Bekrachtigingsbesluit van wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO)

 

Het dagelijks bestuur van Veiligheidsregio Utrecht;

 

gelet op:

  • -

    het gestelde in artikel 125 van de Ambtenarenwet;

  • -

    het gestelde in artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • -

    de LOGA-brief d.d. 3 mei 2021 met kenmerk TAZ/U202100400 (Lbr 21/031);

  • -

    de bijlage behorende bij de LOGA-brief d.d. 3 mei 2021;

 

besluit:

de LOGA-brief d.d. 3 mei 2021 met kenmerk TAZ/U202100400 (Lbr 21/031) vast te stellen en de arbeidsvoorwaardenregeling van de VRU, overeenkomstig de bijlagen behorende bij deze LOGA-brief als volgt te wijzigen.

Artikel A

De CAR-UWO wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    Artikel 9f:4 lid 7 komt te vervallen.

     

  • B.

    Aan hoofdstuk 9f wordt een nieuw artikel 9f:4a ingevoegd:

  •  

  • 1.

    Maakt de ambtenaar die aanspraak heeft op afkoop levenslooptegoed bedoeld in artikel 9f:4 op 31 augustus 2021 gebruik van onbezoldigd volledig verlof bedoeld in artikel 9b:11 of 9b:35 dan wordt dit verlof voortgezet voor een periode van maximaal 24 maanden na aanvang onbezoldigd volledig verlof en uiterlijk tot 1 januari 2023 onder de voorwaarden dat hij zijn afkoopsom van de levensloopaanspraken vermeerderd met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in artikel 9e:16, eerste lid en het netto spaarverzekeringstegoed wordt ingezet om te voorzien in het inkomen gedurende deze periode.

     

  • 2.

    Ligt de aanvang van de periode van inactiviteit van de ambtenaar in de periode 1 september 2021 tot en met 1 december 2022 dan wordt de ambtenaar onbezoldigd volledig verlof bedoeld in artikel 9b:11 of 9b:35 toegekend tot 1 januari 2023 onder de voorwaarden

    • a.

      dat zijn afkoopsom van de levensloopaanspraken vermeerderd met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in artikel 9e:16 en het netto spaarverzekeringstegoed wordt ingezet om te voorzien in het inkomen gedurende deze periode, en

    • b.

      direct voorafgaande aan de ingangsdatum onbezoldigd verlof de ambtenaar belast was met de uitvoering van de bezwarende functie/taken op grond waarvan de levensloopaanspraken zijn afgekocht.

  • 3.

    De ambtenaar die vanaf 1 januari 2023 voor een maximale periode van 24 maanden gebruik wil maken van de vrijwillige voortzetting deelnemerschap ABP dient

    • a.

      een ontslagverzoek in,

    • b.

      een toekenningsverzoek voortzetting deelnemerschap ABP in,

    • c.

      te verklaren dat hij zijn afkoopsom van de levensloopaanspraken vermeerderd met de som van het nettoresultaat van de uitbetalingen bedoeld in artikel 9e:16 en het netto spaarverzekeringstegoed inzet om te voorzien in het inkomen gedurende deze periode,

    • d.

      direct voorafgaande aan de ingangsdatum van zijn ontslag belast te zijn met de uitvoering van de bezwarende functie/taken op grond waarvan de levensloopaanspraken zijn afgekocht, en

      onder de voorwaarde dat de ambtenaar eerder dan 3 jaar voor de voor hem geldende vastgestelde AOW-leeftijd start met de vrijwillige voortzetting deelnemerschap ABP. De kosten van deze voortzetting komen voor rekening van de werkgever.

  • 4.

    De periode van maximaal 24 maanden vrijwillige voortzetting deelnemerschap ABP voor rekening van de werkgever wordt voor de ambtenaar bedoeld in het eerste en tweede lid verminderd met de duur van de periode van het onbezoldigd verlof.

  • 5.

    Voor de ambtenaar die niet het LOGA-pad als bedoeld in artikel 9e:2, tweede lid volgt, wordt voor dit artikel uitgegaan van een levenslooptegoed dat de ambtenaar gehad zou hebben als hij het LOGA-pad niet zou hebben verlaten (virtuele levenslooptegoed).

 

Artikel B

Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 juni 2021.

 

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur,

Utrecht, 14 juni 2021,

S.A.M. Dijksma

voorzitter

C.M. Angevaren

waarnemend secretaris

Naar boven