Blad gemeenschappelijke regeling van Omgevingsdienst Rivierenland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Omgevingsdienst Rivierenland | Blad gemeenschappelijke regeling 2020, 607 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Omgevingsdienst Rivierenland | Blad gemeenschappelijke regeling 2020, 607 | Verordeningen |
STATUUT VOORZITTERSOVERLEG GELDERS STELSEL 2018
Dit Statuut is overeengekomen tussen alle individuele Algemeen Besturen van de Gelderse Omgevingsdiensten,
Uit de evaluatie is gebleken dat het stelsel in de afgelopen jaren zijn meerwaarde heeft bewezen: Het Gelders Stelsel heeft recht van bestaan en is voldoende adaptief en stabiel. Het Gelders Stelsel heeft in de afgelopen drie jaar bewezen in staat te zijn in te spelen op en zich aan te passen aan (nieuwe) eisen en behoeften van betrokkenen binnen en buiten het stelsel. De samenwerking tussen de zeven omgevingsdiensten verloopt goed;
Samenwerkingsverband van de zeven omgevingsdiensten die in Gelderland operationeel zijn en tot stand zijn gekomen op basis van “de Gelderse Maat” (de samenwerkingsafspraken), die op 3 november 2009 door alle colleges van Burgemeester & Wethouders van de gemeenten in Gelderland, het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, de colleges van Dijkgraaf en Heemraden van de waterschappen in Gelderland zijn vastgesteld;
Bij het oprichten van de Gelderse omgevingsdiensten is gekozen om een verbetering van de kwaliteit en de integraliteit van de uitvoering van taken, onderdelen onder te brengen bij diverse regionale (Gelderse) omgevingsdiensten, met het behoud van de eigen bevoegdheden van alle deelnemers.
Deze regeling is opgezet ten behoeve van de zeven bestuurlijke voorzitters van de eveneens zeven openbare lichamen van de Gemeenschappelijke regelingen, gebundeld in het voorzittersoverleg van de Gelderse omgevingsdiensten, teneinde te komen tot een adequate uitvoering van milieutaken en taken op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Nu de voorzitters gezamenlijk een gremium vormen waar richtinggevende keuzen worden gemaakt en bewaakt, is dit voorzittersoverleg het platform waar - indien nodig -kan worden gekomen tot escalatie en beslechting van eventuele geschillen. Voor een eventuele escalatie, dan wel om beslechting van geschillen in goede banen te leiden, is het gewenst onderstaande regeling vast te stellen.
De (stelsel)taken zijn verdeeld over de omgevingsdiensten waardoor er sprake is van een gedeelde verantwoordelijkheid voor het gehele stelsel, waarbij elke omgevingsdienst de verantwoordelijkheid neemt voor de kwaliteit en de efficiency van de uitvoering van de stelseltaak die aan de betreffende omgevingsdienst is toebedeeld.
Voor welke omgevingsdienst als eerste aanspreekbaar en verantwoordelijk is voor een kwalitatief juiste uitvoering van de specialistische (stelsel)taken, wordt verwezen naar de vigerende stelselnotitie.
De leden van het voorzittersoverleg zijn verantwoordelijk voor en bevoegd tot het nemen van bindende besluiten ten aanzien van de volgende onderwerpen:
1. De voorzitter van het voorzittersoverleg is de voorzitter van de Omgevingsdienst die de coördinatie van het stelsel als taak heeft.
2. De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het voorzittersoverleg.
3. Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter, wordt deze vervangen door een door het voorzittersoverleg uit zijn midden aan te wijzen lid.
6. Vergaderingen en werkwijzen
Vergaderingen zullen voorts telkenmale worden gehouden, wanneer de voorzitter van het voorzittersoverleg dit wenselijk vindt of indien één van de leden van het voorzittersoverleg daartoe schriftelijk en onder nauwkeurige opgave van de te behandelen onderwerpen aan de voorzitter van het voorzittersoverleg het verzoek richt.
Indien het gevolggeven aan een aanwijzing, zoals genoemd in artikel 4, sub h; niet binnen de door het voorzittersoverleg bepaalde termijn geschiedt, dan wel niet voor de leden in voldoende mate wordt uitgevoerd ofwel indien onenigheid over de uitvoering van deze aanwijzing ontstaat, kan - bij het ontstaan van een dergelijk geschil - een commissie van bindend advies, worden ingesteld.
In de gevallen waarin dit statuut niet voorziet, wordt dit onderwerp ter beslissing voorgelegd aan het Algemeen Bestuur, waarna de Algemene Besturen tot een gezamenlijk standpunt komen.
12. Inwerkingtreding en citeertitels
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van de Omgevings-dienst Rivierenland op 18 december 2017.
1. Algemene toelichting Statuut
ALGEMENE TOELICHTING STATUUT VOORZITTERSOVERLEG GELDERSE OMGEVINGSDIENSTEN
Het functioneren van het Gelders stelsel is geëvalueerd en uitgevoerd conform de daarvoor gemaakte afspraken. Uit de evaluatie is gebleken dat het stelsel in de afgelopen jaren zijn meerwaarde heeft bewezen. Het Gelders Stelsel heeft recht van bestaan en is voldoende adaptief en stabiel. Het Gelders Stelsel heeft in de afgelopen drie jaar bewezen in staat te zijn in te spelen op en zich aan te passen aan (nieuwe) eisen en behoeften van betrokkenen binnen en buiten het stelsel. De samenwerking tussen de zeven omgevingsdiensten (OD’s) verloopt goed.
De evaluatie laat verder zien dat er veel ontwikkelingspotentieel aanwezig is om het Gelders Stelsel kwalitatief en qua efficiency verder door te ontwikkelen om het daarmee op een (nog) hoger plan te brengen. Op basis van de uitkomsten van de evaluatie is een Plan van Aanpak (PvA) opgesteld.
In dit PvA vindt een nadere aanscherping en vastlegging van afspraken vast ten aanzien van de Governance (aansturing, rollen en verantwoordelijkheden) van het Gelders Stelsel. Deze aanscherping richt zich op de een aantal thema’s waaronder versterking, aansturing en doorzettingsmacht van het voorzittersoverleg;
Stelsel en rol voorzittersoverleg
Bij de start van de omgevingsdiensten en het Gelders stelsel is er een “Notitie Stelselwerkzaamheden” opgesteld. Hierin wordt met betrekking tot de sturing van het Gelders stelsel het volgende gezegd:
“De sturing van het stelsel van uitvoeringsdiensten geschiedt door de zeven bestuurlijk voorzitters van de openbare lichamen, het voorzittersoverleg. Zij vormen gezamenlijk een platform waar richtinggevende keuzen worden gemaakt en bewaakt en zijn ook het platform waar eventuele geschillen worden geëscaleerd en beslecht. De dagelijkse aansturing van de stelseltaken geschiedt door het platform van directeuren. De directeuren nemen hierbij als vertrekpunt de uitwerkingsnotities met betrekking tot de bovenregionale taken.”
In de evaluatie is de suggestie gedaan om het voorzittersoverleg een meer sturende en “formele” rol te geven op het gebied van kwaliteit en stelseltaken, waarbij er ook iets van doorzettingsmacht zou moeten zijn. Het voorzittersoverleg stelt voorts het jaarplan Stelseltaken vast, maar op dit moment is er geen (formeel) proces vastgelegd voor als één van de OD’s bij uitvoering van de stelseltaak in gebreke blijft. In de evaluatie is het gebrek aan formele sturing zowel de kracht als een belangrijk aandachtspunt van het Stelsel benoemd.
Gebleken is namelijk dat het Voorzittersoverleg geen formeel-juridisch status heeft en dus ook geen formele besluiten kan nemen. De voorzitters hebben de wens uitgesproken om het Voorzittersoverleg meer een sturende en dus formele rol te geven, waarbij er ook iets van doorzettingsmacht zou moeten zijn.
De volgende aandachtspunten staan centraal:
Op basis van bovenstaande is het bijgevoegde Statuut voor het voorzittersoverleg opgesteld. Dit geeft het Voorzittersoverleg instrumenten en bevoegdheden om hun rol in te nemen zoals voorgestaan naar aanleiding van de evaluatie. De bestaande teksten van de gemeenschappelijke regelingen bieden ruimte voor een dergelijk Statuut onder de noemer van de stelselafspraken.
Op basis van de aandachtspunten is getracht een middenweg te vinden die de autonomie van de afzonderlijke omgevingsdiensten in tact laat, maar tevens voorziet in een inbedding van het voorzittersoverleg en in een oplossing indien er conflicten zouden ontstaan. Daarmee wordt de rol van de voorzitters, verzameld in het voorzittersoverleg, verduidelijkt en versterkt.
De gemeenschappelijke regeling zelf wordt gebonden door de voorzitter. Deze vertegenwoordigt de regeling in en buiten rechte en neemt deel aan de besluitvorming. Hierdoor bindt hij/zij de regeling die hij/zij vertegenwoordigt.
Essentieel in het geheel is dat de rol van het voorzittersoverleg gedragen blijft in het stelsel. Daarbij is het van belang dat te voren duidelijkheid is over de onderwerpen waarover gesproken wordt, maar eveneens minstens zo belangrijk dat een goede terugkoppeling plaatsheeft over datgene wat in het overleg wordt besproken. Draagvlak is essentieel wil het stelsel op de wijze, zoals nu vastgelegd, kan blijven functioneren.
Voor de duidelijkheid en de reden waarom het statuut is opgesteld worden de overwegingen die hebben geleid tot dit statuut vermeld met in aansluiting daarop de doelstelling.
Het statuut voorziet in een opsomming van de taken en bevoegdheden (art. 4). Deze geven aan wat het overleg mag maar geeft ook de grenzen aan. Voor wat het voorbereiden van de financiële kaders betreft die onder b. worden vermeld zijn dit de kaders van de stelseltaken en niet de kaders van de begrotingen van de OD’s zelf. Ook de vaststelling van de begrotingen is en blijft een bevoegdheid van de OD’s – meer specifiek de algemeen besturen - zoals omschreven in de teksten en de wet. Daar wordt niet aan getornd.
Wel is het voor het functioneren van het stelsel van belang dat de benodigde middelen voor de stelseltaken beschikbaar zijn. In het overleg worden de voorbereidingen van deze kaders dan ook voorbereid.
Het voorzitterschap wordt aan die OD toegedeeld die ook de coördinatie van het stelsel als taak heeft, i.c. de ODDV.
Vervolgens worden in het statuut enige procedureregels afgesproken over het overleg zelf, de agendering, de vervanging en hoe besluitvorming plaats heeft (artt. 6 t/m 8).
Een belangrijk artikel in het kader van de doorzettingsmacht van het voorzittersoverleg betreft artikel 9: Werkwijze bij geschil. In dit artikel komt het aspect van conflictbeslechting/escalatie naar voren. Gekozen is voor een bindend advies van een commissie. Deze commissie wordt samengesteld uit de twee partijen die in een dergelijk geval van mening verschillen en een onafhankelijk lid dat door beide wordt aangewezen. Dit ligt in de lijn van arbitrageprocedures en maakt dat conflicten niet geheel in een juridisch kader worden getrokken en laat ruimte voor (bestuurlijk)overleg dat kan leiden tot overeenstemming.
Gelet op het draagvlak is het van belang dat in gevallen waarin het statuut niet voorziet dit voorgelegd wordt aan de algemeen besturen van de OD’s. Daarbij is het wel van belang dat ook hier uiteindelijk een knoop kan worden doorgehakt. Om die reden is bepaald dat een besluit is genomen indien een grote meerderheid, 5 van de 7 daartoe heeft besloten (art. 11 lid 3). Voorkomen moet worden dat een patstelling ontstaat.
Aan dit statuut zijn op zich geen financiële consequenties verbonden anders dan in geval van escalatie of conflict een commissie dient te worden ingesteld wat wellicht enige kosten met zich brengt. Anders is het natuurlijk, maar daar gaat het statuut niet over, de financiële consequenties van de stelseltaken zelf. Die worden verwoord en verantwoord in de begrotingen en jaarrekeningen van de OD’s.
Dit statuut dient door alle Algemeen Besturen te worden besloten. Voorafgaande daaraan zal dit besproken worden in het Voorzittersoverleg na vrijgave door het Directeurenoverleg. Gelet op het feit dat de vergaderingen van de Algemeen Besturen niet gelijktijdig plaatshebben dient op basis van de schema’s te voren een datum te worden bepaald.
Dit statuut wordt tezamen met de toelichting en de (nieuwe) stelselnotitie na vaststelling aan alle OD’s verzonden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2020-607.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.