Besluit van het dagelijks bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie Noordelijk Belastingkantoor houdende regels omtrent het aanwijzen van ambtenaren (Aanwijzingsbesluit Noordelijk Belastingkantoor)

HET BESTUUR VAN HET NOORDELIJK BELASTINGKANTOOR;

Gelet op de artikelen 1, tweede lid, en 30, achtste lid, van de Wet waardering onroerende zaken; artikel 232, vierde lid, van de Gemeentewet; artikel 124, vijfde lid, van de Waterschapswet; de artikelen 47, 49, 50, 51, 53a, 56, 63 en 66 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen; de artikelen 58, 60 en 63a van de Invorderingswet 1990; de artikelen 14 tot en met 18 van de Gemeenschappelijke Regeling Noordelijk Belastingkantoor;

 

BESLUIT:

Het Aanwijzingsbesluit WOZ-ambtenaar, heffingsambtenaar, invorderingsambtenaar, belastingambtenaren en belastingdeurwaarder vast te stellen.

Artikel 1  

  • 1.

    De manager Backoffice van het Noordelijk Belastingkantoor wordt aangewezen als de ambtenaar belast met de uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken bedoeld in de artikelen 1, tweede lid, en 30, achtste lid, van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ-ambtenaar) van de aan het Noordelijk Belastingkantoor deelnemende gemeenten.

  • 2.

    De manager Backoffice wordt aangewezen als de ambtenaar bedoeld in artikel 232, vierde lid, onder a, van de Gemeentewet en artikel 124, vijfde lid, onder a, van de Waterschapswet (heffingsambtenaar) van de aan het Noordelijk Belastingkantoor deelnemende gemeenten en waterschappen.

  • 3.

    De manager Frontoffice wordt aangewezen als de ambtenaar bedoeld in artikel 232, vierde lid, onder b, van de Gemeentewet en artikel 124, vijfde lid, onder b, van de Waterschapswet (invorderingsambtenaar) van de aan het Noordelijk Belastingkantoor deelnemende gemeenten en waterschappen.

Artikel 2  

Alle ambtenaren van het Noordelijk Belastingkantoor worden aangewezen als ambtenaar bedoeld in artikel 232, vierde lid, onder c, van de Gemeentewet en artikel 124, vijfde lid, onder c, van de Waterschapswet (belastingambtenaar) van de aan het Noordelijk Belastingkantoor deelnemende gemeenten en waterschappen.

Artikel 3  

Alle ambtenaren van het team Dwanginvordering van het Noordelijk Belastingkantoor worden aangewezen als ambtenaar bedoeld in artikel 232, vierde lid, onder d, van de Gemeentewet en artikel 124, vijfde lid, onder d, van de Waterschapswet (belastingdeurwaarder) van de aan het Noordelijk Belastingkantoor deelnemende gemeenten en waterschappen.

Artikel 4  

  • 1.

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 8 februari 2021. Op die datum vervalt het Aanwijzingsbesluit Noordelijk Belastingkantoor van 4 december 2017.

  • 2.

    Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit Noordelijk Belastingkantoor.

Aldus vastgesteld in de vergadering van het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor van 8 februari 2021.

Namens deze,

de voorzitter, P. de Rook.

de secretaris, H. Julsing.

Naar boven