Blad gemeenschappelijke regeling van Cocensus
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Cocensus | Blad gemeenschappelijke regeling 2021, 771 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Cocensus | Blad gemeenschappelijke regeling 2021, 771 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen 2015
De directeur van de gemeenschappelijke regeling ‘Cocensus’;
gericht op de uitvoering van de werkzaamheden welke op grond van de ‘Gemeenschappelijke Regeling Cocensus’ door Cocensus worden verzorgd;
gelet op de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 31 van de Invorderingswet 1990 in verbinding met de artikelen 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, en 237 van de Gemeentewet, op artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsmede op het betreffende artikel van de aan de GR Cocensus deelnemende gemeenten geldende belastingverordeningen, waarin aan het college de bevoegdheid is toegekend nadere regels te geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen;
Regeling met betrekking tot de heffing en de invordering van gemeentelijke belastingen 2015.
Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 6, 7, 8, 13 en 14 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 31 van de Invorderingswet 1990, artikel 160, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen in de belastingverordeningen van de aan de Gemeenschappelijke Regeling Cocensus deelnemende gemeenten, op grond waarvan nadere regels gegeven kunnen worden met betrekking tot de heffing en de invordering van de onderscheiden gemeentelijke belastingen.
De op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen bedoeld in artikel 233 van de Gemeentewet, worden voor de toepassing van deze regeling aangemerkt als bij wege van aanslag geheven belastingen, met dien verstande dat wordt verstaan onder de aanslag of de voorlopige aanslag: het gevorderde, onderscheidenlijk het voorlopig gevorderde bedrag. Artikel 2 blijft bij de op andere wijze geheven gemeentelijke belastingen buiten toepassing.
De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen één maand na afloop van die zes maanden bij de Inspecteur een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
Indien de belastingplicht voor de hondenbelasting in de loop van het belastingjaar ontstaat dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden wijziging ondergaat, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is ontstaan of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de Inspecteur schriftelijk verzoeken om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte. Als formulier van het aangiftebiljet hondenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage 5 opgenomen model.
Indien de belastingplicht voor de hondenbelasting in de loop van het belastingjaar eindigt dan wel het aantal honden dat door de belastingplichtige wordt gehouden in de loop van het belastingjaar vermindert, moet de belastingplichtige binnen veertien dagen na het tijdstip waarop de belastingplicht is geëindigd of de wijziging van het aantal honden heeft plaatsgevonden, bij de Inspecteur hiervan schriftelijk melding doen. Als afmeldingsformulier hondenbelasting wordt vastgesteld het formulier dat in overeenstemming is met het in bijlage 6 opgenomen model.
Na de aanvang van het belastingjaar of het kalenderjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 4 Termijnen van betaling
Ingeval na het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting de verschuldigde belasting niet terstond is betaald, moet het verschuldigde bedrag worden betaald binnen één maand na die van de dagtekening van het duplicaat naheffingsaanslagbiljet is vermeld.
Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2021-771.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.