Blad gemeenschappelijke regeling van Samenwerkingsverband Noord-Nederland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Samenwerkingsverband Noord-Nederland | Blad gemeenschappelijke regeling 2021, 488 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Samenwerkingsverband Noord-Nederland | Blad gemeenschappelijke regeling 2021, 488 | Beleidsregels |
REACT EU: Innovatie-ecosysteem Kennisinstellingen’
Kennisinstellingen spelen in Noord-Nederland een cruciale rol in het innovatie-ecosysteem. Ten opzichte van andere regio’s in Nederland is het aandeel van private partijen in investeringen in onderzoek en ontwikkeling klein, die van publieke partijen groot.
COVID 19 is een stress test gebleken, voor ondernemers, maar ook voor kennisinstellingen. COVID 19 heeft pijnpunten in het innovatie-ecosysteem blootgelegd, of er nog meer de nadruk op gelegd.
Het Joint Research Center van de Europese Commissie (JRC) heeft in 2019 en 2020 uitgebreid onderzoek gedaan naar de rol van kennisinstellingen in innovatieprocessen in Noord-Nederland. Uit dit ‘HESS’-onderzoek kwam onder meer naar voren dat veel Noord-Nederlandse mkb’ers nog op grote afstand staan van de kennisinstellingen en dat kenniscirculatie die plaatsvindt veelal een lokaal karakter heeft. JRC constateert dat de kennisinstellingen in de afgelopen jaren meerdere waardevolle initiatieven hebben ontplooid, bijvoorbeeld op het gebied van het koppelen van studenten aan bedrijven en het samenwerken tussen kennisinstellingen op verschillende niveaus. Tegelijkertijd constateert JRC dat initiatieven vaak fragmentarisch zijn en kortlopend van aard, dat netwerken die worden gecreëerd onvoldoende open en toegankelijk zijn voor anderen en er nog te weinig systematisch wordt toegewerkt naar het stap voor stap, aanhaken van beperkt-innovatieve bedrijven bij ‘kennisgemeenschappen’ met meer innovatieve bedrijven.
De conclusies van HESS hebben wij als input gebruikt voor de RIS3 en het EFRO-programma 2021-2027. Ze hebben ook nadrukkelijk een plek gevonden in de Kennisagenda ‘Universiteit van het Noorden’.
Wij willen REACT EU gebruiken om kennisinstellingen in Noord-Nederland te ondersteunen bij aanpakken van inefficiënties en het effectiever vervullen van hun valorisatierol.
Met deze uitvraag roepen we de kennisinstellingen in Noord-Nederland op met een integraal voorstel te komen, op Noordelijke schaal. Wij zoeken een ‘game changer’, een initiatief dat structureel bijdraagt aan het effectiever vervullen van de rol die deze instellingen hebben in het innovatie-ecosysteem en het valoriseren van kennis. We zoeken een voorstel met impact dat leidt tot betere verbindingen met, en een kortere afstand tot het mkb, de interactie met andere relevante actoren in het veld versterkt en de samenhang, samenwerking en synergie tussen de kennisinstellingen onderling vergroot.
Een goed voorstel kent voor ons een programmatische aanpak, waarbij in samenhang knelpunten worden opgepakt en oplossingen worden uitgewerkt. Een voorstel waarbij het geheel meer is dan de som der delen.
De EC heeft bepaald dat REACT EU een kortdurend programma is, dat uiterlijk eind 2023 helemaal moet zijn afgerond. Mede vanwege de korte duur vervult REACT EU voor ons een brugfunctie naar ‘2021-2027’. Wij kunnen ons voorstellen dat het initiatief dat u indient, ook voor u een brugfunctie vervult in het realiseren van uw visie en het benutten van ondersteuningsmogelijkheden hiervoor.
Deze uitvraag vertegenwoordigt voor ons een nieuwe manier van werken. Onderdeel van de nieuwe manier van werken is dat wij meer ‘tailor made’ willen ondersteunen. ‘Tailor made’ ondersteunen betekent dat wij bereid zijn initiatiefnemers ruimte te bieden om niet al bij de aanvraag een gedetailleerde uitwerking van de projectactiviteiten te presenteren, maar tijdens de uitvoering van het project, mede door ‘trial and error’, tot een optimale projectinvulling te komen. Experimentele acties kunnen onderdeel uitmaken van de projectopzet, mits de keuze en opzet logisch is en overtuigend wordt onderbouwd. Een dergelijke manier van werken stelt hoge eisen aan de projectorganisatie, -monitoring en -evaluatie. Wij zoeken initiatiefnemers die in staat zijn aan deze eisen te voldoen en daarnaast bereid zijn opgedane kennis en leereffecten openlijk te delen met andere actoren in het Noord-Nederlandse innovatie-ecosysteem.
Wat maakt een project een goed project?
‘Niet de weg maar de eindbestemming’ (het doel) staat voor ons centraal. De uitdaging die we bij u neerleggen is om ons ervan te overtuigen dat de weg die u kiest de meeste kans biedt op resultaat. Concreet betekent dit dat uw projectaanvraag in de kern wordt beoordeeld op de bijdrage aan de doelstelling zoals wij deze in de uitvraag hebben geformuleerd. Het gaat om uw bijdrage aan de oplossing van het door ons gesignaleerde probleem. Dit betekent dat wij op voorhand geen afbakening maken naar een type project dat wel of niet in aanmerking komt, of naar een soort activiteit die wel of geen subsidie verdient. Als overheid pretenderen wij namelijk niet op voorhand exact te weten welke projectvorm de meest betekenisvolle initiatieven kan voortbrengen, noch de manier waarop het project het meest effectief zou kunnen worden georganiseerd.
De bal ligt dus bij u. Hoe hechter het verband tussen uw doel en ons doel, des te groter de kans dat uw aanvraag wordt gehonoreerd.
Hoe kan uw project zich onderscheiden? Wat vinden wij belangrijk?
- Integrale benadering We zoeken een initiatief dat is opgezet vanuit een sterke, strategische visie en een integrale benadering. De visie wordt in het voorstel overtuigend uiteengezet. Het ingediende voorstel vormt een stap, of meerdere stappen, in het realiseren van die strategische visie.
Wij verwachten een gezamenlijk en breed gedragen voorstel van de Noord-Nederlandse kennisinstellingen op MBO, HBO en WO-niveau. Wij vinden het belangrijk dat andere organisaties die een rol hebben in het innovatie-ecosysteem in het verbinden van ‘kennis en business’, niet in de laatste plaats de Noord-Nederlandse eerstelijnsorganisaties, de visie onderschrijven en bij het initiatief zijn betrokken.
- Betekenis We zoeken een initiatief met betekenis; een project dat de maatschappelijke urgentie die door COVID 19 is ontstaan aangrijpt om structurele veranderingen in gang kan zetten, een initiatief met een overtuigende visie voor de langere termijn.
- Verbeterd innovatie-ecosysteem Wij verwachten dat uw project via een effectievere invulling van uw valorisatierol, een wezenlijke bijdrage levert aan een beter functionerend Noord-Nederlands innovatie-ecosysteem en een ‘fundament’ biedt voor verdere verbeteringen in ‘2021-2027’. Onze insteek is dat er, nog meer dan nu het geval is, een creatief klimaat ontstaat waarin:
- partijen worden getriggerd om kansen die uit de RIS3 Transities ontstaan, te herkennen en te benutten;
- meer nieuwe ideeën tot impactvolle innovaties uitgroeien, ook uit onverwachte hoek;
- partijen zich in een open context structureel met elkaar weten te verbinden en zich bezighouden met vernieuwing en de afstand tussen kennisinstellingen en het mkb wordt verkleind;
- meer mkb’ers onderdeel gaan uitmaken van het ecosysteem
- fragmentatie in het systeem wordt tegengegaan en actoren en initiatieven onderling beter worden verbonden, over sector- en domeingrenzen heen;
- Partijen gestimuleerd worden te experimenteren en van elkaar te leren.
Consortium Een overtuigend projectvoorstel is belangrijk; maar een overtuigend consortium is minstens zo belangrijk. Wij zoeken een initiatief met partijen die in staat een complex voorstel met een programmatische opzet te vertalen naar een effectieve organisatiestructuur, waarbij deprojectdoelstellingen daadwerkelijk worden verwezenlijken en risico’s worden beheerst.
Leren en delen Wij willen initiatiefnemers de ruimte geven om te experimenteren. Het is nadrukkelijk onze bedoeling om ervaringen en leereffecten niet voor te behouden aan de projecteigenaren en onszelf, maar deze binnen het bredere innovatie-ecosysteem te delen om van elkaar te leren. Om dit mogelijk te maken vinden wij het belangrijk dat u dit uitgangspunt onderschrijft en er een proactieve rol in vervult We verwachten dat u een inhoudelijk monitoringsysteem opzet dat hier op stuurt.
Wij bieden u een bijdrage in de financiering van maximaal 70% van uw subsidiabele kosten.
Voor de verwezenlijking van onze doelstellingen hebben wij een budget beschikbaar van in totaal 4 (vier) miljoen euro. Dit bedrag wordt voor een deel gefinancierd uit het EFRO en voor een deel met cofinanciering van het Rijk (zogeheten Rijkscofinanciering).
Omdat ambities en doelstellingen vaak gerelateerd zijn aan het budget en wij de ambities van initiatiefnemers niet willen begrenzen, stellen wij vooraf geen absolute bovengrenzen aan de subsidie per project, anders dan de budgetgrens van deze uitvraag.
Zoals wij van u vragen relevante partners bij uw initiatief te betrekken, bieden wij u verbindingen met andere initiatieven die wij ondersteunen en partners in ons netwerk. Samen kan er nog meer synergie worden gecreëerd en kunnen er nog meer schaalvoordelen behaald worden.
Het is doorgaans niet eenvoudig om met meerdere partners een project te ontwikkelen dat niet alleen organisatorisch goed in elkaar zit, maar ook past binnen de kaders van deze uitvraag. De drie noordelijke provincies en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) bieden u graag ondersteuning tijdens dit proces.
U kunt bij vragen contact opnemen met provincies en het SNN via dit centrale telefoonnummer en mailadres:
Wat vragen wij van u? (Aanvraag)
Uw voorstel dient een logisch en samenhangend geheel te vormen. Dat - en alleen dat - wat nodig is om het project te kunnen realiseren kan onderdeel uitmaken van het project, rekening houdend met voorbehouden en algemene bepalingen opgenomen in deze uitvraag.
Voor projecten die vanuit deze uitvraag worden ondersteund geldt dat de einddatum van de projectperiode en de afronding van de projectactiviteiten in geen geval later kan liggen dan 30 september 2023. Dit is een uiterste datum. Uitstel tot na deze datum is niet mogelijk.
Bij de uitwerking van uw projectvoorstel dient u op overtuigende wijze te beargumenteren dat de voorziene einddatum haalbaar is. Houd bij de keuze van de einddatum en uw argumentatierekening met de eventualiteit dat de subsidie-technische beoordeling soms pas na besluitvorming kan worden afgerond. Vaak is dit sterk afhankelijk van de informatie die bij het indienen van de aanvraag is aangeleverd. Het is dus in uw belang om bij de aanvraag zo volledig mogelijk te zijn.
Tegelijkertijd bieden wij ruimte voor flexibiliteit in de projectuitvoering, waarbij een deel van de projectactiviteiten, onder helder af te spreken voorwaarden, gedurende de projectperiode specifiek wordt ingevuld.
In uw aanvraag dient u te omschrijven op welke manier en volgens welk tijdsschema de concretisering van projectactiviteiten tijdens de uitvoering plaatsvindt, hoe u dit monitort en hoe u (organisatorisch) borgt dat u hierbij binnen de kaders en voorwaarden van de subsidiebeschikking blijft.
Commitment is uitermate belangrijk voor ons. We willen in zee met een sterk projectconsortium dat een afspiegeling vormt van de Noord-Nederlandse kennisinstellingen op MBO, HBO en WO-niveau, waarbij elke partner zich committeert aan het project.
Inpasbaarheid Wij vragen u uw project zo op te zetten dat het binnen de kaders past die gelden voor financiële ondersteuning vanuit het EFRO.
Hoe werkt het? / Hoe verloopt het proces?
Vertegenwoordigers van de drie noordelijke provincies en het SNN bieden ondersteuning in de fase voor indiending van de aanvraag. Er bestaat een mogelijkheid om uw voorstel of projectschets in een vroegtijdig stadium, dat wil zeggen vóór indiening van een subsidieaanvraag, met de Deskundigencommissie te delen. Het voorleggen van een voorstel of projectschets vindt plaats in afstemming met de provincies en het SNN. Het gaat in dit geval niet om een pre-beoordeling, maar om een mogelijkheid om informeel een reflectie op uw projectvoorstel te ontvangen.
Elke subsidieaanvraag bestaat uit meerdere delen:
Aanvullende documenten, indien van toepassing Wij vragen per projectpartner een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, een actueel overzicht van de juridische organisatiestructuur, de meest recente jaarrekening, een mkb-toets en een ‘verklaring niet in financiële moeilijkheden’.
De documenten tezamen vormen uw subsidieaanvraag. De aanvraag dient u in via het EFRO-webportaal: https://www.efro-webportal.nl/.
Elke beoordeling begint met een compleetheidstoets. Een aanvraag waarbij niet alle stukken en informatie die nodig zijn voor de inhoudelijke en subsidie-technische beoordeling zijn meegestuurd, wordt niet in behandeling genomen.
De subsidie-technische beoordeling wordt gedaan door het SNN. Bij de inhoudelijke beoordeling wordt gebruik gemaakt van de externe Deskundigencommissie die voor ‘EFRO 2014-2020’ is ingesteld.
De inhoudelijke beoordeling vindt plaats door middel van een sterkte-zwakteanalyse, waarbij per project onderscheidende elementen de doorslag kunnen geven. De uitkomsten van de sterkte-zwakteanalyse worden bezien in relatie tot de hoogte van de gevraagde bijdrage.
De beoordeling wordt uitgedrukt in een kwalitatieve score die drie gradaties kent: voldoende, onvoldoende of neutraal. Aanvragen worden met één van deze drie scores als advies voorgelegd aan het Dagelijks Bestuur van het SNN (DB SNN). Een advies met de score ‘neutraal’ kan door de Deskundigencommissie worden gegeven als zij onderling niet tot een eensluidende beoordeling kan komen, of als zij zich niet in staat acht tot een afgewogen oordeel te komen.
Besluitvorming vindt plaats door het DB SNN.
Aanvragen waarover het DB SNN positief besluit worden gehonoreerd, voor zover verenigbaar met geldende wet- en regelgeving en tot zover het budget rijkt.
Het kan voorkomen dat de subsidie-technische beoordeling pas na besluitvorming kan worden afgerond. Het is in uw en ons belang dat u, indien nodig, alle medewerking verleent aan het snel afronden deze toets.
Na een positief besluit worden een concept-subsidiebeschikking (inclusief voorwaarden) en een concept-uitvoeringsovereenkomst opgesteld en met u besproken.
In de uitvoeringsovereenkomst worden de onderlinge afspraken vastgelegd die over de uitvoering van het project en de opvolging van voorwaarden uit de beschikking worden gemaakt.
Voor projecten waarbij de projectactiviteiten in de aanvraag nog niet volledig zijn uitgewerkt, worden in de overeenkomst afspraken vastgelegd over de concretisering tijdens de uitvoering van het project..
Deze uitvraag vertegenwoordigt voor ons een nieuwe manier van werken met meer ‘tailor made’ ondersteuning. Een dergelijke manier van werken impliceert een geringe afstand tussen initiatiefnemer en ondersteuner, in de aanvraag- én de uitvoeringsfase. Projecten die wij vanuit deze uitvraag ondersteunen willen wij tijdens de uitvoering nauwgezet volgen. Om mogelijkheden te bieden om, indien nodig, tijdig bij te sturen en om, in algemene en specifieke zin, leereffecten op te doen voor de toekomst.
Om de interactie tijdens de uitvoering te optimaliseren plannen we meerdere tussentijdse reflectiemomenten in, met het SNN en met de Deskundigencommissie. De inrichting van de interactie wordt onderdeel van de uitvoeringsovereenkomst.
Na wederzijdse instemming volgt ondertekening van de uitvoeringsovereenkomst en wordt de beschikking afgegeven. De uitvoeringsfase van het project begint.
Subsidies die vanuit deze ‘REACT EU’ - uitvraag worden verstrekt worden gefinancierd uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Dit fonds wordt in Noord-Nederland ingezet via het Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Noord-Nederland (OP EFRO). Daarnaast worden voor de financiering van subsidies gelden van het Rijk, zogeheten Rijkscofinanciering, gebruikt.
Voor subsidies vanuit EFRO en Rijkscofinanciering gelden in aanvulling op deze uitvoeringsregeling als juridische basis de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies (REES), de Uitvoeringswet EFRO en de Europese Kaderverordening.
Voor deze uitvraag wordt een aanvraag voor EFRO-subsidie tegelijkertijd beschouwd als een aanvraag voor Rijkscofinanciering. Rijkscofinanciering wordt onder dezelfde condities verstrekt als EFRO. Een begunstigde ontvangt één gecombineerde verleningsbeschikking.
De totale subsidie (EFRO en Rijkscofinanciering) die wordt verstrekt, bedraagt maximaal 70% van de totale voor subsidiëring in aanmerking komende kosten. Het percentage kan lager uitvallen als staatssteunkaders ons hiertoe dwingen.
De ondergrens voor de voor subsidiëring in aanmerking komende kosten volgt uit de REES.
Kosten komen voor subsidiëring in aanmerking als:
- er een direct en logisch verband is tussen de activiteiten waar de kosten betrekking op hebben en de resultaten die met het project en deze ‘REACT EU’-uitvraag worden beoogd;
- deze voldoen aan de beginselen van proportionaliteit, waarbij deze niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot het met de activiteiten waar de kosten betrekking op hebben, te dienen doel; de kosten als subsidiabele kosten in aanmerking komen op basis van de REES en de Europese Kaderverordening.
Subsidie kan worden aangevraagd door een samenwerkingsverband van natuurlijke rechtsvormen en rechtspersonen. Bij een samenwerkingsverband wordt de subsidie aangevraagd door een deelnemer aan het samenwerkingsverband, waarbij het project de instemming draagt van alle deelnemers van het samenwerkingsverband. De samenwerking dient te worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst, die door alle deelnemers wordt ondertekend.
De aanvrager van de subsidie geldt als penvoerder voor het project. De penvoerder is voor het SNN het aanspreekpunt voor het project en de partij aan wie het SNN de subsidie uitkeert. De penvoerder is verantwoordelijk voor het doorbetalen van subsidie aan andere deelnemers. Tenzij de penvoerder failliet is verklaard, in surséance van betaling verkeert, dan wel indien op hem de wet schuldsanering natuurlijke personen van toepassing is verklaard. De penvoerder dient aantoonbare kennis en ervaring te hebben met complexe subsidietrajecten en uitgebreide kennis te hebben (of beschikbaar te hebben op het gebied) van staatssteunregels. Afspraken hierover dienen in de samenwerkingsovereenkomst te worden vastgelegd.
Het subsidieplafond voor deze uitvoeringsregeling bedraagt 4 (vier) miljoen euro.
Voor deze uitvraag geldt als afbakening specifieke doelstelling E van het Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Noord-Nederland: “Bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en de voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de economie”. Aansluitend geldt dat projecten een specifiek doelstelling-overstijgend karakter dienen te hebben, in de zin dat wordt aangesloten bij de uitvraag in deze uitvoeringsregeling. Wat is uitgesloten?
- Projecten waarvan de activiteiten in essentie kunnen worden gerekend tot de reguliere verantwoordelijkheid van betrokken partijen;
- ‘Stand alone’ / ‘one off’-projecten waarvan de reikwijdte en impact niet groter is dan die van het project zelf;
- Projecten die bijdragen aan fragmentatie binnen het Noord-Nederlandse innovatie-ecosysteem.
- Projecten waarvan de duur van de impact afhangt van de duur van de subsidieondersteuning;
- Projecten waarbij de exploitatie van organisaties, instituten of intermediairs wordt (mede-)gefinancierd;
- Fysieke infrastructuurprojecten en projecten gericht op het ontwikkelen, verbeteren of uitbreiden van fysieke (innovatie-)infrastructuur;
- Projecten waarbij sprake is van de ontwikkeling of exploitatie van opleidings- of andersoortige trajecten (studenten, medewerkers, ondernemers of anderszins);
- Onderzoeksprojecten en projecten gericht op het ontwikkelen van onderzoeksprogramma’s of het uitvoeren van onderzoek;
Subsidieaanvragen voor deze openstelling kunnen worden ingediend in de periode van 23 augustus 2021 tot en met 15 oktober 2021 17:00 uur. Aanvragen die na 15 oktober 2021 17:00 uur zijn ingediend, worden afgewezen.
Ingediende voorstellen, die ontvankelijk zijn, worden inhoudelijk en subsidie-technisch beoordeeld. Aanvragen waarover het DB SNN positief besluit worden gehonoreerd, voor zover verenigbaar met geldende wet- en regelgeving en tot zover het budget rijkt.
Een subsidieaanvraag wordt zonder meer afgewezen als het DB SNN door toewijzing niet zou voldoen aan verplichtingen gesteld in de Europese Kaderverordening, of andere geldende wet- en regelgeving. Dit houdt onder andere in dat een aanvraag in ieder geval wordt afgewezen als:
- er onvoldoende vertrouwen bestaat in de technische of economische haalbaarheid van het project;
- door een aanvrager niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat het project financieel, ruimtelijk of anderszins, obstakelvrij is;
- niet aannemelijk is dat alle concrete acties (projectactiviteiten) volledig ten uitvoer kunnen worden gelegd voor de einddatum van het project, waarvoor als uiterste datum geldt 30 september 2023. Concrete acties zijn volledig ten uitvoer gelegd als alle activiteiten die leiden tot outputs en resultaten volledig zijn uitgevoerd;
- de aanvraag niet voldoet aan de waarborging van gelijke kansen en voorkoming van discriminatie en of het project negatieve effecten op het milieu kent;
- de aanvrager in financiële moeilijkheden verkeert.
Een subsidie wordt verstrekt voor de periode die nodig is voor de uitvoering van het project, waarbij de uiterste einddatum van de projectperiode in geen geval later kan liggen dan 30 september 2023.
Projecten die subsidie ontvangen uit deze uitvraag worden nauwgezet gemonitord op de haalbaarheid van de einddatum. De datum 31 december 2021 geldt in dit verband als een tussentijds ijkmoment. Als het totaal aan kosten dat per die datum is gerealiseerd achterblijft bij de verwachtingen en de subsidieontvanger niet aannemelijk kan maken dat opgelopen achterstanden tijdig kunnen worden ingelopen, dan kan het DB SNN besluiten de subsidiebeschikking in te trekken. In de beschikking kan een aanvullend tussentijds ijkmoment worden opgenomen, waarbij de voortgang en haalbaarheid van de projectdoelstellingen ter beoordeling worden voorgelegd aan de Deskundigencommissie. Bij een onvoldoende beoordeling behoudt het DB SNN zich het recht voor de subsidie voor de resterende projectduur in te trekken.
Alle projectkosten moeten zijn betaald binnen 13 weken na de einddatum van de projectperiode. Dit met uitzondering van eventuele accountantswerkzaamheden die verricht worden voor het verzoek tot definitieve vaststelling. Bij honorering van een subsidieaanvraag, komen kosten gemaakt vanaf de datum van indiening van de subsidieaanvraag voor subsidiëring in aanmerking. In uitzonderlijke gevallen kan het DB SNN hiervan afwijken, voor zover dit niet in strijd is met geldende wet- en regelgeving. Voorbereidingskosten of kosten die verband houden met het opstellen of indienen van de subsidieaanvraag, komen ook in dat geval niet voor subsidiëring in aanmerking.
In de beschikking tot subsidieverlening worden verplichtingen opgenomen ten aanzien van de uitvoering van het project. Dit kunnen verplichtingen zijn ten aanzien van de monitoring van het project, de frequentie van rapportages en het indienen van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie. Het DB SNN kan ook andere verplichtingen aan de subsidieontvanger opleggen. Uitwerkingen van deze verplichtingen worden nader vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst tussen subsidieontvanger en het DB SNN.
Besluit tot vaststelling van de uitvoeringsregeling
Deze uitvoeringsregeling voor het OP EFRO is vastgesteld door het DB SNN. Dit heeft zij gedaan in haar hoedanigheid van Management Autoriteit Noord-Nederland.
De uitvoeringsregeling wordt gepubliceerd en treedt in werking op 21 juni 2021 en werkt terug tot deze datum voor zover bekendmaking plaatsvindt na 21 juni 2021.
De uitvoeringsregeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling ‘REACT EU: Innovatie-ecosysteem Kennisinstellingen’.
Links naar wet- en regelgeving:
Europese Kaderverordening Vo. 1303/2013:
http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2013:347:0320:0469:NL:PDF
Verordening (EU) 2020/2221 van het Europees Parlement en de Raad van 23 december 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (REACT-EU): https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32020R2221&qid=1622960895297&from=NL
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies:
https://wetten.overheid.nl/BWBR0036758/2019-02-01
http://www.snn.eu/upload/documenten/subsidies/efro-2014-2020-wet-en-regelgeving/uitvoeringswet-efro.pdf
Uitvoeringsregeling EFRO programmaperiode 2014–2020:
http://www.snn.eu/upload/documenten/subsidies/efro-2014-2020-wet-en-regelgeving/uitvoeringsregeling-efro.pdf
Algemene Groepsvrijstellingsverordening Vo. 651/2014:
http://www.snn.eu/upload/documenten/subsidies/efro-2014-2020-wet-en-regelgeving/agvv.pdf
(EFRO-subsidie tegelijkertijd aanvraag Rijkscofinanciering)
Deze bepaling geldt op grond van artikel 5.3.1 van de REES.
(Voor subsidie in aanmerking komende kosten)
Het gaat hier om kosten die voor subsidiëring in aanmerking komen op grond van artikel 1.3 van de REES en voorschriften in artikel 69 van Vo. 1303/2013.
Het gaat om volgorde van ontvangst zoals bedoeld in artikel 5.2.7. van de REES.
Gedoeld wordt op ‘ondernemingen in moeilijkheden’ volgend uit Vo. 1301/2013.
NB: Het betreft hier geen uitputtende lijst met wet- en regelgeving die van toepassing zou kunnen zijn op uw aanvraag.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2021-488.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.