Wijziging Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag

De bestuurscommissie Vervoersautoriteit van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag,

 

gelet op,

  • de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • de Algemene wet bestuursrecht;

  • de Wet personenvervoer 2000;

  • de Wet BDU;

  • de Gemeenschappelijke Regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag 2014;

  • de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2021;

Overwegende dat,

  • het algemeen bestuur de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2020 heeft vastgesteld;

  • wijziging van de Subsidieverordening noodzakelijk was om deze in overeenstemming te brengen met de uitgangspunten van de beleidslijn Maatwerkvervoer Mmmove! 2020-2025

  • de bestuurscommissie Vervoersautoriteit MRDH op grond van artikel 2 van de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2018 en op grond van de Subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2021 bevoegd is voor de uitvoering van deze verordening nadere regels vast te stellen in de Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit;

  • de vaststelling van de beleidslijn Maatwerkvervoer Mmmove! 2020-2025 heeft geleid tot de noodzaak ook de Uitvoeringsregeling op een aantal punten te actualiseren;

Gelezen,

het voorstel 11 december 2020,

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen het vijfde wijzigingsbesluit Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag

 

Hoofdstuk 1

Artikel 0

  • A.

    Achtergrond en doelstelling, 1e twee zinsneden worden vervangen door:

    Artikel 2 van de subsidieverordening Vervoersautoriteit MRDH 2021 stelt dat de bestuurscommissie voor de uitvoering van deze verordening nadere regels kan vaststellen. De bestuurscommissie heeft van deze bevoegdheid gebruik gemaakt door de Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit vast te stellen;

  • B.

    Leeswijzer, 1e zinsnede wordt vervangen door: Deze uitvoeringsregeling bevat nadere regels op grond van de subsidieverordening;

  • C.

    Leeswijzer, de laatste zinsnede wordt vervangen door:

    In de bijlagen zijn sjablonen en formulieren opgenomen voor het aanvragen van subsidie, voorschotten en vaststelling van subsidie, alsmede een beschrijving op welke wijze bezwaar kan worden gemaakt tegen een besluit tot subsidieverlening;

  • D.

    Begripsbepaling, 1e zinsnede en 2e zinsnede: MRDH 2018 wordt vervangen door MRDH 2021;

Hoofdstuk 3 Exploitatie openbaar vervoer

  • E.

    In § 3.2 Subsidies voor maatwerkvoorzieningen openbaar vervoer (subsidiabele activiteiten maatwerkvoorzieningen (artikel 53 verordening) wordt het tekstblok vervangen door:

    Voor subsidie kunnen alleen aanvragen in aanmerking komen die passen binnen de Beleidslijn Maatwerkvervoer MRDH 2020 - 2025, (vastgesteld door de bestuurscommissie VA d.d. 5 februari 2020) en voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      er is sprake van een collectieve vervoersvraag;

    • b.

      het maatwerkvervoer is aanvullend en biedt aansluiting op het bestaande OV-netwerk in het desbetreffende concessiegebied;

    • c.

      het maatwerkvervoer dient niet ter vervanging van vervoer dat onder de wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente valt, zoals Wmo-vervoer;

    • d.

      het maatwerkvervoer is afgestemd met de OV-vervoerder en is niet concurrerend;

    • e.

      het maatwerkvervoer is organisatorisch en financieel duurzaam voor een periode van 3 jaar, blijkend uit een businesscase;

    • f.

      het initiatief is opengesteld voor iedereen en niet gebonden aan een abonnement of lidmaatschap.

  • F.

    Aan “de hoogte subsidiebedrag maatwerkvoorzieningen wordt artikel 54 uit de verordening aan deze regeling toegevoegd:

    • 1.

      Bij de beoordeling of sprake is van subsidiabele kosten zijn de criteria soberheid en doelmatigheid leidend;

    • 2.

      De te verlenen subsidie bedraagt maximaal 50% van de subsidiabele kosten op jaarbasis. Dit betekent dat rekening wordt gehouden met de jaarlijkse lasten en kosten onder aftrek van de jaarlijkse inkomsten;

    • 3.

      Indien sprake is van Wmo-vervoer betekent de toepassing van lid 2 dat alleen rekening wordt gehouden met de kosten en inkomsten van OV-reizigers;

    • 4.

      De kosten voor de aanleg van haltes behoren niet tot de subsidiabele kosten;

    • 5.

      De bestuurscommissie kan nadere regels stellen over welke kosten gerekend kunnen worden tot de subsidiabele kosten;

  • G.

    In subsidieaanvraag maatwerkvoorzieningen (artikel 55 verordening) wordt het tekstblok vervangen door:

    • 1.

      Op grond van artikel 55 van de verordening dient bij de subsidieaanvraag een omschrijving van de doelen, de te leveren diensten en kwaliteiten, en een businesscase te worden geleverd.

    • 2.

      In de businesscase zoals genoemd in het eerste lid worden de kosten en baten van het maatwerkvervoer opgenomen en wordt duidelijk of het vervoer rendabel is of rendabel is te maken. Daarbij wordt aangegeven hoe het maatwerkvervoer zich verhoudt tot reeds bestaande maatwerkvoorzieningen.

    • 3.

      De businesscase bevat in ieder geval de volgende elementen:

    • a.

      een overzicht van de directe kosten, te weten:

      • -

        aanschafkosten voertuig(en) met afschrijvingstermijn en rentepercentage;

      • -

        aanschafkosten voertuig apparatuur met afschrijvingstermijn en rentepercentage;

      • -

        chauffeurskosten per inzet-uur (van garage naar garage);

      • -

        brandstofkosten per km;

      • -

        banden, onderhoud en reparatiekosten per km;

      • -

        verzekering per jaar;

      • -

        aantal km per voertuig per jaar;

      • -

        aantal inzeturen (van garage tot garage) per voertuig per jaar;

    • Of

      • -

        inkoopprijs per inzet-uur bij de uitvoerder;

    • b.

      een overzicht van de indirecte kosten, te weten:

      • -

        planningskosten per jaar;

      • -

        beheerskosten per jaar;

      • -

        marketing- en communicatiekosten per jaar;

      • -

        overige gespecificeerde indirecte kosten per jaar;

    • c.

      een overzicht van de baten en opbrengsten, te weten:

      • -

        aantal instappers/reizigers per jaar;

      • -

        reizigerstarief, uitgesplitst in vaste en variabele tarieven;

      • -

        reizigersopbrengsten per jaar;

    • d.

      een onderbouwing van de doelmatigheid van het maatwerkvervoer op basis van de gegevens zoals genoemd onder a t/m c, bestaande uit:

      • -

        totale kosten per jaar in relatie tot het beschikbare budget voor maatwerkvervoer;

      • -

        kosten per inzet-uur voertuigen (van garage tot garage);

      • -

        kosten per reizigersrit.

  • H.

    Aan subsidieverlening maatwerkvoorzieningen wordt artikel 56 verordening aan deze regeling toegevoegd.

    • 1.

      Subsidie wordt per jaar verleend, met een maximum van drie opeenvolgende jaren;

    • 2.

      Na ieder jaar vindt een evaluatie plaats die kan leiden tot bijstelling van de subsidie.

    • 3.

      Bij een aanvraag tot verlenging vindt afstemming met de concessiehouder plaats en wordt een nieuwe businesscase ingediend.

Artikel II Inwerkingtreding en citeertitel

  • A.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking op de dag na publicatie van dit besluit.

  • B.

    Dit wijzigingsbesluit wordt aangehaald als Vijfde wijzigingsbesluit Uitvoeringsregeling Vervoersautoriteit Metropoolregio Rotterdam Den Haag.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit MRDH van 28 oktober 2020

Adjunct-secretaris,

C. Mourik

Voorzitter,

R. van Asten

Naar boven