Blad gemeenschappelijke regeling van Waddenfonds
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waddenfonds | Blad gemeenschappelijke regeling 2020, 338 | Verordeningen |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Waddenfonds | Blad gemeenschappelijke regeling 2020, 338 | Verordeningen |
Verordening van 27 maart 2020 van het algemeen bestuur van het openbaar lichaam Waddenfonds, houdende regels omtrent de financiële vergoeding voor leden van een adviescommissie als bedoeld in artikel 24 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Verordening financiële vergoeding commissieleden Waddenfonds)
In deze verordening wordt verstaan onder:
commissielid: voorzitter of lid van een adviescommissie als bedoeld in artikel 24 van de wet, niet tevens commissaris van de Koning, statenlid of gedeputeerde of op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam bij het openbaar lichaam Waddenfonds of de provincies Fryslân, Groningen en Noord-Holland en die als zodanig tot voorzitter of lid van een commissie is benoemd.
Bijlage bij de Verordening financiële vergoeding commissieleden Waddenfonds.
A. Tarieventabel als bedoeld in artikel 2, tweede lid.
B. Lijst van commissies als bedoeld in artikel 2, eerste lid.
B.1 Commissie rechtsbescherming Waddenfonds
B.2 Commissie kwaliteitstoetsing Waddenfonds
De Wet gemeenschappelijke regelingen biedt de mogelijkheid aan het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter om adviescommissies in te stellen. Dat kunnen vaste adviescommissies zijn, maar ook adviescommissies die naar behoefte worden ingesteld.
De gemeenschappelijke regeling Waddenfonds schrijft voor dat het bestuur in elk geval een onafhankelijke adviescommissie kwaliteitstoetsing instelt, die adviseert over in de gemeenschappelijke regeling opgenomen onderwerpen en voorts gevraagd en ongevraagd over alle aangelegenheden die het Waddenfonds betreffen.
Bezwaarschriften over besluiten van het bestuur van het openbaar lichaam en klachten over gedragingen die kunnen worden toegerekend aan dit bestuur worden in handen gesteld van de commissie. Alvorens de commissie advies uitbrengt wordt overigens eerst getracht om het bezwaar of de klacht via informele weg op te lossen.
Ten behoeve van de advisering over subsidieverlening kan het dagelijks bestuur besluiten om een tijdelijke en onafhankelijke adviescommissie in te stellen, die het dagelijks bestuur adviseert over de verdeling van de beschikbare middelen over de voor subsidie in aanmerking komende aanvragen. Van deze mogelijkheid is inmiddels een aantal malen gebruik gemaakt.
Uiteraard kan het bestuur ook voor andere gelegenheden besluiten om een tijdelijke adviescommissie in te stellen.
De Wet gemeenschappelijke regelingen bepaalt dat de leden van commissies van advies die geen commissaris van de Koning, gedeputeerde of statenlid zijn een vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van een adviescommissie en een vergoeding voor reis- en verblijfskosten kunnen ontvangen.
De Wet gemeenschappelijke regelingen volgt voor wat betreft de vergoedingen de Provinciewet. In het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de Regeling decentrale politieke ambtsdragers is dit verder uitgewerkt. Het commissiestelsel is een gesloten stelsel. Dat wil zeggen dat het Rechtspositiebesluit en de Regeling van toepassing zijn, zodra er met toepassing van de Wet gemeenschappelijke regelingen een adviescommissie is ingesteld.
Artikel 2.4.1 van het Rechtspositiebesluit regelt de hoogte van de vergoeding voor het bijwonen van een commissievergadering. De basisvergoeding is een normbedrag dat jaarlijks door de minister van BZK wordt geïndexeerd.
Het algemeen bestuur kan op grond van artikel 2.4.2 van het Rechtspositiebesluit bij verordening bepalen dat de vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie naar boven afwijkt van het normbedrag, ten aanzien van:
a. een commissielid dat op grond van zijn bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie voor deelneming aan haar werkzaamheden is aangetrokken; en
b. een commissielid ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van zijn taak en de omvang van de door hem te verrichten arbeid.
In deze verordening is van deze bevoegdheid gebruik gemaakt. Daarbij moet in aanmerking worden genomen dat de rijksregelgeving alleen een vergoeding toestaat voor bijwonen van een vergadering en van reis- en verblijfskosten. Werkzaamheden ten behoeve van het voorbereiden van een vergadering respectievelijk naar aanleiding van een vergadering komen niet voor zelfstandige vergoeding in aanmerking.
Voor de Commissie rechtsbescherming Waddenfonds is aangesloten bij de vergoeding die de provincie Fryslân hanteert. Voor deze commissie geldt dat de normvergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de adviestaak. Door de vergoeding te bepalen op het normbedrag per vergaderuur, wordt meer recht gedaan aan de feitelijke en omvangrijke werkzaamheden die een lid van de commissie per dossier heeft te verrichten.
Voor een commissie die adviseert over subsidieaanvragen geldt eveneens dat de normvergoeding niet geacht kan worden in een redelijke verhouding te staan tot de adviestaak. Daarom is ook deze vergoeding bepaald op het normbedrag per vergaderuur.
De werkzaamheden van de Commissie kwaliteitstoetsing Waddenfonds zijn van andere orde en, anders dan de Commissie rechtsbescherming Waddenfonds en een subsidieadviescommissie, niet gekoppeld aan aanvragen van derden, zoals bezwaarschriften en subsidieaanvragen. Voor de Commissie kwaliteitstoetsing Waddenfonds zijn leden vanwege hun bijzondere beroepsmatige deskundigheid op het taakgebied van de commissie aangetrokken, zoals de gemeenschappelijke regeling Waddenfonds dat voorschrijft. Om deze deskundigheid aan de commissie te binden kan niet worden volstaan met de normvergoeding en is een vaste vergoeding bepaald.
Volgens het Rechtspositiebesluit heeft een commissielid ten laste van het openbaar lichaam aanspraak op vergoeding van reiskosten voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie, en reis- en verblijfkosten voor reizen binnen de provincie gemaakt voor de uitoefening van de functie. In de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers is dit nauwgezet uitgewerkt en het is daarom niet nodig om bij verordening aanvullende regels te stellen.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2020-338.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.