Bekrachtigingsbesluit van wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkingsovereenkomst (UWO)

 

Het dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio Utrecht,

 

gelet op:

  • -

    het gestelde in artikel 125 van de Ambtenarenwet;

  • -

    het gestelde in artikel 33b van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • -

    de LOGA-brief d.d. 8 maart 2021 met kenmerk TAZ/U202100186 (Lbr 21/017);

  • -

    de bijlage behorende bij de LOGA-brief d.d. 8 maart 2021;

 

besluit:

de LOGA-brief d.d. 8 maart 2021 met kenmerk TAZ/U202100186 (Lbr 21/017) vast te stellen en de arbeidsvoorwaardenregeling van de VRU, overeenkomstig de bijlagen behorende bij deze LOGA-brief als volgt te wijzigen.

Artikel A

De CAR-UWO wordt als volgt gewijzigd:

  • A.

    Artikel 9b:77 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Na ontslag heeft de ambtenaar gedurende zijn AOW-hiaat recht op een maandelijkse compensatie AOW.

  • 2.

    De compensatie AOW is gelijk aan de netto AOW-uitkering waarbij geen loonheffingskorting wordt toegepast, die voor de ambtenaar in de betreffende maand zou hebben bestaan, inclusief de inkomensondersteuning AOW en het vakantiegeld. Een korting op grond van artikel 13 AOW wordt hierbij buiten beschouwing gelaten.

 

  • B.

    Artikel 9b:80, lid 1 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • Na ontslag heeft de ambtenaar recht op compensatie AOW over de periode dat

  • a.

    hij op grond van door de werkgever vastgesteld beleid niet langer kon doorwerken bedoeld in artikel 9b:4, lid 5 juncto artikel 9b:26, lid 5, of

  • b.

    hij medisch niet geschikt was om langer door te werken bedoeld onder a, of

  • c.

    zijn verzoek om langer door te werken bedoeld onder a is afgewezen.

 

  • C.

    Artikel 9b:82 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • De compensatie AOW bedoeld in paragraaf 8 en 9 van dit hoofdstuk wordt vanaf het moment waarop de ambtenaar of de gewezen ambtenaar de leeftijd 65 jaar bereikt maandelijks aan de ambtenaar uitbetaald.

Artikel B

 

Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2018.

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur,

Utrecht, 14 juni 2021,

S.A.M. Dijksma

voorzitter

C.M. Angevaren

waarnemend secretaris

Naar boven