Aanwijzingsbesluit uitzondering markten

 

De voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht,

 

overwegende:

 

  • dat de voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht op 29 april 2020 de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Utrecht (hierna: Noodverordening) heeft vastgesteld en bekendgemaakt;

  • dat ‘warenmarkten’ vallen onder de definitie van openbare samenkomsten en vermakelijkheden als bedoeld in artikel 2.1 van de Noodverordening;

  • dat warenmarkten een cruciale functie hebben in het voorzien van bewoners in hun dagelijkse levensbehoeften;

  • dat het wenselijk is om in verband met Moederdag het aanbod van bloemen en planten breder en meer verspreid beschikbaar te maken.

  • dat op basis van artikel 3.1 lid 1 onder c van de Noodverordening gevallen kunnen worden aangewezen waarvoor het verbod van artikel 2.1 van de Noodverordening niet geldt;

 

gelet op:

 

  • artikel 176 van de Gemeentewet;

  • artikel 39 eerste lid van de Wet veiligheidsregio’s;

  • artikel 3.1 lid 1 onder c jo. artikel 2.1 van de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Utrecht;

 

besluit:

Warenmarkten, niet zijnde evenementen, die voldoen aan de volgende voorwaarden, op grond van artikel 3.1 lid 1 onder c van de Noodverordening aan te wijzen als (categorie van) gevallen waarvoor het verbod uit artikel 2.1 lid 1 van de Noodverordening niet geldt:

  • 1.

    De kramen moeten verspreid over de markt opgesteld worden, waardoor het mogelijk wordt om de drukte te spreiden en een onderlinge afstand te kunnen bewaren van 1,5 meter tussen de personen op de markt.

  • 2.

    Marktkramen met non-food gaan dicht met uitzondering van verkoop van bloemen en planten. Verkoop van bloemen en planten is alleen toegestaan op tijden en plaatsen waar de drukte dat toelaat.

  • 3.

    Voedsel dat vers wordt bereid voor consumptie mag niet ter plaatse worden genuttigd. Alleen afhaal ten behoeve van consumptie elders dan ter plaatse is toegestaan

  • 4.

    Zit- of staan-mogelijkheden en andere uitstallingen buiten de marktkraam zijn niet toegestaan.

  • 5.

    De marktmeester wordt ingevolge artikel 4.2 aanhef en onder c aangewezen als toezichthouder voor de naleving van dit besluit op basis van de onderhavige noodverordening en kan (nadere) aanwijzingen geven als bedoeld in artikel 4.1 van de Noodverordening

  • 6.

    De voorzitter van de veiligheidsregio kan te allen tijde dit besluit intrekken, of de daaraan verbonden voorschriften wijzigen als de situatie daartoe aanleiding geeft, zo wordt op korte termijn heroverweging van dit besluit verwacht.

  • 7.

    Dit besluit treedt in werking op 8 mei 2020.

  • 8.

    Het Aanwijzingsbesluit uitzondering markten, vastgesteld op 27 maart 2020, wordt ingetrokken.

Vastgesteld te Utrecht op 7 mei 2020 om 14.45 uur;

de voorzitter van de Veiligheidsregio Utrecht,

mr. J.H.C. van Zanen

Naar boven