Toelichting
Memorie van Toelichting
Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015
ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING
Considerans
Per 1 januari 2008 is door de deelnemende gemeenten de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland gevormd en is de Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2008 opgesteld.
Met de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s op 1 oktober 2010 en de Wijzigingswet veiligheidsregio’s per 1 januari 2014 dient de gemeenschappelijke regeling herzien te worden. In dat kader is de regeling "Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015" opgesteld.
De colleges van burgemeester en wethouders hebben op voorstel van het bestuur van de Veiligheidsregio besloten om de "Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2015" te wijzigen op een aantal punten.
Voor deze herziening zijn naast besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de betrokken gemeenten ook besluiten van de gemeenteraden vereist (artikel 1 lid 2 Wet gemeenschappelijke regelingen).
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Definities
De definities van het eerste lid zijn consequent in de tekst gebruikt.
Artikel 2. Gemeentewet
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 3. Openbaar lichaam
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in artikel 8 Wvr, treffen een gemeenschappelijke regeling, waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld met de aanduiding: Veiligheidsregio. Een openbaar lichaam is een rechtspersoon, waardoor het zelfstandig kan deelnemen aan het rechtsverkeer en bijvoorbeeld overeenkomsten kan aangaan. Artikel 10 derde lid van de Wgr bepaalt dat een plaats van vestiging wordt opgenomen.
Artikel 4. Verzorgingsgebied
Het Nederlandse grondgebied is verdeeld in regio’s. De Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland beslaat het grondgebied van de genoemde gemeenten conform artikel 8 Wvr en de bijlage bij artikel 8 Wvr.
HOOFDSTUK 2. DOELSTELLING, TAKEN EN BEVOEGDHEDEN
Artikel 5. Doelstelling
Aangezien verschillende wetten een uitgebreide omschrijving kennen van de taken te vervullen op het gebied van Brandweerzorg, Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en de bestrijding en beheersing van Crises wordt in de eerste drie subleden verwezen naar de toepasselijke wetten.
Artikel 6. Taken
De taken van de Veiligheidsregio zijn de activiteiten die de Veiligheidsregio ontplooit in het kader van de te behartigen belangen. In dit geval wordt de Veiligheidsregio de colleges van burgemeesters en wethouders belast met de taken zoals in deze bepaling genoemde wetsartikelen.
Artikel 7. Verplichtingen van de Gemeenten
Om een correcte uitvoering te kunnen geven aan de aan de Veiligheidsregio opgedragen taken dient de Veiligheidsregio te kunnen beschikken over voor de opgedragen taken relevante informatie of voor de Veiligheidsregio beschikbaar gestelde faciliteiten.
HOOFDSTUK 3. HET BESTUUR VAN DE VEILIGHEIDSREGIO
Artikel 8. Organen
Artikel 12 Wgr bepaalt dat het bestuur van het openbaar lichaam bestaat uit een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een Voorzitter. Het algemeen bestuur staat aan het hoofd van het openbaar lichaam. De Voorzitter is tevens Voorzitter van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur. Het algemeen bestuur is tevens het bestuur van de Veiligheidsregio.
3.1 HET BESTUUR VAN DE VEILIGHEIDSREGIO
Artikel 9. Samenstelling
In dit artikel is vastgelegd dat de burgemeesters van de Gemeenten lid zijn van het Algemeen bestuur.
Bij verhindering of ontstentenis van een burgemeester, treedt de loco-burgemeester namens zijn Gemeente op als lid van het bestuur van de Veiligheidsregio, zulks op grond van de algemene waarnemingsregel van artikel 77 lid 1 Gemeentewet. De Voorzitter van het bestuur van de Veiligheidsregio wordt bij koninklijk besluit benoemd. Bij verhindering of ontstentenis van de Voorzitter wordt deze in zijn rol als Voorzitter vervangen door een door het algemeen bestuur aan te wijzen lid van het algemeen bestuur.
Artikel 10. Werkwijze
In artikel 22, tweede lid, Wgr is geregeld dat het bestuur van de Veiligheidsregio jaarlijks tenminste viermaal vergadert.
Bij de vergaderingen worden de Hoofdofficier van Justitie, de Dijkgraaf van het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht en de Commissaris van de Koning uitgenodigd om deel te nemen.
De Commandant van de Brandweer, de Directeur Publieke Gezondheid, de Politiechef Regionale Eenheid Amsterdam, de Coördinerend gemeentesecretaris en andere functionarissen wier aanwezigheid in verband met de te behandelen onderwerpen van belang is worden uitgenodigd.
Op grond van lid 5 zijn de vergaderingen van het bestuur van de Veiligheidsregio openbaar (zie tevens artikel 22, derde lid, Wgr). Het derde en vierde lid van artikel 22 Wgr regelen de procedure die moet worden gevolgd om een vergadering in beslotenheid te laten plaatsvinden. Het zesde lid van dit artikel bevat een lijst met onderwerpen waarover in ieder geval niet in beslotenheid besloten mag worden. Deze lijst is gebaseerd op artikel 24 Gemeentewet.
Artikel 11. Besluitvorming
Krachtens lid 1 heeft elk lid van het bestuur van de Veiligheidsregio in de vergadering één stem. Bij besluiten hebben alle Gemeenten daarom gelijke invloed. Besluiten worden op grond van lid 2 genomen met gewone meerderheid van stemmen, dat wil zeggen: de helft van de uitgebrachte stemmen plus één.
In lid 2 is opgenomen dat als de stemmen staken, de stem van de Voorzitter beslist. In lid 3 is opgenomen dat in die gevallen waarin de burgemeester van de Gemeente Amsterdam overwegende bezwaren heeft tegen een besluit en dus tegenstemt, deze tegenstem tot verwerping van het besluit leidt. Artikel 13 lid 4 onder b van de Wgr biedt de mogelijkheid om bepaalde leden (of een bepaald lid) meervoudig stemrecht te geven. Aldus voorziet de wet in de mogelijkheid van een stemverdeling van leden van het bestuur van de Veiligheidsregio waarbij de stem van bepaalde leden zwaarder telt. Lid 2 en lid 3 van de gemeenschappelijke regeling zijn daarvan een uitwerking.
Op vergaderingen van het bestuur van de Veiligheidsregio van een openbaar lichaam zijn de besluitvormingsregels in artikel 31 Gemeentewet (stemmingen over personen) en artikel 32 Gemeentewet (stemmingen over zaken) van – dwingende – toepassing (artikel 22, eerste lid, Wgr).
Artikel 12. Taken en bevoegdheden
Dit artikel regelt de taken en bevoegdheden van het bestuur van de Veiligheidsregio.
Artikel 13. Informatie en verantwoording
De artikelen 16, 17, 18 en 19 van de Wgr schrijven voor dat een gemeenschappelijke regeling bepalingen bevat over het verstrekken van informatie en het afleggen van verantwoording. Daarbij gaat het zowel om de informatie- en verantwoordingsplicht binnen de gemeenschappelijke regeling (de relatie tussen het dagelijks bestuur en het algemeen bestuur) als om de informatie- en verantwoordingsplicht van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling ten opzichte van de raden van de deelnemende gemeenten en Gedeputeerde Staten.
Artikel 14. Advies
Deze bepaling betreft het verstrekken van advies aan de colleges van de Gemeenten.
3.2 DE VOORZITTER EN SECRETARIS
Artikel 15. Taken en bevoegdheden
De Wgr en de Wet veiligheidsregio’s bevat bepalingen omtrent het voorzitterschap.
Artikel 16. De Secretaris
De ambtelijk secretaris heeft als taak het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de Voorzitter bij hun taakuitoefening te ondersteunen. De secretaris heeft daarbij een adviserende rol.
HOOFDSTUK 4. DE AMBTELIJKE ORGANISATIE
Artikel 17. De organisaties
Dit artikel en artikel 18 regelt de inrichting van de ambtelijke organisatie van de Veiligheidsregio. Er is een organisatie belast met de Brandweerzorg (zoals gedefinieerd) en een organisatie belast met de Geneeskundige hulpverlening (zoals gedefinieerd).
Artikel 36 van de Wet veiligheidsregio’s stelt dat het bestuur van de Veiligheidsregio een coördinerend functionaris aanwijst belast met de coördinatie van de maatregelen en voorzieningen die de gemeenten treffen met het oog op een ramp of crisis. Hiertoe wordt in artikel 17 lid 6 de Coördinerend gemeentesecretaris aangewezen.
In overeenstemming met artikel 24 Wgr wordt er een vaste commissie van advies aan het bestuur van de Veiligheidsregio ingesteld: de Veiligheidsdirectie . De Hoofdofficier van Justitie vertegenwoordigt het justitiële gezag met betrekking tot de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Met de eindverantwoordelijken van de uitvoerende diensten de Commandant van de Brandweer Amsterdam-Amstelland/directeur Veiligheidsregio, de vertegenwoordigers van de GHOR en de Politie Regionale Eenheid Amsterdam en de Coördinerend gemeentesecretaris als representant van de gemeentelijke kolom bespreken zij zaken die de multidisciplinaire voorbereiding op crises en bijhorende bestuurlijke besluitvorming aangaan. De Veiligheidsdirectie is daarmee het overlegorgaan waarin de vijf partners bij crisisbeheersing in de Veiligheidsregio het multidisciplinaire beleid kunnen afstemmen. De Veiligheidsdirectie vormt een overleg- en afstemmingsorgaan dat het bestuur van de Veiligheidsregio adviseert. Deelname aan deze adviescommissie doet niets af aan de eigenstandige verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de leden. De ambtelijk secretaris die de Veiligheidsdirectie voorzit verzorgt de verbinding met het bestuur van de Veiligheidsregio.
Artikel 18. De inrichting van de ambtelijke organisatie en rechtspositieregeling
Dit artikel spreekt voor zich.
HOOFDSTUK 5. FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 19. Administratie en controle
Met inachtneming van de vigerende regelgeving stelt het bestuur van de Veiligheidsregio regels vast met betrekking tot de organisatie van de financiële administratie en van het beheer van de geldmiddelen met inachtneming van de toepasselijke wettelijke bepalingen. Er zijn onder andere regels vastgesteld in de financiële verordening, in de nota reserves en voorzieningen en in het treasury statuut.
Artikel 20. Programmabegroting
In de programmabegroting staat wat het bestuur van de Veiligheidsregio wil bereiken, wat het bestuur van de Veiligheidsregio daarvoor gaat doen en hoe de beschikbare middelen worden besteed. De programmabegroting geeft de kaders aan waarbinnen de ambtelijke organisatie van de veiligheidsregio werkt.
Artikel 21. Begrotingsprocedure
In dit artikel is de begrotingsprocedure vastgelegd. Op grond van artikel 35 van de Wgr wordt het ontwerp voordat dit aan het bestuur van de Veiligheidsregio wordt aangeboden aan de raden der deelnemende gemeenten toegezonden. De raden kunnen hun zienswijze met betrekking tot de begroting kenbaar maken binnen acht weken na toezending. Op grond van het vierde lid van artikel 35 van de Wgr heeft de raad de mogelijkheid om een zienswijze over de vastgestelde begroting aan Gedeputeerde Staten te zenden.
Artikel 22. Bijdragen aan de Veiligheidsregio
De regionale bijdrage van de deelnemende gemeenten bestaat uit de kosten basisbrandweerzorg, crisisbeheersingstaken, alarmeringstaken en bestuurlijke ondersteuning. Daarnaast kunnen de deelnemende gemeenten via een lokale (maatwerk)bijdrage maatwerktaken inkopen ten aanzien van de brandweerzorg. De toerekening van de kosten voor deze onderdelen vindt plaats op basis van een vastgestelde financiële verdeelsleutel voor de regionale basisbrandweerzorg en het inwoneraantal voor de overige regionale taken. Voor het maatwerk is de lokale bijdrage gelijk aan de geraamde kosten per gemeente.
Artikel 23. Indexering
Voor de indexering wordt de indexering van de gemeente Amsterdam aangehouden.
Artikel 24. Jaarrekeningprocedure
Ingevolge artikel 34, derde lid Wgr dient de jaarrekening door het bestuur van de Veiligheidsregio te worden vastgesteld in het jaar volgende op het jaar waarop deze betrekking heeft. Ingevolge het derde lid wordt de jaarrekening binnen twee weken na vaststelling en in elk geval vóór 15 juli van het jaar volgende op het jaar waarop het betrekking heeft aan Gedeputeerde Staten toegezonden.
Het dagelijks bestuur kan aan het algemeen bestuur een voorstel doen om een positief of negatief resultaat te bestemmen. Hierbij kan gedacht worden aan het verrekenen van het resultaat met de deelnemende gemeenten, het doteren of onttrekken van het resultaat aan de reserves, het inzetten van een positief resultaat voor (incidentele) prioriteiten of een combinatie daarvan.
Artikel 25. Kostendekkendheid
De genoemde geldmiddelen betreffen de normale middelen die de regio ieder jaar ter beschikking heeft. In artikel 50 van de Wvr is tevens een bijstandsregeling opgenomen voor gemeenten en veiligheidsregio’s die daadwerkelijk te maken krijgen met de bestrijding van een ramp. De minister kan daarvoor een extra bijdrage leveren.
HOOFDSTUK 6. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN
Artikel 26. Archivering
Op grond van artikel 40, derde lid, van de Archiefwet 1995 gelden voor een gemeenschappelijke regeling de bepalingen omtrent de zorg voor de archiefbescheiden.
HOOFDSTUK 7. BIJZONDERE BEPALINGEN
Artikel 27. Toe- en uittreding
Zoals artikel 9 Wgr vereist kent de gemeenschappelijke regeling bepalingen over de toe- en uittreding tot en uit de gemeenschappelijke regeling. Op basis van artikel 10 van de Wvr moeten de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in artikel 9 van die wet een gemeenschappelijke regeling
treffen. Dit betekent dat een gemeente alleen kan toetreden tot of uittreden uit een gemeenschappelijke regeling als de verdeling van de gemeenten in regio’s wordt gewijzigd. In dat geval zijn de gemeenten waarop de wijziging betrekking heeft zelfs verplicht om over te gaan naar een andere regeling.
Lid 2 en lid 3 bepalen dat het bestuur van de Veiligheidsregio de gevolgen van de toetreding regelt en dat zij voorwaarden kan verbinden aan de toetreding. Uittreding is slechts mogelijk na voldoening aan door het bestuur van de Veiligheidsregio nader te stellen voorwaarden.
Artikel 28. Wijziging
De gemeenschappelijke regeling kan slechts worden gewijzigd bij unaniem besluit van de desbetreffende bestuursorganen van de Gemeenten.
Artikel 29. Opheffing
Op basis van artikel 10 van de Wvr moeten de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten die behoren tot een regio als bedoeld in artikel 9 van de Wvr een gemeenschappelijke regeling treffen. Dit betekent dat een regeling alleen kan worden opgeheven als daarmee een nieuwe regeling in werking treedt die voldoet aan de eis in de Wvr.
HOOFDSTUK 8. GESCHILLEN, KLACHTEN EN BEZWAREN
Artikel 30. Geschillen
De bedoeling van dit artikel is om geschillen eerst op intergemeentelijk niveau te doen beslechten. Mochten partijen er op dit niveau niet uitkomen, dan staat de weg naar Gedeputeerde Staten op grond van artikel 28 Wgr weer volledig open.
Artikel 31. Klachten
Dit artikel spreekt voor zich.
Artikel 32. Behandeling bezwaarschriften
Voor wat betreft het horen in een bezwaarschriftprocedure wordt gebruik gemaakt van voorzieningen van de gemeente Amsterdam. Dit artikel laat de bevoegdheid tot het nemen van het besluit op bezwaar onverlet.
HOOFDSTUK 9. Slotbepalingen
Artikel 33. Bekendmaking
Artikel 26 Wgr bepaalt dat de Gemeenten de gemeenschappelijke regeling op de gebruikelijke wijze bekend dienen te maken. Het bestuur van de Veiligheidsregio stuurt de regeling namens de deelnemende gemeenten toe aan Gedeputeerde Staten.
Artikel 34. Inwerkingtreding en duur
De regeling wordt aangegaan voor onbepaalde tijd.
Artikel 35. Overgangsbepaling
Het eerste lid van dit artikel spreekt voor zich. In het tweede en derde lid van dit artikel is de toe- en uittreding van Weesp tot de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland geregeld conform de Wet herindeling Amsterdam en Weesp.
Artikel 36. Titel
De titel waaronder de regeling zal worden aangehaald.