Raamregeling Telewerken

De Raamregeling Telewerken is eerder vastgesteld door het bestuur van de Veiligheidsregio Limburg-Noord en de inwerkingtreding ervan zou geschieden op 1 januari 2002, maar om technische redenen is dit besluit nog niet eerder bekendgemaakt in het publicatieblad. Met terugwerkende kracht wordt het besluit hierbij alsnog bekendgemaakt.

 

 

Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Limburg-Noord heeft vastgesteld,

 

De navolgende regeling:

 

Raamregeling Telewerken

 

 

Artikel 1  

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    secretaris/directeur:

het hoofd van het stafbureau beheer resp. de sector;

  • b.

    de ambtenaar:

degene die vanwege de Veiligheidsregio is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn, alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan;

  • c.

    telewerken:

het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van de dienst in de woning van de ambtenaar waarbij gebruik wordt gemaakt van informatie- en telecommunicatietechnologie;

  • d.

    woning:

de gelegenheid waar de ambtenaar blijkens verklaringen uit de gemeentelijke basisadministratie woont.

 

Artikel 2  

In deze regeling wordt verstaan onder betrokkene:

de ambtenaar die uit hoofde van zijn functie verplicht is om te telewerken;

de ambtenaar die op vrijwillige basis één of meer werkdagen per week telewerkt.

 

Artikel 3  

Nvt

 

Artikel 4  

Lid 1

De ambtenaar die op vrijwillige basis een of meer dagen per week wil telewerken kan daartoe bij het bevoegd gezag een aanvraag indienen.

Lid 2

Een aanvraag kan worden toegewezen indien het belang van de dienst daarbij is gebaat.

 

Artikel 5  

Lid 1

Met betrokkene worden de afspraken over telewerken schriftelijk vastgelegd.

Lid 2

De afspraken, bedoeld in het eerste lid, hebben in ieder geval betrekking op:

de eisen die voortvloeien uit het bepaalde bij of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet;

de bereikbaarheid van betrokkene;

de wijze van terugkoppeling met de organisatie;

de te verrichten werkzaamheden;

de aan betrokkene te verlenen telewerkvoorzieningen;

de wijze waarop de telewerkvoorzieningen worden verleend;

de periode waarin betrokkene telewerkt;

het aantal dagen per week en de dagen waarop betrokkene telewerkt;

de wijze van en de gronden voor beëindiging van het telewerken;

de gevolgen die beëindiging van het telewerken heeft voor de verleende telewerkvoor-zieningen;

informatiebeveiliging;

privacyaspecten.

 

Artikel 6  

De telewerkvoorzieningen, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel e, kunnen zijn:

een computer en bijbehorende noodzakelijke apparatuur;

de inrichting van de werkruimte;

een fax;

een mobiele telefoon;

de aanleg van een extra telefoonlijn;

een volledige vergoeding van alle voor de dienst gemaakte telefoonkosten;

een volledige vergoeding van alle voor de dienst gemaakte internetkosten;

een vergoeding van de kosten voor gebruik privé-ruimte.

 

Artikel 7  

Lid 1

De telewerkvoorzieningen, bedoeld in artikel 6, onderdelen a tot en met h, worden aan de betrokkene, als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, ter beschikking gesteld, verstrekt of vergoed voor zover deze voorzieningen voor betrokkene noodzakelijk zijn om te kunnen telewerken.

Lid 2

Indien voor het telewerken gebruik wordt gemaakt van een eigen computer kan aan betrokkene een onbelaste vergoeding van € 22,69 per maand worden verleend. Het bevoegd gezag kan deze vergoeding verlagen indien betrokkene van het bevoegd gezag een bijdrage in de aanschafkosten van de computer heeft ontvangen.

Lid 3

De vergoeding, als bedoeld in artikel 6, onderdeel h, bedraagt voor betrokkene, als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, € 60,-- bruto per maand.

Lid 4

Het in het derde lid genoemde bedrag wordt aangepast overeenkomstig een algemene wijziging van het salaris van het burgerlijk rijkspersoneel met ingang van de dag waarop de salariswijziging van kracht wordt.

Lid 5

Het bestuur kan ten aanzien van de vergoeding, bedoeld in het derde lid, afwijkende regels vaststellen.

 

Artikel 8  

Lid 1

De telewerkvoorzieningen, bedoeld in artikel 6, onderdelen a tot en met g, kunnen door het bevoegd gezag aan de betrokkene, als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, ter beschikking worden gesteld, worden verstrekt of worden vergoed voor zover deze voorzieningen voor betrokkene noodzakelijk zijn om te kunnen telewerken.

Lid 2

Indien voor het telewerken gebruik wordt gemaakt van een eigen computer en bijbehorende noodzakelijke apparatuur kan aan betrokkene een onbelaste vergoeding worden verleend van € 22,69 per maand. Het bevoegd gezag kan deze vergoeding verlagen indien betrokkene van het bevoegd gezag een bijdrage in de aanschafkosten van de computer heeft ontvangen.

Artikel 9  

Het Bestuur kan voor de uitvoering van deze regeling nadere regels vaststellen.

 

Artikel 10  

Deze regeling wordt aangehaald als Raamregeling Telewerken en treedt in werking met ingang van 1 januari 2002.

Naar boven