Regeling plaatsvervanging Omgevingsdienst Midden-Holland

 

De directeur van de Omgevingsdienst Midden-Holland,

Gelet op:

 

- Artikel 26 van de Gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden-Holland;

- artikel 3 van de Organisatieverordening Omgevingsdienst Midden-Holland;

- het Ondermandaatbesluit en bevoegdhedenlijst ODMH 2019;

- het Mandaat- en volmachtbesluit personeel en organisatie Omgevingsdienst Midden-Holland 2020

 

BESLUIT:

 

Vast te stellen de Regeling plaatsvervanging Omgevingsdienst Midden-Holland.

 

 

Artikel 1 Plaatsvervanging directeur

  •  

  • 1.

    Plaatsvervanging van de directeur treedt op in geval van kortdurende afwezigheid van de directeur als gevolg van verlof, ziekte dan wel onvoorziene omstandigheden.

  • 2.

    De directeur wordt bij zijn afwezigheid vervangen door de plaatsvervangend directeur. Indien ook deze afwezig is, treedt het afdelingshoofd Bedrijfsvoering op als plaatsvervangend directeur (2e plaatsvervanger). Als opvolgend plaatsvervangers zijn aangewezen het afdelingshoofd Expertise (3e plaatsvervanger), het afdelingshoofd Bouw- en woningtoezicht (4e plaatsvervanger), de teamleider Vergunningverlening en Zwemwater (5e plaatsvervanger) en de teamleider ROM, Externe Veiligheid en Ecologie (6e plaatsvervanger).

  • 3.

    Plaatsvervanging geldt voor alle taken en bevoegdheden van de directeur die nodig zijn in het kader van het dagelijks functioneren van de omgevingsdienst. De directeur kan nadere instructies geven.

     

Artikel 2 Instructies plaatsvervanging directeur

  • 1.

    De plaatsvervanger is zoveel mogelijk aanwezig.

  • 2.

    Indien de plaatsvervanger een bevoegdheid uitoefent, wordt de ondertekening voorzien van de woorden “plaatsvervangend directeur”, gevolgd door de eigen naam en handtekening.

     

Artikel 3 Plaatsvervanging controller

  • 1.

    Ingeval het afdelingshoofd Bedrijfsvoering, tevens controller, optreedt als plaatsvervangend directeur, treedt als plaatsvervangend controller op de coördinator Financiën. Indien ook deze afwezig is, treedt de adviseur financiën op als plaatsvervangend controller.

     

Artikel 4 Plaatsvervanging afdelingshoofden

  • 1.

    Afdelingshoofden zijn aangewezen als elkaars plaatsvervangers.

  • 2.

    Indien als gevolg van ziekte, calamiteiten of onvoorziene omstandigheden alle afdelingshoofden en de directeur afwezig zijn, treden als plaatsvervangend afdelingshoofden op de volgende teamleiders en medewerker: de teamleider Vergunningverlening en Zwemwater voor de afdeling Bedrijven, de teamleider ROM, Externe Veiligheid en Ecologie voor de afdeling Expertise, de teamleider Juridische Zaken voor de afdeling Bouw- en woningtoezicht en de beleidsadviseur van de afdeling Bedrijfsvoering voor de afdeling Bedrijfsvoering.

  • 3.

    Plaatsvervanging geldt voor alle taken en bevoegdheden van het afdelingshoofd die nodig zijn in het kader van het dagelijks functioneren van de omgevingsdienst.

     

Artikel 4 Instructies plaatsvervanging afdelingshoofd

  • 1.

    De plaatsvervanger is zoveel mogelijk aanwezig.

  • 2.

    Indien de plaatsvervanger een bevoegdheid uitoefent, wordt de ondertekening voorzien van de woorden “plaatsvervangend (of: Plv.) afdelingshoofd <afdeling>”, gevolgd door de eigen naam en handtekening.

     

Artikel 5 Overige bepalingen

  • 1.

    Voor het plaatsvervangerschap wordt geen financiële vergoeding toegekend.

  • 2.

    Indien plaatsvervanging van de directeur langer duurt dan twee maanden besluit het dagelijks bestuur over waarneming.

  • 3.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, besluit het dagelijks bestuur.

  • 4.

    Deze Regeling wordt bekendgemaakt in het Blad Gemeenschappelijke Regelingen

  • 5.

    Deze Regeling treedt per direct in werking en geldt tot 1 september 2020.

 

 

Gouda, 10 maart 2020,

 

 

A. Mutter

Directeur Omgevingsdienst Midden-Holland

 

Naar boven