Blad gemeenschappelijke regeling van Servicepunt71
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Servicepunt71 | Blad gemeenschappelijke regeling 2020, 224 | Overige besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Servicepunt71 | Blad gemeenschappelijke regeling 2020, 224 | Overige besluiten van algemene strekking |
Besluit van het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Servicepunt71 houdende regels omtrent melding vermoeden misstand
Voor de toepassing van deze regeling wordt degene die anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam is bij de werkgever gelijkgesteld met een werknemer
Artikel 1 Bescherming van de melder
Het bepaalde in lid 2 en 3 van dit artikel geldt ook voor de werknemer die te goeder trouw een vermoeden van een misstand in een andere organisatie dan die van de deelnemende organisaties, volgens de in die organisatie geldende regels, bij die organisatie heeft gemeld. De bescherming geldt alleen als de werknemer:
De werknemer heeft recht op juridische bijstand wanneer hij - als gevolg van het te goede trouw melden van een vermoeden van een misstand - nadelige gevolgen ondervindt in zijn rechtspositie, tijdens en/of na het volgen van deze regeling. Deze juridische bijstand wordt gefinancierd door de werkgever.
Artikel 6 Melding door een ex-werknemer
De ex-werknemer die een vermoeden van een misstand wil melden doet dit binnen een periode van twaalf maanden na zijn ontslag of beëindiging van zijn werkzaamheden voor de werkgever bij een VPI. Hij kan alleen een melding van een vermoeden van een misstand doen als hij in de hoedanigheid van ambtenaar kennis heeft gekregen van het vermoeden.
Artikel 7 Informeren van de werkgever
De leidinggevende of de VPI bij wie een melding is gedaan draagt er zorg voor dat de werkgever onmiddellijk op de hoogte wordt gesteld van de melding en van de datum waarop de melding ontvangen is.
Artikel 8 Ontvangstbevestiging door de werkgever
De werkgever zendt aan de melder, of de VPI bij wie het vermoeden van een misstand is gemeld, een ontvangstbevestiging. In het laatste geval stuurt de VPI de ontvangstbevestiging door aan de melder. De ontvangstbevestiging bevat het gemelde vermoeden van een misstand en de datum waarop de melder het vermoeden heeft gemeld.
Artikel 10 Standpunt en kennisgeving door de werkgever
Indien niet binnen tien weken een standpunt kan worden gegeven worden de melder, of de VPI bij wie de melding is gedaan, voordat deze termijn is verstreken daarvan door middel van een kennisgeving schriftelijk en gemotiveerd op de hoogte gesteld. De werkgever kan de bekendmaking van zijn standpunt aan de melder of de VPI met ten hoogste vier weken verdagen.
Artikel 14 Onderzoek door het externe meldpunt
Wanneer de inhoud van bepaalde door de werkgever verstrekte informatie vanwege het vertrouwelijke karakter uitsluitend ter kennisneming van het externe meldpunt dient te blijven, wordt dit aan het externe meldpunt meegedeeld. Het externe meldpunt beveiligt informatie met een vertrouwelijk karakter tegen kennisneming door onbevoegden.
Artikel 15 Advies en kennisgeving door het externe meldpunt
Het advies wordt, in geanonimiseerde vorm en met inachtneming van het eventueel vertrouwelijke karakter van de aan het externe meldpunt verstrekte informatie en de ter zake geldende wettelijke bepalingen, door het externe meldpunt openbaar gemaakt op een wijze die het externe meldpunt geëigend acht, tenzij zwaarwegende belangen zich hiertegen verzetten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/bgr-2020-224.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.