4.1 Brandweerzorg
Als vooruitstrevende en innovatieve partner in (brand)veiligheid werken we in verbinding met elkaar en met de omgeving aan vraag- en risicogerichte brandweerzorg. Op basis van een sterke informatiepositie streven we naar minder incidenten, minder slachtoffers en minder schade. Vanuit dragend leiderschap en een op samenwerking gericht organisatieonderdeel werken we vanuit versterkt vakmanschap met een goede balans tussen mens en werk. Dit doen we mede in samenwerking met onze netwerkpartners.
Organisatie van brandweerzorg
In het Regionaal Repressief Dekkingsplan is vastgelegd hoe de brandweerzorg in Zaanstreek-Waterland is ingevuld. Er is sprake van een mix van beroepsmatige medewerkers en vrijwilligers. Binnen dit hybride organisatiemodel beschikken we over goed opgeleide en geoefende brandweermensen. Hiermee leveren we slagvaardige, daadkrachtige en betrouwbare expertise bij incidenten. Ook leveren we in de crisisbeheersing
en rampenbestrijding een cruciale bijdrage in het multidisciplinaire domein. Onze brandweermedewerkers zijn maatschappelijk betrokken, vakbekwaam, gezaghebbend, ambitieus en innovatief.
De maatschappij verandert voortdurend en steeds sneller en daarmee ook het werkterrein van de brandweer. Denk aan technologische en digitale ontwikkelingen, maar ook demografische en sociologische aspecten. Hier hebben alle veiligheidsregio’s mee te maken. Landelijk zijn er drie leidende principes die de koers van de veiligheidsregio’s bepalen.
De maatschappelijke opgave staat centraal, waarbij we in verbinding zijn met elkaar en de omgeving en wendbaar organiseren. Brandweer Nederland houdt rekening met veranderingen met het opstellen van een landelijke ontwikkelagenda 2018-2022 waar een uitvoeringsagenda aan is gekoppeld.
In de landelijke agenda brandweerzorg staat:
“Onze opdrachten voor de toekomst: Als betrouwbare partner in (brand)veiligheid, werken we vraag- en risicogericht op basis van een sterke informatiepositie aan minder incidenten, minder slachtoffers en minder schade. Dit doen we samen, vanuit vakmanschap en een goede balans tussen mens en werk.”
Samenwerken aan ambities
Bij de invulling van de brandweerzorg werken we vanuit gedeelde ambitie samen met onze buurregio’s in het brandweerdistrict NoordWest4 (NW4). Met de veiligheidsregio’s Kennemerland en Noord-Holland Noord werken we vanuit de gezamenlijke Meldkamer Noord-Holland, opereren we bij incidenten op elkaars verzorgingsgebied (operationele grenzen), hebben we een gezamenlijke brandweerschool Noord-Holland en pakken we samen thema’s op die aansluiten op de landelijke agenda.
Brandweer Zaanstreek-Waterland heeft naast de andere hulpdiensten tevens allianties met maatschappelijk georiënteerde partijen. De belangrijkste hiervan zijn: reddingsbrigade Nederland en reddingsbrigade Zaanstad (gezamenlijke invulling nationale reddingsvloot), KNRM en reddingsstation Warder, bedrijfsbrandweren (gezamenlijke afstemming en oefening), nationale politie (ondersteuning bij incidenten met gevaarlijke stoffen) en aan de brandweer gelieerde bedrijven (bijvoorbeeld onderhoud aan brandweermaterialen).
De hoofdlijnen van onze koers zijn:
- •
We geven invulling aan de missie van
VrZW
: ‘Kracht van samen en Samen voor veilig’.
- •
We hanteren de landelijke agenda als onderdeel van onze koers.
- •
We leveren aan bijdrage aan de gezamenlijke thema’s binnen NW4.
Afdeling in ontwikkeling
Brandweerzorg is een afdeling in ontwikkeling. Belangrijke elementen waar we aan werken zijn structuur, cultuur en leiderschap. Vanuit het project Innovatie Brandweerposten is het zelfstandig aansturen van de brandweerposten door de postcoördinator omarmd. Het aansturen van dit primaire werkproces binnen brandweerzorg doen we vanuit ‘dragend leiderschap’.
In de verdere ontwikkeling van brandweerzorg is het evident dat we met wendbaarheid en flexibiliteit goed blijven inspelen op onze veranderende omgeving.
De belangrijkste thema’s die de komende tijd onze aandacht vragen zijn taakdifferentiatie brandweervrijwilligers, uitruk op maat, gebiedsgerichte opkomsttijden, verdere versterking van vakmanschap (brandweerdoctrine), Hoe we dit aanpakken, staat in onze jaarplannen.
Samen gaan we met passie voor ons werk, wendbaar, flexibel en toekomstgericht met een gerust hart de komende jaren tegemoet.
Vraag- en risicogerichte brandweerzorg versterken
Het versterken van vraag- en risicogerichte brandweerzorg zien wij als een gezamenlijke inspanning van inwoners, netwerkpartners, bestuur en brandweer. Als resultaat willen we dat de inwoners van Zaanstreek-Waterland de hulp krijgen die ze nodig hebben en verwachten en waarbij onze hulp voldoet aan de professionele standaarden en politiek-bestuurlijke uitgangspunten en randvoorwaarden.
Vanuit het landelijke project Uitruk op Maat (UoM) zien we mogelijkheden om ons primaire proces van incidentbestrijding nog verder te ontwikkelen. Denk aan flexibilisering van personele voertuigbezetting op basis van maatgevende incidenten, vraaggericht uitrukken, risicobewust inzetten en innovatief bestrijden. Dat doen we binnen de mogelijkheden van de landelijke afspraken en ervaringen hiermee.
Vrijwilligheid
De brandweer in Nederland bestaat uit een combinatie van vrijwilligers en beroepsmatige medewerkers die allen dezelfde opleiding hebben gevolgd en dezelfde taken uitvoeren. Deze huidige vorm van vrijwilligheid in Nederland blijkt in strijd te zijn met Europese wet- en regelgeving. Landelijk wordt in opdracht van het Veiligheidsberaad naar een oplossing gezocht voor de toekomstige inrichting van vrijwilligheid bij de brandweer. Een mogelijkheid is het aanbrengen van onderscheid tussen vrijwillig en beroepspersoneel, de zogenaamde Taakdifferentiatie Brandweer. Dit heeft uiteraard gevolgen voor de inzet van vrijwilligers binnen VrZW. Vrijwilligers zijn een groot en belangrijk onderdeel van onze organisatie en essentieel voor de uitvoering van onze wettelijke brandweertaken.
Daarnaast zien we dat de beschikbaarheid van vrijwilligers - met name op werkdagen - onder druk staat. Toekomstbestendige invulling van vrijwilligheid binnen ons hybride organisatiemodel, met vrijwilligers(parttimers) en beroepspersoneel, is een belangrijk element bij het nieuwe dekkingsplan.
Interview Coördinator Crisiscommunicatie
VrZW
“Crisiscommunicatie krijgt een steeds prominentere rol, want het belang van effectief communiceren is ontzettend belangrijk tijdens een crisis. Ook de nieuwe crisistypen vragen erom dat we vanuit crisiscommunicatie zo snel mogelijk betrokken worden bij crisisbeheersing. Zeker als er maatschappelijke onrust dreigt. Door social media te monitoren kunnen we eventuele onrust eerder en beter in de gaten houden. Dat vraagt om een snelle beeldvorming van de situatie en inzet van crisiscommunicatie. Onze rol is om zo snel mogelijk betrouwbare informatie aan de bevolking te verstrekken en ervoor te zorgen dat eventuele onrust vermindert of liefst verdwijnt. Dat doen we door mensen te informeren en handelingsperspectief te geven zodat ze weten wat ze moeten doen.
We kijken daarbij steeds naar de informatiebehoefte in de samenleving. Dat bepaalt onze communicatieaanpak. Het is mooi om te zien hoe we hierin met gemeenten, hulpdiensten, het Rijk en andere partners samenwerken. De coronacrisis heeft de samenwerking met onze partners op tal van vlakken enorm versterkt.”
“We hebben de ambitie om te komen tot een verdere integrale ontwikkeling op vakbekwaamheid. De brandweer beschikt over een breed pallet met op maat gesneden kennis en kunde op het gebied van vakbekwaamheid. Dat realiseren we door eenheid in het noodzakelijke aan te brengen, met regionale behoeften als uitgangspunt en oog te hebben voor individuele talenten van medewerkers”.
Vakmanschap versterken
Invulling geven aan professionaliteit en vakbekwaamheid vraagt een vitaal brandweeronderwijsstelsel. De Brandweerschool Noord-Holland, IFV en enkele particuliere bedrijven verzorgen de brandweeropleidingen. Vakbekwaam blijven (oefenen, trainen en bijscholen) doen we voornamelijk binnen de eigen organisatie. In nauwe samenwerking met de brandweerregio’s is er landelijk een visie op vakbekwaamheid ontwikkeld.
Leren van incidenten
Vakmanschap is meer dan alleen opleiden en oefenen. Het vraagt ook om reflectie op het eigen optreden. Dit doen we door middel van incidentevaluaties en in voorkomende gevallen brandonderzoek door onze eigen brandonderzoekers, veelal samen met de politie. De opgedane kennis en ervaringen delen we binnen ons brandweerdistrict en in ons landelijke netwerk. De uitkomst kan leiden tot aanpassing van oefenprogramma’s. Hiermee borgen we het cyclische leer- en ervaringsproces.
In de bredere zin van incidentonderzoek onderkennen we ook structurele oorzaken van onveiligheid. Dit kan leiden tot aanpak van vaak gesignaleerde risico’s. Enkele voorbeelden hiervan zijn: landelijke campagnes voor juist gebruik van telefoonopladers of wasdrogers, maar ook het stimuleren van rookmelders in huis.
Modernisering Oefencentrum
VrZW beschikt over een eigen oefencentrum waarnaast basis- en specialistische vaardigheden ook realistisch geoefend wordt. Ook andere organisaties kunnen gebruik maken van deze faciliteiten. Bij de modernisering van het oefencentrum wordt nadrukkelijk rekening gehouden met ontwikkelingen op het vakgebied.
Om te komen tot een toekomstbestendig en aantrekkelijk ‘state of the art’ oefencentrum sluiten we aan bij nieuwe les’- en leermethoden, zoals virtual reality. Dit biedt mogelijkheden om het opleiden en oefenen van brandweerpersoneel flexibeler en efficiënter in te vullen. De komende beleidsperiode voeren we toepassingen voor virtual reality geleidelijk in als aanvulling op de reguliere methoden voor opleiden en oefenen.
Innovatief bestrijden
Wetenschappelijk (literatuur)onderzoek van het IFV naar brandverloop en rookverspreiding in leegstaande woningen en woonzorgcentra heeft nieuwe kennis opgeleverd over de beheersbaarheid van brand. Dit heeft geleid tot de nieuwe basisprincipes van brandbestrijding waar les en leerstof op zijn aangepast. Binnen VrZW heeft dit geleid tot bijscholing gecombineerd met de introductie van nieuwe en aanvullende materialen op de voertuigen.
Binnen Brandweer Nederland zijn er diverse initiatieven voor technische innovaties. Denk aan de inzet van blusrobots en drones. Vanuit ons brandweerdistrict volgen we deze ontwikkelingen met interesse.
De energietransitie heeft ook zijn weerslag op het optreden van de brandweer. Waar de techniek faalt en er bijvoorbeeld brand ontstaat, vraagt dit om een vernieuwende aanpak. Enkele voorbeelden hiervan zijn elektrische voertuigen, buurtbatterijen, zonneparken en toepassing van waterstof.
Dit vraagt naast kennisvergaring en kennisdeling ook het opzetten van specifieke procedures en protocollen, en opleiden en oefenen. Naast maatschappelijke continuïteit staat veiligheid van ons personeel en inwoners hierbij steeds centraal.
Business intelligence
Brandweer Nederland zet in op het versterken van de informatiepositie. In onze huidige omgeving wordt snelle en betrouwbare informatie in het veld en data(analyse) steeds belangrijker.
Met onze eigen digitale systemen genereren we data die inzicht geven in geleverde prestaties. In het kader van uniformiteit en vergelijkbare data volgen we daarbij zoveel als mogelijk de landelijk ontwikkelde definities van brandweerkerndata.
Het versterken van onze informatiepositie bereiken we door in te zetten op efficiënt en effectief gebruik van onze businessintelligence. We werken op basis van betrouwbare data en informatie. Belangrijk hierbij is dat we informatie gestuurd en data gedreven werken, gericht verzamelen, analyseren en duiden zodat de brandweer slimmer en transparanter haar taken kan uitvoeren.
De snelle (digitale)ontwikkelingen betekenen ook meebewegen en anticiperen. Dit kunnen we niet alleen en doen we samen met onze in- en externe partners.
Young Fire &
Rescue
Team
Om jongeren breder aan te spreken is er naast de twee jeugdbrandweerkorpsen Purmerend en Zaanstad een multidisciplinair jeugdkorps opgericht: het Young Fire & Rescue Team (YFRT) voor het Markermeergebied. Bij dit jeugdkorps doen ze naast brandbestrijding ook aan preventie (brandveilig leven) en andere vormen van hulpverlening zoals EHBO. Zo kan het als kweekvijver dienen voor breed maatschappelijk georiënteerde vrijwilligers c.q. beroepsmedewerkers die hulpvaardig en betrokken in het leven staan. De komende jaren zetten we verder in op de uitbouw en inrichting van deze jeugdtak. Daarnaast zijn er voornemens om te kijken of dit ook op landelijk niveau kan worden opgezet.
4.2.1 Risicobeheersing
Brandveilig leven
Brandveilig leven is een belangrijk onderdeel van risicobeheersing. We voorkomen liever brand dan dat we die blussen. In onze voorlichting richten we ons op verminderd zelfredzame mensen, ouderen en jongeren om bij hen het brandveiligheidsbewustzijn te vergroten.
Om het risico op brand te verkleinen zetten we - naast de al bekende onderwerpen - in op nieuwe onderwerpen zoals het veilig gebruiken en laden van elektrische apparatuur. Nieuwe technologie en energiebronnen brengen nieuwe veiligheidsrisico’s met zich mee waar we in onze voorlichtingsactiviteiten op inspelen. De komende periode zetten we in op het digitaliseren van de voorlichting voor brandveilig leven. Daarbij willen we ook verschillende doelgroepen bereiken via voorlichtingsfilmpjes op social mediakanalen.
Zelfredzaamheid vergroten
Mensen worden ouder en blijven langer zelfstandig wonen. De zelfredzaamheid wordt daardoor steeds minder. Daarom richten we ons onder andere op de doelgroep senioren die zelfstandig wonen. Voor deze groep organiseren we maatschappelijk ontruimingsoefeningen in grootschalige wooncomplexen. Hiermee stimuleren we de zelfredzaamheid van de senioren en weten ze hoe te handelen bij brand.
In de tweede plaats richten we ons op de doelgroep verminderd zelfredzamen in zorginstellingen. Voor deze groep gebruiken we de werkwijze Geen Nood Bij Brand (GNBB). Met deze werkwijze betrekken we zowel de zorginstelling als de cliënten van de zorginstelling bij de brandveiligheid van het bouwwerk. De GNBB-oefeningen dragen bij aan de eigen verantwoordelijkheid van instellingen en bewoners voor hun brandveiligheid.
Brandrisicoprofiel
Brandveiligheid is meer dan opkomsttijden van de brandweer. Het Brandrisicoprofiel beschrijft de brandrisico’s voor de basisbrandweerzorg. Het Brandrisicoprofiel richt zich op de gebruiksfuncties van gebouwen uit het Bouwbesluit, omdat het soort gebruik van een gebouw bepaalt welk brandrisico er aanwezig is. Om een goede balans te krijgen in de benadering van brandveiligheid, kijkt VrZW - naast de opkomsttijd - naar het brandrisico van een bouwwerk. Dit kan inhouden dat er aanvullende brandveiligheidsmaatregelen worden genomen in die gebieden waar de opkomsttijd niet kan worden gehaald.
Invoering Omgevingswet
De Omgevingswet treedt naar verwachting op 1 juli 2022 in werking. Met deze wet vereenvoudigt de overheid regels voor ruimtelijke ontwikkeling en voegt regels samen. De Omgevingswet heeft zeker gevolgen voor de werkwijze van VrZW en brengt een cultuurverandering met zich mee.
De nadruk komt nog meer te liggen op de werkzaamheden ‘aan de voorkant van de keten’. Dit vraagt om een meer proactieve houding, waarbij een goede samenwerking met de gemeenten in het beginstadium van visies, plannen en projecten noodzakelijk is. Tijdens de planontwikkeling is een bredere advisering en het meedenken als partnerorganisatie van groot belang in het hele proces van gebiedsontwikkeling.
Daarnaast maken we een omslag van regelgericht werken naar risicogericht werken. Dat betekent dat er proactief naar risico’s wordt gekeken die ertoe doen en dat deze het uitgangspunt zijn voor ruimtelijke ontwikkeling, planontwikkeling, gebouwen en gebruik. Dit vraagt om denken in mogelijkheden in plaats van beperkingen.
Belangrijk bij de invoering van de Omgevingswet is dat bestaande wet- en regelgeving die niet terugkomen in de Omgevingswet, over kunnen gaan in lokale regelgeving. De gemeenten moeten deze overgehevelde regels lokaal borgen. VrZW adviseert de gemeenten hierover op onder andere de onderdelen brandveiligheid, bluswatervoorziening en bereikbaarheid.
Om de Omgevingswet goed uit te voeren, zoeken wij actief de samenwerking op met onze netwerkpartners, specifiek de gemeenten, omgevingsdiensten en provincie. De Omgevingstafel borgt deze samenwerking. Samen zorgen we ervoor dat onze producten en werkprocessen herkenbaar zijn. Ook passen wij informatiesystemen aan zodat aangesloten kan worden op het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Advisering op basis van de Omgevingswet vraagt om deskundige medewerkers. VrZW leidt medewerkers op om de nieuwe regelgeving toe te kunnen passen. Dat vereist ook het toepassen van de nieuwe werkprocessen, het gebruik van de instrumenten en het aanleren van benodigde vaardigheden. In 2021 oefenen we met het implementeren van de nieuwe werkwijze waar integraal adviseren onderdeel vanuit maakt.
Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen
Door het uitstellen van de invoering van de Omgevingswet is ook de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB) een jaar uitgesteld, tot 1 januari 2022. Deze wet houdt in dat toetsing van bouwwerken aan de eisen van het Bouwbesluit voortaan gedaan zal worden door een nieuwe speler in het stelsel: de onafhankelijke kwaliteitsborger. Voordat deze wet in kan gaan, was besloten dat er geoefend moest worden met deze wet. Hiervoor moesten gemeenten pilots gaan doen met projecten die vallen binnen gevolgklasse 1 (hiertoe behoren onder meer bedrijfshallen met nevenfunctie, kleine fiets- en voetgangersbruggen, en (de hoofdmoot) grondgebonden woningen) van deze wet.
Iedere gemeente moest in 2020, 10 procent van zijn vergunningaanvragen als proefproject uitvoeren. Naar aanleiding van de proefprojecten zou in juli 2020 de minister van Milieu en Wonen bepalen of een succesvolle invoering van de WKB mogelijk is. In 2020 zijn er echter landelijk nog bijna geen pilots uitgevoerd op basis van de WKB. Het is daarom niet inzichtelijk hoe we dit instrument toe gaan passen. De komende beleidsperiode wordt inzichtelijk gemaakt wat invoering van de WKB voor ons gaat betekenen.
Veiligheid ‘nieuwe’ energiebronnen
Binnen het werkveld risicobeheersing houden we ons bezig met de veiligheid van de ‘nieuwe’ energiebronnen voor de leefomgeving. Dit gaat over energieproductie, opslag, overslag en transport. De onderwerpen op het gebied van energietransitie zijn veelomvattend. Daarom is ervoor gekozen om de onderwerpen landelijk te verdelen en deze vervolgens interregionaal op te pakken. NW4 heeft op het gebied van risicobeheersing het onderwerp waterstof geadopteerd. Waterstof wordt gezien als veelbelovende schakel in het duurzaam en circulair opslaan van groene energie en als fossielvrije brandstof voor mobiliteit en verwarming.
Samen met het IFV ontwikkelen wij initiatieven die leiden tot richtlijnen op het gebied van productie, opslag, overslag en transport waterstof. In NW4-
verband werkt de vakgroep Risicobeheersing in nauw overleg met de vakgroep ‘Incidentbestrijding veilige energietransitie’ de operationele aspecten uit in bruikbare handelingsperspectieven voor incidentbestrijding.
Vooruitlopend op landelijke regelgeving leveren we maatwerk en adviseren we, op verzoek van het bevoegd gezag, wanneer er sprake is van het gebruik van een nieuwe energiebron. De procedures voor advisering gaan we borgen. De ontwikkelingen op dit gebied vragen expertise om onze rol goed te kunnen invullen.
Interview Beroeps Brandweer Zaanstreek-Waterland
“Bij Brandweerzorg zien we enkele ontwikkelingen waar we op moeten inspelen. Zo wordt het belangrijk hoe we omgaan met de vrijwillige brandweer. Daarnaast zijn er technische vernieuwingen. Nu kunnen al robots bij branden worden ingezet om een scan van de omgeving te maken. Dan hoeven er geen brandweermensen naar binnen. Dat is natuurlijk veel veiliger.
Maar nieuwe technologie brengt ook een andere aanpak van blussen met zich mee. Zo zijn we gestart met het oefenen van blussen van elektrische auto’s. De auto moet in een container met water worden gehesen omdat deze opnieuw kan ontsteken. Ook slaan deze auto’s wel eens op tilt zodat je ze goed moet vastzetten.
Na incidenten kijken we altijd terug hoe we het hebben gedaan. Daar leren we van en we delen onze ervaringen. We hebben een natuurlijke wijze van samenwerking waarbij we snel schakelen. We zijn een team die elke situatie samen aanpakt. We werken bij incidenten veel samen met politie en ambulancedienst. We merken dat die samenwerking intensiever is geworden en we elkaar steeds makkelijker weten te vinden.”
Netwerkomgeving
Op het gebied van risicobeheersing wordt verdergaand samengewerkt met partners. Partijen waar verbinding mee is, zijn onder andere: gemeenten, omgevingsdiensten, woningcorporaties, zorginstellingen en onderwijsinstellingen. Deze regionale samenwerking wordt gecontinueerd en als onderwerpen daarom vragen, uitgebreid.
De samenwerking in NW4-verband wordt gecontinueerd en geïntensiveerd. Onderwerpen die niet regio gebonden zijn, worden hier afgestemd en/of gezamenlijk opgepakt. Ook wordt binnen NW4-verband de samenwerking gezocht voor regiogrens overschrijdende onderwerpen. Landelijk levert VrZW een bijdrage aan ontwikkelingen, als dit relevant is voor het verwezenlijken van onze ambities en doelstellingen.
4.2.2 Crisisbeheersing
Samen met onze crisispartners brandweer, bevolkingszorg, Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR) en politie en waar nodig met veiligheidspartners zorgen we voor de voorbereiding van de crisisbeheersing in Zaanstreek-Waterland. De komende vier jaar richten we onze speciale aandacht op:
Regierol in de koude fase
Steeds vaker wordt VrZW voor (de voorbereiding van) crisisbeheersing gevraagd om de rol van regievoerder op zich te nemen of voor nieuwe samenwerkingsverbanden een platformfunctie te vervullen. Onze kracht is de netwerkdeskundigheid van VrZW en de ervaring in het hanteren van de crisisorganisatiestructuur waarbij we partijen bijeenbrengen en lokale overheden en organisaties in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing adviseren. Recente voorbeelden waarbij VrZW als regisseur een rol heeft gehad, zijn de thema’s Arbeidsmigranten en COVID-19, Coördinatie opvang asielzoekers binnen de regio, Aardbevingen en Multidisciplinaire evenementenadvisering.
Gevolgen van nieuwe crisistypen
Nieuwe crisistypen brengen ook nieuwe gevolgen met zich mee. Zo hebben incidenten tegenwoordig een langere nasleep en blijft maatschappelijke onrust na een incident langer voortduren dan in het verleden. De fase na een incident of crisis wordt hierdoor steeds belangrijker. Ook voor de veiligheidsregio is het incident niet voorbij als de brand geblust is of een slachtoffer in het ziekenhuis is opgenomen. Als veiligheidsregio kunnen we bijdragen door tijdens het incident ook de herstelfase voor te bereiden. In de komende jaren willen we dan ook gaan onderzoeken welke rol voor ons is weggelegd ten aanzien van de lange termijngevolgen van incidenten. Ook de introductie van nieuwe energiebronnen nemen we hierin mee. Nieuwe crisistypen krijgen een plaats in ons Regionaal Crisisplan 2021-2024.
Synergie van samenwerking in netwerken
De verschuiving van de aard van crises in duur, omvang en complexiteit vereist dat we continue gericht moeten zijn op het in standhouden en intensiveren van onze bestaande netwerken. We hechten grote waarde aan ons samenwerkingsplatform ‘Netwerk Vitaal’ waarin naast de vier veiligheidsregio’s van provincie Noord-
Holland ook de vitale partners uit sectoren als energie, drinkwater, telecom en financiën participeren. Daarnaast vragen nieuwe crises om de verbreding van onze blik naar nieuwe netwerkpartners en zullen we moeten investeren in het opbouwen van de samenwerking met hen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de evenementenbranche en op het gebied van cybercrime. We continueren de ingezette NW4-samenwerking waarbij één regio een dossier adopteert en dat voor vier regio’s uitwerkt. Op dit moment passen we deze werkwijze toe op de thema’s watercrises en digitale ontwrichting.
Bovenregionale
netcentrische
crisisbeheersing
De verschuiving van de traditionele ‘flitsrampen’ naar langer durende incidenten met een bovenregionale en soms ook landelijke impact vraagt om een wendbare crisisorganisatie met navenante informatie-organisatie. De komende jaren gaan we daarom verder aan de slag met bovenregionale netcentrische crisisbeheersing. We volgen daarbij de landelijke ontwikkelingen met betrekking tot de samenhangende informatievoorziening. Denk aan het ‘Knooppunt Coördinatie Regio’s-Rijk’, een verkenning naar de landelijk beschikbare operationele coördinatie en informatie bij (dreigende) crises.
Watercrises boven het Noordzeekanaal
Wij werken samen met het Hoogheemraadschap Hollands-Noorderkwartier, provincie Noord-Holland, Rijkswaterstaat West Nederland Noord, Defensie, politie-eenheid Noord-Holland en de veiligheidsregio’s Amsterdam-Amstelland, Kennemerland en Noord-Holland Noord aan het programma ‘Watercrises in Noord-Holland ten noorden van het Noordzeekanaal’. Ter voorbereiding op een watercrisis en de bevordering van de samenwerking van de partijen in de crisisbeheersing werken we binnen het programma aan planvorming, multidisciplinair opleiden trainen en oefenen en risico- en crisiscommunicatie.
Digitale ontwrichting en cyber
In NW4 trekken we samen op waar het gaat om het voorkomen en bestrijden van de gevolgen van digitale ontwrichting. Bij de voorbereiding van de eigen regionale crisisorganisatie zullen het verkrijgen van de juiste informatiepositie en het veerkrachtig kunnen reageren op effecten van digitale ontwrichting belangrijke aandachtspunten zijn.
Met onze NW4-buurregio’s nemen we gezamenlijk deel aan de landelijke cyberoefening ISIDOOR. Deze oefening richt zich onder meer op de samenwerking tussen Rijk en veiligheidsregio’s en zal voor ons ook een belangrijk vertrekpunt zijn in het opstellen van planvorming op dit thema.
Klimaatadaptatie en de rol van de veiligheidsregio
De klimaatverandering werpt zijn schaduwen vooruit. Een stijgende zeespiegel, meer extreme neerslag, vaker extreme droogte en hitte gaan in de nabije toekomst veiligheidsrisico’s opleveren. De veiligheidsregio brengt in kaart wat die risico’s zijn en participeert daarvoor in diverse overlegorganen en de klimaatdialogen van de gemeenten. Ook schenkt VrZW bij de advisering op structuurvisies en omgevingsplannen aandacht aan de mogelijke gevolgen van de klimaatverandering.
Doorontwikkeling Multidisciplinair Opleiden Trainen en Oefenen
Op basis van de evaluatie van de afgelopen planperiode van het meerjarenbeleidsplan Multidisciplinair Opleiden Trainen en Oefenen (MOTO), ervaringen uit de praktijk en de rapportages van de Inspectie Justitie en Veiligheid hebben we ambities gedefinieerd voor de komende beleidsperiode. De ambities zijn erop gericht het rendement van het MOTO te verhogen. We zetten hierbij in op het zogenaamde ‘Blended learning’. Dit is een mengvorm van face-to-face en ICT-gebaseerde oefenactiviteiten, leermaterialen en tools, zoals themabijeenkomsten, webinars, e-learning en realistische praktijkoefeningen.
Op deze manier komen we ook tegemoet aan de groeiende behoefte om op verschillende manieren en tijdstippen deel te kunnen nemen aan MOTO-activiteiten. Niet alleen vanwege persoonlijke leerstijlen, maar ook rekening houdend met agendadruk, structureler thuiswerken en (voorlopig nog) coronamaatregelen. Om tijd- en plaatsonafhankelijk te leren worden de (digitale) mogelijkheden uitgebreid.