Besluit van het dagelijks bestuur en de voorzitter van GGD Noord- en Oost-Gelderland houdende regels omtrent mandaat, volmacht en machtiging en budgethouderschap 2019 (Besluit mandaat, volmacht en machtiging en budgethouderschap 2019)

Het dagelijks bestuur en de voorzitter van GGD Noord- en Oost-Gelderland, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

overwegende, dat voor een doelmatige bedrijfsvoering wenselijk is om mandaat, volmacht of machtiging te verlenen aan de directeur publieke gezondheid en andere functionarissen van GGD Noord- en Oost-Gelderland;

 

overwegende, dat het voor een efficiënt budgetbeheer wenselijk is dit beheer op te dragen aan de directeur publieke gezondheid en andere functionarissen van GGD Noord- en Oost-Gelderland;

 

overwegende, dat het wenselijk is om het mandaatbesluit te actualiseren en hiertoe een nieuw besluit vast te stellen;

 

 

BESLUITEN

 

het volgende besluit vast te stellen:

 

Besluit mandaat, volmacht en machtiging en budgethouderschap 2019

 

Hoofdstuk 1. Mandaat, volmacht en machtiging

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • -

    budget: de taakstelling van GGD Noord- en Oost- Gelderland op basis van de programmabegroting;

  • -

    deelbudget: het deel van de taakstelling van GGD Noord- en Oost-Gelderland op basis van de programmabegroting, nader uitgewerkt in de productenraming.

  • -

    budgethouder: de functionaris die verantwoordelijk is voor de juiste besteding en beheersing van het aan hem toegekende budget in relatie tot de gestelde doelen;

  • -

    deelbudgethouder: een functionaris die verantwoordelijk is voor de juiste besteding en beheersing van het aan hem toegekende budget in relatie tot de gestelde doelen;

  • -

    gemandateerde: de functionaris, aan wie uitoefening van een aan het dagelijks bestuur resp. de voorzitter toegekende bevoegdheid wordt gemandateerd resp. volmacht of machtiging wordt verleend;

  • -

    ondergemandateerde: de functionaris, aan wie door een gemandateerde ondermandaat resp. ondervolmacht of machtiging is verleend. Waar in deze voorschriften wordt gesproken van gemandateerde dient daaronder tevens de ondergemandateerde te worden begrepen, tenzij anders is bepaald;

Artikel 2 Mandaat- en volmachtregister

Het dagelijks bestuur en de voorzitter verlenen mandaat voor de bevoegdheden die zijn genoemd in het bij deze regeling behorende Mandaat- en volmachtregister, aan de in dit register genoemde functionarissen, voor zover deze niet betrekking hebben op de eigen persoon of functie.

Artikel 3 Reikwijdte van het mandaat

  • 1.

    Onder het mandaat valt het beslissings-, uitvoerings- en ondertekeningsmandaat, tenzij anders is aangegeven.

  • 2.

    Voor zover het mandaat ziet op het nemen van besluiten, heeft het mandaat ook betrekking op de voorbereidingsprocedures en de administratieve afhandeling daarvan.

  • 3.

    In deze regeling valt onder het begrip mandaat niet alleen de bevoegdheid om in naam van het dagelijks bestuur of de voorzitter besluiten te nemen zoals bedoeld in artikel 10:1 van de Algemene wet bestuursrecht, maar ook de volmacht tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen namens het dagelijks bestuur en de machtiging tot verrichting van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover deze verband houden met de uitvoering van de in de gemeenschappelijke regeling genoemde taken en bevoegdheden.

  • 4.

    Het bepaalde inzake mandaat is van overeenkomstige toepassing op ondermandaat.

Artikel 4 Ondermandaat

  • 1.

    De gemandateerde is bevoegd ondergemandateerden aan te wijzen.

  • 2.

    De in het eerste lid genoemde aanwijzing geschiedt schriftelijk. In de aanwijzing wordt aangegeven welke bevoegdheden de ondergemandateerde mag uitoefenen.

  • 3.

    De gemandateerde neemt de in het eerste lid genoemde aanwijzing op in het Mandaat- en volmachtregister en brengt deze ter kennis van het dagelijks bestuur resp. de voorzitter.

Artikel 5 Uitzonderingen van mandaat

  • 1.

    Van het mandaat wordt geen gebruik gemaakt indien:

    • a.

      het besluit wordt genomen met gebruikmaking van een hardheidsclausule;

    • b.

      sprake is van onderling strijdige adviezen, indien inwinning daarvan is voorgeschreven;

    • c.

      het besluit leidt tot overschrijding van budget of krediet, tenzij er sprake is van een evenredigheid tussen de stijging van baten en de overschrijding van het budget;

    • d.

      uit het te nemen besluit belangrijke financiële consequenties kunnen voortvloeien;

    • e.

      de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid de persoon, de functie of enig ander belang van de gemandateerde zelf betreft.

  • 2.

    De gemandateerde oefent de aan hem gemandateerde bevoegdheid uit met inachtneming van de van toepassing zijnde wet- en regelgeving

  • 3.

    De gemandateerde blijft bij de uitoefening van de aan hem gemandateerde bevoegdheid te allen tijde binnen de door bestuursorganen van GGD Noord- en Oost-Gelderland vastgestelde beleidskaders.

Artikel 6 Nadere instructies

  • 1.

    Het dagelijks bestuur resp. de voorzitter is bevoegd aan de gemandateerde nadere instructies te geven.

  • 2.

    Het dagelijks bestuur resp. de voorzitter is te allen tijde bevoegd de gemandateerde bevoegdheden zelf uit te oefenen.

Artikel 7 Afwezigheid van de gemandateerde

  • 1.

    In geval van afwezigheid van de gemandateerde worden de aan hem gemandateerde bevoegdheden uitgeoefend door zijn plaatsvervanger.

  • 2.

    Indien een bevoegdheid is uitgeoefend door een plaatsvervanger, dient dit in de ondertekening tot uitdrukking te worden gebracht door gebruikmaking van de letters “plv.”, gevolgd door functie en eigen naam.

Artikel 8 Beperking van het mandaat

  • 1.

    De gemandateerde oefent de aan hem gemandateerde bevoegdheden alleen uit voor zaken die zijn eigen organisatieonderdeel betreffen.

  • 2.

    De gemandateerde overlegt vooraf met de manager van een ander organisatieonderdeel van de GGD, indien het in mandaat te nemen besluit het belang of het taakgebied van dat andere organisatieonderdeel raakt. Indien met de manager dit andere organisatieonderdeel geen overeenstemming wordt bereikt, legt de gemandateerde de zaak voor aan de mandaatgever,

Artikel 9  

Indien tegen een krachtens mandaat genomen besluit bezwaar kan worden gemaakt of beroep kan worden ingesteld, geven de betreffende stukken dit weer onder vermelding van de instantie waartoe men zich kan richten.

Artikel 10 Ondertekening

  • 1.

    Indien een bevoegdheid krachtens mandaat wordt uitgeoefend, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    • -

      Namens het dagelijks bestuur / de voorzitter van GGD Noord- en Oost-Gelderland;

    • -

      naam, functie en handtekening van de gemandateerde.

  • 2.

    Indien een bevoegdheid krachtens volmacht wordt uitgeoefend, worden uitgaande stukken als volgt ondertekend:

    • -

      GGD Noord- en Oost-Gelderland, namens de voorzitter,

    • -

      naam, functie en handtekening van de gevolmachtigde.

Artikel 11 Verstrekken van informatie

  • 1.

    De gemandateerde verstrekt het dagelijks bestuur periodiek desgewenst een overzicht van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid.

  • 2.

    Dit overzicht bevat tenminste:

    • a.

      gegevens over de aantallen besluiten, gegroepeerd naar de bevoegdheid op grond waarvan deze zijn opgenomen;

    • b.

      vermelding van bijzondere gevallen.

Hoofdstuk 2. Budgethouderschap

Artikel 12 Aanwijzing budgethouders en deelbudgethouders

  • 1.

    Het dagelijks bestuur wijst de directeur publieke gezondheid aan als budgethouder.

  • 2.

    De door het dagelijks bestuur aangewezen plaatsvervangend directeur publieke gezondheid treedt ook op als plaatsvervangend budgethouder zoals bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Het in het eerste lid bedoelde budgethouderschap omvat het budget, als opgenomen in de door het algemeen bestuur vastgestelde begroting van GGD Noord- en Oost-Gelderland;

  • 4.

    De in het eerste lid genoemde budgethouder kan deelbudgethouders aanwijzen.

  • 5.

    De in het vierde lid genoemde aanwijzing geschiedt schriftelijk. De aanwijzing geeft aan welk deelbudget het deelbudgethouderschap omvat en op welke wijze de deelbudgethouder verantwoording aflegt over de besteding van het deelbudget.

Artikel 13 Budgetverantwoordelijkheid

  • 1.

    De budgethouder draagt de verantwoordelijkheid voor het budget van GGD Noord- en Oost-Gelderland;

  • 2.

    De budgethouder legt de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden omtrent budgetbeheer vast in een regeling op het (deel)budgethouderschap;

  • 3.

    Verplichtingen mogen slechts worden aangegaan, nadat de (deel)budgethouder heeft geconstateerd dat ter zake een toereikend budget beschikbaar is. Indien geen toereikend budget aanwezig is, wordt bij het dagelijks bestuur aanvullende budgetruimte aangevraagd.

Artikel 14 Inkoop diensten en goederen

Bij het inkopen van diensten en goederen streeft de budgethouder naar een zo goed mogelijke prijs- en kwaliteitsverhouding, zo nodig door vergelijking van verschillende leveranciers. Bij bestellingen vanaf € 40.000, - worden door de budgethouder minimaal twee offertes bij verschillende leveranciers gevraagd.

Artikel 15 Procuratie

  • 1.

    De budgethouder, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, heeft procuratie tot een bedrag van € 100.000, - per verplichting.

  • 2.

    De budgethouder behoeft de voorafgaande toestemming van de voorzitter tot het doen van uitgaven boven het in het eerste lid genoemde bedrag.

  • 3.

    Indien de voorzitter afwezig is, behoeft de budgethouder de het tweede lid bedoelde toestemming van de plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 16 Informatie

De budgethouder informeert het dagelijks bestuur via een schriftelijk overzicht omtrent de werkelijke uitkomsten en de tussentijdse ontwikkelingen van het budget over de eerste vier en de eerste acht maanden van het lopende begrotingsjaar. Bij te verwachten budgetoverschrijding wordt het dagelijks bestuur na constatering daarvan door de budgethouder zo spoedig mogelijk geïnformeerd.

Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 17 Intrekking en overgangsbepaling

  • 1.

    Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging bevoegdheden Dagelijks Bestuur en voorzitter en budgethouderschap 2014, gewijzigd vastgesteld d.d. 5 februari 2014, wordt ingetrokken.

  • 2.

    Onderdeel IX. uit overzicht A met de titel ‘bezwaarschriften personeelszaken’ dat was opgenomen in het Besluit mandaat, volmacht en machtiging bevoegdheden Dagelijks Bestuur en voorzitter en budgethouderschap 2014 blijft vanaf 1 januari 2020 van kracht totdat het laatste bezwaarschrift met toepassing van artikel 16 lid 2 van de Ambtenarenwet 2017 is afgehandeld.

Artikel 18 Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze mandaatregeling wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging en budgethouderschap 2019.

  • 2.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

 

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur in de vergadering van 2 december 2019

de directeur publieke gezondheid

mw. drs. J.J. Baardman

de voorzitter

dhr. G. van den Berg,

Aldus vastgesteld door de voorzitter op 2 december 2019

de voorzitter

dhr. G. van den Berg,

Bijlage 1 Mandaat- en volmachtregister GGD Noord- en Oost-Gelderland

 

Het dagelijks bestuur, de voorzitter en de directeur publieke gezondheid van de GGD Noord- en Oost-Gelderland, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

 

BESLUITEN

 

vast te stellen:

 

het volgende mandaat- en volmachtregister GGD Noord- en Oost-Gelderland

 

 

 

Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur in de vergadering van 2 december 2019

 

 

de directeur publieke gezondheid

mw. drs. J.J. Baardman

 

 

de voorzitter

dhr. G. van den Berg,

 

 

Aldus vastgesteld door de voorzitter op 2 december 2019

 

 

de voorzitter

dhr. G. van den Berg,

 

 

Aldus vastgesteld door de directeur publieke gezondheid op 22 januari 2020

 

 

de directeur publieke gezondheid

mw. drs. J.J. Baardman

 

Naam regeling/bevoegdheid

 

 

Mandaat

van

 

 

Mandaat

aan

 

Ondermandaat

aan

Kader / bijzonderheden

 

I. Uitvoering GGD-taken

 

 

 

 

 

1. het sluiten en ondertekenen van overeenkomsten voor dienstverlening aan de deelnemende gemeenten en derden

 

DB

 

dpg

 

manager

 

o.a. Wet publieke gezondheid, Wet maatschappelijke ondersteuning

 

2. het sluiten en ondertekenen van samenwerkingsconvenanten op het terrein van de publieke gezondheid met gemeenten en andere organisaties.

 

 

 

DB

 

 

 

dpg

 

 

 

manager

 

 

 

 

3. uitvoering Warenwetbesluit tatoeëren en piercen:

- het nemen van besluiten op aanvragen van vergunningen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen;

- vergunningen in te trekken als bedoeld in artikel 5 van het besluit;

- de hoogte vast te stellen van de retributie;

- de retributie op te leggen en te innen

 

 

minister van Welzijn, Volks-gezondheid en Sport

 

 

dpg

 

 

manager

 

Regeling mandaatverlening aan de GGD’en met betrekking tot de uitvoering van het Warenwetbesluit tatoeëren en piercen, waarin de minister van VWS mandaat verleent aan de dpg voor de vergunningverlening aan ondernemers voor tatoeëren en piercen.

De dpg heeft dit mandaat in een afzonderlijk besluit verleend aan de manager.

 

4. het uitoefenen van de toezichthoudende bevoegdheden als bedoeld in de Wet kinderopvang

dpg

 

 

aangewezen medewerkers GGD werkzaam als toezichthouder

 

Zie art. 5, vierde lid, Gemeenschappelijke regeling GGD Noord- en Oost Gelderland 2016, waarin de colleges van B&W de dpg aanwijzen als toezichthouder in de zin van de Wet kinderopvang.

De dpg heeft in een afzonderlijk besluit GGD-medewerkers als toezichthouder aangewezen.

 

5. het aanwijzen van gemeentelijke lijkschouwers als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging

 

colleges

van B&W

 

dpg

 

 

mandaatbesluiten colleges B&W n.a.v. voorstel AB GGD NOG 22 nov.2012, o.g.v. art. 4 van de wet op de lijkbezorging.

 

6. het vaststellen van een meldcode waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt omgegaan

 

DB

 

dpg

 

 

zie art. 8, eerste lid, Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg

 

7. het bevorderen van de aansluiting op en het gebruik van de verwijsindex risicojongeren, waaronder:

- het maken van afspraken met de colleges van B&W en met andere betrokken instanties en functionarissen

- het aanwijzen van een coördinator binnen de GGD met het oog op een effectief gebruik van de verwijsindex.

 

DB

 

dpg

 

 

Jeugdwet (§ 7.1., met name art. 7.1.2.1, 7.1.3.1 en 7.1.3.3)

II. Personeel

 

 

 

 

 

1. het uitvoeren van de bevoegdheden op grond van het arbeidsrecht, de cao Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties (SGO) en het Personeelshandboek GGD Noord- en Oost-Gelderland, met uitzondering van de bevoegdheid tot:

- het aangaan en beëindigen van het dienstverband met werknemers die de volgende functies uitoefenen:

▪ directeur publieke gezondheid (dpg);

▪ plaatsvervangend directeur publieke gezondheid (plv. dpg);

▪ manager;

▪ controller;

- het maken van afspraken met vakbonden over arbeidsvoorwaarden in het Lokaal Overleg als bedoeld in hoofdstuk 12 cao SGO, welke afspraken worden neergelegd in Personeelshandboek Deel 1;

- het instellen van een geschillencommissie als bedoeld in artikel 11.5 cao SGO.

2. het – na instemming van de Ondernemingsraad – vaststellen van wijzigingen in Personeelshandboek Deel 2;

3. het vaststellen van wijzigingen in het Personeelshandboek Deel 3;

4. het aangaan van overeenkomsten voor in- en uitleen van personeel (waaronder uitzendkrachten en detacheringen);

5. het ondertekenen van overeenkomsten met werknemers en ingehuurd personeel.

 

DB

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

voorzitter

dpg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

dpg

Managers, inzake de onderdelen 1 en 4 en 5 ten aanzien van individuele medewerkers binnen hun organisatie-onderdeel.

Van ondermandaat zijn de volgende bevoegdheden uitgesloten:

▪ Het beëindigen van een arbeids-overeenkomst met een werknemer

- door opzegging (indien van toepassing met toestemming van het UWV of de Ontslagcommissie cao SGO);

- door het indienen van een ontbindingsverzoek bij de rechter; of

- door het aangaan van een beëindigings-overeenkomst;

- door het vervullen van een ontbindende voorwaarde uit de arbeids-overeenkomst.

▪ Het schorsen of op non actief stellen van een werknemer.

▪ Het nemen van beslissingen met betrekking tot functiewaardering.

▪ Het toepassen van (loon)sancties op grond van Boek 7, titel 10 BW zoals sancties ten aanzien van zieke werknemers die hun re-integratie-verplichtingen niet nakomen.

▪ Het toepassen van sancties ten aanzien van werknemers met een Van werk naar werk-traject als bedoeld in de artikelen 9.10 en 9.14 cao SGO.

▪ Het toepassen van sancties ten aanzien van (oud) werknemers met een werkloosheids-uitkering als bedoeld in de artikelen 10.4, 10.9, 10.15 cao SGO.

▪ Het opleggen van een boete op basis van het postcontractueel re-integratiebeding als bedoeld in Personeels-handboek Deel 3.

 

- het arbeidsrecht zoals neergelegd in het Burgerlijk Wetboek en diverse bijzondere wetten en regelingen

 

- Wet op de ondernemingsraden

- cao Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties (SGO)

- Personeelshandboek GGD Noord- en Oost-Gelderland

III. Organisatie

 

 

 

 

 

1. onderverdeling van de ambtelijke organisatie van GGD Noord- en Oost-Gelderland in bureaus, teams of clusters van werkzaamheden

 

DB

dpg

 

Gemeentewet

Wet gemeenschappelijke Regelingen

Wet op de ondernemingsraden

Organisatiebesluit 2014

 

 

 

 

2. de aanwijzing van waarnemers van de plaatsvervangend directeur publieke gezondheid en de (overige) managers.

 

DB

 

 

dpg

 

 

 

IV. Financiën

 

 

 

 

 

1. Budgethouderschap

 

Zie regeling budget-houder-schap GGD Noord- en Oost-Gelderland (onderdeel C)

 

Zie regeling budget-houder-schap GGD Noord- en Oost-Gelderland (onderdeel C)

  •  

 

 

Gemeentewet, Wet gemeenschappelijke regelingen, Wet Fido

 

2. Treasuryfunctie

 

Zie Treasury-statuut GGD Noord- en Oost-Gelderland 2016

 

Zie Treasury-statuut GGD Noord- en Oost-Gelderland 2016

  •  

 

 

 

3. het bankrelatiebeheer (het openen, sluiten en wijzigen van bankrekeningen en de bankcondities en tarieven, als bedoeld in het Treasurystatuut)

 

DB

 

dpg

 

 

 

4. het indienen van een verzoek voor het verstrekken van subsidies of tegemoetkomingen, alsmede het verstrekken van informatie ten behoeve van de vaststelling van de subsidie of tegemoetkoming

 

DB

dpg

 

 

V. Privaatrechtelijke rechtshandelingen

 

 

 

 

 

1. het besluiten tot resp. ondertekenen van privaatrechtelijke rechtshandelingen van de GGD

DB resp. voorzitter

 

dpg

 

manager

Wet gemeenschappelijke regelingen (art. 33b en 33d)

Burgerlijk Wetboek

 

mits niet strijdig met regeling budgethouderschap

 

2. het verwerven en vervreemden van onroerende zaken, alsmede het vestigen, wijzigen en beëindigen van beperkte zakelijke rechten, kwalitatieve verplichtingen, zowel ten behoeve van als ten laste van de GGD (artikel 33b Wgr)

 

DB

 

dpg

 

 

 

3. Het besluiten namens het openbaar lichaam of het dagelijks bestuur om rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten

 

DB

 

dpg

 

 

 

4. het nemen van conservatoire maatregelen en doen wat nodig is ter voorkoming van verjaring of verlies van recht of bezit

 

DB, voorzitter

 

dpg

 

 

 

5. het openbaar lichaam in rechte vertegenwoordigen

voorzitter

 

dpg

 

 

 

vertegenwoordiging van de GGD in strafzaken als benadeelde partij (voeging), in bestuursrechtelijke en civielrechtelijke rechtsgedingen, het nemen van conservatoire en executoriale maatregelen daaronder begrepen.

 

VI. Aansprakelijkheid, verzekeringen, aangifte

 

 

 

 

 

1. het afsluiten, wijzigen of annuleren van alle GGD Noord- en Oost-Gelderland omvattende verzekeringen

 

DB

 

dpg

 

manager bedrijfsondersteuning

 

Wet Gemeenschappelijke regelingen

Wetboek van Koophandel

Burgerlijk Wetboek

Wetboek Burgerlijke Rechtsvordering

Wetboek van Strafvordering

 

 

 

 

2. aansprakelijkstellingen door derden voor behandeling en afdoening doorzenden naar de betrokken verzekeraar van GGD Noord- en Oost-Gelderland

 

DB

 

dpg

 

manager bedrijfsondersteuning

 

3. aansprakelijk stellen van derden voor schade aan GGD Noord- en Oost-Gelderland

 

DB

 

dpg

 

manager bedrijfsondersteuning

 

4. het doen van aangifte bij de politie van (poging tot) diefstal, vernieling en beschadiging, braak, inbraak, valsheid in geschriften, bedreiging, belediging en mishandeling van medewerkers.

 

voorzitter

dpg

manager bedrijfsondersteuning

 

VII. Afhandeling klachten

 

 

 

 

 

het uitvoeren van de taken en bevoegdheden als zorgaanbieder in de Klachtenregeling GGD Noord- en Oost-Gelderland, waaronder:

1. zorgdragen voor een functiebeschrijving voor de klachtenfunctionaris.

2. schriftelijke periodieke rapportage van de klachtenfunctionaris in ontvangst nemen

3. de klager in de gelegenheid stellen om zijn klacht aan te vullen als deze niet voldoet aan het bepaalde in het derde lid, en hierbij de klager er op wijzen dat de klachtenfunctionaris advisering en hulp kan bieden.

4. kunnen besluiten om de klacht niet in behandeling te nemen, als de klager niet aan het verzoek om aanvulling voldoet

5. beoordelen of de GGD bevoegd is om van een klacht kennis te nemen en als dit naar zijn oordeel niet het geval is, dit schriftelijk of per e-mail en gemotiveerd meedelen aan de klager.

6. als een klacht die betrekking heeft op een andere organisatie niet in behandeling wordt genomen, deze doorsturen naar deze organisatie, tenzij de klager hiermee niet instemt.

7. als de klacht gaat over zorg die de GGD verleent samen met een andere organisatie en de klager heeft laten weten dat hij ook bij die organisatie een klacht heeft ingediend, ervoor zorgen dat de GGD en deze organisatie de klacht in samenhang behandelen, tenzij de klager hiermee niet instemt.

8. een klacht niet-ontvankelijk verklaren op grond van de in het eerste lid genoemde redenen en dit schriftelijk of per e-mail en gemotiveerd meedelen aan de klager.

9. ervoor zorgen dat binnen drie werkdagen na de ontvangst van klacht een bevestiging hiervan aan de klager wordt gezonden.

10. bij een verzoek een financiële vergoeding van geleden schade tot € 25.000 de klacht behandelen in overleg met de aansprakelijkheidsverzekeraar van de GGD

11. het horen van betrokkenen en doen uitvoeren van het onderzoek overeenkomstig de in dit artikel opgenomen voorwaarden

12. het beoordelen van een klacht

13. het zo nodig vaststellen en meedelen aan de klager en de aangeklaagde dat voor de beoordeling van de klacht meer dan zes weken nodig zijn en binnen welke termijn alsnog het oordeel volgt

14. het zo nodig vaststellen en meedelen aan de klager en de aangeklaagde dat de klacht ook binnen de verlengde termijn niet beoordeeld kan worden. Daarbij aangeven waarom de klacht niet binnen de termijn beoordeeld kan worden en binnen welke termijn alsnog het oordeel volgt.

15. de klager verzoeken om binnen twee weken te laten weten of hij het oordeel wil afwachten of dat hij de klacht wil voorleggen aan de Geschillencommissie of de Nationale Ombudsman. In het laatste geval beslissen over mogelijke beëindiging van de behandeling van de klacht

16. het oordeel over de klacht schriftelijk of per e-mail zenden aan de klager en de aangeklaagde. In het oordeel weergeven hoe de klacht is behandeld, het oordeel motiveren en aangeven of de klacht aanleiding is om maatregelen te nemen en zo ja, welke dit zijn en binnen welke termijn deze worden gerealiseerd.

17. vermelden dat de klager, als hij niet tevreden is met de afhandeling van zijn klacht, de klacht kan voorleggen aan de Geschillencommissie of de Nationale Ombudsman.

18. alle bescheiden met betrekking tot een klacht bewaren in een apart dossier en dit maximaal twee jaar bewaren

19. beslissen over verlenging van de bewaartermijn van een dossier, als hiervoor zwaarwegende redenen zijn.

 

 

DB

 

dpg

 

 

 

Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg

Algemene wet bestuursrecht

Klachtenregeling GGD Noord- en Oost-Gelderland (art. 4, 5, 6. 7, 8, 10, 11 en 15)

VIII. Bescherming persoonsgegeven

 

 

 

 

 

het uitvoeren van de taken en het uitoefenen van de bevoegdheden als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Algemene verordening gegevensbescherming (Avg), waaronder:

- het afhandelen van verzoeken van burgers en van medewerkers van GGD Noord- en Oost-Gelderland op grond van de Avg (‘rechten van betrokkenen’)

- het houden van een register van de verwerkingsactiviteiten die onder verantwoordelijkheid van GGD noord- en Oost-Gelderland plaatsvinden

- het vastleggen van de respectieve verantwoordelijkheden wanneer GGD Noord- en Oost-Gelderland en één of meer andere verwerkingsverantwoordelijken gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken zijn.

- het regelen van de uitvoering van een verwerking door een verwerker in een overeenkomst of andere rechtshandeling

- het melden van inbreuken in verband met persoonsgegevens aan de Autoriteit Persoonsgegevens

- het mededelen van inbreuken in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene

- het aanwijzen van een functionaris voor gegevensbescherming en een plaatsvervanger

 

DB, voorzitter

dpg

 

Algemene verordening gegevensbescherming,

Wet geneeskundige behandelings-overeenkomst

IX. Bestuur, openbaarheid, bekendmaking

 

 

 

 

 

1. het beantwoorden van aan het dagelijks bestuur en de voorzitter gerichte correspondentie die betrekking heeft op het taakgebied van GGD Noord- en Oost-Gelderland, voor zover het routinematige resp. beheersmatige zaken betreft

 

DB, voorzitter

 

dpg

 

 

Gemeentewet, Wet gemeenschappelijke regelingen,

 

2. het verlangen van een schriftelijke machtiging vertegenwoordiging

 

DB, voorzitter

 

dpg

 

 

Algemene wet bestuursrecht (art. 2:1)

 

3. het door- of terugzenden van geschriften kennelijk bestemd voor een ander bestuursorgaan

 

DB, voorzitter

 

dpg

 

Algemene wet bestuursrecht (art. 2:3)

 

4. de bekendmaking en mededeling van beschikkingen en besluiten

 

DB, voorzitter

 

dpg

 

 

Algemene wet bestuursrecht (art 3:41, 42, 43)

 

5. het beslissen op een verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur

 

DB, voorzitter

 

dpg

 

 

Wet openbaarheid van bestuur

 

6. het instellen van een elektronisch publicatieblad en het hierin bekendmaken van besluiten van bestuursorganen van GGD Noord- en Oost-Gelderland

 

DB, voorzitter

 

dpg

 

 

Wet gemeenschappelijke regelingen

 

 

 

7. het in geconsolideerde vorm voor een ieder beschikbaar stellen van door middel van een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen algemeen toegankelijk elektronisch medium

 

DB, voorzitter

 

dpg

 

 

 

X. Administratie en archief

 

 

 

 

 

1. het in ontvangst nemen van aangetekende stukken, deurwaardersexploten, expres stukken etc.

DB

 

dpg

 

manager bedrijfsondersteuning

 

Archiefwet

 

2. het afgeven van ontvangstbevestigingen voor ontvangen stukken

 

DB

 

dpg

 

manager bedrijfsondersteuning

 

3. het "overeenkomstig het origineel" waarmerken van stukken met uitzondering van stukken die zich ingevolge de Archiefwet in de officiële archiefbewaarplaats bevinden

 

DB

 

dpg

 

manager bedrijfsondersteuning

 

Archiefverordening 2018 (art. 2, 3, 5, 7 en 8)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

4. het zorgdragen voor het ontvangen, vervaardigen, bewaren en, voor zover wettelijk bepaald, vernietigen van de archiefbescheiden zodanig dat de duurzaamheid, ordening en toegankelijkheid gedurende de wettelijk voorgeschreven bewaartermijn zijn gewaarborgd en de authenticiteit ervan kan worden aangetoond.

 

DB

 

dpg

 

manager bedrijfsondersteuning

5. het vaststellen van een kwaliteitssysteem voor het beheer van de archiefbescheiden.

 

DB

 

dpg

 

 

6. het zorgdragen voor de aanstelling van voldoende deskundig personeel voor de uitvoering van de werkzaamheden verbonden aan het beheer van de archiefbescheiden.

 

DB

 

dpg

 

 

7. het zorgdragen voor het aanwijzen van de beheerder die is belast met het beheer van de archiefbescheiden die niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, en het toewijzen van taken en verantwoordelijkheden aan de beheerder.

 

DB

 

dpg

 

 

8. het zorgdragen voor het inrichten en in stand houden van voldoende en doelmatige archiefruimten.

 

DB

dpg

 

 

 

Afkortingen:

  • -

    DB: dagelijks bestuur

  • -

    DPG: directeur publieke gezondheid

  • -

    College van B&W: college van burgemeester en wethouders

 

Naar boven