ARTIKEL I
A. Na artikel 22.8.9 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
22.9. Terughoudend beleid bij reëel eigendom derde
Deze bepaling is niet van toepassing voor de gemeente.
B. Artikel 25.7.1 wijzigt als volgt:
De eerste volzin van de eerste alinea wordt vervangen door:
‘Als de belastingschuldige het niet eens is met een door de ontvanger genomen beslissing op grond van artikel 25, eerste lid of tweede lid, van de wet, kan de belastingschuldige daartegen administratief beroep instellen bij het college’.
C. Artikel 26.1.2 wijzigt als volgt:
De tweede volzin van de tweede alinea wordt vervangen door:
‘De ontvanger stelt de belastingschuldige in dat geval in de gelegenheid het verzoek alsnog binnen twee weken op het daartoe bestemde formulier in te dienen.’
D. Artikel 73.5.1 wijzigt als volgt:
1. In de eerste volzin van de tweede alinea wordt ‘120 dagen’ vervangen door ‘een periode van maximaal 240 dagen’.
2. De vierde zin van de tweede alinea vervalt.
3. De aanhef onder ‘Schuldregelingsovereenkomst’ komt als volgt te luiden:
‘Nadat de schuldhulpverlener de ontvanger schriftelijk heeft bericht dat de overeenkomst tot schuldregeling tot stand is gekomen, verleent de ontvanger uitstel van betaling voor een periode van maximaal 36 maanden als:’
4. De tweede en derde alinea onder de opsomming worden vervangen door een nieuwe alinea, luidende:
‘Het uitstel vangt aan met ingang van de datum van de schuldregelingsovereenkomst. Na totstandkoming van een schuldregelingsovereenkomst onderzoekt de schuldhulpverlener of een schuldregeling met de schuldeisers tot stand kan worden gebracht. De schuldhulpverlener streeft ernaar dit onderzoek af te ronden binnen 120 dagen, maar uiterlijk binnen 240 dagen, gerekend vanaf de datum van de schuldregelingsovereenkomst. Wanneer de schuldregeling met de schuldeisers tot stand is gebracht, zet de schuldhulpverlener de schuldregelingsovereenkomst voort; hij stelt de schuldeisers daarvan schriftelijk op de hoogte. Slaagt de schuldhulpverlener niet tijdig in het tot stand brengen van de schuldregeling, dan beëindigt hij de schuldregelingsovereenkomst.’
E. Artikel 73.5.5 wijzigt als volgt:
1. In de zin achter het eerste gedachtestreepje wordt ‘120 dagen’ door ‘240 dagen’ vervangen.
2. Na de opsomming wordt een nieuwe, tweede alinea toegevoegd, luidende:
‘Het uitstel wordt in de situatie genoemd bij het eerste gedachtestreepje niet ingetrokken als blijkt dat een verzoek om een schuldregeling, als bedoeld in artikel 287a van de Faillissementswet, is ingediend bij de rechter. De ontvanger trekt het uitstel in deze situatie niet eerder in, dan nadat de rechter heeft beslist op het verzoek.’