Metropoolregio Rotterdam Den Haag - besluitenlijst - Bestuurscommissie Vervoersautoriteit - Extra schriftelijke ronde - 25 mei 2020

PUNTEN VAN BEHANDELING BESLOTEN

Opening, vaststellen wijze van bespreking van de agendapost

1. Vaststellen agenda

Bespreekpunten

2.1. Openbaar Vervoer en corona (portefeuillehouder dhr. I Bal)

De bestuurscommissie besluit:

  • 1.

    Kennis te nemen van de voortgang van de besprekingen in het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad (NOVB) inzake OV en corona;

  • 2.

    Kennis te nemen van de actuele versie van het in het NOVB vastgestelde Protocol OV-corona (bijlage 1);

  • 3.

    In te stemmen met de NOVB-afspraak op hoofdlijnen tussen het Rijk, de vertegenwoordigers van de decentrale OV-autoriteiten (waaronder MRDH) en de vertegenwoordigers van de vervoerbedrijven, die in grote lijnen inhoudt dat:

    • a.

      Het Rijk voor het OV een beschikbaarheidsvergoeding beschikbaar stelt vanaf 16/3/2020 (het begin van de intelligente lockdown) via 1/6/2020 (de inwerkingtreding van het OV-protocol corona) tot een nader te bepalen situatie;

    • b.

      Het Rijk tevens de kosten in verband met genomen coronamaatregelen en het invoeren van het zogenoemde OV-protocol voor haar rekening neemt;

    • c.

      Het Rijk tevens in geval van liquiditeitsvraagstukken bevoorschotting zal bieden;

    • d.

      Vervoerbedrijven afzien van winsten, dividenden en bonussen zo lang de beschikbaarheidsvergoeding loopt, en ook geen ontvangen subsidiemiddelen vanuit de beschikbaarheidsvergoeding laten 'afvloeien' naar (buitenlandse) aandeelhouders en eventueel nader te bepalen bijdragen leveren;

    • e.

      De decentrale OV-autoriteiten (provincies, Vervoerregio Amsterdam, Metropoolregio Rotterdam Den Haag en OV-bureau Groningen Drenthe) bij de eindafrekening 2020 hun concessiehouders vergoeden voor de dienstregeling als ware de in verband met corona vervallen ritten wel gereden, e.e.a. verder met inachtneming van de concessievoorwaarden.

  • 4.

    Te bevestigen dat, om ervoor te zorgen dat het OV een blijvende vitale rol speelt in en na deze periode van corona, een constructieve medewerking van de decentrale OV-autoriteiten (waaronder MRDH) in hun rollen van 'decentrale OV-autoriteit' en 'regionaal mobiliteitsregisseur') noodzakelijk is, in samenwerking met het Rijk (in de rollen van 'corona-regisseur', 'stelselverantwoordelijke voor het OV', en 'nationaal mobiliteitsregisseur');

  • 5.

    Te bevestigen dat de decentrale OV-autoriteiten vanuit hun OV-rol samen ook met de OV-bedrijven de wegbeheerders desgewenst actief faciliteren over zaken als 'de lining en signing' naar, op en bij haltes en (regionale) stations;

  • 6.

    Te constateren dat de onder (3) gemaakte afspraken in lijn zijn met de besluiten die de bestuurscommissie op 20 april 2020 heeft genomen (agendapost ‘Verbetering liquiditeitsposities EBS, HTM en RET als gevolg van de Coronacrisis’);

  • 7.

    Te constateren dat deze afspraken consequenties hebben wat betreft onder meer:

    • a.

      De wijze waarop het openbaar vervoer in de MRDH wordt uitgevoerd;

    • b.

      De vaststelling van de exploitatiesubsidies die de MRDH verleend aan haar concessiehouders;

    • c.

      Het rendement van de concessiehouders van de MRDH.

  • 8.

    Te constateren dat voor een aantal onderwerpen nadere uitwerking nodig is, onder meer wat betreft:

    • a.

      de precieze voorwaarden die gelden voor de beschikbaarheidsvergoeding van het Rijk;

    • b.

      de wijze waarop MRDH omgaat met bonus/malus- en boeteregelingen op het gebied van punctualiteit, uitval, klantwaardering en beschikbaarheid van de infrastructuur, welke onderdeel uitmaken van de vast te stellen subsidies.

  • 9.

    De consequenties van de in (3) en (4) genoemde afspraken vast te stellen, onder meer:

    • a.

      Voor de periode 16 maart – 31 mei 2020 is in de praktijk een beperkte dienstregeling uitgevoerd, maar zal de exploitatiesubsidie worden vastgesteld alsof de oorspronkelijke dienstregeling is uitgevoerd. Er vindt dus geen verrekening van niet-ingeplande en van uitgevallen dienstregelingkilometers plaats;

    • b.

      Voor de periode vanaf 1 juni 2020 wordt een zo volledig mogelijke dienstregeling uitgevoerd (maximale inzet van personeel en materieel, vrijwel of geheel de oorspronkelijke 100%-dienstregeling) en zal de volledige exploitatiesubsidie worden vastgesteld op basis van deze zo volledig mogelijke dienstregeling. MRDH zal nog wel (eventueel financieel, ook afhankelijk van de nadere uitwerking uit beslispunt 8) sturen op nakoming van de gemaakte concessieafspraken, bijvoorbeeld wat betreft uitgevallen dienstregelingkilometers (van ritten die in de beperkte of de zo volledig mogelijke dienstregeling waren ingepland, maar in de praktijk toch zijn uitgevallen).

  • 10.

    Te besluiten deze agendapost geheim te verklaren vanwege de bedrijfsgevoelige informatie van vervoerder(s) maar ook om de gesprekken/onderhandelingen met het Rijk zo goed mogelijk te kunnen voeren en dit door het Algemeen Bestuur te laten bekrachtigen.

Rondvraag en sluiting van het besloten deel

3. Rondvraag

-

Aldus besloten in de vergaderingen van de bestuurscommissie Vervoersautoriteit d.d. 25 mei 2020.

adjunct-secretaris,

C. Mourik

voorzitter,

R. van Asten

Naar boven