Aanwijzingsbesluit uitzondering markten

De voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht,

 

overwegende:

 

  • dat de voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht op 9 mei 2020 de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Utrecht (hierna: Noodverordening) heeft vastgesteld en bekendgemaakt, en deze op 11 mei 2020 in werking is getreden;

  • dat ‘warenmarkten’ vallen onder de definitie van openbare samenkomsten en vermakelijkheden als bedoeld in artikel 2.1 van de Noodverordening;

  • dat warenmarkten een cruciale functie hebben in het voorzien van bewoners in hun dagelijkse levensbehoeften;

  • dat op basis van artikel 3.1 lid 1 onder c van de Noodverordening gevallen kunnen worden aangewezen waarvoor het verbod van artikel 2.1 van de Noodverordening niet geldt;

  • dat warenmarkten in de publieke ruimte plaatsvinden en dat de schaarse ruimte aldaar om regulering vraagt zodat risico’s voor de (volks)gezondheid worden verminderd dan wel voorkomen;

  • dat het van belang is dat de aanwezigen op of nabij de markt een onderlinge afstand van 1,5 meter kunnen houden.

 

gelet op:

 

  • artikel 176 van de Gemeentewet;

  • artikel 39 eerste lid van de Wet veiligheidsregio’s;

  • artikel 3.1 lid 1 onder c jo. artikel 2.1 van de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Utrecht;

 

besluit:

Warenmarkten, niet zijnde evenementen, die voldoen aan de volgende voorwaarden, op grond van artikel 3.1 lid 1 onder c van de Noodverordening aan te wijzen als (categorie van) gevallen waarvoor het verbod uit artikel 2.1 lid 1 van de Noodverordening niet geldt.

 

  • 1.

    De kramen moeten verspreid over de markt opgesteld worden, waardoor het mogelijk wordt om de drukte te spreiden en een onderlinge afstand te kunnen bewaren van 1,5 meter tussen de personen op de markt.

  • 2.

    Waar mogelijk worden marktondernemers verder verspreid over het marktterrein, teneinde grotere afstanden in acht te nemen. De markmeester geeft hier toe aanwijzingen.

  • 3.

    Indien er op een markt niet voldoende ruimte is voor alle marktplaatshouders, dan geldt de volgende verdringingsreeks:

    • a.

      food- marktplaatsen gaan voor non-food marktplaatsen;

    • b.

      op basis van de ter plaatse geldende marktverordening en bijbehorende regelementen en beleid;

    • c.

      weigeren van overige marktondernemers.

  • 4.

    Eet- en drinkwaren die worden verkocht al dan niet vers bereid mag niet ter plaatse worden genuttigd. Alleen afhaal ten behoeve van consumptie elders dan ter plaatse is toegestaan.

  • 5.

    Zit- of sta voorzieningen en andere uitstallingen op het marktterrein zijn niet toegestaan.

  • 6.

    De marktmeester wordt ingevolge artikel 4.2 aanhef en onder c aangewezen als toezichthouder voor de naleving van dit besluit op basis van de onderhavige noodverordening en kan (nadere) aanwijzingen geven als bedoeld in artikel 4.1 van de Noodverordening.

  • 7.

    De voorzitter van de veiligheidsregio kan besluiten dat markten geen doorgang vinden.

  • 8.

    De voorzitter van de veiligheidsregio kan te allen tijde besluiten dat markten direct worden beëindigd, of de daaraan verbonden voorschriften wijzigen als de situatie daartoe aanleiding geeft.

  • 9.

    Dit besluit treedt in werking op 13 mei 2020.

  • 10.

    Het Aanwijzingsbesluit uitzondering markten, vastgesteld op 7 mei 2020, wordt ingetrokken.

Vastgesteld te Utrecht op 12 mei 2020 om 14.30 uur;

de voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht,

mr. J.H.C. van Zanen

Naar boven