Blad gemeenschappelijke regeling van CJG Drimmelen Geertruidenberg
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
CJG Drimmelen Geertruidenberg | Blad gemeenschappelijke regeling 2020, 356 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
CJG Drimmelen Geertruidenberg | Blad gemeenschappelijke regeling 2020, 356 | Verordeningen |
Financiële verordening BVO Centrum Jeugd en Gezin Drimmelen Geertruidenberg 2020
Het bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Bedrijfsvoeringsorganisatie Centrum Jeugd en Gezin Drimmelen Geertruidenberg
gelet op artikel 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen juncto artikel 212 van de Gemeentewet:
Vast te stellen de Financiële verordening BVO Centrum Jeugd en Gezin Drimmelen Geertruidenberg 2020.
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Turap: tussentijdse rapportage waarin, overeenkomstig de in de BVO CJG opgenomen rapportagedata, het bestuur rapporteert aan de colleges van de deelnemende gemeenten over de voortgang van de uitvoering van de begroting inclusief te verwachten ontwikkelingen voor het resterende gedeelte van het desbetreffende jaar.
Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording
Het bestuur stelt bij aanvang van het nieuwe begrotingsjaar vast:
a. Een programmabegroting die voldoet aan de BBV voorschriften met daarin opgenomen een programma-indeling;
b. de taakvelden per programma;
c. de onderwerpen waarover zij in extra paragrafen naast de verplichte paragrafen in de begroting en rekening kaders wil stellen en geïnformeerd wil worden.
Artikel 3. Jaarplanning Planning en Controlcyclus
Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt de directie aan het bestuur een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door de directie en het vaststellen door het bestuur van de jaarstukken, de tussentijdse rapportages, de kadernota en de programmabegroting met de meerjarenraming.
Artikel 6. Autorisatie begroting
Het bestuur informeert de raden van de deelnemende gemeenten als ze verwacht dat de lasten en/of baten afwijken van de door de raden vastgestelde baten en lasten per programma. Het bestuur doet daarbij voorstellen voor bijstelling van het budget en/of voor bijstelling van het beleid ten opzichte van de vorige begroting.
Voor het administratief afsluiten van investeringskredieten geldt navolgend beleid:
a. Investeringskredieten worden door de raden van de deelnemende gemeenten toegekend voor uitvoering van nader omschreven werkzaamheden (project scope);
b. Gedurende de uitvoeringsfase wordt de voortgang gerapporteerd aan de raden van de deelnemende gemeenten, in jaarstukken, tussentijdse rapportages en/of begroting;
c. Aan het eind van een boekjaar wordt beoordeeld of investeringskredieten af kunnen worden gesloten en wordt gerapporteerd in de jaarstukken. Bepalend is of de project scope gerealiseerd is;
d. Na volledige afronding van een investeringskrediet vindt afsluiting plaats (in de Jaarstukken);
e. Aanvullende activiteiten en werkzaamheden, die geen onderdeel uitmaken van de oorspronkelijke project scope dienen in een nieuw kredietverzoek, separaat aan de raden van de deelnemende gemeenten ter besluitvorming voorgelegd te worden, voorzien van een motivering.
Artikel 7. Tussentijdse rapportage
In de tussenrapportages wordt op programmaniveau gerapporteerd over financiële afwijkingen van de begroting. Financiële afwijkingen op lasten en/of baten van € 10.000 of hoger dienen in elk geval te worden toegelicht. Daarnaast worden de beleidsmatige afwijkingen gerapporteerd op programma- of themaniveau.
Het bestuur informeert in ieder geval vooraf de raden van de deelnemende gemeenten en neemt pas een besluit nadat de raden in de gelegenheid zijn gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het bestuur te brengen voor zover het betreft niet bij begroting en investeringsprogramma vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:
a. aankoop van goederen, werken en diensten groter dan € 25.000;
b. het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 25.000;
c. aankoop en verkoop van onroerende zaken waarvan de (ver)koopsom groter dan € 25.000.
Hoofdstuk 3. Financieel beleid
Artikel 11. Voorziening voor oninbare vorderingen
Voor de vorderingen op derden wordt een voorziening wegens oninbaarheid gevormd op basis van de individuele beoordeling op oninbaarheid van de openstaande vorderingen.
Het saldo van de jaarrekening wordt jaarlijks afgerekend met de deelnemende gemeenten. Het CJG bouwt zelf geen reserves op.
In de paragrafen bij de begroting en de jaarstukken nemen de colleges ten minste de op grond van artikel 16 tot en met 21 verplichte onderdelen uit het BBV (voor zover van toepassing).
Artikel 15. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken neemt het dagelijks bestuur de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het BBV op.
Hoofdstuk 5. Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen van het CJG;
b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden, contracten;
c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten;
d. het verschaffen van informatie over de indicatoren;
e. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving; en
f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan te ontlenen informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.
Artikel 19. Financiële organisatie
Opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan draagt het bestuur zorg voor:
a. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en mandaten zodat de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids-en beheersorganen is gewaarborgd;
b. verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten;
c. de interne regels voor taken en bevoegdheden en de verantwoordingsrelaties
d. de te maken afspraken over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;
e. de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten van de productraming en de productrealisatie.
f. het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;
Artikel 20. Aanbesteding en inkoop
Het bestuur draagt zorg voor en legt (in een besluit) vast de interne regels voor de inkoop en aanbesteding van werken en diensten. De regels waarborgen dat wordt gehandeld in overeenstemming met de regels ter zake van de Europese Unie.
Het bestuur zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het bestuur maatregelen tot herstel.
Het bestuur zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks en registergoederen en bedrijfsmiddelen tenminste eenmaal in de vier jaar worden gecontroleerd. Bij afwijkingen in de registratie neemt het bestuur maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.
Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2020, met dien verstande dat de begroting, meerjarenbegroting, de jaarstukken, de uitvoeringsinformatie en de informatie voor derden en de daarbij behorende toelichtingen met ingang van de begroting voor het begrotingsjaar 2020 voldoen aan de bepalingen van deze verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2020-356.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.