Beleidsregels Giften en Schadevergoeding Orionis Walcheren

Het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren;

 

gelet op:

 

  • Artikel 31 lid 2 onderdeel m van de Participatiewet en titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • Het advies van de Sociale Cliëntenraad Walcheren;

 

 

Overwegende dat:

 

Het wenselijk is beleid omtrent giften en schadevergoeding vast te leggen in beleidsregels;

 

Besluit vast te stellen:

 

Beleidsregels Giften en Schadevergoeding Orionis Walcheren.

 

Algemene bepalingen

Artikel 1-begripsbepalingen

  • a.

    De begrippen zoals deze in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht zijn gedefinieerd, gelden ook voor deze beleidsregels;

  • b.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

 

dagelijks bestuur

het Dagelijks Bestuur van Orionis Walcheren

de wet

de Participatiewet

gift

schenking van geld uit vrijgevigheid door een natuurlijk persoon of een instelling, waarvoor niets wordt terugverlangd.

gift in natura

schenking van goederen, of een andere vorm niet zijnde geld door een natuurlijk persoon of een instelling.

schadevergoeding

een vergoeding voor geleden materiële en immateriële schade

 

Giften

Artikel 2-Giften

  • a.

    Een gift, in geld of in natura, of een cumulatie van giften wordt vrijgelaten tot een maximum van € 1200,00 per kalenderjaar per uitkering (dus niet per persoon).

  • b.

    De vrijlating wordt toegerekend aan het kalenderjaar ( 1 januari tot en met 31 december). Heeft iemand minder ontvangen mag het restant niet meegenomen worden naar het volgende jaar. Voor mensen die een uitkering toegekend hebben gekregen is de vrijlating van € 1200,00 van toepassing vanaf datum toekenning tot en met 31 december.

  • c.

    Bij een overschrijding van het vrij te laten bedrag zoals bepaald op grond van lid a, wordt het meerdere aangemerkt als inkomen in de maand waarin de overschrijding plaatsvindt. Indien de gift dusdanig hoog is dat het maandbedrag van de uitkering wordt overschreden, wordt het meerdere aangemerkt als vermogen.

  • d.

    Voor alle giften boven het vrij te laten bedrag zoals bepaald op grond van lid 1, geldt een meldingsplicht.

 

Artikel 3-Buiten beschouwing te laten giften

  • a.

    Giften met een specifiek doel waarmee een beroep op voorzieningen, en de daarmee gepaarde kosten wordt voorkomen, worden buiten beschouwing gelaten voor zover dit aantoonbaar is. Denk hierbij aan het voorkomen van kosten van schuldhulpverlening, bijzondere bijstand of maatwerkvoorzieningen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Bij overschrijding van het vrij te laten bedrag geldt te alle tijden de meldplicht. Het is ter individuele beoordeling om te bepalen of deze overschrijding (deels) betrekking heeft op giften met een specifiek doel.

  • b.

    Charitatieve giften (per kalenderjaar) zoals giften van diaconieën, stichting Riki, Leger des Heils etc. worden buiten beschouwing gelaten.

 

Artikel 4-Schadevergoeding

  • a.

    De schadevergoeding die wordt ontvangen voor materiele schade wordt niet als vermogen aangemerkt, tenzij de schadevergoeding niet wordt gebruikt voor het wegnemen van de schade.

  • b.

    De schadevergoeding die is bedoeld ter compensatie van het verlies van arbeidsvermogen, wordt aangemerkt als inkomen voor de periode waarop de vergoeding betrekking heeft.

  • c.

    Het bedrag genoemd in artikel 34, lid 3 van de wet wordt bij het vaststellen van het vermogen na ontvangst van een immateriële schadevergoeding buiten beschouwing gelaten.

  • d.

    Als de immateriële schadevergoeding meer bedraagt dan de vrijlating zoals benoemd in het vorige lid, wordt twee derde deel van het meerdere van het bedrag van de immateriële schadevergoeding in aanmerking genomen als vermogen.

Overige bepalingen

Artikel 5-Hardheidsclausule

In situaties waarin deze beleidsregels niet voorzien, beslist het Dagelijks Bestuur.

 

Artikel 6-Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 juni 2021.

 

Artikel 7-Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels Giften en Bijstand Orionis Walcheren”

 

 

 

 

Besluit van Orionis Walcheren tot vaststelling van de beleidsregel Giften en Schadevergoeding .

 

Aldus vastgesteld te Vlissingen op 27 mei 2021

Henk Guise (secretaris) Sem Stroosnijder (voorzitter DB)

Algemene toelichting

Giften

Artikel 31, lid 2 onder m van de wet bepaalt dat giften niet tot de middelen worden gerekend, voor zover deze giften naar het oordeel van het college (lees; Dagelijks Bestuur) uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord zijn. Bij de beoordeling of een betaling als gift kan worden beschouwd is doorslaggevend dat de betaling een onverplicht karakter heeft.

 

Schadevergoeding

Schadevergoedingen kunnen zowel een materieel als een immaterieel karakter hebben. Een materiele schadevergoeding is een vergoeding voor kosten die gemaakt zijn of nog gemaakt moeten worden als gevolg van bijvoorbeeld een ongeval. Een immateriële schadevergoeding wordt ook wel smartengeld genoemd. Smartengeld is bedoeld als vergoeding voor emotionele schade.

 

Artikel 34 lid 2 onder e van de wet bepaalt dat niet tot het vermogen wordt gerekend vergoedingen voor immateriële schade als bedoel in artikel 31, lid 2 onderdelen l en m:

 

Artikel 31, lid 2 onder l van de wet bepaalt dat bij ministeriele regeling aan te wijzen uitkeringen en vergoedingen voor materiele en immateriële schade* niet tot de middelen worden gerekend. Het gaat hier om de vergoedingen voor:

  • Slachtoffers van de Bijlmerramp;

  • Asbestslachtoffers;

  • Omwonenden van het luchtvaartterrein Maastricht;

  • Slachtoffers van legionella besmetting;

  • Eenmalige uitkering oud-mijnwerkers in verband met silicose;

  • Eenmalige uitkering twee tot vijfjarige diensttijd veteranen;

  • Slachtoffers Tweede Wereldoorlog (Joodse, Sinti-, Roma- en Indische gemeenschappen);

  • Slachtoffers DES-gebruik tijdens de zwangerschap;

  • Niet-loondienstgerelateerde slachtoffers van mesothelioom;

  • Slachtoffers seksueel misbruik in de Rooms- Katholieke Kerk. Het gaat hier om een eenmalige vergoeding met een gemengd karakter: het is zowel smartengeld als een onkostenvergoeding voor therapie of reiskosten;

  • Slachtoffers misbruik van minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen.

Artikel 31, lid 2 onder m van de wet bepaalt dat niet tot de middelen worden gerekend giften en andere dan de in onderdeel l bedoelde vergoedingen voor materiele en immateriële schade voor zover deze naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur uit een oogpunt van bijstandsverlening verantwoord zijn.

* Bovenstaande lijst van ministeriele regelingen is aan veranderingen onderhevig en dient enkel ter illustratie binnen de huidige actualiteit

Naar boven