Bijlage 1
In deze bijlage staan de scenario’s die in hoofdstuk 3 zijn aangemerkt als relevant voor de regio Zaanstreek-Waterland. De scenario’s zijn gericht op het thema en zeer algemeen van aard. De scenario’s hebben als doel inzicht te geven in de impact (gevolgen) en de kans dat het risico zich manifesteert.
Dijkdoorbraak primaire waterkering.
Inleiding
De klimatologische verandering waardoor de zeespiegel stijgt en er vaker sprake is van hevige regenval, zorgt ervoor dat de kans op ernstige wateroverlast en overstroming is toegenomen. Ook komen er steeds meer extreme weersituaties voor.
Context
Voor waterveiligheid wordt in Nederland het concept ‘meerlaagsveiligheid’ gehanteerd. Dit houdt in dat de veiligheid bewerkstelligd wordt in drie verschillende lagen. Laag 1 is ‘de dijk op orde’. Laag 2 vraagt aandacht voor ‘de ruimtelijke inrichting achter de dijk’. Laag 3 is de crisisbeheersing voor als het toch mis gaat. Analyses wijzen uit dat het ontstaan van grote waterdiepten en de uitval van vitale infrastructuur kunnen leiden tot veel slachtoffers en maatschappelijke ontwrichting.
Mogelijke oorzaken/ triggers
Incidentverloop
Tijdens een hevige storm breekt een primaire waterkering door, waardoor er binnen een paar uur anderhalve meter water komt te staan in gebied waar 40.000 mensen wonen. Evacueren is door de weersomstandigheden geen optie. Een deel van de inwoners kan op tijd een droge verdieping bereiken. Sommigen worden echter tijdens de vlucht overvallen door het water en kunnen het gebied niet tijdig verlaten. Een groot aantal lukt het wel om tijdig weg te komen. 48 uur na de dijkdoorbraak is het gelukt om de dijk te dichten en is de storm gaan liggen. Het reddingswerk duurt enige dagen, het herstelwerk enige maanden.
Gevolgen
Er vallen tien dodelijke slachtoffers en meer dan honderd gewonden. Door de uitval van de vitale infrastructuur ontstaat een gebrek aan primaire levensbehoeften zoals voedsel, drinkwater en warmte. De wegen zijn onbegaanbaar geworden. De stroom is uitgevallen, waardoor alle communicatiemogelijkheden in het gebied ook zijn uitgevallen. De hulpdiensten kunnen het gebied niet in en ondersteuning van Defensie is ingeschakeld. De effecten van de overstroming zijn in heel Noord-Holland merkbaar.
Extreme weersomstandigheden
Inleiding
Extreme meteorologische omstandigheden kunnen leiden tot uitval van vitale infrastructuur en leiden tot maatschappelijke ontwrichting. Als gevolg van de klimaatverandering is de verwachting dat in de toekomst de frequentie en vorm van extreme weersituaties toenemen. De beperkte voorspelbaarheid van het weer is een grote onzekerheid en beïnvloedt de mate waarop geanticipeerd kan worden.
Context
Extreme meteorologische omstandigheden hebben vele verschijningsvormen. Het gaat in de context van het RRP vooral over extreme situaties van:
- •
neerslag (regen, sneeuw, hagel en ijzel),
- •
- •
langdurige en/of extreme hitte
- •
Mogelijke oorzaken/ triggers
Incidentverloop
Er is in de regio sprake van extreme weersomstandigheden. Daardoor vallen functies van de vitale infrastructuur uit. De verminderd zelfredzamen in de regio komen in (grote) problemen. Ook de mobiliteit wordt ernstig aangetast waardoor bedrijven en organisaties niet meer goed functioneren. De hulpverleningsdiensten hebben problemen met de operationele hulpverlening. Er is een grote vraag naar hulpverlening en de operationele inzetbaarheid (o.a. aanrijtijden) komt in het gedrang. Niet alleen op de rijwegen, maar ook op de spoor- en waterwegen ontstaan problemen.
Gevolgen
Kwetsbare groepen van de bevolking worden het meest getroffen door dit scenario. Het uitvallen van vitale functies leidt tot maatschappelijke ontwrichting. De noodhulp is niet op het gewenste niveau. Er vallen slachtoffers door dit scenario.
Aardbeving
Inleiding
In de regio vindt een aardbeving plaats. Hierdoor ontstaat enige schade en maatschappelijke onrust.
Context
In de regio Zaanstreek-Waterland liggen enkele gasvelden met een laag winningstempo. Op 5 juni 2018 heeft er in Warder een aardbeving plaatsgevonden met een magnitude van 2,5 op de schaal van Richter. De beving vond plaats op een diepte van drie kilometer. Naar alle waarschijnlijkheid is de beving veroorzaakt door gaswinning. Eerder (1 december 1989) vond in de gemeente Edam-Volendam, waartoe ook Warder behoort, een beving plaats (met magnitude 2,7) in het dorp Kwadijk. Het KNMI stelt dat er potentie is om te beven, maar wanneer de aarde gaat beven is niet te voorspellen.
Mogelijke oorzaken/ triggers
Incidentverloop
Op een avond in het voorjaar vindt er een aardbeving plaats in de regio. De aardbeving heeft een kracht van 2,4 op de schaal van Richter. Een lichte trilling is voelbaar. Bewoners willen weten wat er is gebeurd en willen duidelijkheid hebben over het verhalen van de schade. Ook willen ze weten wat ze in de toekomst kunnen verwachten op het gebied van aardbevingen. Dit levert onrust op.
Gevolgen
Er vallen geen slachtoffers door de aardbeving. Er is wel wat materiële schade. Bij een aantal woningen is er sprake van enkele haarscheurtjes in de muren en het stucwerk en er vallen enkele schilderijen van de muur. Daarnaast is er (maatschappelijke) onrust door het gebrek aan informatie over de aardbeving.
Brand in een gebouw met niet of verminderd zelfredzame personen
Inleiding
In een woongebouw waar veel niet of verminderd zelfredzamen wonen, ontstaat ’s nachts brand in één van de woningen.
Context
Binnen de regio bevindt zich een groot aantal gebouwen waar niet of verminderd zelfredzame personen wonen. Dit kunnen gewone woongebouwen zijn of gebouwen bedoeld voor 24-uurs zorg. Gebouwen waar 24-uurs zorg verleend wordt, moeten voldoen aan extra voorwaarden op het gebied van brandveiligheid. Hier is altijd personeel aanwezig, waarvan een deel beschikt over een BHV- opleiding. In wooncomplexen met 24-uurs zorg is altijd een brandmeldinstallatie aanwezig die direct doormeldt naar de brandweer. Na verificatie van de brandmelding kan de brandweer snel ter plaatse zijn en zal het aantal slachtoffers bij brand mogelijk beperkt blijven. In gebouwen waar geen 24-uurs zorg verleend wordt, zijn alleen die brandpreventieve voorzieningen aanwezig die gelden voor een gewoon woongebouw. Er is hier geen personeel aanwezig en geen brandmeldinstallatie.
Mogelijke oorzaken/ triggers
- •
Kortsluiting door defecte apparatuur.
- •
Een vergeten pan op het vuur.
- •
Incidentverloop
In een woning, in een gewoon woongebouw waar veel niet of verminderd zelfredzame mensen wonen, ontstaat ’s nachts brand. De bewoner slaapt en ontdekt de brand niet. De brand ontwikkelt zich snel. Doordat dit gebouw niet voorzien is van een brandmeldinstallatie wordt de brandweer laat gealarmeerd. Hierdoor kan de brandweer de bewoner niet meer redden. Ze richten zich vervolgens op de bestrijding van de brand en op ontruiming van een deel van het gebouw. Dit is een tijdrovende gebeurtenis, omdat veel bewoners geholpen en opgevangen moeten worden in de nabije omgeving tijdens de ontruiming. Dit leidt tot extra slachtoffers door rookinhalatie en valpartijen.
Gevolgen
Eén woning brandt geheel uit, in een groot deel van het gebouw ontstaat rook- en waterschade. Twee personen overlijden, vijf personen worden met rookinhalatie opgenomen in het ziekenhuis en er zijn drie slachtoffers door valpartijen. De overige bewoners moeten voor langere tijd worden opgevangen. Er ontstaat maatschappelijke en bestuurlijke onrust.
Grote brand met langdurige effecten op de omgeving
Inleiding
In een gebouw waar grote hoeveelheden goederen zijn opgeslagen (bijvoorbeeld hout, autobanden of cacaobonen) ontstaat een grote brand.
Context
Branden in grote opslaggebouwen zijn lastig te bestrijden doordat het gaat om grote hoeveelheden en veelal gestapelde opslag. Hierdoor ontstaat vaak een grote vuurbelasting (opslag van pallets). Ook kunnen de materialen lastig te blussen zijn. Brandende autobanden bijvoorbeeld smelten tot grote klompen smeulend materiaal met daarbij grote zwarte rookwolken. Cacaobonen hebben als kernmerk een lange smeulfase en zijn zeer moeilijk te blussen door het hoge percentage vet van cacaobonen.
Afhankelijk van de soort opgeslagen goederen kunnen de effecten voor de omgeving langdurig zijn. In onze regio hebben wij dat ervaren bij branden in de opslag van cacao. Elders in het land zijn zeer veel voorbeelden te vinden van grote branden met langdurige overlast voor de omgeving.
Mogelijke oorzaken/ triggers
Incidentverloop
Er breekt brand uit in een grote opslagloods (10.000 m2 vloeroppervlak) voor stukgoederen. De brand ontwikkelt zich tot een zeer grote brand. Alle werknemers kunnen zich tijdig in veiligheid brengen. De brand vraagt een grote inzet en veel capaciteit van de brandweer. De brand kan niet meer van binnenuit worden geblust en de brandweer gaat over op een defensieve tactiek, waarbij brandoverslag naar de omgeving wordt voorkomen. Er is sprake van instortingen. De combinatie met de grote hoeveelheden opgeslagen materialen en afmetingen van de opslag bemoeilijkt het blussen van de brand. De ingestorte constructie wordt gesloopt waarna vrijkomend brandend materiaal kan worden geblust en afgevoerd. Dit proces duurt vier dagen, waarbij er voor de omgeving langdurig overlast is van rook en stank en er continu werkzaamheden plaatsvinden.
Gevolgen
Bij de brand in de opslag zijn geen slachtoffers gevallen. De overlast voor de omgeving is echter heel groot. Bewoners zijn geëvacueerd en op het naastgelegen bedrijventerrein kan niet worden gewerkt. Dit zorgt voor (grote) economische schade. Door grote hoeveelheden bluswater is milieuschade ontstaan.
Brand in opslag gevaarlijke stoffen <10 ton
Inleiding
In een opslag met gevaarlijke stoffen ontstaat brand. In de opslag ligt een grote hoeveelheid gevaarlijke stoffen opgeslagen, maar minder dan 10 ton. Deze situatie kan zich ook voordoen bij een illegaal bedrijf dat mogelijk criminele activiteiten uitvoert.
Context
In de regelgeving voor de opslag van gevaarlijke stoffen is 10 ton een grenswaarde. Hierboven zijn vele preventieve voorzieningen vereist, eronder niet. Veel bedrijven zoeken uit kostenoverweging de grens op. Naast de beperkte preventieve voorzieningen, is de brandweer vaak niet bekend met de aanwezigheid van de gevaarlijke stoffen.
Mogelijke oorzaken/ triggers
Incidentverloop
Rond middernacht ontstaat brand in een opslag met gevaarlijke stoffen. Na enige tijd wordt de brand opgemerkt door voorbijgangers. De rook- en warmteontwikkeling is bij aankomst van de brandweer al zodanig dat een binnen inzet niet mogelijk is. Doordat er weinig wind is blijven dikke rookwolken lang hangen in de woonwijk. In de nabijheid van de brand bevindt zich een zorginstelling. De sirenes en NL Alert worden ingezet. Bij de zorginstelling ontstaat paniek en start een spontane evacuatie door familieleden en omwonenden. Het duurt lang voordat er voldoende professionele hulp is. Tijdens de bluswerkzaamheden komen grote hoeveelheden vervuild bluswater in het oppervlaktewater terecht. Meerderde dagen blijft er onduidelijkheid over de vrijgekomen schadelijke stoffen. Hierdoor is het lang onrustig in de wijk.
Gevolgen
Vijftien personen worden behandeld voor inademing van schadelijke stoffen. Twee ouderen moeten in het ziekenhuis blijven. De grond, het oppervlaktewater en de waterbodems in de omgeving moeten worden gesaneerd. Kinderen wordt ontraden buiten te spelen en groenten uit eigen tuin mogen niet meer worden gegeten. Tijdens informatiebijeenkomsten is sprake van een grote ongerustheid en worden ook vragen gesteld over de vergunningverlening en handhaving bij het bedrijf.
Uitval vitale voorzieningen
Inleiding
Nederland kent vele vitale voorzieningen. Denk bijvoorbeeld aan gas, water, elektriciteit en ICT. Deze kunnen door verschillende oorzaken uitvallen.
Context
De continuïteit van de vitale voorzieningen heeft in Nederland hoge prioriteit. Op Rijksniveau wordt er alles aan gedaan om de vitale infrastructuur te beschermen tegen uitval. Toch kunnen allerlei oorzaken er toe leiden dat een (of meerdere) van de vitale voorzieningen uitvalt. Hier kan ook sprake zijn van keteneffecten. Uitval van de vitale voorzieningen raakt alle sectoren van de samenleving. Burgers, bedrijven, organisaties, hulpverlening en de overheid krijgen te maken met de gevolgen van de uitval.
Mogelijke oorzaken/ triggers
- •
Keteneffect van ander incident
- •
- •
- •
- •
Incidentverloop
Op een strenge winterdag (-7 ˚C) valt de elektriciteit uit. Deze storing duurt langer dan 24 uur. Als gevolg van de elektriciteitsstoring vallen (na verloop van tijd) ook andere functies uit. Telefonie, internet, verwarming, verkeerslichten, openbaar vervoer, riolerings- of oppervlaktewaterbeheersystemen, industriële processen etc. vallen uit of hebben last van de storing. Hierdoor sluiten supermarkten, is er geen betalingsverkeer mogelijk en loopt het verkeer vast. Door het tegelijkertijd optreden van allerlei keteneffecten ontstaat maatschappelijke ontwrichting. Zorginstellingen en verminderd zelfredzame mensen komen in de problemen en crisiscommunicatie is een probleem. De hulpverleningsdiensten kunnen niet gealarmeerd worden via de reguliere weg en hebben grote problemen om hun informatievoorziening te organiseren.
Gevolgen
De gevolgen zijn talrijk en groot. De hulpverleningsdiensten kunnen niet adequaat reageren op meldingen. Minder zelfredzame en kwetsbare groepen (thuis en in instellingen) krijgen last van de kou. Het kopen van de eerste levensbehoeften is een probleem geworden. Rioolwater stort over op het oppervlaktewater, wat leidt tot verontreinigd oppervlaktewater. Er zijn twee slachtoffers te betreuren die rechtsreeks gerelateerd kunnen worden aan de omstandigheden. Eén verminderd zelfredzaam persoon komt thuis om het leven door de kou en één slachtoffer van een aanrijding overlijdt door te late komst van hulp.
Digitale ontwrichting
Inleiding
De beschikbaarheid van informatie biedt kansen, maar maakt onze samenleving tegelijkertijd ook kwetsbaar. Uitval van onze digitale systemen, door een ongeluk of door een doelbewuste aanval, kunnen een verstorende of zelfs een ontwrichtende uitwerking hebben in de maatschappij, ook in de fysieke omgeving. Daarnaast kan een digitale verstoring ook het optreden van hulpdiensten belemmeren.
Context
Bepaalde processen zijn zo essentieel voor de Nederlandse samenleving dat uitval of verstoring tot ernstige maatschappelijke ontwrichting leidt en een bedreiging vormt voor de nationale veiligheid. Veel belangrijke processen en systemen in Nederland zijn deels of volledig gedigitaliseerd en er zijn nauwelijks nog analoge terugvalopties of alternatieven. Voorzieningen zoalselektriciteit, betalingsverkeer, overheidsdiensten en zorg kunnen daardoor in gevaar komen.
De continuïteit van de vitale voorzieningen heeft in Nederland hoge prioriteit. Op Rijksniveau wordt er alles aan gedaan om de digitale infrastructuur te beschermen tegen uitval. Toch kan uitval van digitale systemen ontstaan. Dit kan vervolgens leiden tot keteneffecten.
Mogelijke oorzaken/ triggers
- •
Keteneffect van uitval elektriciteit
- •
- •
- •
- •
Incidentverloop
Op een zaterdagochtend in december valt het PIN-netwerk uit. PIN is het elektronisch netwerk voor Nederlands betalingsverkeer bij geldautomaten en bij betalingsautomaten in winkels. Het systeem is gehackt. De beheerder van het PIN-systeem kan de oorzaak niet snel vinden. Het is onbekend hoelang de stroring gaat duren, maar dat kan dagen zijn, geeft de beheerder aan. Hierdoor kunnen geen pinbetalingen worden gedaan in winkels. De geldautomaten werken nog wel. Er ontstaat direct een run op contant geld. Dit zorgt voor lange rijen bij de geldautomaten, met vechtpartijen tot gevolg. De irritatie bij burgers wordt nog groter als na een lange wachttijd de geldautomaat leeg blijkt te zijn. Het lukt niet om deze snel genoeg te vullen om aan de grote vraag naar contant geld te kunnen voldoen. Het doen van boodschappen is onmogelijk zonder contant geld. Bovendien is het eind van de storing nog niet in zicht. Hierdoor ontstaat veel onrust. Winkels worden geplunderd om toch aan eten te komen.
Gevolgen
De gevolgen van een langdurige PIN-storing zijn groot. Mensen die niet over contant geld beschikken, kunnen geen eerste levensbehoeften kopen. Ook kan er bijvoorbeeld niet worden getankt. Mensen kunnen hierdoor niet meer naar hun werk. Er ontstaat veel maatschappelijke onrust. Burgers snappen niet dat zo’n langdurige storing mogelijk is. De banken en de Overheid krijgen de schuld van het falen van het systeem.
Aanvaring op het water
Inleiding
In dit scenario raakt een vrachtschip in aanvaring met een schip dat veel passagiers aan boord heeft (dit kan een partyschip, een cruiseschip of een veerpont betreffen).
Context
In en om de regio bevindt zich veel water. Op de wateren vindt toenemend scheepvaartverkeer plaats, zowel beroepsmatig als recreatief. Het scenario ‘aanvaring op het water’ kan vele vormen aannemen. Risico’s zijn: gevaar voor mensen (mensen over boord), explosiegevaar, het vrijkomen van gevaarlijke stoffen en milieuvervuiling. Voor de reguliere hulpdiensten gelden moeilijke omstandigheden, zoals: gevaar voor hulpverleners, de bereikbaarheid van het incident, onbekendheid met nautische aspecten en een beperkt aantal aanlandingsplaatsen voor hulpverleningsboten.
Mogelijke oorzaken/ triggers
Incidentverloop
Op het Markermeer vindt een aanvaring plaats tussen een cruiseschip en een vrachtschip. Op het cruiseschip zijn 100 personen aanwezig, exclusief bemanningsleden. Het vrachtschip bevat containers met een onbekende inhoud. Het cruiseschip blijft in de vaargeul liggen terwijl de gewonden afgevoerd worden. Naar de drenkelingen wordt gezocht. Op het vrachtschip zijn geen gewonden. De containers bevatten gevaarlijke stoffen, maar deze zijn niet gaan lekken. Het vrachtschip lekt olie en kan niet verder varen.
Gevolgen
Een incident op open water is een complex scenario. Er zijn veel partijen betrokken bij de hulpverlening. Dit bemoeilijkt de onderlinge communicatie en de afhandeling van het incident. Er vallen drie dodelijke slachtoffers en tien mensen raken gewond. De opvarenden van het cruisechip moeten opgevangen worden. Als er veel slachtoffers vallen bij een incident zal er maatschappelijke onrust ontstaan. Ook zal er veel media-aandacht zijn.
Door een incident op het water kan er een stremming van de scheepsvaart optreden. Dit leidt tot economische schade. Door de lekkage van olie ontstaat milieuvervuiling.
Zorgcontinuïteit onder druk
Inleiding
De COVID-19 pandemie en de vergrijzing van de samenleving leiden tot een groeiend beroep op de zorgcapaciteit in de regio. Door toename van ziekenhuisopnames, verzwaring van zorg, een tekort aan goed geschoold personeel of overbelasting van het zorgpersoneel, kan de zorgcontinuïteit in de regio in gevaar komen. Daar bovenop kunnen incidenten of flitsrampen de zorg tijdelijk verzwaren waardoor de zorgcontinuïteit tijdelijk in gevaar komt.
Context
De missie van ketenregie is het smeden van de keten in de voorbereiding, zodat de continuïteit van zorg geboden kan worden tijdens een ramp of crisis. Om deze missie te bereiken worden de acute ketenpartners en de care instellingen in de witte kolom gestimuleerd zich voor te bereiden op hun taak bij de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Samenwerking tussen de ketenpartners in de witte kolom wordt gestimuleerd, zodat deze tijdens een crisis als een gesmede keten samenwerken en de slachtoffers van een grootschalig incident de noodzakelijke hulp wordt geboden. Samenwerkingsafspraken worden vastgelegd in convenanten met de acute ketenpartners.
Daarnaast is het uitgangspunt dat alle zorginstellingen (zowel acute zorgpartners, waaronder de publieke gezondheid, als care-instellingen) zelf verantwoordelijk zijn voor het (blijven) verlenen van zorg, ook onder bijzondere omstandigheden zoals een (interne) ramp of crisis. Hiervoor dienen zorginstellingen zichzelf voor te bereiden op gebeurtenissen die ertoe kunnen leiden dat er een disbalans ontstaat in het leveren van zorg door de instelling zelf.
Mogelijke oorzaken/ triggers
- 1.
- 2.
Sluiting van (delen van) een zorglocatie (denk aan overstroming VUMC)
- 3.
Groot aanbod cliënten (ziektegolf)
- 4.
Periode van langdurige hitte
- 5.
- 6.
- 7.
Uitval nutsvoorzieningen, apparatuur en ICT (digitale ontwrichting)
- 8.
- 9.
Uitbraak besmettelijk ziekte (denk aan COVID-19)
Incidentverloop
Er is een tekort aan personeel bij de zorginstellingen. Ook is er als gevolg van een ramp of een uitbraak van een besmettelijke ziekte een toegenomen acute zorgvraag. Dat betekent dat meer werk door minder mensen wordt uitgevoerd. Personeel van ziekenhuizen en instellingen is uitgeput en wordt blootgesteld aan leed. Reguliere zorg komt in het gedrang en niet spoedeisende medische hulp wordt uitgesteld. Bij rampen en crisis is er een toename van ziekenhuisopnamen en oversterfte. Daarnaast speelt de vergrijzing van de samenleving een rol, waardoor er een steeds groter beroep door deze doelgroep op de intramurale zorgcapaciteit in de regio wordt gedaan.
Gevolgen
Veel burgers worden geraak door het niet kunnen leveren van verantwoorde zorg door de zorginstellingen: bijvoorbeeld door uitstellen van operaties, spoedeisende hulp die dit niet aankan, overplaatsingen naar andere ziekenhuizen of zorginstelling. De verstopping van de keten raakt niet alleen de intramurale zorg, maar betekent ook een overbelasting van de mantelzorg, de huisartsen, de thuiszorg en het ambulancevervoer. Maatschappelijke onrust is te verwachten evenals verstoring van de openbare orde en veiligheid.
Uitbraak besmettelijke ziekte
Inleiding
Een besmettelijke ziekte kan een aanhoudende griepepidemie zijn, SARS, mazelen of een pandemie zoals COVID-19, maar ook een zoönose zoals Q-koorts of vogelgriep. De diversiteit van besmettelijke ziekten is groot. Bij aanhoudende besmettingen komt niet alleen de zorgcontinuïteit onder druk te staan (zie ook dat scenario). Door de maatregelen die getroffen worden om weer tot een normale situatie te komen, worden ook mensen geraakt die niet direct getroffen zijn door de ziekte.
Context
Wanneer besmettelijke ziektes ontstaan die veel mensen treffen, spreken we van een ziektegolf of epidemie. Vaak gaat het om ziektes die worden veroorzaakt door virussen of bacteriën. Een griepepidemie is hier een bekend voorbeeld van. Een uitbraak van een besmettelijke ziekte kan leiden tot een grote zorgvraag. Bij zeer grote aantallen zieke en/of besmette mensen gaat de vraag om zorg de capaciteit van de regio te boven. Hierbij moeten continuïteitsplannen en interregionale/landelijke samenwerking ervoor zorgen dat het aanbod van (medische) zorg altijd gewaarborgd is.
Wanneer de ziektegolf of epidemie zich op groter schaal verspreidt kan de overheid maatregelen nemen om de (verdere) verspreiding van ziekten zoveel mogelijk te voorkomen. Van een pandemie spreek je wanneer er sprake is van een wereldwijde verspreiding van een besmettelijke ziekte. De huidige COVID-19 pandemie is daar een treffend voorbeeld van. De verwachting is dat dergelijke ziektegolven van besmettelijke ziekten zich in de toekomst vaker voor zullen doen en dat ook de mutaties van bestaande virussen langdurige gevolgen kunnen hebben.
Mogelijke oorzaken/ triggers (ziekteverwekkers)
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
Zoönose (geen ziekteverwekker op zich, maar een wijze van overdacht)
Overdracht van een infectie verloopt via:
- a)
Direct contact van mens naar mens
- b)
Indirect contact (denk aan aanraken van voorwerp, zieke patiënt of door de lucht)
- c)
Consumeren van besmet voedsel
- d)
- e)
Direct of indirect contact van dier op mens (o.a. ook insectenbeten)
Incidentverloop
Als gevolg van een aanhoudende griepepidemie of uitbraak van een besmettelijke ziekte in de regio staat de zorgcontinuïteit onder grote druk. Er is kans op een tekort aan inzetbaar personeel bij de zorginstellingen. Bij een uitbraak van een onbekende besmettelijke ziekte is het handelingsperspectief veelal onduidelijk terwijl er wel keuzes gemaakt moeten worden. Het zogenaamde ‘varen in de mist principe’. Dit kan resulteren in ongerustheid en onzekerheid bij behandelend personeel, patiënten, familie, betrokkenen en bij burgers. Voor behandelend zorgpersoneel ontstaat extra risico op besmetting. Dit kan voor uitval en een tekort aan inzetbaar zorgpersoneel zorgen. Maatregelen kunnen plaatsvinden op landelijk, regionaal of lokaal niveau en op diverse vlakken. Maatregelen zijn vaak ingrijpend denk aan de lockdown bij COVID-19, het sluiten van scholen, winkels en horeca, het ontruimen van (pluim)veebedrijven of het compleet in isolatie liggen bij ziektes als Ebola. Verregaande opgelegde landelijke of regionale maatregelen hebben invloed op het gevoel van autonomie. Dit geldt voor alle partijen en bevolkingsgroepen zoals zieke mensen, mensen in instellingen, hulpverleners, ouders, ondernemers en bestuurders.
Gevolgen
De gevolgen kunnen enorm zijn. Alle sectoren van de samenleving worden bij een zeer grote aanhoudende besmettelijke ziektegolf (bijv. COVID-19) op één of andere manier getroffen. Als gevolg daarvan staat de zorgcontinuïteit onder grote druk. Zorgpersoneel kan uitgeput raken. Er kan weerstand optreden bij delen van de bevolking. Kennis- en onderwijsachterstanden kunnen ontstaan evenals financiële problemen. Herstel is nodig op individueel en maatschappelijk niveau. De duur van het herstel is afhankelijk van de ernst van de uitbraak.
Extreem geweld
Inleiding
Onder extreem geweld vallen moedwillige gebeurtenissen waarbij dodelijke slachtoffers en /of gewonden vallen. In Nederland komt het gelukkig niet vaak voor, maar het is denkbaar dat de regio een keer te maken krijgt met extreem geweld.
Context
Extreem geweld is breder dan terrorisme. Extreem geweld verwijst naar:
- •
Geweld met vuur- of steekwapens, handgranaten;
- •
Geweld met objecten (voertuigen, vaartuigen, vliegtuigen, drones);
- •
Geweld met explosieven (bomaanslag);
- •
Geweld met een gevaarlijke stof (CBRN/E);
- •
Een gijzeling of een geplande aanhouding.
(De politie en/of de NCTV geven aan of er sprake is van terrorisme.)
Mogelijke oorzaken/ triggers
- •
- •
- •
Inmenging van de Nederlandse overheid in buitenlandse ideologische brandhaarden.
- •
- •
Aanslagen in andere landen
Incidentverloop
Tijdens de ochtendspits vindt er een schietpartij plaats op een NS-station. Hier staan veel reizigers te wachten die onderweg zijn naar hun werk of naar school. De schutter is mogelijk nog aanwezig en de mogelijkheid bestaat dat er meerdere schutters zijn. De schutter heeft telefonisch een bomdreiging doorgebeld na zijn aanval op de reizigers. Hierdoor trekken de politie-eenheden zich terug. De hulpverlening komt niet op gang en het is onduidelijk om hoeveel slachtoffers het gaat. Getuigen melden tientallen slachtoffers. Er is sprake van grote paniek.
Gevolgen
Door de schietpartij zijn zeven dodelijke slachtoffers gevallen. Zeventien mensen raken gewond doordat ze geraakt zijn door kogels. Ook als gevolg van de paniek op het perron zijn 40 personen licht- tot zwaargewond geraakt. Veel reizigers zijn getraumatiseerd geraakt door het incident en moeten worden opgevangen. Het incident trekt veel media-aandacht, zowel nationaal als internationaal. Ook ontstaat maatschappelijke ontreddering en angst. Naast maatschappelijke onrust heeft het incident psychische impact op slachtoffers en de personen die aanwezig waren op het treinstation.
Effecten verstoring evenement of publieksbijeenkomst
Inleiding
In de regio vinden verschillende kleine en grote evenementen plaats. Grote evenementen zijn bijvoorbeeld de Dam tot Dam loop, de Volendammer kermis en het festival Welcome to the future in Het Twiske.
Context
In de regio worden grote en kleinere evenementen en publieksbijeenkomsten georganiseerd. Denk in dit verband niet alleen aan sportieve en culturele evenementen, maar ook aan politieke evenementen en demonstraties. Deze evenementen of bijeenkomsten kunnen om allerlei redenen verstoord worden. Moedwillig, per ongeluk of door weersomstandigheden.
Mogelijke oorzaken/ triggers
- •
Aard van de bijeenkomst of evenement
- •
- •
Dreiging of schrikreactie
- •
- •
Beïnvloeding door digitale platformen of social media
Incidentverloop
Tijdens een muziekfestival zoeken twee groepen de confrontatie met elkaar op. Door het tumult willen veel mensen weg, terwijl anderen de sensatie juist opzoeken. Het gerucht doet de ronde dat er wapens bij betrokken zijn. Als mensen in de verdrukking komen ontstaat grote paniek. In de paniek worden mensen onder de voet gelopen.
Gevolgen
Tijdens de vechtpartij raken vijf personen ernstig gewond en 20 personen moeten voor lichtere verwondingen worden behandeld. Door de paniek die ontstaat worden vele mensen onder de voet gelopen, twee overlijden aan de gevolgen hiervan. 15 mensen raken ernstig gewond en vele tientallen moeten behandeld worden aan botbreuken, snijwonden en kneuzingen. Het mobiele telefoonnet valt enige tijd uit door overbelasting. In de nasleep worden vraagtekens gezet bij de vergunningverlening en de controles van het evenement.
Opvang grote groep mensen
Inleiding
Onder het thema Sociaal maatschappelijke omgeving kan onderscheid worden gemaakt tussen een flitsramp en een crisis die een aanlooptijd kent. De bestrijding van een flitsramp, zoals het bestrijden van rellen of gewelddadigheden kent een meer klassieke aanpak dan het bestrijden van een crisis die een aanlooptijd kent, zoals de vluchtelingencrisis. In het laatste geval wordt ook niet automatisch aan de crisisorganisatie van de Veiligheidsregio gedacht. Naar aanleiding van de vluchtelingencrisis en de casus Fort Oranje stellen de experts voor om opvang van grote groepen mensen als incidenttype toe te voegen. Hierbij wordt aangetekend dat het vooral gaat over de opvang van verminderd zelfredzame mensen. Over het algemeen zullen zelfredzame mensen zelf opvang en verzorging regelen bij een ramp of crisis.
Context
Niet alleen een vluchtelingencrisis, maar ook een overstroming of een grootschalige en langdurige ontruiming van een wooncomplex, kan leiden tot noodzakelijke opvang van een grote groep mensen. De opvang kondigt zich van tevoren aan en kent een voorbereidingstijd. Er is in het verleden een aantal voorbeelden in Nederland geweest, waarbij grote groepen mensen moesten worden opgevangen bij een grootschalige en langdurige ontruiming van woongebouwen (Voorbeelden: Fort Oranje, Ontruiming van 90 huizen (190 bewoners) boven de parkeergarage onder het Bos en Lommerplein in Amsterdam, Gasexplosie Diemen 2014).
Mogelijke oorzaken/ triggers
- •
- •
- •
Instortingsgevaar groot bouwwerk
Incidentverloop
Door een combinatie van factoren dreigt de dijk van het Markermeer nabij Edam-Volendam te bezwijken. De crisisorganisatie is opgeschaald en op advies van de waterpartijen wordt besloten om de bevolking van Edam-Volendam preventief te evacueren. Dit betekent dat ongeveer 35.000 mensen ergens anders onderdak moeten vinden. Een substantieel deel van deze mensen zal elders in Nederland bij familie of kennissen onderdak vinden, maar een nader te bepalen hoeveelheid mensen zal door de overheid geholpen moeten worden. Er is 48 uur om de evacuatie voor te bereiden en uit te voeren. De dreigende dijkdoorbraak wordt voorzien op het hoogtepunt van de storm, die over 48 uur verwacht wordt.
Gevolgen
Het lukt niet om voor alle evacuees binnen 48 uur opvang te regelen. Veel mensen zijn op zichzelf aangewezen en voelen zich in de steek gelaten door de overheid. Ook ontstaat economische schade door het stilvallen van de lokale economie. Er ontstaat maatschappelijke onrust.