11e Wijziging Besluit bezwarende functie VRR

 

Het Dagelijks Bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond,

 

Constaterende dat het Besluit bezwarende functie VRR ten gevolge van een aantal wijzigingen behoeft te worden aangepast;

 

gelet op:

- artikel 125 Ambtenarenwet;

- artikel 33b, eerste lid, onder c van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

- LOGA brief TAZ/U202000138/

 

besluit vast te stellen:

 

11e Wijziging Verordening besluit bezwarende functie VRR

 

Artikel A  

Artikel 9f:11 wordt vervangen door:

1. Voor de toepassing van de artikelen 9b:10 en 9b:34 wordt uitgegaan van het bruto uitkeringsbedrag (zonder rekening te houden met het bedrag aan RVU).

2. Onder het bruto uitkeringsbedrag wordt verstaan het bruto bedrag dat met toepassing van de witte loonheffingstabel nodig is om de medewerker in de desbetreffende maand van uitbetaling 75% netto te garanderen als bedoeld in het eerste lid van artikel 9f:3.

Artikel B Inwerkingtreding

1. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 maart 2020.

2. Dit besluit kan worden aangehaald als 11e Wijziging Verordening besluit bezwarende functie VRR.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 1 juli 2020,

 

De secretaris,

mr. drs. A. Littooij

 

De voorzitter,

ing. A. Aboutaleb

Toelichting FLO – overgangsrecht: levensloop

 

Wijziging 11 FLO – overgangsrecht: levensloop; verrekening van inkomsten tijdens non-actieve periode FLO – overgangsrecht en het inhoud geven aan de 75% netto garantie.

 

De 11e wijziging van het Besluit bezwarende functie VRR betreft de afspraken met betrekking tot de verrekening van inkomsten tijdens de non-actieve periode FLO – overgangsrecht. Daarnaast wordt nader uiteen gezet hoe uitvoering te geven aan de 75% netto garantie vanaf de leeftijd van 55 jaar.

 

Verrekening inkomsten tijdens non-actieve periode FLO-overgangsrecht 

Als de som van de bruto inkomsten en het bruto uitkeringsbedrag (zonder rekening te houden met het bedrag aan RVU) meer is dan de oorspronkelijke berekeningsgrondslag (9f:2 Besluit bezwarende functie VRR) wordt het meerdere gekort op het uitkeringsbedrag. Dit is de hoofdlijn voor de verrekening van (neven)inkomsten tijdens de non-actieve periode FLO-overgangsrecht.

 

Voor de verrekening van de neveninkomsten vanaf 2022 zijn aanvullende bepalingen noodzakelijk, gelet op het feit dat de netto-garantie van 75% vanaf 2022 uit twee verschillende componenten bestaat (netto bedrag uit het FLO netto-spaartegoed wordt aangevuld met een bruto FLO-uitkering welke tezamen een garantie van 75% netto geeft).

 

Artikel 9f:11 Besluit bezwarende functie VRR regelt de verrekening van inkomsten tijdens de non-actieve periode in het kader van het FLO-overgangsrecht. Dit artikel luidt: “Voor de toepassing van de artikelen 9b:10 en 9b:34 wordt uitgegaan van het bruto uitkeringsbedrag”.

 

Aan artikel 9f:11 Besluit bezwarende functie VRR wordt een nieuw lid 2 toegevoegd zodat duidelijk is van welk bruto uitkeringsbedrag uitgegaan moet worden. Het “bruto uitkeringsbedrag” is het bedrag dat met toepassing van de loonheffingstabel tegenwoordige arbeid, nodig is om de medewerker 75% netto te garanderen (zie voorbeeld: het bruto bedrag dat met toepassing van de witte loonheffingstabel resulteert in € 1.950 netto). Ook hier wordt dus uitgegaan als ware de medewerker nog in actieve dienst. Hierdoor blijft ruimte bestaan voor inkomsten uit nevenwerkzaamheden. Zou namelijk de groene loonheffingstabel toegepast worden dan wordt deze ruimte nagenoeg nihil.

 

Voorbeeld:

Stel: 75% netto = € 1.950 per maand; dit correspondeert met een bruto bedrag van € 2.538. Het virtuele netto spaartegoed per maand bedraagt € 835. Van de werkgever ontvangt de medewerker maandelijks een bedrag van € 1.115 netto. Door de werkgever wordt voor de verrekening van inkomsten uitgegaan van het bruto bedrag dat met toepassing van de witte loonheffingstabel nodig is om te komen tot € 1.950 netto per maand, te weten € 2.538.

 

75% netto garantie

In het Akkoord zijn afspraken gemaakt over een uitkeringsduur van 8, 7, 6 of 5 jaar 75% netto. Tevens zijn recent afspraken gemaakt over het bereiken van een doelsaldo van 225% netto van het jaarinkomen op de leeftijd van 55 jaar als vervanging van de levensloopregeling. Dit netto doelsaldo wordt ingezet ter financiering van de 75% netto garantie en verlaagt de door de werkgever verschuldigde RVU-boete over de nog te betalen bruto-uitkering. Het doelsaldo moet als gevolg van de fiscale regels bereikt zijn op de leeftijd van 55 jaar. Na het bereiken van deze leeftijd maakt de werkgever geen werkgeversbijdrage meer over aan de medewerker. Zodra de medewerker van het FLO-overgangsrecht gebruik gaat maken, zorgen de maandelijkse opnames uit het netto spaartegoed van de medewerker en de aanvulling van de werkgever samen voor de garantie op een 75% netto uitkering. Door deze systematiek (saldo 225% netto jaarinkomen op leeftijd van 55 jaar en langdurige aanspraak op 75%) bestaat het risico dat de medewerker tijdens zijn uitkeringsduur geen 75% netto uitkeringsbedrag ontvangt, bijvoorbeeld als de kosten van de bankrekening hoger zijn dan de jaarlijkse rente. Recent zijn nadere afspraken gemaakt die recht doen aan de gegeven garantie van 75% netto vanaf de leeftijd van 55 jaar.

 

Partijen hebben de volgende afspraken gemaakt:

1. Vanaf 1 januari 2022 stelt de werkgever op de leeftijd 55 jaar de hoogte van het virtuele saldo FLO-spaartegoed vast op 225% van het netto-jaarinkomen (eindcheck in de maand voorafgaande aan de maand waarin de medewerker de leeftijd van 55 jaar bereikt).

2. Vanaf leeftijd 55 jaar tot aan het einde van het traject FLO-overgangsrecht blijft de werkgever het virtuele FLO-spaartegoed monitoren en stelt zij vanaf de ingangsdatum FLO overgangsrecht jaarlijks (januari) als volgt het maandsaldo hiervan vast:

• Saldo 1 januari minus de opnamen FLO-overgangsrecht minus de kosten van de bankrekening plus het rendement (kan positief of negatief bedrag zijn) = Saldo 31 december.

3. Uiterlijk 3 maanden voorafgaand aan het einde van de uitkeringsduur wordt de eindafrekening opgemaakt.

4. Uitgaande van virtuele maandsaldo FLO-spaar berekend als aangegeven onder punt 2 stelt de werkgever de aanvullende FLO-uitkering vast voor LOGA-pad volgers en -verlaters.

 

Voorbeeld:

Stel: Ingangsdatum FLO-overgangsrecht bij de leeftijd van 57 jaar, 84 maanden (7x12). Eindcheck bij 55 jaar; 225% = € 70.200. 75% netto bij 57 jaar = € 1.950.

• Virtuele netto spaartegoed bij 55 jaar = € 70.200 : 84 maanden uitkering = € 835 per maand

• Virtuele netto spaartegoed bij 57 jaar = € 70.000 : 84 maanden uitkering = € 833 per maand (het netto spaartegoed of de hoogte berekeningsgrondslag kan ook zijn toegenomen; berekeningssystematiek is dan identiek!)

 

De te bruteren FLO-uitkering werkgever is bij de start van het FLO-overgangsrecht bij 57 jaar € 1.117 (1.950 – 833) en geen € 1.115 (1950 – 835). Is het virtuele netto spaartegoed toegenomen dan leidt dit tot een verlaging van de te bruteren FLO-uitkering. Jaarlijks wordt bezien wat de stijging/daling van het virtuele netto spaartegoed is. De te bruteren FLO-uitkering werkgever wordt hierop aangepast. Aldus wordt inhoud gegeven aan de 75% netto garantie tot het eind van de uitkeringsduur.

 

De artikelen treden met terugwerkende kracht tot 1 maart 2020 in werking.

Naar boven