de voorzieningen van de gemeente Amsterdam, tenzij het bestuur van de Veiligheidsregio anders besluit.

 

HOOFDSTUK 9. SLOTBEPALINGEN

Artikel 33. Bekendmaking

  • 1.

    De colleges dragen op de gebruikelijke wijze zorg voor de bekendmaking van de regeling.

  • 2.

    Binnen een maand na vaststelling van de regeling dragen de colleges zorg voor de opname van de regeling in het register als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 3.

    Het bestuur van de Veiligheidsregio zendt de regeling aan Gedeputeerde Staten.

  • 4.

    Het bepaalde in het eerste tot en met het derde lid is overeenkomstig van toepassing op besluiten tot toetreding en uittreding tot de regeling alsmede tot wijziging en opheffing van de regeling.

     

Artikel 34. Inwerkingtreding en duur

  • 1.

    Deze gewijzigde regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na haar bekendmaking.

  • 2.

    De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

     

Artikel 35. Overgangsbepaling

  • 1.

    Totdat ter zake een nieuw besluit wordt genomen, blijven besluiten en verordeningen gebaseerd op de ‘Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2008’ onverkort van toepassing.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders van Weesp neemt deel aan deze regeling met ingang van 1 januari 2022, op basis van wijziging van de bijlage bij artikel 8 van de Wet Veiligheidsregio’s, zoals bedoeld in artikel 27, eerste lid, en bepaald in artikel 12, eerste lid, van de Wet herindeling Amsterdam en Weesp, waardoor Weesp per datum van toetreding deel uitmaakt van de gemeenten in de regio Amsterdam-Amstelland.

  • 3.

    Het college van burgemeester en wethouders van Weesp houdt van rechtswege op deelnemer te zijn aan deze regeling, vanaf de datum van herindeling van de gemeenten Weesp en Amsterdam als opgenomen in artikel 4 van de Wet herindeling Amsterdam en Weesp, zijnde 24 maart 2022. Per de datum van herindeling wordt conform artikel 12, tweede lid, van de Wet herindeling Amsterdam en Weesp, de bijlage bij artikel 8 van de Wet Veiligheidsregio’s aangepast waarmee Weesp komt te vervallen.

     

Artikel 36. Titel

Deze regeling wordt aangehaald als: Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015.

 

 

Aldus besloten in de openbare vergadering van het Bestuur van de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, gehouden op 20 september 2021met medeneming van de ontvangen zienswijzen van de deelnemende gemeenten.

Toelichting

 

Memorie van Toelichting

Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING

Considerans

Per 1 januari 2008 is door de deelnemende gemeenten de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland gevormd en is de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2008 opgesteld.

 

Met de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s op 1 oktober 2010 en de Wijzigingswet veiligheidsregio’s per 1 januari 2014 dient de gemeenschappelijke regeling herzien te worden. In dat kader is de regeling "Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015" opgesteld.

 

De colleges van burgemeester en wethouders hebben op voorstel van het bestuur van de Veiligheidsregio besloten om de "Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015" te wijzigen op een aantal punten.

 

Voor deze herziening zijn naast besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de betrokken gemeenten ook besluiten van de gemeenteraden vereist (artikel 1 lid 2 Wet gemeenschappelijke regelingen).

 

 

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Definities

De definities van het eerste lid zijn consequent in de tekst gebruikt.

 

Artikel 2. Gemeentewet

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 3. Openbaar lichaam

De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in artikel 8 Wvr, treffen een gemeenschappelijke regeling, waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: Veiligheidsregio. Een openbaar lichaam is een rechtspersoon, waardoor het zelfstandig kan deelnemen aan het rechtsverkeer en bijvoorbeeld overeenkomsten kan aangaan. Artikel 10 derde lid van de Wgr bepaalt dat een plaats van vestiging wordt opgenomen.

 

Artikel 4. Verzorgingsgebied

Het Nederlandse grondgebied is verdeeld in regio’s. De Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland beslaat het grondgebied van de genoemde gemeenten conform artikel 8 Wvr en de bijlage bij artikel 8 Wvr.

 

HOOFDSTUK 2. DOELSTELLING, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN

Artikel 5. Doelstelling

Aangezien verschillende wetten een uitgebreide omschrijving kennen van de taken te vervullen op het gebied van Brandweerzorg, Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en de bestrijding en beheersing van Crises wordt in de eerste drie subleden verwezen naar de toepasselijke wetten.

 

Artikel 6. Taken

De taken van de Veiligheidsregio zijn de activiteiten die de Veiligheidsregio ontplooit in het kader van de te behartigen belangen. In dit geval wordt de Veiligheidsregio de colleges van burgemeesters en wethouders belast met de taken zoals in deze bepaling genoemde wetsartikelen.

 

Artikel 7. Verplichtingen van de Gemeenten

Om een correcte uitvoering te kunnen geven aan de aan de Veiligheidsregio opgedragen taken dient de Veiligheidsregio te kunnen beschikken over voor de opgedragen taken relevante informatie of voor de Veiligheidsregio beschikbaar gestelde faciliteiten.

 

HOOFDSTUK 3. HET BESTUUR VAN DE VEILIGHEIDSREGIO

Artikel 8. Organen

Artikel 12 Wgr bepaalt dat het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een Voorzitter. Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van het openbaar lichaam. De Voorzitter is tevens Voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur is tevens het bestuur van de Veiligheidsregio.

 

3.1 HET BESTUUR VAN DE VEILIGHEIDSREGIO

Artikel 9. Samenstelling

In dit artikel is vastgelegd dat de burgemeesters van de Gemeenten lid zijn van het Algemeen bestuur.

Bij verhindering of ontstentenis van een burgemeester, treedt de loco-burgemeester namens zijn Gemeente op als lid van het bestuur van de Veiligheidsregio, zulks op grond van de algemene waarnemingsregel van artikel 77 lid 1 Gemeentewet. De Voorzitter van het bestuur van de Veiligheidsregio wordt bij koninklijk besluit benoemd. Bij verhindering of ontstentenis van de Voorzitter wordt deze in zijn rol als Voorzitter vervangen door een door het algemeen bestuur aan te wijzen lid van het algemeen bestuur.

 

Artikel 10. Werkwijze

In artikel 22, tweede lid, Wgr is geregeld dat het bestuur van de Veiligheidsregio jaarlijks tenminste viermaal vergadert.

Bij de vergaderingen worden de Hoofdofficier van Justitie, de Dijkgraaf van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en de Commissaris van de Koning uitgenodigd om deel te nemen.

De Commandant van de Brandweer, de Directeur Publieke Gezondheid, de Politiechef Regionale Eenheid Amsterdam, de Coördinerend gemeentesecretaris en andere functionarissen wier aanwezigheid in verband met de te behandelen onderwerpen van belang is worden uitgenodigd.

Op grond van lid 5 zijn de vergaderingen van het bestuur van de Veiligheidsregio openbaar (zie tevens artikel 22, derde lid, Wgr). Het derde en vierde lid van artikel 22 Wgr regelen de procedure die moet worden gevolgd om een vergadering in beslotenheid te laten plaatsvinden. Het zesde lid van dit artikel bevat een lijst met onderwerpen waarover in ieder geval niet in beslotenheid besloten mag worden. Deze lijst is gebaseerd op artikel 24 Gemeentewet.

 

Artikel 11. Besluitvorming

Krachtens lid 1 heeft elk lid van het bestuur van de Veiligheidsregio in de vergadering één stem. Bij besluiten hebben alle Gemeenten daarom gelijke invloed. Besluiten worden op grond van lid 2 genomen met gewone meerderheid van stemmen, dat wil zeggen: de helft van de uitgebrachte stemmen plus één.

In lid 2 is opgenomen dat als de stemmen staken, de stem van de Voorzitter beslist. In lid 3 is opgenomen dat in die gevallen waarin de burgemeester van de Gemeente Amsterdam overwegende bezwaren heeft tegen een besluit en dus tegenstemt, deze tegenstem tot verwerping van het besluit leidt. Artikel 13 lid 4 onder b van de Wgr biedt de mogelijkheid om bepaalde leden (of een bepaald lid) meervoudig stemrecht te geven. Aldus voorziet de wet in de mogelijkheid van een stemverdeling van leden van het bestuur van de Veiligheidsregio waarbij de stem van bepaalde leden zwaarder telt. Lid 2 en lid 3 van de gemeenschappelijke regeling zijn daarvan een uitwerking.

Op vergaderingen van het bestuur van de Veiligheidsregio van een openbaar lichaam zijn de besluitvormingsregels in artikel 31 Gemeentewet (stemmingen over personen) en artikel 32 Gemeentewet (stemmingen over zaken) van – dwingende – toepassing (artikel 22, eerste lid, Wgr).

 

Artikel 12. Taken en bevoegdheden

Dit artikel regelt de taken en bevoegdheden van het bestuur van de Veiligheidsregio.

 

Artikel 13. Informatie en verantwoording

De artikelen 16, 17, 18 en 19 van de Wgr schrijven voor dat een gemeenschappelijke regeling bepalingen bevat over het verstrekken van informatie en het afleggen van verantwoording. Daarbij gaat het zowel om de informatie- en verantwoordingsplicht binnen de gemeenschappelijke regeling (de relatie tussen het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur) als om de informatie- en verantwoordingsplicht van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling ten opzichte van de raden van de deelnemende gemeenten en Gedeputeerde Staten.

 

Artikel 14. Advies

Deze bepaling betreft het verstrekken van advies aan de colleges van de Gemeenten.

 

3.2 DE VOORZITTER EN SECRETARIS

Artikel 15. Taken en bevoegdheden

De Wgr en de Wet veiligheidsregio’s bevat bepalingen omtrent het voorzitterschap.

 

Artikel 16. De Secretaris

De ambtelijk secretaris heeft als taak het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de Voorzitter bij hun taakuitoefening te ondersteunen. De secretaris heeft daarbij een adviserende rol.

 

HOOFDSTUK 4. DE AMBTELIJKE ORGANISATIE

Artikel 17. De organisaties

Dit artikel en artikel 18 regelt de inrichting van de ambtelijke organisatie van de Veiligheidsregio. Er is een organisatie belast met de Brandweerzorg (zoals gedefinieerd) en een organisatie belast met de Geneeskundige hulpverlening (zoals gedefinieerd).

Artikel 36 van de Wet veiligheidsregio’s stelt dat het bestuur van de Veiligheidsregio een coördinerend functionaris aanwijst belast met de coördinatie van de maatregelen en voorzieningen die de gemeenten treffen met het oog op een ramp of crisis. Hiertoe wordt in artikel 17 lid 6 de Coördinerend gemeentesecretaris aangewezen.

In overeenstemming met artikel 24 Wgr wordt er een vaste commissie van advies aan het bestuur van de Veiligheidsregio ingesteld: de Veiligheidsdirectie . De Hoofdofficier van Justitie vertegenwoordigt het justitiële gezag met betrekking tot de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Met de eindverantwoordelijken van de uitvoerende diensten de Commandant van de Brandweer Amsterdam-Amstelland/directeur Veiligheidsregio, de vertegenwoordigers van de GHOR en de Politie Regionale Eenheid Amsterdam en de Coördinerend gemeentesecretaris als representant van de gemeentelijke kolom bespreken zij zaken die de multidisciplinaire voorbereiding op crises en bijhorende bestuurlijke besluitvorming aangaan. De Veiligheidsdirectie is daarmee het overlegorgaan waarin de vijf partners bij crisisbeheersing in de Veiligheidsregio het multidisciplinaire beleid kunnen afstemmen. De Veiligheidsdirectie vormt een overleg- en afstemmingsorgaan dat het bestuur van de Veiligheidsregio adviseert. Deelname aan deze adviescommissie doet niets af aan de eigenstandige verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de leden. De ambtelijk secretaris die de Veiligheidsdirectie voorzit verzorgt de verbinding met het bestuur van de Veiligheidsregio.

 

Artikel 18. De inrichting van de ambtelijke organisatie en rechtspositieregeling

Dit artikel spreekt voor zich.

 

HOOFDSTUK 5. FINANCIËLE BEPALINGEN

Artikel 19. Administratie en controle

Met inachtneming van de vigerende regelgeving stelt het bestuur van de Veiligheidsregio regels vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het beheer van de geldmiddelen met inachtneming van de toepasselijke wettelijke bepalingen. Er zijn onder andere regels vastgesteld in de financiële verordening, in de nota reserves en voorzieningen en in het treasury statuut.

 

Artikel 20. Programmabegroting

In de programmabegroting staat wat het bestuur van de Veiligheidsregio wil bereiken, wat het bestuur van de Veiligheidsregio daarvoor gaat doen en hoe de beschikbare middelen worden besteed. De programmabegroting geeft de kaders aan waarbinnen de ambtelijke organisatie van de veiligheidsregio werkt.

 

Artikel 21. Begrotingsprocedure

In dit artikel is de begrotingsprocedure vastgelegd. Op grond van artikel 35 van de Wgr wordt het ontwerp voordat dit aan het bestuur van de Veiligheidsregio wordt aangeboden aan de raden der deelnemende gemeenten toegezonden. De raden kunnen hun zienswijze met betrekking tot de begroting kenbaar maken binnen acht weken na toezending. Op grond van het vierde lid van artikel 35 van de Wgr heeft de raad de mogelijkheid om een zienswijze over de vastgestelde begroting aan Gedeputeerde Staten te zenden.

 

Artikel 22. Bijdragen aan de Veiligheidsregio

De regionale bijdrage van de deelnemende gemeenten bestaat uit de kosten basisbrandweerzorg, crisisbeheersingstaken, alarmeringstaken en bestuurlijke ondersteuning. Daarnaast kunnen de deelnemende gemeenten via een lokale (maatwerk)bijdrage maatwerktaken inkopen ten aanzien van de brandweerzorg. De toerekening van de kosten voor deze onderdelen vindt plaats op basis van een vastgestelde financiële verdeelsleutel voor de regionale basisbrandweerzorg en het inwoneraantal voor de overige regionale taken. Voor het maatwerk is de lokale bijdrage gelijk aan de geraamde kosten per gemeente.

 

Artikel 23. Indexering

Voor de indexering wordt de indexering van de gemeente Amsterdam aangehouden.

 

Artikel 24. Jaarrekeningprocedure

Ingevolge artikel 34, derde lid Wgr dient de jaarrekening door het bestuur van de Veiligheidsregio te worden vastgesteld in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft. Ingevolge het derde lid wordt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling en in elk geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop het betrekking heeft aan Gedeputeerde Staten toegezonden.

Het dagelijks bestuur kan aan het algemeen bestuur een voorstel doen om een positief of negatief resultaat te bestemmen. Hierbij kan gedacht worden aan het verrekenen van het resultaat met de deelnemende gemeenten, het doteren of onttrekken van het resultaat aan de reserves, het inzetten van een positief resultaat voor (incidentele) prioriteiten of een combinatie daarvan.

 

Artikel 25. Kostendekkendheid

De genoemde geldmiddelen betreffen de normale middelen die de regio ieder jaar ter beschikking heeft. In artikel 50 van de Wvr is tevens een bijstandsregeling opgenomen voor gemeenten en veiligheidsregio’s die daadwerkelijk te maken krijgen met de bestrijding van een ramp. De minister kan daarvoor een extra bijdrage leveren.

 

HOOFDSTUK 6. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN

Artikel 26. Archivering

Op grond van artikel 40, derde lid, van de Archiefwet 1995 gelden voor een gemeenschappelijke regeling de bepalingen omtrent de zorg voor de archiefbescheiden.

 

HOOFDSTUK 7. BIJZONDERE BEPALINGEN

Artikel 27. Toe- en uittreding

Zoals artikel 9 Wgr vereist kent de gemeenschappelijke regeling bepalingen over de toe- en uittreding tot en uit de gemeenschappelijke regeling. Op basis van artikel 10 van de Wvr moeten de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in artikel 9 van die wet een gemeenschappelijke regeling

treffen. Dit betekent dat een gemeente alleen kan toetreden tot of uittreden uit een gemeenschappelijke regeling als de verdeling van de gemeenten in regio’s wordt gewijzigd. In dat geval zijn de gemeenten waarop de wijziging betrekking heeft zelfs verplicht om over te gaan naar een andere regeling.

Lid 2 en lid 3 bepalen dat het bestuur van de Veiligheidsregio de gevolgen van de toetreding regelt en dat zij voorwaarden kan verbinden aan de toetreding. Uittreding is slechts mogelijk na voldoening aan door het bestuur van de Veiligheidsregio nader te stellen voorwaarden.

 

Artikel 28. Wijziging

De gemeenschappelijke regeling kan slechts worden gewijzigd bij unaniem besluit van de desbetreffende bestuursorganen van de Gemeenten.

 

Artikel 29. Opheffing

Op basis van artikel 10 van de Wvr moeten de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in artikel 9 van de Wvr een gemeenschappelijke regeling treffen. Dit betekent dat een regeling alleen kan worden opgeheven als daarmee een nieuwe regeling in werking treedt die voldoet aan de eis in de Wvr.

 

HOOFDSTUK 8. GESCHILLEN, KLACHTEN EN BEZWAREN

Artikel 30. Geschillen

De bedoeling van dit artikel is om geschillen eerst op intergemeentelijk niveau te doen beslechten. Mochten partijen er op dit niveau niet uitkomen, dan staat de weg naar Gedeputeerde Staten op grond van artikel 28 Wgr weer volledig open.

 

Artikel 31. Klachten

Dit artikel spreekt voor zich.

 

Artikel 32. Behandeling bezwaarschriften

Voor wat betreft het horen in een bezwaarschriftprocedure wordt gebruik gemaakt van voorzieningen van de gemeente Amsterdam. Dit artikel laat de bevoegdheid tot het nemen van het besluit op bezwaar onverlet.

 

HOOFDSTUK 9. Slotbepalingen

Artikel 33. Bekendmaking

Artikel 26 Wgr bepaalt dat de Gemeenten de gemeenschappelijke regeling op de gebruikelijke wijze bekend dienen te maken. Het bestuur van de Veiligheidsregio stuurt de regeling namens de deelnemende gemeenten toe aan Gedeputeerde Staten.

 

Artikel 34. Inwerkingtreding en duur

De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.

 

Artikel 35. Overgangsbepaling

Het eerste lid van dit artikel spreekt voor zich. In het tweede en derde lid van dit artikel is de toe- en uittreding van Weesp tot de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland geregeld conform de Wet herindeling Amsterdam en Weesp.

 

Artikel 36. Titel

De titel waaronder de regeling zal worden aangehaald.

Naar boven