REACT EU: Benutten kansen RIS3 transities

 

Waar zijn we naar op zoek?

In onze RIS3 voor Noord-Nederland voor 2021-2027 hebben wij vier transities benoemd die gerelateerd zijn aan bestaande competenties en die in deze regio kunnen leiden tot nieuwe innovaties en specialisaties:  1. Van een lineaire naar een circulaire economie; 2. Van fossiele naar hernieuwbare energie; 3. Van zorg naar (duurzame[1]) gezondheid, en 4. Van analoog naar digitaal.[2]

Vanuit deze uitvraag willen wij consortia, die vanuit een integrale visie werken aan het benutten van ontwikkelkansen die een of meerdere van de RIS3 transities bieden, ondersteunen bij het creëren van ontbrekende schakels in die visie. Concreet gaat om het initiatieven die bijdragen aan de ontwikkeling van waardenketens, verdienmodellen en ecosystemen rond kansen die zich voordoen binnen de Transities. We zoeken naar initiatieven die een logisch en noodzakelijk onderdeel zijn van een meerjarige visie die aansluit bij de visie van onze RIS3 en, daarmee, een potentiële impact hebben die het initiatief waarvoor REACT EU-subsidie wordt gevraagd, ruimschoots overstijgt. We zoeken initiatieven met een verbindend karakter, initiatieven die het in zich hebben een reeks samenhangende innovaties voort te brengen; innovaties die in onderlinge samenhang kunnen uitgroeien tot economische sterktes van Noord-Nederland en daarmee de toekomstbestendigheid van de regio helpen vergroten.

Bij deze uitvraag geldt dat ‘groen’ en ‘digitaal’ kernbegrippen zijn. We zoeken voorstellen die binnen elke transitie waarop wordt ingespeeld, de verbinding weten te leggen met vergroening en digitalisering.

De EC heeft bepaald dat REACT EU een kortdurend programma is, dat uiterlijk eind 2023 helemaal moet zijn afgerond. Voor initiatiefnemers betekent dit dat projecten een uitvoeringstermijn kunnen hebben die niet langer is dan twee jaren. Mede vanwege de korte duur vervult REACT EU voor ons een brugfunctie naar ‘2021-2027’. Wij kunnen ons voorstellen dat het initiatief dat u indient, ook voor u een brugfunctie vervult in het realiseren van uw visie en het benutten van ondersteuningsmogelijkheden hiervoor. Om dit te faciliteren hebben wij een mogelijkheid gecreëerd dat een voorstel dat op deze uitvraag wordt ingediend, niet de gehele ‘kop en staart’ omvat. Is dat het geval, dan is het des te belangrijker dat de integrale visie achter het initiatief en het realiseren van ‘de staart’, volledig en overtuigend wordt neergezet.

Experimentele acties kunnen onderdeel uitmaken van de aanpak, mits logisch en overtuigend onderbouwd. Evaluatie en kennisdeling vinden wij hierbij van wezenlijk belang.  

Wat maakt een project een goed project?

‘Niet de weg maar de eindbestemming’ (het doel) staat voor ons centraal. De uitdaging die we bij u neerleggen is om ons ervan te overtuigen dat de weg die u kiest de meeste kans biedt op resultaat. Concreet betekent dit dat uw projectaanvraag in de kern wordt beoordeeld op de bijdrage aan de doelstellingen zoals wij deze in de uitvraag hebben geformuleerd en rechtstreeks samenhangen met doelstellingen van de RIS3 2021-2027. Dit betekent dat wij op voorhand geen afbakening maken naar een type project dat wel of niet in aanmerking komt, of naar een soort activiteit die wel of geen subsidie verdient. Als overheid pretenderen wij namelijk niet op voorhand exact te weten welke projectvorm de meest betekenisvolle initiatieven kan voortbrengen, noch de manier waarop het project het meest effectief zou kunnen worden georganiseerd. De bal ligt dus bij u. Hoe hechter het verband tussen uw doel en ons doel des te groter de kans dat uw aanvraag wordt gehonoreerd.

Hoe kan uw project zich onderscheiden? Wat vinden wij belangrijk?

- Integrale benadering We zoeken projecten die zijn opgezet vanuit een sterke, strategische visie en een integrale benadering. De visie wordt in het voorstel overtuigend uiteengezet.

- Blijvende impact We zoeken projecten met betekenis; projecten die structurele veranderingen teweeg kunnen brengen, projecten met een overtuigende visie op de fase na de subsidieperiode.

- Business gerichtheid Het benutten van kansen en het realiseren van nieuwe waardenketens, verdienmodellen en ecosystemen, relateren we expliciet aan nieuwe business.

- Samenhang en samenwerking Samenhang en samenwerking staan bij ons voorop. We zoeken projecten die een coherent geheel aan activiteiten presenteren.

- Breed draagvlak, op Noordelijke schaal

We vragen dat partijen die logischerwijs bij uw initiatief betrokken behoren te zijn, dat ook daadwerkelijk zijn.

- Verbeterd innovatie-ecosysteem Wij willen dat uw project bijdraagt aan een beter functionerend Noord-Nederlands innovatie-ecosysteem. Dat wil zeggen dat er, nog meer dan nu het geval is, een creatief klimaat ontstaat waarin:

partijen getriggerd worden om kansen die uit Transities ontstaan, te herkennen en te benutten;

nieuwe ideeën tot betekenisvolle innovaties uitgroeien, ook uit onverwachte hoek;

bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties zich in een open context structureel met elkaar weten te verbinden en zich bezighouden met vernieuwing;

actoren en initiatieven onderling beter worden verbonden, over sector- en domeingrenzen heen;

de afstand tussen partijen wordt verkleind, in het bijzonder de afstand tot het mkb.

meer mkb’ers onderdeel uitmaken van het innovatie-ecosysteem

Partijen gestimuleerd worden te experimenteren en van elkaar te leren.  

 

- Consortium Een overtuigend projectvoorstel is belangrijk; maar een overtuigend consortium is minstens zo belangrijk. Wij zoeken partijen die in staat zijn de projectdoelstellingen daadwerkelijk te verwezenlijken en de risico’s, die inherent zijn aan innoveren, weten te beheersen. Bij de samenstelling van het consortium hoeft u zich niet te beperken tot Noord-Nederland. Wij beoordelen een project niet op de herkomst van partijen, maar op de toegevoegde waarde voor Noord-Nederland.

- Leren en delen We zoeken initiatieven waarbij het realiseren van leereffecten en het delen van ervaringen en resultaten een wezenlijk onderdeel vormen van de projectopzet. We verwachten dat projecten een inhoudelijk monitoringsysteem bevatten dat hier op stuurt.

Wat zoeken we niet? Wat is uitgesloten?

- Projecten waarvan de activiteiten in essentie kunnen worden gerekend tot de reguliere verantwoordelijkheid van betrokken partijen;

- ‘Stand alone’ / ‘one off’-projecten waarvan de reikwijdte en impact niet groter is dan die van het project zelf;

- Projecten die bijdragen aan fragmentatie binnen het Noord-Nederlandse innovatie-ecosysteem.

- Projecten waarvan de duur van de impact afhangt van de duur van de subsidieondersteuning;

- Projecten waarbij de exploitatie van organisaties, instituten of intermediairs wordt (mede-)gefinancierd;

- Fysieke infrastructuurprojecten en projecten gericht op het ontwikkelen, verbeteren of uitbreiden van fysieke (innovatie-)infrastructuur;

- Projecten waarbij sprake is van de ontwikkeling of exploitatie van opleidings- of andersoortige trajecten (studenten, medewerkers, ondernemers of anderszins);

- Onderzoeksprojecten en projecten gericht op het ontwikkelen van onderzoeksprogramma’s of het uitvoeren van onderzoek;

- Haalbaarheidsstudies.

Wat bieden wij?

Subsidie

Wij bieden u een bijdrage in de financiering van maximaal 60% van uw subsidiabele kosten.

Budget en projectomvang

Voor de verwezenlijking van onze doelstellingen hebben wij een budget beschikbaar van in totaal 6 (zes) miljoen euro. Dit bedrag wordt voor een deel gefinancierd uit het EFRO en voor een deel met cofinanciering van het Rijk (zogeheten Rijkscofinanciering).

Voor voorstellen die vanuit deze uitvraag worden gehonoreerd hanteren wij een absolute bovengrens van 1,5 miljoen euro subsidie per project.

Ons netwerk en ondersteuning

Zoals wij van u vragen relevante partners bij uw initiatief te betrekken, bieden wij u verbindingen met andere initiatieven die wij ondersteunen en partners in ons netwerk. Samen kan er nog meer synergie worden gecreëerd en kunnen er nog meer schaalvoordelen behaald worden.

Het is doorgaans niet eenvoudig om met meerdere partners een project te ontwikkelen dat niet alleen organisatorisch goed in elkaar zit, maar ook past binnen de kaders van deze uitvraag. De drie noordelijke provincies, op inhoud, en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN), op subsidie-technisch vlak, bieden u graag ondersteuning tijdens dit proces. Afstemming vooraf vergroot doorgaans de kans op succes van een aanvraag en de snelheid van afhandeling.

U kunt hiervoor contact opnemen met provincies en het SNN via dit centrale telefoonnummer en mailadres, waarna u zo spoedig mogelijk in contact wordt gebracht met een medewerker van een van de provincies of het SNN:

Telefoon: 050-5224900

E-mail: reacteu@snn.nl

Aanvullend wijzen wij u met enthousiasme op de mogelijkheid om uw projectidee of -voorstel met ‘peers’ te bespreken aan de Matrixtafel. Onze ervaring is dat dergelijke gesprekken de kwaliteit van projectvoorstellen doorgaans ten goede komen.

Voor informatie over bijeenkomsten van de Matrixtafel verwijzen wij u ook naar bovenstaand telefoonnummer en mailadres.  

Wat vragen wij van u? (Aanvraag)

Logisch geheel

Uw voorstel dient een logisch en samenhangend geheel te vormen. Dat - en alleen dat - wat nodig is om het project te kunnen realiseren kan onderdeel uitmaken van het project, rekening houdend met voorbehouden en algemene bepalingen opgenomen in deze uitvraag.

Haalbaarheid

Voor alle projecten die vanuit deze uitvraag worden ondersteund geldt dat de einddatum van de projectperiode en de afronding van de projectactiviteiten in geen geval later kan liggen dan 30 september 2023. Dit is een uiterste datum. Uitstel tot na deze datum is niet mogelijk.

Bij de uitwerking van uw projectvoorstel dient u op overtuigende wijze te beargumenteren dat de voorziene einddatum haalbaar is. Houd bij de keuze van de einddatum en uw argumentatie rekening met de eventualiteit dat de subsidie-technische beoordeling soms pas na besluitvorming kan worden afgerond. Vaak is dit sterk afhankelijk van de informatie die bij het indienen van de aanvraag is aangeleverd. Het is dus in uw belang om bij de aanvraag zo volledig mogelijk te zijn.

Flexibiliteit

Tegelijkertijd bieden wij ruimte voor flexibiliteit in de projectuitvoering, waarbij een deel van de projectactiviteiten, onder helder af te spreken voorwaarden, gedurende de projectperiode specifiek wordt ingevuld. Een beroep op de ‘flexibiliteits-optie’ dient in de aanvraag te worden gedaan en overtuigend te worden gemotiveerd. Hierbij dient u te omschrijven op welke manier en volgens welk tijdsschema de concretisering van projectactiviteiten tijdens de uitvoering plaatsvindt, hoe u dit monitort en hoe u (organisatorisch) borgt dat u hierbij binnen de kaders en voorwaarden van de subsidiebeschikking blijft.

Kans op succes

Commitment is uitermate belangrijk voor ons. We willen in zee met een sterk projectconsortium dat wordt gevormd door professionele organisaties. U dient ons ervan te overtuigen dat uw consortium bij uitstek geschikt is om het project tot een succes te maken. Het definitief samenstellen van het consortium kan vallen onder de ‘flexibiliteits-optie’.

Inpasbaarheid Wij vragen u uw project zo op te zetten dat het binnen de kaders past die gelden voor financiële ondersteuning vanuit het EFRO. Zo betekent subsidie verstrekken overheidssteun geven. Wij mogen deze alleen verlenen als de steun niet in strijd is met Europese Mededingingsregels. U dient ons ervan te overtuigen dat uw initiatief niet marktverstorend zal werken. Indien u zelf niet de benodigde expertise in huis heeft, adviseren wij u met klem om onafhankelijk extern advies in te winnen en hier vóór de indiening van de aanvraag met het SNN over af te stemmen.

Hoe werkt het? / Hoe verloopt het proces?

Voortraject

Bovengenoemde contactpersonen van de provincies en het SNN kunnen u informeel van advies voorzien in de fase voor indiending van de aanvraag. Daarnaast is er de Matrixtafel voor reflectie en advies door ‘peers’. Reflectie vragen aan de Deskundigencommissie is bij deze uitvraag niet mogelijk.

Subsidieaanvraag

Elke subsidieaanvraag bestaat uit meerdere delen:

  • 1.

    Het projectplan Met het projectplan, dat geen voorgeschreven format kent, dient u ons te overtuigen op inhoud, haalbaarheid, kans op succes en uitvoerbaarheid. Wij vinden het belangrijk dat u in het projectplan helder, overtuigend en bondig formuleert en beargumenteert. Wij dringen er bij u op aan het projectplan beslaat uit niet meer dan 30 pagina’s te laten bestaan (normaal lettertype, Verdana 9 met reguliere regelafstand en marges). U kunt additioneel een bijlage toevoegen, bijvoorbeeld als achtergrondinformatie of ter onderbouwing van het projectplan. Maar let op, primair wordt de informatie die u in het projectplan opneemt, gebruikt voor de beoordeling van uw project.

  • 2.

    De begroting

    De begroting kent geen voorgeschreven format. U kunt het format gebruiken dat op de SNN-website staat. In de begroting geeft u zo specifiek mogelijk inzicht in het geraamde aantal uren en de gehanteerde tarieven.

  • 3.

    Het aanvraagformulier Met uw antwoorden in het aanvraagformulier kunt u ons ervan verzekeren dat uw project binnen de subsidie-technische kaders past.

  • 4.

    Staatssteunadvies Wij vragen om een professioneel opgesteld advies waaruit overtuigend blijkt dat uw initiatief niet marktverstorend zal werken.

  • 5.

    Aanvullende documenten, indien van toepassing Wij vragen per projectpartner een uittreksel uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel, een actueel overzicht van de juridische organisatiestructuur, de meest recente jaarrekening, een mkb-toets en een ‘verklaring niet in financiële moeilijkheden’.

De documenten tezamen vormen uw subsidieaanvraag. De aanvraag dient u in via het EFRO-webportaal: https://www.efro-webportal.nl/.

Beoordeling

Elke beoordeling begint met een compleetheidstoets. Aanvragen waarbij niet alle stukken en informatie die nodig zijn voor de inhoudelijke en subsidie-technische beoordeling zijn meegestuurd, worden afgewezen.

De subsidie-technische beoordeling wordt gedaan door het SNN. Bij de inhoudelijke beoordeling wordt gebruik gemaakt van de externe Deskundigencommissie die voor ‘EFRO 2014-2020’ is ingesteld.

De inhoudelijke beoordeling omvat zowel een individuele beoordeling als een vergelijk met andere ingediende voorstellen. De beoordeling vindt plaats door middel van een kwalitatieve sterkte-zwakteanalyse, waarbij per project onderscheidende elementen de doorslag kunnen geven. De uitkomsten van de sterkte-zwakteanalyse worden bezien in relatie tot de hoogte van de gevraagde bijdrage.

De uitkomsten van de beoordeling worden uitgedrukt in scores: ‘onvoldoende’ als het voorstel minder dan 70 punten scoort; ‘voldoende’ bij 70-79 punten, ‘goed’ bij 80-89 punten en ‘uitmuntend’ bij ‘90-100 punten. Op basis van de puntenscores worden de voorstellen gerankt. De als hoogst scorende voorstellen, die minimaal als ‘voldoende’ zijn beoordeeld, worden voorgedragen voor subsidie, voor zover verenigbaar met geldende wet- en regelgeving en tot zover het budget reikt.  

Besluitvorming

Besluitvorming vindt plaats door het Dagelijks Bestuur van het SNN (DB SNN).

Het kan voorkomen dat de subsidie-technische beoordeling pas na besluitvorming kan worden afgerond. Het is in uw en ons belang dat u, indien nodig, alle medewerking verleent aan het snel afronden deze toets.

Beschikking

Na een positief besluit worden een concept-subsidiebeschikking (inclusief voorwaarden) en een concept-uitvoeringsovereenkomst opgesteld en met u besproken.

In de uitvoeringsovereenkomst worden de onderlinge afspraken vastgelegd die over de uitvoering van het project en de opvolging van voorwaarden uit de beschikking worden gemaakt. Voor projecten die gebruik maken van de ‘flexibiliteits-optie’ worden in de overeenkomst afspraken vastgelegd over de concretisering van activiteiten tijdens de uitvoering en de monitoring daarvan door het SNN.

Na instemming volgt ondertekening van de uitvoeringsovereenkomst en wordt de beschikking afgegeven. De uitvoeringsfase van het project begint.

Nadere bepalingen

Subsidie

Subsidies die vanuit deze ‘REACT EU’-uitvraag worden verstrekt worden gefinancierd uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Dit fonds wordt in Noord-Nederland ingezet via het Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Noord-Nederland (OP EFRO). Daarnaast worden voor de financiering van subsidies gelden van het Rijk, zogeheten Rijkscofinanciering, gebruikt.

Voor subsidies vanuit EFRO en Rijkscofinanciering gelden in aanvulling op deze uitvoeringsregeling als juridische basis de Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies (REES), de Uitvoeringswet EFRO en de Europese Kaderverordening.

Voor deze uitvraag wordt een aanvraag voor EFRO-subsidie tegelijkertijd beschouwd als een aanvraag voor Rijkscofinanciering. Rijkscofinanciering wordt onder dezelfde condities verstrekt als EFRO. Een begunstigde ontvangt één gecombineerde verleningsbeschikking.

De totale subsidie (EFRO en Rijkscofinanciering) die wordt verstrekt, bedraagt maximaal 60% van de totale voor subsidiëring in aanmerking komende kosten. Het percentage kan lager uitvallen als staatssteunkaders ons hiertoe dwingen.

De ondergrens voor de voor subsidiëring in aanmerking komende kosten volgt uit de REES.

Kosten komen voor subsidiëring in aanmerking als:  

  • 1.

    er een direct en logisch verband is tussen de activiteiten waar de kosten betrekking op hebben en de resultaten die met het project en deze ‘REACT EU’-uitvraag worden beoogd;

  • 2.

    deze voldoen aan de beginselen van proportionaliteit, waarbij deze niet onevenredig mogen zijn in verhouding tot het met de activiteiten waar de kosten betrekking op hebben, te dienen doel; de kosten als subsidiabele kosten in aanmerking komen op basis van de REES en de Europese Kaderverordening.

Subsidieaanvrager

Subsidie kan worden aangevraagd door een samenwerkingsverband van natuurlijke rechtsvormen en rechtspersonen. Bij een samenwerkingsverband wordt de subsidie aangevraagd door een deelnemer aan het samenwerkingsverband, waarbij het project de instemming draagt van alle deelnemers van het samenwerkingsverband. De samenwerking dient te worden vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst, die door alle deelnemers wordt ondertekend.

Penvoerderschap

De aanvrager van de subsidie geldt als penvoerder voor het project. De penvoerder is voor het SNN het aanspreekpunt voor het project en de partij aan wie het SNN de subsidie uitkeert. De penvoerder is verantwoordelijk voor het doorbetalen van subsidie aan andere deelnemers. Tenzij de penvoerder failliet is verklaard, in surséance van betaling verkeert, dan wel indien op hem de wet schuldsanering natuurlijke personen van toepassing is verklaard. De penvoerder dient aantoonbare kennis en ervaring te hebben met complexe subsidietrajecten en uitgebreide kennis te hebben (of beschikbaar te hebben op het gebied) van staatssteunregels. Afspraken hierover dienen in de samenwerkingsovereenkomst te worden vastgelegd.

Subsidieplafond

Het subsidieplafond voor deze uitvoeringsregeling bedraagt 6 (zes) miljoen euro.

Afbakening

Voor deze uitvraag geldt als afbakening specifieke doelstelling E van het Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Noord-Nederland: “Bevordering van het crisisherstel in de context van de COVID-19-pandemie en de voorbereiding van een groen, digitaal en veerkrachtig herstel van de economie”. Aansluitend geldt dat projecten een specifiek doelstelling-overstijgend karakter dienen te hebben, in de zin dat wordt aangesloten bij de uitvraag in deze uitvoeringsregeling.

Openstellingsperiode

Subsidieaanvragen voor deze openstelling kunnen worden ingediend in de periode van 21 juni 2021 tot en met 13 september 2021 17.00 uur. Aanvragen die na 13 september 2021 17.00 uur zijn ingediend, worden afgewezen.

Wijze van projectselectie

Ingediende voorstellen, die compleet zijn worden inhoudelijk en subsidie-technisch op eigen merites beoordeeld én ten opzichte van andere ingediende voorstellen beoordeeld en gerankt. De best scorende voorstellen, met een minimaal voldoende beoordeling, ontvangen subsidie, voor zover verenigbaar met geldende wet- en regelgeving en tot zover het budget reikt. Aanvragen met een onvoldoende beoordeling worden afgewezen.

REACT EU maakt formeel deel uit van het programma EFRO 2014-2020. Aanvragen voor EFRO worden in dit programma standaard beoordeeld op vijf criteria:  

  • 1.

    Bijdrage aan de doelstellingen van het programma

  • 2.

    2. Mate van innovativiteit;

  • 3.

    Kwaliteit van de business case;

  • 4.

    Kwaliteit van de aanvraag;

  • 5.

    Duurzame ontwikkeling.

 

Voor deze uitvraag zijn de criteria zijn als volgt uitgewerkt:  

  • 1.

    De mate waarin het project bijdraagt aan de doelstellingen van deze uitvraag  Hierbij wordt met name gelet op de volgende elementen, zoals beschreven in de uitvraag:  

     

    - Het benutten van kansen die de RIS3 Transities bieden door het realiseren van nieuwe waardenketens, verdienmodellen en ecosystemen;

    - Integrale benadering;

    - Blijvende impact;

    - Samenhang en samenwerking;

    - Breed draagvlak, op Noordelijke schaal;

    - Verbeterd innovatie-ecosysteem;

    - Vergroening en digitalisering  

    2. De mate van innovativiteit

    Dit criterium is als integraal onderdeel van de bijdrage aan de doelstellingen van de uitvraag meegenomen onder criterium 1.  

     

    3. Business gerichtheid 

    Het gaat hierbij om het economisch perspectief: de mate waarin het project een koppeling legt tussen het benutten van kansen, het realiseren van nieuwe waardenketens, verdienmodellen en ecosystemen en het tot stand brengen van nieuwe business.  

     

    4 De kwaliteit van de aanvraag 

    Het gaat hierbij om de overtuigingskracht van de aanvraag: elementen waaruit blijkt dat de initiatiefnemers in staat zijn het project succesvol te managen en de projectdoelstellingen te behalen. Hierbij wordt met name gelet op de logica van en de samenhang tussen de verschillende projectonderdelen, de kwaliteit van het consortium, de kwaliteit van het inhoudelijk monitoringssysteem en de manier waarop het realiseren van leereffecten en het delen van ervaringen en resultaten zijn verankerd in dit systeem.  

    5. Duurzame ontwikkeling 

    Het gaat hierbij de om mate waarin het project een verbinding weet te leggen met vergroening en digitalisering en daarmee, toekomstgerichtheid. Dit criterium wordt als integraal onderdeel van de bijdrage aan de doelstellingen van de uitvraag meegenomen onder criterium 1.

 

De beoordelingscriteria worden in eerste instantie kwalitatief beoordeeld waarbij verschillende gradaties mogelijk zijn: “uitmuntend”, “goed”, “voldoende”, of “onvoldoende”. Deze beoordeling wordt omgezet in een puntenbeoordeling.  

 

1. Voor criterium 1 kunnen maximaal 35 punten worden behaald met de volgende verdeling:

- uitmuntend = 35 punten

- goed = 30 punten

- voldoende = 25 punten

- onvoldoende = 0 punten  

2. Voor criterium 2 kunnen maximaal 0 punten worden behaald.  

3. Voor criterium 3 kunnen maximaal 33 punten worden behaald met de volgende verdeling:

- uitmuntend = 33 punten

- goed = 25 punten

- voldoende = 23 punten

- onvoldoende = 0 punten

4. Voor criterium 4 kunnen maximaal 32 punten worden behaald met de volgende verdeling:

- uitmuntend = 32 punten

- goed = 25 punten

- voldoende = 22 punten

- onvoldoende = 0 punten

5. Voor criterium 5 kunnen maximaal 0 punten worden behaald.

 

Het DB SNN rangschikt de aanvragen waarop niet afwijzend is beslist hoger, naarmate er in totaal meer punten aan het project zijn toegekend.

Afwijzen van een aanvraag:

Een subsidieaanvraag wordt zonder meer afgewezen als het DB SNN door toewijzing niet zou voldoen aan verplichtingen gesteld in Verordening 1303/2013 (de Europese Kaderverordening), of andere geldende wet- en regelgeving. Dit houdt onder andere in dat een aanvraag in ieder geval wordt afgewezen als:

- er onvoldoende vertrouwen bestaat in de technische of economische haalbaarheid van het project;

- door een aanvrager niet voldoende aannemelijk is gemaakt dat het project financieel, ruimtelijk of anderszins, obstakelvrij is;

- niet aannemelijk is dat alle concrete acties (projectactiviteiten) volledig ten uitvoer kunnen worden gelegd voor de einddatum van het project, waarvoor als uiterste datum geldt 30 september 2023. Concrete acties zijn volledig ten uitvoer gelegd als alle activiteiten die leiden tot outputs en resultaten volledig zijn uitgevoerd;

- de aanvraag niet voldoet aan de waarborging van gelijke kansen en voorkoming van discriminatie en of het project negatieve effecten op het milieu kent;

- de aanvrager in financiële moeilijkheden verkeert.

Subsidieduur en kosten

Een subsidie wordt verstrekt voor de periode die nodig is voor de uitvoering van het project, waarbij de uiterste einddatum van de projectperiode in geen geval later kan liggen dan 30 september 2023.

Projecten die subsidie ontvangen uit deze uitvraag worden nauwgezet gemonitord op de haalbaarheid van de einddatum. De datum 31 december 2021 geldt in dit verband als een tussentijds ijkmoment. Als het totaal aan kosten dat per die datum is gerealiseerd achterblijft bij de verwachtingen en de subsidieontvanger niet aannemelijk kan maken dat opgelopen achterstanden tijdig kunnen worden ingelopen, dan kan het DB SNN besluiten de subsidiebeschikking in te trekken.

In de beschikking kan een aanvullend tussentijds ijkmoment worden opgenomen, waarbij de voortgang en haalbaarheid van de projectdoelstellingen ter beoordeling worden voorgelegd aan de Deskundigencommissie. Bij een onvoldoende beoordeling behoudt het DB SNN zich het recht voor de subsidie voor de resterende projectduur in te trekken.

Alle projectkosten moeten zijn betaald binnen 13 weken na de einddatum van de projectperiode. Dit met uitzondering van eventuele accountantswerkzaamheden die verricht worden voor het verzoek tot definitieve vaststelling.

Bij honorering van een subsidieaanvraag, komen kosten gemaakt vanaf de datum van indiening van de subsidieaanvraag voor subsidiëring in aanmerking. Slechts in uitzonderlijke gevallen kan het DB SNN hiervan afwijken, voor zover dit niet in strijd is met geldende wet- en regelgeving. Voorbereidingskosten of kosten die verband houden met het opstellen of indienen van de subsidieaanvraag, komen ook in dat geval niet voor subsidiëring in aanmerking.

Uitvoeringsovereenkomst

In de beschikking tot subsidieverlening worden verplichtingen opgenomen ten aanzien van de uitvoering van het project. Dit kunnen verplichtingen zijn ten aanzien van de monitoring van het project, de frequentie van rapportages en het indienen van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie. Het DB SNN kan ook andere verplichtingen aan de subsidieontvanger opleggen. Uitwerkingen van deze verplichtingen worden nader vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst tussen subsidieontvanger en het DB SNN.

Besluit tot vaststelling van de uitvoeringsregeling

Deze uitvoeringsregeling voor het OP EFRO is vastgesteld door het DB SNN. Dit heeft zij gedaan in haar hoedanigheid van Management Autoriteit Noord-Nederland.

De uitvoeringsregeling wordt gepubliceerd en treedt in werking op 21 juni 2021 en werkt terug tot deze datum voor zover bekendmaking plaatsvindt na 21 juni 2021.

De uitvoeringsregeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling ‘REACT EU: Benutten kansen RIS3 transities’

Links naar wet- en regelgeving:

Europese Kaderverordening Vo. 1303/2013:

http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2013:347:0320:0469:NL:PDF

Verordening (EU) 2020/2221 van het Europees Parlement en de Raad van 23 december 2020 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 (REACT EU): https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32020R2221&qid=1622960895297&from=NL

Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies:

https://wetten.overheid.nl/BWBR0036758/2019-02-01

Uitvoeringswet EFRO:

http://www.snn.eu/upload/documenten/subsidies/efro-2014-2020-wet-en-regelgeving/uitvoeringswet-efro.pdf

Uitvoeringsregeling EFRO programmaperiode 2014–2020:

http://www.snn.eu/upload/documenten/subsidies/efro-2014-2020-wet-en-regelgeving/uitvoeringsregeling-efro.pdf

Algemene Groepsvrijstellingsverordening Vo. 651/2014:

http://www.snn.eu/upload/documenten/subsidies/efro-2014-2020-wet-en-regelgeving/agvv.pdf

(EFRO-subsidie tegelijkertijd aanvraag Rijkscofinanciering)

Deze bepaling geldt op grond van artikel 5.3.1 van de REES.

(Voor subsidie in aanmerking komende kosten)

Het gaat hier om kosten die voor subsidiëring in aanmerking komen op grond van artikel 1.3 van de REES en voorschriften in artikel 69 van Vo. 1303/2013.

(Beoordeling op basis van..)

Het gaat om volgorde van ontvangst zoals bedoeld in artikel 5.2.7. van de REES.

(Financiële moeilijkheden)

Gedoeld wordt op ‘ondernemingen in moeilijkheden’ volgend uit Vo. 1301/2013.

NB: Het betreft hier geen uitputtende lijst met wet- en regelgeving die van toepassing zou kunnen zijn op uw aanvraag.

[1] In de RIS3 is hiervoor het begrip ‘positieve gezondheid’ gebruikt. Op basis van voortschrijdend inzicht is gebleken dat ‘duurzaam’ de lading beter dekt.

[2] Zie ook bijlage ‘RIS3 Transities’.

 

 

Naar boven